| Besluit van de Waalse Regering houdende definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan Hoei-Borgworm met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte te Sprimont , in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte van « Damré » (blad 49/3N) | Arrêté du Gouvernement wallon adoptant définitivement la révision du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à Sprimont , en extension de la zone d'activité économique mixte de « Damré » (planche 49/3N) |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 2 APRIL 2004. - Besluit van de Waalse Regering houdende definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan Hoei-Borgworm met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte te Sprimont (Louveigné), in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte van « Damré » (blad 49/3N) De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en | MINISTERE DE LA REGION WALLONNE 22 AVRIL 2004. - Arrêté du Gouvernement wallon adoptant définitivement la révision du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à Sprimont (Louveigné), en extension de la zone d'activité économique mixte de « Damré » (planche 49/3N) Le Gouvernement wallon, Vu le Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du |
| Patrimonium, o.a. artikelen 22, 23, 30, 35, 37, 41 tot 46 en 115; | Patrimoine, notamment les articles 22, 23, 30, 35, 37, 41 à 46 et 115; |
| Gelet op het Schéma de développement de l'espace régional (SDER) | Vu le Schéma de développement de l'espace régional (SDER) adopté par |
| goedgekeurd door de Regering op 27 mei 1999; | le Gouvernement le 27 mai 1999; |
| Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 20 november | Vu l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 20 novembre 1981 |
| 1981 tot vaststelling van het gewestplan Hoei-Borgworm; | établissant le plan de secteur de Huy-Waremme; |
| Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 octobre 2002 décidant la |
| besluit van de herziening van het gewestplan Hoei-Borgworm en tot | révision du plan de secteur de Huy-Waremme et adoptant l'avant-projet |
| goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van plan met het oog op | de modification de plan en vue de l'inscription d'une zone d'activité |
| de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte te Sprimont | économique mixte à Sprimont (Louveigné), en extension de la zone |
| (Louveigné), in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte van « Damré | d'activité économique mixte de « Damré » (planche 49/3N); |
| » (plaat 49/3N); | |
| Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2003 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 18 septembre 2003 adoptant le |
| goedkeuring van het ontwerp van wijziging van plan met het oog op de | projet de modification de plan en vue de l'inscription d'une zone |
| inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte te Sprimont (Louveigné), | d'activité économique mixte à Sprimont (Louveigné), en extension de la |
| in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte van « Damré » (plaat | zone d'activité économique mixte de « Damré » (planche 49/3N); |
| 49/3N); Gelet op de klachten en opmerkingen geformuleerd tijdens het openbare | Vu les réclamations et observations, émises lors de l'enquête publique |
| onderzoek dat werd gevoerd te Sprimont tussen 27 oktober en 10 | qui s'est déroulée à Sprimont entre le 27 octobre et le 10 décembre |
| december 2003, aangaande volgende thema's : | 2003, qui portent sur les thèmes suivants : |
| - door het ontwerp berokkende schade aan de landbouwers; | - les préjudices causés aux agriculteurs par le projet; |
| - afbakening van het ontwerp; | - la délimitation du projet; |
| - afwatering van de site; | - l'égouttage du site; |
| - de mobiliteit; | - la mobilité; |
| Gelet op het gunstige advies van de gemeenteraad van Sprimont van 30 | Vu l'avis favorable du conseil communal de Sprimont du 30 décembre |
| december 2003; | 2003; |
| Gelet op het gunstige advies inzake de herziening van het gewestplan | Vu l'avis favorable relatif à la révision du plan de secteur de Liège |
