← Terug naar "Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de afvoer van het water van
de Maas, ondertekend in Antwerpen op 17 januari 1995. - Uitwisseling van de ratificatie-instrumenten Het
Verdrag tussen het Vlaams Gewest en he Het Vlaamse decreet houdende
instemming met dit Verdrag dateert van 22 december 1995 (Belgisch Staa(...)"
| Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden inzake de afvoer van het water van de Maas, ondertekend in Antwerpen op 17 januari 1995. - Uitwisseling van de ratificatie-instrumenten Het Verdrag tussen het Vlaams Gewest en he Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 22 december 1995 (Belgisch Staa(...) | Convention entre la Région flamande et le Royaume des Pays-Bas en matière d'évacuation des eaux de la Meuse, signée à Anvers le 17 janvier 1995. - Echange des instruments de ratification La Convention entre la Région flamande et le Royaume des P Le décret flamand portant assentiment à la présente Convention date du 22 décembre 1995 (Moniteur b(...) |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE |
| Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden | Convention entre la Région flamande et le Royaume des Pays-Bas en |
| inzake de afvoer van het water van de Maas, ondertekend in Antwerpen | |
| op 17 januari 1995. - Uitwisseling van de ratificatie-instrumenten | matière d'évacuation des eaux de la Meuse, signée à Anvers le 17 |
| Het Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden | janvier 1995. - Echange des instruments de ratification |
| inzake de afvoer van het water van de Maas werd namens het Vlaamse | La Convention entre la Région flamande et le Royaume des Pays-Bas en |
| Gewest ondertekend op 17 januari 1995. | matière d'évacuation des eaux de la Meuse a été signée le 17 janvier |
| 1995 par la Région flamande. | |
| Het Vlaamse decreet houdende instemming met dit Verdrag dateert van 22 | Le décret flamand portant assentiment à la présente Convention date du |
| december 1995 (Belgisch Staatsblad , 6 maart 1996). | 22 décembre 1995 (Moniteur belge du 6 mars 1996). |
| De Vlaamse regering besliste op 20 juni 1996 om dit Verdrag te | Le Gouvernement flamand a décidé de ratifier la présente Convention le |
| ratificeren. | 20 juin 1996. |
| In het Koninkrijk der Nederlanden werd het Verdrag goedgekeurd bij wet | Dans le Royaume des Pays-Bas la Convention a été approuvée par la loi |
| van 27 juni 1996. | du 27 juin 1996. |
| Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, geldt het Verdrag voor | Pour ce qui concerne le Royaume des Pays-Bas, la Convention s'applique |
| Nederland. | aux Pays-Bas. |
| De Vlaamse regering stelde de regering van het Koninkrijk der | |
| Nederlanden op 27 juni 1996 op de hoogte van de beëindiging van de | Le Gouvernement flamand a notifié le 27 juin 1996 au Gouvernement du |
| procedures, vereist voor de inwerkingtreding van het Verdrag. | Royaume des Pays-Bas, l'accomplissement des procédures internes |
| De Vlaamse regering werd door de regering van het Koninkrijk der | requises pour l'entrée en vigueur de la Convention. |
| Nederlanden op de hoogte gesteld van het beëindigen van de Nederlandse | Le Gouvernement du Royaume des Pays-Bas a notifié au Gouvernement |
| interne procedures op 28 juni 1996, waardoor het Verdrag | flamand l'accomplissement des procédures internes néerlandaises le 28 |
| overeenkomstig zijn artikel 11 op 1 juli 1996 in werking is getreden. | juin 1996, ce qui a mis en vigueur la Convention, le 1er juillet 1996, |
| Overeenkomstig zijn artikelen 7 en 8 wordt voor de geldigheidsduur van | conformément à son article 11. |
| dit Verdrag de werking opgeschort van de artikelen 3, 4 en 5 van het | Conformément aux articles 7 et 8, les effets des articles 3, 4 et 5 du |
| Tractaat van 12 mei 1863 tot regeling der wateraftappingen uit de Maas | Traité du 12 mai 1863 réglant le régime des prises d'eau à la Meuse |
