Decreet houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning | Décret portant exemption des droits de succession en faveur du partenaire survivant pour la valeur nette du logement familial |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
7 JULI 2006. - Decreet houdende vrijstelling van successierechten ten | 7 JUILLET 2006. - Décret portant exemption des droits de succession en |
voordele van de langstlevende partner voor de nettowaarde van de | faveur du partenaire survivant pour la valeur nette du logement |
gezinswoning (1) | familial (1) |
Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen | Le Parlement flamand a adopté et Nous, Gouvernement, sanctionnons ce |
hetgeen volgt : | qui suit : |
Decreet houdende vrijstelling van successierechten ten voordele van de | Décret portant exemption des droits de succession en faveur du |
lantgstlevende partner voor de nettowaarde van de gezinswoning. | partenaire survivant pour la valeur nette du logement familial. |
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. |
Article 1er.Le présent décret règle une matière régionale. |
Art. 2.In artikel 42, VIII, van het Wetboek der Successierechten, |
Art. 2.A l'article 42, VIII, du Code des droits de succession, il est |
wordt een zin toegevoegd, die luidt als volgt : | ajouté une phrase, rédigée comme suit : |
« Als de afwijking vermeld in artikel 48, § 2, derde lid, van | « Si la dérogation visée à l'article 48, § 2, alinéa trois, est |
toepassing is, moet bij de schulden die specifiek werden aangegaan om | applicable, il y a lieu de mentionner explicitement que les dettes |
de gezinswoning te verwerven of te behouden uitdrukkelijk worden | spécialement contractées pour acquérir ou conserver le logement |
vermeld dat ze met dat doel werden aangegaan. ». | familial ont été contractées à cette fin. ». |
Art. 3.Artikel 48 van hetzelfde wetboek, vervangen bij decreet van 15 |
Art. 3.L'article 48 du même décret, remplacé par le décret du 15 |
april 1997 en gewijzigd bij de decreten van 15 juli 1997, 30 juni | avril 1997 et modifié par les décrets des 15 juillet 1997, 30 juin |
2000, 1 december 2000 en 6 juli 2001 wordt vervangen als volgt : | 2000, 1er décembre 2000 et 6 juillet 2001, est remplacé par les |
« § 1. De rechten van successie en van overgang bij overlijden worden geheven volgens het tarief aangeduid in onderstaande tabellen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Tabel I bevat het tarief in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden. Dit tarief wordt per rechtverkrijgende toegepast op het netto-aandeel in de onroerende goederen enerzijds, en op het netto-aandeel in de roerende goederen anderzijds volgens de overeenstemmende gedeelten zoals voorkomend in kolom A. In afwijking van het vorige lid wordt het tarief van het recht van successie en van het recht van overgang bij overlijden tussen echtgenoten en tussen samenwonenden wat de onroerende goederen betreft, enkel toegepast op het netto-aandeel van de rechtverkrijgende echtgenoot of samenwonende in de andere goederen dan de woning die de erflater en zijn echtgenoot of samenwonende tot gezinswoning diende op het ogenblik van het overlijden. Die afwijking geldt evenwel niet als de samenwonende die een aandeel verkrijgt in die gezinswoning hetzij een bloedverwant in de rechte lijn van de erflater is, hetzij een rechtverkrijgende is die voor de toepassing van het tarief met een rechtverkrijgende in de rechte lijn wordt gelijkgesteld. Onder gezinswoning wordt voor de toepassing van deze bepaling verstaan de gezamenlijke hoofdverblijfplaats van de erflater en zijn overlevende echtgenoot of samenwonende. Een uittreksel uit het bevolkingsregister houdt een weerlegbaar vermoeden in van de samenwoning. Als gezinswoning wordt eveneens in aanmerking genomen de laatste gezinswoning van de echtgenoten of samenwonenden als aan hun samenwonen een einde is gekomen, hetzij door de feitelijke scheiding van de echtgenoten of van de personen die overeenkomstig de bepalingen | dispositions suivantes : « § 1er. Les droits de succession et de mutation par décès sont perçus d'après le tarif indiqué dans les tableaux ci-après : Pour la consultation du tableau, voir image § 2. Le tableau I indique le tarif en ligne directe, entre époux et entre cohabitants. Ce tarif est appliqué par ayant droit sur la part nette dans les biens immeubles d'une part et sur la part nette dans bien meubles d'autre part, suivant les tranches correspondantes figurant dans la colonne A. Par dérogation à l'alinéa précédent, le tarif des droits de succession et de mutation par décès entre époux et entre cohabitants, pour ce qui concerne les biens immeubles, est uniquement appliqué à la part nette de l'époux ou du cohabitant ayant droit dans les biens autres que le logement