| van Luik met het oog op de inschrijving van een gemengde | en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à |
| bedrijfsruimte te Sprimont (Louveigné), in uitbreiding van de gemengde | Sprimont (Louveigné), en extension de la zone d'activité économique |
| bedrijfsruimte van « Damré », (plaat 49/3N) uitgevaardigd door de | |
| Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening op 5 maart 2004; | mixte de « Damré » (planche 49/3N) émis par la CRAT le 5 mars 2004; |
| Gelet op het gunstige advies samen met voorwaarden, uitgevaardigd door | |
| de CWEDD Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement | Vu l'avis favorable assorti de conditions, rendu par le Conseil wallon |
| Durable (tegenhanger Vlaamse MiNa-raad) op 4 maart 2004; | de l'environnement pour le développement durable en date du 4 mars |
| Validatie van het milieueffectenrapport | 2004; Validation de l'étude d'incidences |
| Overwegende dat, in haar beslissing van 18 september 2003, de Regering | Considérant que, dans sa décision du 18 septembre 2003, le |
| heeft gemeend dat in het milieueffectenrapport alle elementen stonden | Gouvernement a estimé que l'étude d'incidences comprenait la totalité |
| die noodzakelijk waren voor de beoordeling van de opportuniteit en de | des éléments nécessaires à l'appréciation de l'opportunité et de |
| afstemming van het ontwerp, en het dus als volledig heeft beschouwd; | l'adéquation du projet et l'a, dès lors, considérée comme complète; |
| Overwegende dat de CWEDD heeft gemeend dat de auteur een kwaliteitsvol | Considérant que le CWEDD a estimé que l'auteur avait livré une étude |
| werk heeft afgeleverd; dat hij niettemin dubbel gebruik, bepaalde | de bonne qualité; qu'il regrette toutefois certains doubles emplois, |
| onduidelijkheden en ondoorzichtig geachte formuleringen betreurt; dat | certaines imprécisions et formulations jugées opaques; qu'il aurait |
| hij tevens over bijkomende kaarten had willen beschikken; | |
| Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening | également souhaité disposer de cartes complémentaires; |
| heeft gemeend dat de kwaliteit van de studie bevredigend was; dat ze | Considérant que la CRAT a estimé que la qualité de l'étude était |
| niettemin op een aantal fouten, lacunes en incoherenties wijst; dat | satisfaisante; qu'elle a cependant relevé quelques erreurs, lacunes ou |
| die kritiek vooral slaat op het luik van de studie inzake landbouw, | incohérences; qu'en particulier, ses critiques portent sur les volets |
| afwatering, geologie en de stroom van de zachte vervoersmodi. | de l'étude concernant l'agriculture, l'égouttage, la géologie et le |
| Overwegende dat de bijkomende elementen die de CWEDD en de | cheminement des modes doux; |
| Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening in de studie wilden | Considérant que les éléments complémentaires que le CWEDD et la CRAT |
| zien opgenomen, geen deel uitmaken van de inhoud van het | auraient souhaité voir introduits dans l'étude ne font pas partie du |
| milieueffectenrapport zoals bepaald door artikel 42 van het CWATUP en | contenu de l'étude d'incidences tel que défini par l'article 42 du |
| door het speciale lastenboek; dat de afwezigheid ervan niet van die | CWATUP et par le cahier spécial des charges; que leur absence n'est |
| aard is om de Regering ervan te beletten met kennis van zaken een | pas de nature à empêcher le Gouvernement de statuer en connaissance de |
| uitspraak te doen over de afstemming en opportuniteit van het ontwerp; | cause sur l'adéquation et l'opportunité du projet; |
| Overwegende dat hetzelfde geldt voor de aangeklaagde onduidelijkheden, | Considérant qu'il en est de même des imprécisions, erreurs ou double - |
| de fouten of het dubbel gebruik; | emplois dénoncés; |
| Considérant, en conséquence, que l'étude d'incidences rencontre le | |
| Overwegende bijgevolg dat het milieueffectenrapport artikel 42 van het | prescrit de l'article 42 du CWATUP et du cahier des charges; que le |
| CWATUP en de inhoud van het lastenboek naleeft; dat de Regering | Gouvernement est suffisamment informé pour statuer en connaissance de |
| voldoende is ingelicht om met kennis van zaken uitspraak te doen; | |