| (Belgisch Staatsblad , 20-21 juli 1863), alsmede van de Verklaring, | (Moniteur belge , 20-21 juillet 1863) ainsi que de la Déclaration |
| gehecht aan de Overeenkomst van 11 januari 1873 tot wijziging van dit | annexée à la Convention du 11 janvier 1873 modifiant ce Traité |
| Tractaat (Belgisch Staatsblad , 27 februari 1874) en worden de | (Moniteur belge du 27 février 1874) sont suspendus pour la durée de |
| bepalingen vervat in het tweede, derde en vierde lid van artikel 16 | validité de la présente Convention et les dispositions des alinéas |
| van het Verdrag van 13 mei 1963 betreffende de verbinding tussen de | deux, trois et quatre de l'article 16 du Traité du 13 mai 1963 au |
| Schelde en de Rijn (Belgisch Staatsblad , 27 april 1965) geacht te | sujet de la liaison entre l'Escaut et le Rhin (Moniteur belge du 27 |
| zijn vervangen door de in hoofdstuk II van dit Verdrag overeengekomen regelingen. | avril 1965) sont censées être remplacées par les règles reprises dans le chapitre II de la présente Convention. |
| De tekst van het Verdrag in het Nederlands en een Franse vertaling | Le texte de la Convention en néerlandais et la traduction française |
| volgen na dit bericht. | suivent le présent avis. |
| Verdrag tussen het Vlaams Gewest en het Koninkrijk der Nederlanden | Convention entre la Région flamande et le Royaume des Pays-Bas en |
| inzake de afvoer van het water van de Maas | matière d'évacuation des eaux de la Meuse |
| Het Vlaams Gewest | La Région flamande |
| en | et |
| Het Koninkrijk der Nederlanden | Le Royaume des Pays-Bas |
| hierna te noemen de Partijen, | ci-après dénommés les Parties, |
| Wensend een nadere regeling te treffen voor : | Désireux de régler : |
| de wateraftappingen uit de Maas via de Zuid-Willemsvaart te Maastricht; | les prises d'eau à la Meuse par la Zuid-Willemsvaart à Maastricht; |
| de vermindering van de waterverliezen van de Maas in geval van lage | la réduction des pertes d'eau de la Meuse en cas de débits bas; |
| afvoeren; de samenwerking bij het onderzoek en de ontwikkeling van de | la coopération en matière de recherches et de développement de la |
| Gemeenschappelijke Maas; | Meuse mitoyenne; |
| en | et |
| de compensatie van de zoetwaterverliezen van de Kreekraksluizen; | la compensation des pertes d'eaux douces des écluses de Kreekrak; |
| Zijn het volgende overeengekomen : | Sont convenus de ce qui suit : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | CHAPITRE Ier. - Disposition générales |
| Begripsomschrijvingen | Définitions |
Artikel 1.In dit Verdrag wordt verstaan onder : |
Article 1er.Dans la présente Convention, on entend par : |
| a) "bevoegde overheden" : wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, | a) "autorités compétentes" : pour ce qui concerne le Royaume des |
| de minister die bevoegd is voor de Waterstaat, en wat het Vlaams | Pays-Bas, le Ministre chargé des Travaux publics et pour ce qui |
| Gewest betreft, de minister die bevoegd is voor de Openbare Werken; | concerne la Région flamande, le Ministre chargé des Travaux publics; |
| b) "afvoer" : gemiddelde afvoer per etmaal; | b) "débit" : le débit moyen par vingt-quatre heures; |
| c) "Maasafvoer" : de som van de afvoer van de Maas te | c) "débit de la Meuse" : la somme du débit de la Meuse à |
| Maastricht/Sint-Pieter en het debiet in het Albertkanaal te Kanne; | Maastricht/Stint-Pieter et du débit du canal Albert à Kanne; |
| d) "Gemeenschappelijke Maas" : de rivier de Maas tussen | d) "Meuse mitoyenne" : la rivière la Meuse entre Borgharen/Smeermaas |
| Borgharen/Smeermaas (grenspaal 106) en Stevensweert/Kessenich | (borne-frontière 106) et Stevensweert /Kessenich (borne-frontière |
| (grenspaal 126); | 126); |
| e) "Nederlands gebruik" : de voeding van de Zuid-Willemsvaart via | e) "consommation néerlandaise" : l'alimentation de la |
| Lozen en van het Julianakanaal; en | Zuid-Willemsvaart via Lozen et du Julianakanaal; |
| f) "Vlaams gebruik" : de voeding van het gedeelte van het Albertkanaal | f) "consommation flamande" : l'alimentation de la partie du canal |