qui servait de logement familial au défunt et son époux ou cohabitant au moment du décès. Cette dérogation n'est toutefois pas applicable lorsque le cohabitant qui acquiert une part dans le logement familial est, soit un parent en ligne directe du défunt, soit un ayant droit qui est assimilé à un ayant droit en ligne directe pour l'application du tarif. Pour l'application de la présente disposition, on entend par logement familial, la résidence principale commune du défunt et de son époux ou cohabitant survivant. Un extrait du registre de la population constitue une présomption réfutable de cohabitation. Est également pris en considération comme logement familial, le dernier logement familial des époux ou cohabitants si leur cohabitation a pris fin, soit par le divorce de fait des époux ou des |
van boek III, titel Vbis, van het Burgerlijk Wetboek samenwonen, | personnes qui cohabitent, conformément aux dispositions du livre III, |
hetzij door een geval van overmacht dat tot op het ogenblik van het | titre Vbis du Code civil, soit par un cas de force majeure qui a |
overlijden heeft voortgeduurd, hetzij door de verplaatsing van de | perduré jusqu'au moment du décès, soit par le transfert de la |
hoofdverblijfplaats van één van de of van beide betrokkenen naar een | résidence principale d'un ou des deux intéressés à une maison de repos |
rust- of verzorgingsinstelling, of een serviceflatgebouw of een | ou de soins, ou une résidence-services ou un complexe résidentiel |
woningcomplex met dienstverlening. | proposant des services. |
De schulden en de begrafeniskosten worden bij voorrang aangerekend op de roerende goederen en op de goederen vermeld in artikel 60bis, tenzij de aangevers bewijzen dat het schulden betreft die specifiek werden aangegaan om onroerende goederen te verwerven of te behouden. Als de langstlevende echtgenoot of samenwonende een deel verkrijgt in de gezinswoning, wordt zijn aandeel in de schulden van de nalatenschap die specifiek werden aangegaan om die woning te verwerven of te behouden evenwel steeds bij voorrang aangerekend op de waarde van zijn deel in de gezinswoning. Als er voor de langstlevende echtgenoot of samenwonende die een deel in de gezinswoning verkrijgt, na de toepassing van de vorige twee leden schulden overblijven, worden die eerst aangerekend op de overblijvende waarde van de aan het tarief onderworpen onroerende goederen, vervolgens op de overblijvende waarde van het roerend actief en de goederen vermeld in artikel 60bis, en ten slotte op de overblijvende waarde van dat deel in de gezinswoning. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder samenwonenden verstaan : | Les dettes et frais funéraires sont déduits par priorité des biens meubles et des biens visés à l'article 60bis, à moins que les déclarants prouvent qu'il s'agit de dettes spécialement contractées pour acquérir ou conserver des biens immeubles. Si l'époux ou cohabitant survivant acquiert une part dans le logement familial, sa quote-part dans les dettes héréditaires qui ont été spécialement contractées pour acquérir ou conserver ce logement est toutefois déduite par priorité de la valeur de sa part dans le logement familial. Si après l'application des deux alinéas précédents, des dettes restent dans le chef de l'époux ou du cohabitant survivant qui acquiert une part dans le logement familial, celles-ci sont d'abord déduites de la valeur restante des biens immeubles non soumis au tarif, ensuite de la valeur restant du bien immeuble et des biens visés à l'article 60bis, et enfin de la valeur restante de cette part dans le logement familial. Pour l'application du présent article, on entend par cohabitants : |
1° de persoon, die op de dag van het openvallen van de nalatenschap | 1° la personne qui, le jour de l'ouverture de la succession, se trouve |
overeenkomstig de bepalingen van boek III, titel Vbis, van het | en situation de cohabitation légale avec le défunt conformément aux |
Burgerlijk Wetboek, met de erflater wettelijk samenwoont; | dispositions du livre III, titre Vbis du Code civil; |
2° de persoon of personen die op de dag van het openvallen van de | 2° la personne ou les personnes qui, le jour de l'ouverture de la |
nalatenschap, ten minste één jaar ononderbroken met de erflater | succession, cohabitent au moins pendant un an de façon ininterrompue |
samenwonen en er een gemeenschappelijke huishouding mee voeren. De | avec le défunt et vivent en ménage commun. La dérogation visée à |
afwijking vermeld in het derde lid is echter alleen van toepassing | l'alinéa trois, n'est applicable qu'à la personne ou aux personnes |