| Afstemming van het ontwerp op de behoeften | cause; Adéquation du projet aux besoins |
| Overwegende dat het de doelstelling van de Regering is, op korte | Considérant que l'objectif du Gouvernement est de répondre, à bref |
| termijn te voldoen aan de behoeften aan de geschatte nodige ruimte | délai, aux besoins d'espace nécessaire à l'activité économique, |
| voor economische activiteit naar het jaar 2010 toe; | estimés à l'horizon 2010; |
| Overwegende dat, op basis van een door de DGEE (Direction générale de | |
| l'économie et de l'emploi) opgemaakt rapport en de analyse ervan, de | Considérant que, sur la base d'un rapport établi par la DGEE et de |
| Regering in haar besluit van 18 oktober 2002, heeft gemeend dat het | l'analyse qu'il en a faite, le Gouvernement a, par son arrêté du 18 |
| grondgebied van de S.C. Services Promotion Initiatives in de provincie | octobre 2002, considéré que le territoire de la S.C. Services |
| Luik (SPI+) in zes subruimtes moest worden onderverdeeld : het | Promotion Initiatives en Province de Liège (SPI+) devait être divisé |
| centrum, het noordoosten (regio Verviers en Eupen), het zuidoosten | en six sous-espaces : le centre, le Nord-Est (région de Verviers et |
| (regio Malmédy en Saint-Vith), het noordwesten (regio Borgworm en | d'Eupen), le Sud-Est (région de Malmédy et Saint-Vith), le Nord-Ouest |
| Hannuit), het zuidwesten (regio Hoei) en het zuiden (regio Aywaille); | (région de Waremme et Hannut), le Sud-Ouest (région de Huy) et le Sud |
| dat zij heeft gemeend dat voor de zuidelijke regio van het grondgebied | (région d'Aywaille); qu'il a considéré que la région Sud du territoire |
| SPI+, welke het referentiegebied voor voorliggend besluit vormt, de | de la SPI+, constituant le territoire de référence pour le présent |
| globale behoefte aan terreinoppervlakte bestemd voor economische | arrêté, présentait, globalement, des besoins à dix ans en terrains |
| activiteit op tien jaar op ongeveer op 26 hectare wordt geschat; | destinés à l'activité économique estimés à quelque 26 hectares de |
| daarbij moet forfaitair 10% worden bijgerekend voor de noodzakelijke | superficie nette, auxquels il convenait d'ajouter forfaitairement 10% |
| de superficie nécessaire à l'équipement technique de la zone, soit une | |
| technische uitrusting van het gebied, in totaal dus ongeveer 28 | superficie de quelque 28 hectares à inscrire en zone d'activité |
| hectare in te schrijven bedrijfsruimte; dat ze bovendien heeft gemeend | économique; qu'il a estimé en outre que, afin d'assurer un maillage |
| dat, om een correct net in dit gebied te verzekeren, in het zuiden van | correct de ce territoire, il convenait de réserver de nouveaux espaces |
| het gebied SPI+ nieuwe ruimtes voor economische activiteit moesten | à l'activité économique dans la partie Sud du territoire de la SPI+; |
| worden voorbehouden; Overwegende dat het milieueffectenrapport de relevantie van de | Considérant que l'étude d'incidences a confirmé la pertinence de la |
| afbakening van het referentiegebied heeft bevestigd, net zoals het | délimitation du territoire de référence ainsi que l'existence des |
| bestaan van socio-economische behoeften van dit gebied, binnen het | besoins socio-économiques de ce territoire, dans l'horizon de temps |
| door de Regering bepaalde tijdsbestek; dat wat de omvang van die | défini par le Gouvernement; que, quant à l'ampleur de ces besoins, |
| behoeften betreft, ze die heeft verhoogd tot 30 hectare bruto oppervlakte; Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening achter de validatie van de behoeften uit het milieueffectenrapport voor het referentiegebied staat; Overwegende dat de Regering meent dat, om de behoeften te evalueren, ook rekening moet worden gehouden met haar voluntaristische politiek de economische activiteit in bepaalde delen van het Gewest te promoten; Validatie van het ontwerp Overwegende dat, met de bedoeling terreinen prioritair te bestemmen voor economische activiteit om te beantwoorden aan de behoeften van | elle les a majorés pour les porter à 30 hectares de superficie brute; Considérant que la CRAT se rallie à la validation des besoins opérée dans l'étude d'incidences pour le territoire de référence; Considérant que le Gouvernement estime que doit aussi être prise en compte pour évaluer ces besoins, sa politique volontariste de promouvoir l'activité économique sur certaines parties du territoire régional; Validation du projet Considérant que, dans le but d'affecter prioritairement des terrains à l'activité économique pour satisfaire les besoins de développement |