| gelegen in het Vlaams Gewest en van de Kempense kanalen. | Albert située en Région flamande et des canaux campinois. |
| HOOFDSTUK II. - De afvoer van het water van de Maas | CHAPITRE II. - L'Evacuation des eaux de la Meuse |
| Wateraftappingen uit de Maas | Prises d'eau à la Meuse |
Art. 2.1. Ten behoeve van het Vlaams Gewest leidt het Koninkrijk der |
Art. 2.1. Le Royaume des Pays-Bas fait écouler une quantité d'eau à |
| Nederlanden een hoeveelheid Maaswater over zijn grondgebied naar het | travers son territoire vers la Région flamande au profit de cette |
| Vlaams Gewest. | dernière. |
| Deze hoeveelheid bedraagt ten minste 8 m3/s. Dit water wordt door het | Cette quantité s'élève au moins à 8 m3/s. Ces eaux sont rejetées par |
| Koninkrijk der Nederlanden te Maastricht op de Zuid-Willemsvaart | le Royaume des Pays-Bas dans la Zuid-Willemsvaart à Maastricht afin |
| gebracht en dient om de Kempense kanalen van water te voorzien. | d'alimenter les canaux campinois. |
| 2. Ten behoeve van het Koninkrijk der Nederlanden voert het Vlaams | 2. Au profit du Royaume des Pays-Bas, la Région flamande fait écouler |
| Gewest een hoeveelheid Maaswater over zijn grondgebied door. | une quantité d'eau de la Meuse à travers son territoire. |
| Deze hoeveelheid bedraagt ten hoogste 10 m3/s. Dit water wordt door | Cette quantité s'élève au maximum à 10 m3/s. Ces eaux sont rejetées |
| het Koninkrijk der Nederlanden te Maastricht op de Zuid-Willemsvaart | par le Royaume des Pays-Bas dans la Zuid-Willemsvaart à Maastricht et |
| gebracht en door het Vlaams Gewest door middel van duikers bij sluis | écoulées par la Région flamande vers les Pays-Bas à l'aide d'aqueducs |
| 18 te Bocholt en sluis 17 te Lozen naar Nederland geleid. | près de l'écluse 18 à Bocholt et l'écluse 17 à Lozen. |
| 3. Het gestelde in het eerste en tweede lid is van toepassing | 3. Le prescrit des alinéas premier et deux est applicable, sauf les |
| behoudens de beperkingen voortvloeiende uit artikel 3. | restrictions découlant de l'article 3. |
| 4. En concertation avec et pour le compte du Royaume des Pays-Bas, la | |
| 4. Het Vlaams Gewest zal de duikers bij sluis 18 te Bocholt en sluis | Région flamande adaptera les aqueducs près de l'écluse 18 à Bocholt et |
| 17 te Lozen in beginsel vóór 1 januari 1996, in overleg met en voor rekening van het Koninkrijk der Nederlanden, geschikt maken om de in het tweede lid bedoelde hoeveelheid te kunnen doorvoeren. Het Vlaams Gewest verbindt zich ertoe de aldus verbeterde of vernieuwde duikers voor zijn rekening te handhaven en te onderhouden. Vermindering van de waterverliezen van de Maas Art. 3.1. Partijen beperken zoveel mogelijk de waterverliezen van de hoofdstroom van de Maas, speciaal in geval van lage afvoeren. Uitgangspunt bij lage afvoeren is een gelijke verdeling tussen het Nederlandse en het Vlaamse gebruik en een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid voor het debiet van de Gemeenschappelijke Maas. Partijen volgen daarbij het in bijlage A opgenomen besparingsscenario. 2. Indien een Partij kan aantonen dat beheersmaatregelen of handelingen van een ander land of gewest verhinderen dat het in dit artikel bedoelde besparingsscenario wordt gevolgd, is deze Partij slechts aan haar verplichtingen gehouden voor zover zij deze kan nakomen met maatregelen op haar eigen grondgebied. |
de l'écluse 17 à Lozen avant le 1er janvier 1996 au transit des quantités d'eau visées à l'alinéa deux. La Région flamande s'engage à maintenir et entretenir pour son compte les aqueducs ainsi améliorés ou rénovés. Réduction des pertes d'eau de la Meuse Art. 3.1. Les Parties veillent à limiter autant que possible les pertes d'eau du courant principal de la Meuse, en particulier en cas de débits bas. Le principe de départ en cas de débits bas est une répartition égale entre la consommation néerlandaise et flamande et une responsabilité commune pour le débit de la Meuse mitoyenne. Les Parties observent le scénario d'économie figurant à l'annexe A. 2. Si une Partie peut démontrer que des mesures de gestion ou opérations d'un autre pays ou région entravent l'observation du scénario d'économie visée au présent article, cette Partie n'est tenue à ses obligations que dans la mesure où elle peut les respecter par la prise de mesures sur son propre territoire. |