voor de persoon of personen die op de dag van het openvallen van de nalatenschap, ten minste drie jaar ononderbroken met de erflater samenwonen en er een gemeenschappelijke huishouding mee voeren. Deze voorwaarden worden geacht ook vervuld te zijn indien het samenwonen en het voeren van een gemeenschappelijke huishouding met de erflater, aansluitend op de bedoelde periode van één of drie jaar tot op de dag van het overlijden, ingevolge overmacht onmogelijk is geworden. Een uittreksel uit het bevolkingsregister houdt een weerlegbaar vermoeden in van ononderbroken samenwoning en van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. § 3. Tabel lI bevat het tarief tussen andere personen dan in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden. Dit tarief wordt, voor wat broers en zusters betreft, toegepast op het overeenstemmende gedeelte van het netto-aandeel van elk der rechtverkrijgenden zoals voorkomend in kolom A. Voor wat alle anderen betreft, wordt dit tarief toegepast | qui, le jour de l'ouverture de la succession, cohabitent au moins pendant trois ans de façon ininterrompue avec le défunt et vivent en ménage commun. Ces conditions sont censées être remplies également si la cohabitation et la vie en ménage commun avec le défunt consécutivement à la période susvisée d'un ou trois ans jusqu'au jour du décès, sont devenues impossible par force majeure. Un extrait du registre de la population constitue une présomption réfutable de cohabitation ininterrompue et de vie en ménage commun. § 3. Le tableau I indique le tarif entre les personnes autres que celles en ligne directe, les époux et les cohabitants. Ce tarif s'applique, pour ce qui concerne les frères et soeurs, à la tranche correspondante de la part nette de chacun des ayants droit figurant dans la colonne A. Pour toutes autres personnes, ce tarif s'applique à |
op het overeenstemmende gedeelte van de som van de netto-aandelen, | la tranche correspondante de la somme des parts nettes acquises par |
verkregen door de rechtverkrijgenden van deze groep. ». | les ayants droit de ce groupe. ». |
Art. 4.In artikel 56 van hetzelfde wetboek, vervangen bij decreet van |
Art. 4.Dans l'article 56 du même code, remplacé par le décret du 21 |
21 december 2001 en gewijzigd bij decreten van 19 april 2002 en 20 | décembre 2001 et modifié par les décrets des 19 avril 2002 et 20 |
december 2002, wordt tussen het eerste en het tweede lid een nieuw lid | décembre 2002, un nouvel alinéa est inséré entre les premier et |
ingevoegd, dat luidt als volgt : | deuxième alinéas, rédigé comme suit : |
« Voor de bepaling van de nettoverkrijging, vermeld in het eerste lid, | « Pour la détermination de l'acquisition nette, visée à l'alinéa 1er, |
wordt geen rekening gehouden met het aandeel dat de echtgenoot of | il n'est pas tenu compte de la part que l'époux ou le cohabitant |
samenwonende verkrijgt in de gezinswoning, vermeld in artikel 48. ». | acquiert dans le logement familial, visé à l'article 48. ». |
Art. 5.In artikel 128 van hetzelfde wetboek, gewijzigd bij de wet van |
Art. 5.Dans l'article 128 du même code, modifié par la loi du 7 mars |
7 maart 2002, wordt punt 2° vervangen door wat volgt : | 2002, le point 2° est remplacé par la disposition suivante : |
« 2° die schulden aangeeft die niet ten laste van de nalatenschap | « 2° qui a déclaré des dettes qui ne sont pas à charge de la |
komen of die in het geval vermeld in artikel 42, VIII, tweede zin, | succession ou qui, dans le cas visé à l'article 42, VIII, deuxième |
nalaat te vermelden dat een opgegeven schuld werd aangegaan met als | phrase, omet de signaler qu'une dette déclarée a été contractée en vue |
doel de gezinswoning te verwerven of te behouden; ». | d'acquérir ou de conserver le logement familial; ». |
Art. 6.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2007. |
Art. 6.Le présent décret entre en vigueur le 1er janvier 2007. |
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad | Promulguons le présent décret, ordonnons qu'il soit publié au Moniteur |
zal worden bekendgemaakt. | belge. |
Brussel, 7 juli 2006. | Bruxelles, le 7 juillet 2006. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
Y. LETERME | Y. LETERME |
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke | Le Ministre flamand des Finances et du Budget et de l'Aménagement du |
Ordening, | Territoire, |
D. VAN MECHELEN | D. VAN MECHELEN |
_______ | _______ |
Nota's | Notes |
(1) Zitting 2005-2006. | (1) Session 2005-2006. |
Stukken. - Ontwerp van decreet : 865 - Nr. 1. - Amendementen : 865 - | Documents. - Projet de décret : 865 - N° 1. - Amendements : 865 - N° |
Nr. 2. - Verslag : 865 - Nr. 3. - Amendementen voorgesteld na | 2. - Rapport : 865 - N° 3. - Amendements proposés après introduction |
indiening van het verslag : 865 - Nr. 4. | du rapport : 865 - N° 4. |
Handelingen. - Bespreking en aanneming : vergaderingen van 5 juli | Annales. - Discussion et adoption : séances du 5 juillet 2006. |
2006. |