| ontwikkeling van regionaal belang, het besluit van 18 oktober 2002 is | d'intérêt régional, l'arrêté du 18 octobre 2002 est fondé sur la |
| gebaseerd op de overweging dat in uitbreiding van de bestaande | considération qu'en extension de la zone d'activité économique |
| bedrijfsruimte, het ontwerpgebied een geschikte site vormt om tot | existante, la zone en projet constitue un site adéquat pour établir |
| synergieën en een beter gebruik van de in het bestaande gebied reeds | des synergies et une meilleure utilisation des équipements déjà |
| beschikbare uitrusting te komen; dat de bedrijfsruimtes op het | disponibles dans la zone existante; que, de plus, les zones d'activité |
| grondgebied van de gemeente Sprimont het dichtst bij de het zuiden van | économique situées sur le territoire de la commune de Sprimont |
| de Luikse agglomeratie liggen, en dat ze beantwoorden aan geschikte | constituent les espaces les plus proches de l'agglomération liégeoise, |
| topografische voorwaarden voor de vestiging van bedrijven, in functie | au Sud de celle-ci, répondant à des conditions topographiques |
| van het heuvelachtige reliëf van de streek; | appropriées à l'installation d'entreprises, en fonction du relief accidenté de la région; |
| Overwegende dat het milieueffectenrapport deze analyse heeft bevestigd | Considérant que l'étude d'incidences a confirmé cette analyse et |
| en de optie van het voorontwerp van het wijzigingsplan gegrond heeft | estimé fondée l'option de l'avant-projet de plan modificatif en ce |
| verklaard voor wat betreft de inschrijving van een bedrijfsruimte van | |
| 25 hectare op het grondgebied van Sprimont (Louveigné) in uitbreiding | qu'il vise l'inscription d'une zone d'activité économique de 25 |
| van de bestaande gemengde bedrijfsruimte; | hectares sur le territoire de la commune de Sprimont (Louveigné) en |
| Overwegende dat de Regering bijgevolg haar optie heeft bevestigd in | extension de la zone d'activité économique mixte existante; |
| Considérant qu'en conséquence, le Gouvernement a confirmé son option | |
| het besluit van 18 september 2003; | dans l'arrêté du 18 septembre 2003; |
| Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening | Considérant que la CRAT valide également cette option; |
| deze optie tevens valideert; | |
| Onderzoek van de alternatieve locaties | Examen des alternatives de localisation |
| Overwegende dat, conform artikel 42, alinea 2, 5° van het Waalse | Considérant que, conformément à l'article 42, alinéa 2, 5° du Code |
| Wetboek, en het speciale lastenboek, het milieueffectenrapport op zoek | wallon, et au cahier spécial des charges, l'étude d'incidences a |
| is gegaan naar alternatieven; dat die alternatieven kunnen slaan op de | procédé à la recherche d'alternatives; que ces alternatives peuvent |
| lokalisatie, de afbakening of de toepassing van het in het ontwerp van | porter sur la localisation, la délimitation ou encore la mise en |
| het gewestplan in te schrijven gebied; | oeuvre de la zone à inscrire au projet de plan de secteur; |
| Overwegende dat er zo twee alternatieve locaties zijn bestudeerd en | Considérant que deux alternatives de localisation ont ainsi été |
| dat het gaat om : | dégagées et étudiées; qu'il s'agit de : |
| - de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte in uitbreiding van | - l'inscription d'une zone d'activité économique mixte en extension de |
| de bedrijfsruimte van Cornemont; | la zone d'activité économique de Cornemont; |
| - de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte in uitbreiding van | - l'inscription d'une zone d'activité économique mixte en extension de |
| de bedrijfsruimte van Harzé; | la zone d'activité économique de Harzé; |