| 3. Ten behoeve van de afvoerregulering in tijden van lage Maasafvoeren | 3. Aux fins du régime d'évacuation en cas de débits bas de la Meuse, |
| onderhouden Partijen het in bijlage B opgenomen meetprogramma. | les Parties observent le programme de mesure figurant à l'annexe B. |
| Onderzoek en ontwikkeling van de Gemeenschappelijk Maas | Recherche et développement de la Meuse mitoyenne |
Art. 4.1. Partijen werken samen bij het rivierkundig en hydrologisch |
Art. 4.1. Les Parties coopèrent à la recherche fluviale et |
| onderzoek van, en bij de hoogwatervoorspelling voor, de | hydrologique et aux prévisions des crues de la Meuse mitoyenne. |
| Gemeenschappelijke Maas. 2. Partijen werken samen bij het onderzoek van | 2. Les Parties coopèrent à la recherche des potentialités de |
| ontwikkelingsmogelijkheden voor de Gemeenschappelijke Maas, daarbij vooral rekening houdend met de grote huidige en potentiële ecologische waarde van dit deel van de Maas. 3. Partijen zullen slechts met wederzijdse instemming het stroomvoerende of waterbergende bed van de Gemeenschappelijke Maas zodanig verruimen of vernauwen dat daardoor op het grondgebied van de andere Partij de waterstanden wezenlijk verhoogd of verlaagd worden. Zonodig zal het effect van deze werken in of aan de rivier door maatregelen elders worden gecompenseerd. Werkgroep Afvoerregulering Maas | développement de la Meuse mitoyenne, eu égard à l'importante valeur écologique actuelle et future de cette partie de la Meuse. 3. Les Parties n'élargiront ou rétréciront qu'en commun accord le lit mineur ou le lit majeur de la Meuse mitoyenne de façon à augmenter ou abaisser considérablement le niveau des eaux sur le territoire de l'autre Partie. Les effets de ces travaux dans ou à la rivière seront au besoin compensés ailleurs par d'autres mesures. Groupe de travail régime d'évacuation de la Meuse |
Art. 5.1. Partijen stellen ten behoeve van de uitvoering van de bepalingen van de artikelen 2 en 3 een Nederlands-Vlaamse Werkgroep Afvoerregulering Maas in. 2. De bevoegde overheden benoemen elk binnen één maand na het in werking treden van dit Verdrag ten hoogste drie leden in de Werkgroep, onder wie een delegatieleider. De Werkgroep vergadert wanneer zij dit nodig oordeelt, of op verzoek van één van de delegatieleiders, en beslist met eenparigheid van stemmen. De delegaties kunnen zich ter vergadering laten bijstaan door deskundigen. |
Art. 5.1. Aux fins de l'exécution des dispositions des articles 2 et 3, les Parties instituent un Groupe de travail néerlando-flamand pour le régime d'évacuation de la Meuse. 2. Les autorités compétentes désignent chacune, dans un mois suivant l'entrée en vigueur de la Convention, au maximum trois membres au sein du groupe de travail, parmi lesquels un chef de délégation. Le Groupe de travail se réunit lorsqu'il l'estime nécessaire, sur la demande d'un des chefs de délégation, et statue à l'unanimité des voix. 3. Les délégations peuvent se faire assister par des experts. |
| HOOFDSTUK III. - Beslechting van geschillen | CHAPITRE III. - Règlement des litiges |
| Beslechting van geschillen | Règlement des litiges |
Art. 6.1. Indien er tussen de Partijen een geschil ontstaat met |
Art. 6.1. Au cas où un litige s'élèverait quant à l'interprétation ou |
| betrekking tot de uitlegging of de toepassing van dit Verdrag, zullen | l'application de la présente Convention, les Parties s'efforceront de |
