← Terug naar "Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. - Uittreksel overeenkomstig artikel
118 van het Burgerlijk Wetboek Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel gegeven
op 5 april 2006, is ten verzoeke van Mevr. De Bestuurszaken "
| Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. - Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel gegeven op 5 april 2006, is ten verzoeke van Mevr. De Bestuurszaken | Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits fondamentaux. - Extrait en conformité de l'article 118 du Code civil Un jugement du tribunal de première instance de Bruxelles rendu le 5 avril 2006, à la requête de Mme De Koulitzky |
|---|---|
| FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE | SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE |
| Directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden. - | Direction générale de la Législation et des Libertés et Droits |
| Uittreksel overeenkomstig artikel 118 van het Burgerlijk Wetboek | fondamentaux. - Extrait en conformité de l'article 118 du Code civil |
| Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel gegeven op 5 | Un jugement du tribunal de première instance de Bruxelles rendu le 5 |
| april 2006, is ten verzoeke van Mevr. De Koulitzky, Marguerite, | avril 2006, à la requête de Mme De Koulitzky, Marguerite, domiciliée à |
| wonende te 1180 Brussel, W. Churchill laan 247, A/17, het | 1180 Bruxelles, avenue W. Churchill 247, A/17, a ordonné qu'il soit |
| getuigenverhoor bevolen bedoeld in artikel 116 van het Burgerlijk | procédé à l'enquête prévue à l'article 116 du Code civil à l'effet de |
| Wetboek, alvorens de afwezigheid vast te stellen van de heer | |
| Haustrate, Henri Emile, geboren te Leuze op 6 februari 1917, laatst | constater l'absence de M. Haustrate, Henri Emile, né à Leuze le 6 |
| woonachtig te 1060 Brussel, Molièrelaan 235. | février 1917, ayant demeuré en dernier lieu à 1060 Bruxelles, avenue |
| Bestuurszaken | Molière 235. |