| Overwegende dat het eerste alternatief een aantal voordelen biedt : gedeeltelijke compatibiliteit met het SDER; behoud van een aantal door de wet beschermde natuuraspecten; goede topografische eigenschappen van de bodem; goede bereikbaarheid via de weg; Overwegende dat het nochtans zal bijdragen tot een lichte stijging van het verkeer op de N678 die door woonkernen loopt; het draagt niet bij tot het herstel van het stadsweefsel; het gaat om een archeologisch potentieel rijke site; het ligt vlakbij een woongebied en een beschermd natuurgebied met een wetenschappelijke waarde; het gebied zou visueel een sterke impact hebben waardoor de aanleg van een afzonderinginfrastructuur over de hele omtrek, alsook de aanleg van een nieuw wegennet noodzakelijk zouden zijn; het gebied ligt volledig in een voorontwerp van afgelegen gebied van waterwinningspreventie | Considérant que la première de ces alternatives présente, certes, quelques intérêts : compatibilité partielle avec le SDER; préservation des éléments protégés par la législation sur la conservation de la nature; bonne condition topographique du sol; bonne accessibilité routière; Considérant que, cependant, elle contribuera à une légère intensification du trafic automobile sur la N678 en traversant des zones habitées; elle ne participe pas au recentrage de l'urbanisation; le site est potentiellement riche au niveau archéologique; il est situé à proximité de zones d'habitat et d'une zone naturelle d'intérêt scientifique protégée; la zone aurait un impact visuel important qui nécessiterait d'implanter un dispositif d'isolement sur tout le pourtour ainsi que la création d'un réseau de nouvelles voiries; la zone est totalement comprise dans un avant-projet de zone de prévention éloignée de captages à usage de distribution publique; |
| voor openbaar distributiegebruik; het alternatief zou van de betere | l'alternative utiliserait des terres de meilleure qualité agricole et |
| landbouwgronden gebruik maken en zou veel schade toebrengen aan een | porterait gravement atteinte à une exploitation agricole; que |
| landbouwbedrijf; dat de goedkeuring van die variante trouwens wordt | l'adoption de cette variante est, d'ailleurs, déconseillée par |
| afgeraden door de auteur van de studie zelf; dat er dus niet kan worden voor geopteerd; | l'auteur de l'étude lui-même; qu'elle ne peut donc pas être retenue; |
| Overwegende dat het tweede alternatief ook een aantal voordelen heeft | Considérant que la seconde alternative présente, également, quelques |
| : gedeeltelijke compatibiliteit met het SDER : behoud van een aantal | intérêts : compatibilité partielle avec le SDER; préservation des |
| door de wet beschermde natuuraspecten; goede topografische eigenschappen van de bodem; goede bereikbaarheid via de weg; Overwegende dat het nochtans relatief ver van de Luikse agglomeratie ligt; het draagt niet bij tot het herstel van het stadsweefsel; het vereist de aanleg van nieuwe wegen en een nieuw onafhankelijk netwerk voor wateropvang; het zou het op de site aanwezige biologische landbouwbedrijf in gevaar brengen; deze oplossing komt dus ook niet in aanmerking; Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening deze analyse van de Regering deelt en dus tevens de lokalisatievarianten verwerpt; | éléments protégés par la législation sur la conservation de la nature; bonne condition topographique du sol; bonne accessibilité routière; Considérant que, cependant, elle est relativement éloignée de l'agglomération liégeoise; elle ne participe pas au recentrage de l'urbanisation; elle nécessitait la création de nouvelles voiries, la création d'un nouveau réseau de collecte des eaux indépendant; elle mettrait en péril l'exploitation agricole biologique présente sur le site; qu'elle ne peut donc, pas, non plus, être retenue; Considérant que la CRAT s'est ralliée à cette analyse du Gouvernement et conclut donc également au rejet des variantes de localisation; |
| Overwegende dat de auteur van de studie tevens voorstelt cumulatief te | Considérant que l'auteur de l'étude propose également de retenir |
| opteren voor het lokalisatiealternatief Harzée, door de afbakening te | cumulativement l'alternative de localisation de Harzée, en limitant sa |