| de Partijen dit in de eerste plaats regelen door middel van onderhandeling. 2. Indien de Partijen er niet in slagen het geschil te regelen door middel van onderhandeling, kan het op verzoek van één der Partijen ter beslissing worden voorgelegd aan een gerecht van drie scheidsmannen. De bepalingen betreffende de samenstelling en procedure van het gerecht zijn opgenomen in bijlage C bij dit Verdrag. 3. De beslissingen van het gerecht zijn bindend voor de Partijen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen Buitenwerkingtreding van de eerdere regeling van de wateraftappingen uit de Maas | le régler en premier lieu par négociation. 2. Si les Parties ne réussissent pas à régler le litige par négociation, il peut être soumis par l'une des Parties à un tribunal de trois arbitres. Les dispositions relatives à la composition et la procédure du tribunal sont reprises à l'annexe C de la présente Convention. 3. Les décisions du tribunal sont contraignantes pour les Parties. CHAPITRE IV. - Dispositions finales Mise hors application du régime antérieur des prises d'eau à la Meuse |
Art. 7.Voor de geldigheidsduur van dit Verdrag wordt de werking |
Art. 7.Pour la durée de validité de la présente Convention, les |
| opgeschort van de artikelen 3, 4 en 5 van het Tractaat van 12 mei 1863 | effets des articles 3, 4 et 5 du Traité du 12 mai 1863 réglant le |
| tot regeling der wateraftappingen uit de Maas, alsmede van de | régime des prises d'eau à la Meuse ainsi que de la Déclaration annexée |
| Verklaring, gehecht aan de Overeenkomst van 11 januari 1873 tot | à la Convention du 11 janvier 1873 modifiant ce Traité, sont |
| wijziging van dit Tractaat. | suspendus. |
| Compensatie van de zoetwaterverliezen van de Kreekraksluien | Compensation des pertes d'eaux douches des écluses de Kreekrak. |
Art. 8.Voor de geldigheidsduur van dit Verdrag worden de bepalingen |
Art. 8.Pour la durée de validité de la présente Convention, les |
| vervat in het tweede, derde en vierde lid van artikel 16 van het | dispositions des alinéas deux, trois et quatre de l'article 16 du |
| Verdrag van 13 mei 1963 betreffende de verbinding tussen de Schelde en de Rijn geacht te zijn vervangen door de in hoofdstuk II van dit Verdrag overeengekomen regelingen. Status van de bijlagen Art. 9.De bijlagen vormen een geïntegreerd onderdeel van dit Verdrag. Wijziging Art. 10.Door Partijen schriftelijk overeengekomen wijzigingen van dit Verdrag treden in werking op de dag waarop Partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de onderscheiden constitutionele vereisten is voldaan. Inwerkingtreding Art. 11.Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de dag waarop Partijen elkaar schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de onderscheiden constitutionele vereisten is voldaan. Ten blijke waarvan de vertegenwoordigers van de Regeringen der Partijen, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Verdrag hebben ondertekend. |
Traite du 13 mai 1963 au sujet de la liaison entre l'Escaut et le Rhin sont censées être remplacées par les règles reprises dans le chapitre II de la présente Convention. Statut des annexes Art. 9.Les annexes font partie intégrante de la présente Convention. Modification Art. 10.Les modifications de la présente Convention convenues par écrit par les Parties, entrent en vigueur le jour où les Parties se sont notifié que les conditions constitutionnelles distinctes ont été remplies. Entrée en vigueur Art. 11.La présente Convention entre en vigueur le premier jour du mois qui suit le jour où les Parties se sont notifié que les conditions constitutionnelles distinctes ont été remplies. En foi de quoi les représentants des Gouvernements des Parties, dûment autorisés à cet effet, ont signé la présente Convention. |
| Antwerpen, 17 januari 1995, in twee originele exemplaren. | Anvers, le 17 janvier 1995, en deux exemplaires originaux. |
| Voor het Vlaams Gewest : | Pour la Région flamande : |
| L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
| T. KELCHTERMANS | T. KELCHTERMANS |
| Voor het Koninkrijk der Nederlanden : | Pour le Royaume des Pays-Bas : |
| H. A. F. M. O. VAN MIERLO | H. A. F. M. O. VAN MIERLO |
| A. JORRITSMA-LEBBINK | A. JORRITSMA-LEBBINK |
| Bijlage A | Annexe A |
| Besparingsscenario bedoeld in artikel 3 | Scénario d'économie visé à l'article 3 |
| 1. Bij een Maasafvoer tussen 100 m3/s en 60 m3/s (aanloopfase) is het | 1. En cas d'un débit de la Meuse entre 100 m3/s et 60 m3/s (phase de |
| Nederlandse en het Vlaamse gebruik elk ten hoogste 25 m3/s. | démarrage) la consommation néerlandaise et flamande est plafonnée chacune à 25 m3/s. |
| 2. Bij een Maasafvoer tussen 60 m3/s en 30 m3/s (alarmfase) verzekeren | 2. En cas d'un débit de la Meuse entre 60 m3/s et 30 m3/s (phase |
| Partijen een minimale afvoer van 10 m3/s over de stuw te Borgharen. | d'alarme), les Parties garantissent un débit minimum de 10 m3/s au |
| Partijen voeren in deze fase gelijkopgaande besparingen door op het in | barrage de Borgharen. Dans cette phase, les Parties font des économies |
| punt 1 bedoelde Nederlandse en Vlaamse gebruik. | parallèles sur la consommation néerlandaise et flamande visée au point |
| 3. Bij een Maasafvoer beneden 30 m3/s (crisisfase) verdelen Partijen | 1. 3. En cas d'un débit de la Meuse de 30 m2/s (phase de crise) les |
| deze afvoer door verdergaande gelijkopgaande besparingen op het | Parties répartissent en parts égales ce débit sur la consommation |
| Nederlandse en het Vlaamse gebruik gelijkelijk over het Nederlandse | néerlandaise, la consommation flamande et la Meuse mitoyenne par des |
| gebruik, het Vlaamse gebruik en de Gemeenschappelijke Maas. Ingeval op | économies parallèles plus poussées. Au cas où une situation d'urgence |
| het grondgebied van één der Partijen een noodsituatie met betrekking | risque de se produire sur le territoire de l'une des Parties quant à |
| tot de watervoorziening van of uit de Maas dreigt te ontstaan, vindt | l'approvisionnement en eau de ou à partir de la Meuse, le Groupe de |
| in de in artikel 5 bedoelde Werkgroep onverwijld overleg plaats over | travail visé à l'article 5 se réunit sans tarder pour se concerter sur |
| operationele maatregelen om de situatie te verbeteren. | des mesures opérationnelles à prendre pour améliorer la situation. |
| 4. Partijen brengen elkaar binnen één jaar na het inwerkingtreden van | 4. Dans un an après l'entrée en vigueur de la présente Convention, les |
| dit Verdrag hun draaiboek met de besparingsmaatregelen voor de | Parties se communiquent leurs scénarios de mesures d'économie pour les |
| alarmfase en de crisisfase ter kennis. Deze besparingsmaatregelen | phases d'alarme et de crise. Ces mesures d'économie pourront consister |
| kunnen onder meer bestaan uit zuinig schutten, het afdichten van | entre autres en un éclusage économe, le colmatage de fuites dans les |
| lekken in kunstwerken, het terugpompen van schutwater bij sluizen en | ouvrages d'art, le refoulement d'eaux d'éclusage et la réduction de |
| het verminderen van de watertoevoer naar de land-, tuin- en bosbouw, | l'adduction d'eau à des fins agricoles, horticoles, forestières et |
| naar de industrie en naar de waterleidingbedrijven door vermeerderd | industrielles et aux sociétés de distribution d'eau par une |
| gebruik van spaarbekkens. Partijen brengen elkaar wijzigingen in het | utilisation accrue des bassins d'épargne. Les Parties se notifient |
| draaiboek zo spoedig mogelijk ter kennis. | dans les meilleurs délais les modifications apportées aux scénarios. |
| Bijlage B | Annexe B |
| Meetprogramma bedoeld in artikel 3 | Programme de mesure visé à l'article 3 |
| Partijen meten de afvoer tenminste ter hoogte van Kanne | Les Parties mesurent en continu le débit au moins à la hauteur de |
| (Albert-kanaal), Maastricht (Maas te Sint-Pieter), Maastricht | Kanne (canal Albert), Maastricht (la Meuse à Sint- Pieter), Maastricht |
| (Zuid-Willemsvaart aan de grens), Maastricht (Maas te Borgharen), | (Zuid-Willemsvaart à la frontière), Maastricht (la Meuse à Borgharen), |
| Lommel (Kanaal Bocholt-Herentals), Lozen (Zuid-Willemsvaart aan de | Lommel (Canal Bocholt-Herentals), Lozen (Zuid-Willemsvaart à la |