| beperken in een poging de negatieve impact ervan te beperken, en een | délimitation pour tenter d'en réduire l'impact négatif, et, en la |
| uitbreiding van het gebied van Damré, beperkt in vergelijking met het | cumulant avec une extension de la zone de Damré, réduite par rapport à |
| voorontwerp; | l'avant-projet; |
| Overwegende dat een klager dit alternatief steunt; dat de CWEDD deze | Considérant qu'un réclamant soutient cette alternative; que le CWEDD |
| mogelijkheid ook positief inschat; | juge également positivement cette possibilité; |
| Overwegende dat dit alternatief op dezelfde kritiek stuit als die | Considérant, cependant, que cette alternative se heurte aux mêmes |
| tegen de tweede lokalisatievariant, nl. zijn relatieve verre ligging | critiques que celles formulées à l'encontre de la seconde variante de |
| van de Luikse agglomeratie; het draagt niet bij tot het herstel van | localisation, à savoir son relatif éloignement de l'agglomération |
| het stadsweefsel; het vereist de aanleg van nieuwe wegen en een nieuw | liégeoise; le fait qu'elle ne participe pas au recentrage de |
| onafhankelijk netwerk voor wateropvang; het zou het op de site | l'urbanisation; la nécessité de créer de nouvelles voiries et un |
| aanwezige biologische landbouwbedrijf in gevaar brengen; deze | nouveau réseau de collecte des eaux indépendant, enfin, la mise en |
| oplossing komt dus ook niet in aanmerking; | péril d'une exploitation agricole biologique présente sur le site; que |
| Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening | cette solution ne peut donc pas non plus être retenue; |
| deze analyse van de Regering deelt; | Considérant que la CRAT s'est ralliée à cette analyse du Gouvernement; |
| Onderzoek van de alternatieve afbakeningen en toepassingen | Examen des alternatives de délimitation et de mises en oeuvre |
| Overwegende verder dat het milieueffectenrapport heeft aangetoond dat | Considérant, encore, que l'étude d'incidences a mis en évidence qu'une |
| een beperking van het ontwerpgebied de opgesomde nadelen proportioneel zou kunnen beperken; Overwegende dat een klager dit voorstel overneemt; Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening zich tevens uitspreekt voor deze beperkte afbakening om de weg 99 en de levende haag ten noordwesten van de site te vrijwaren; Overwegende nochtans dat de voorgestelde beperking van het gebied niet langer volstond om te voldoen aan de door de DGEE geïdentificeerde en door het milieueffectenrapport gevalideerde behoeften, welke reeds superieur waren aan die waaraan het voorontwerp voldeden; dat de uitbreiding van het langs de N678 geplande gebied volgens de auteur van het milieueffectenrapport als enige doel heeft er de aanleg van een afzonderingsinfrastructuur voor het landschap aan te leggen die de beperking van oppervlakte in het noordwesten dus niet compenseert; dat het in dit verband nodig is eraan te herinneren dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening de afbakening van de behoeften heeft gevalideerd zoals blijkt uit het milieueffectenrapport; Overwegende dat uit deze vergelijkende studie blijkt dat de beste oplossing om aan de door de Regering nagestreefde doelstellingen te voldoen erin bestaat te opteren voor het initiële ontwerp; Rekening houden met de algemene aanbevelingen van de CWEDD Overwegende dat de CWEDD in zijn verschillende adviezen een reeks algemene beschouwingen heeft geuit inzake de herzienings- en algemene | réduction de la zone en projet permettrait de réduire proportionnellement les inconvénients relevés; Considérant qu'un réclamant relaie cette proposition; Considérant que la CRAT se prononce, également, en faveur de cette délimitation réduite pour préserver le chemin 99 et la haie vive située au nord ouest du site; Considérant qu'il résulte de cette étude comparative que la solution la meilleure pour rencontrer les objectifs poursuivis par le Gouvernement consiste à retenir cette alternative de délimitation pour limiter l'impact paysager du site; Prise en considération des recommandations générales du CWEDD Considérant que le CWEDD a émis, dans ses différents avis, une série de considérations générales relatives à la procédure de révision et de |