| grens) en Bunde (Julianakanaal) continu met automatische apparatuur, | frontière) et Bunde (Julianakanaal), à l'aide d'appareillage |
| die on-line informatie verschaft aan informatiecentra in Nederland en | automatique qui fournit des informations en ligne aux centres |
| in het Vlaams Gewest. Voorzover niet anders bepaald, draagt elk der | d'information aux Pays-Bas et en Région flamande. Sauf dispositions |
| Partijen de kosten van de metingen die op haar grondgebied worden | contraires, chaque Partie supporte les frais des mesures effectuées |
| verricht. De bevoegde overheden kunnen het meetprogramma aan de | sur son territoire. Les autorités compétentes peuvent adapter le |
| voortschrijdende behoefte aanpassen. | programme de mesure aux besoins évoluantes. |
| Bijlage C | Annexe C |
| Samenstelling en procedure van het gerecht bedoeld in artikel 6 1. Het in artikel 6 van dit Verdrag genoemde gerecht bestaat uit drie scheidsmannen, van wie elke Partij er één benoemt. De twee aldus gekozen scheidsmannen bereiken overeenstemming over de derde scheidsman. Deze derde scheidsman mag geen onderdaan zijn van, niet in dienst zijn van en niet zijn gewone verblijfplaats hebben in het Koninkrijk der Nederlanden of het Koninkrijk België. Elk van de Partijen wijst een scheidsman aan binnen een termijn van dertig dagen vanaf de datum waarop één der Partijen van de andere Partij een diplomatieke nota heeft ontvangen waarin om een scheidsrechterlijke beslissing wordt verzocht. Over de derde scheidsman wordt binnen een volgende termijn van dertig dagen overeenstemming bereikt. Indien één der Partijen haar eigen scheidsman niet aanwijst binnen de termijn van dertig dagen of indien over de derde scheidsman niet binnen de genoemde termijn overeenstemming is bereikt, kan de President van het Internationale Gerechtshof door één der Partijen worden verzocht een scheidsman of scheidsmannen te benoemen. 2. Het gerecht regelt zijn eigen werkwijze. 3. Het gerecht beslist bij meerderheid van stemmen. 4. De kosten van het gerecht worden door beide Partijen, elk voor de helft, gedragen. Elke Partij draagt de kosten van zijn vertegenwoordiging in het geding. Het gerecht kan in elke stand van het geding, na Partijen te hebben gehoord, de conservatoire maatregelen voorschrijven die het noodzakelijk acht, of reeds voorgeschreven conservatoire maatregelen intrekken. Zodanige maatregelen lopen niet vooruit op beslissingen in | Composition et procédure du tribunal visé à l'article 6 1. Le tribunal cité à l'article 6 de la présente Convention est composé de trois arbitres dont un est nommé par chaque Partie. Les deux arbitres ainsi nommés désignent en commun accord un troisième arbitre. Ce troisième arbitre ne peut ni être un ressortissant du Royaume des Pays-Bas ou du Royaume de Belgique, ni être à leur service et ni y avoir sa résidence habituelle. Chaque Partie désigne un arbitre dans un délai de trente jours à partir de la date à laquelle l'une des Parties a reçu une note diplomatique de l'autre Partie. Le troisième arbitre est désigné de commun accord dans un délai suivant de trente jours. Si l'une des Parties ne désigne pas son propre arbitre dans le délai de trente jours ou si elles ne parviennent pas à un accord sur le troisième arbitre dans le délai imparti, le Président de la Cour internationale peut être saisi par l'une des Parties afin de nommer un ou des arbitres. 2. Le tribunal règle son propre fonctionnement. 3. Le tribunal statue à la majorité des voix. 4. Les frais du tribunal sont à charge des deux Parties, chacune pour la moitié. Chaque Partie supporte les frais de sa représentation au litige. Dans tout état de litige, le tribunal peut, après avoir entendu les Parties, prescrire les mesures conservatoires qu'il estime nécessaires ou retirer des mesures conservatoires déjà prescrites. Pareilles |
| het geding zelf. | mesures ne préjugent pas les décisions finales. |