| aanbevelingsprocedure betreffende de eventuele toepassing van de | recommandations générales relatives à la mise en oeuvre éventuelle des |
| ontwerpen; | projets; |
| Overwegende om te beginnen dat hij meent dat het evaluatiewerk voor de | Considérant que, tout d'abord, il estime que le travail d'évaluation |
| uitvoering van het prioritaire plan pas relevant zal zijn indien de | effectué pour la réalisation du plan prioritaire ne sera pertinent que |
| inplanting van de structuren afhankelijk wordt gemaakt van een nieuwe | si l'implantation des infrastructures est conditionnée par une |
| evaluatie van de gevolgen eigen aan de bedrijvengroep; dat hij vraagt | nouvelle évaluation des incidences propre au groupement des |
| dat bij de vestiging van bedrijven, er een evaluatie van het milieu | entreprises; qu'il demande que, lors de l'implantation des |
| wordt uitgevoerd per bezettingsfase van de activiteitenzone om een | établissements, une évaluation environnementale soit réalisée par |
| globale visie te hebben op de schaal ervan; | phase d'occupation de la zone d'activité afin d'avoir une vision |
| Overwegende dat het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu waarvan de | globale à l'échelle de celui-ci; |
| uitvoering wordt opgelegd door artikel 31bis van het CWATUP, een | Considérant que le CCUE dont la réalisation est imposée par l'article |
| maximale geldigheidsduur van tien jaar zal hebben; dat de hernieuwing | 31bis du CWATUP aura une durée de validité de dix années maximum; que |
| ervan noodzakelijkerwijs een nieuw onderzoek van de situatie zal | son renouvellement impliquera nécessairement un nouvel examen de la |
| vergen en een aanpassing van de bepalingen zal mogelijk maken aan de | situation et permettra d'adapter ses dispositions à l'évolution qui |
| evolutie die op het terrein zal zijn vastgesteld en aan de bijkomende | aura été constatée sur le terrain et aux données complémentaires qui |
| gegevens die intussen zullen zijn verzameld; dat desgevallend van dit | auront été recueillies dans l'intervalle; que, le cas échéant, ce |
| nieuwe onderzoek moet worden geprofiteerd om de gepaste procedures in | réexamen sera l'occasion d'initier les procédures de réaffectation ou |
| gang te zetten om de bestemming te wijzigen of aan te passen; dat die | de changement d'affectation qui apparaîtraient opportunes; que cette |
| procedure het dus mogelijk zal maken aan de door de CWEDD geformuleerde suggestie te voldoen; Overwegende dat, de CWEDD vervolgens zijn aanbevelingen over de relatie tussen mobiliteit, transport en ruimtelijke ordening herhaalt; dat hij verheugt is vast te stellen dat via het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, de uitvoering van een mobiliteitsplan wordt opgelegd, dat het mogelijk zal maken het gebruik van zachte vervoersmodi en openbaar vervoer aan te moedigen; dat hij erop aandringt dat het voetgangers- en fietsverkeer in de nieuwe bedrijfsruimtes wordt beveiligd; Overwegende dat deze suggestie opportuun lijkt; dat dient opgelegd te worden dat die beveiliging deel uitmaakt van het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu; | procédure permettra donc de rencontrer largement la suggestion formulée par le CWEDD; Considérant que, ensuite, le CWEDD rappelle ses recommandations relatives aux relations entre la mobilité, les transports et l'aménagement du territoire; qu'il se réjouit de l'imposition, par la voie du CCUE, de la réalisation de plans de mobilité, qui permettront de favoriser l'usage de modes doux et des transports en commun; qu'il insiste pour que la circulation piétonne et cycliste soit sécurisée dans les nouvelles zones d'activité économique; Considérant que cette suggestion paraît opportune; qu'il y a lieu d'imposer que cette sécurisation fasse partie des impositions que devra contenir le CCUE; |
| Overwegende voor het overige dat de wens om de nieuwe bedrijfsruimtes | Considérant, pour le surplus, que le souhait de voir les nouvelles |
| te bedienen met het openbaar vervoer niet in tegenspraak is met het | zones d'activité économique desservies par les transports en commun |
| door de Regering gevoerde beleid; dat het netwerk van de TEC (Waalse | n'est pas en contradiction avec la politique menée par le |
| vervoersmaatschappij) zodanig is georganiseerd dat de voornaamste | Gouvernement; que le réseau des TECs wallons est organisé de telle |
| plaatsen op het grondgebied die verkeer genereren bediend zijn, en | manière que soient desservis les principaux lieux du territoire |
| aangezien het essentieel via de weg verloopt, is het zonder hoge | générateurs de trafic et que, comme il est essentiellement routier, il |
| investeringen, makkelijk aan te passen in functie van de evolutie van | est aisément adaptable en fonction de l'évolution des lieux |
| de plaatsen die de stromen genereren; dat anderzijds, gelet op zijn | générateurs de flux, sans investissements significatifs; que, d'autre |
| structurele kost, het spoor enkel een oplossing biedt voor de | part, vu son coût structurel, le chemin de fer n'est une solution |
| mobiliteitsproblemen als het om lange afstanden en grote volumes gaat; | pertinente aux problèmes de mobilité que pour les longues distances et |
| dat voor de meeste individuele transportbehoeften van de KMO's die | pour des volumes importants; que, dès lors, pour la plupart des |
| zich in de nieuw aangelegde bedrijfsruimtes zullen vestigen, het spoor | besoins individuels de transport des PME qui seront appelées à |
| enkel zal kunnen worden gebruikt in combinatie met andere | s'établir dans les nouvelles zones d'activité économique créées, le |
| transportmiddelen, vooral via de weg; dat het dus via een | chemin de fer ne peut être utilisé que combiné avec d'autres moyens de |
| intermodaliteit tussen spoor en weg is, die zal worden opgenomen in de | transport, utilisant essentiellement la route; que c'est donc par une |
| door de Lastenboeken inzake stedenbouw en milieu opgelegde plannen, | intermodalité rail-route, qui sera intégrée dans les plans de mobilité |
| dat de door de CWEDD vooropgestelde duurzame doelstellingen inzake | imposés par les CCUE, que les objectifs de mobilité durable définis |
| mobiliteit zullen kunnen worden gehaald; Bijzondere overwegingen Overwegende dat met volgende elementen rekening moet worden gehouden : - Impact op de landbouw Een klager voert aan dat zijn bedrijf zou worden afgesneden van hoogwaardige landbouwgrond, die 23% vormt van de grond die nodig is voor het fokken van zijn veestapel, gelet op de maximale veequota's per oppervlakte. Hij uit dus kritiek op de door het milieueffectenrapport gemaakte raming van de door hem opgelopen schade. De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening is het eens met deze kritiek en meent dat het milieueffectenrapport niet dieper is ingegaan op de gegevens betreffende de door het ontwerp betroffen landbouwbedrijven. De CWEDD meent dan weer dat de door het ontwerp betroffen gronden van slechte kwaliteit zijn. Die verschillende door de klager, de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de CWEDD geuite adviezen zijn niet van die aard om de voornaamste elementen van de door de Regering gemaakte | par le CWEDD pourront être atteints; Considérations particulières Considérant qu'il convient d'avoir égard aux éléments particuliers suivants : - Impact sur la fonction agricole Un réclamant fait valoir que son exploitation serait amputée de terres de très bonnes qualités, qui représentent 23% des terres nécessaires à l'élevage de son cheptel au vu des contraintes de quotas maximal de bétail par superficie. Il critique donc l'évaluation du dommage qu'il subit faite par l'étude d'incidences. La CRAT se rallie à cette critique et estime que l'étude d'incidences n'a pas approfondi les données relatives aux exploitations agricoles concernées par le projet. Le CWEDD estime, pour sa part, que les terres affectées par le projet sont de faible qualité . Ces différents avis émis par le réclamant, la CRAT et le CWEDD ne sont pas de nature à remettre en cause les principaux éléments de l'analyse faite par le Gouvernement dans l'avant-projet et qui ont été validés |
| analyse in het voorontwerp, welke door de auteur van het | par l'auteur de l'étude d'incidences. |
| milieueffectenrapport zijn gevalideerd, in twijfel te trekken. | |
| Door het volledige prioritaire bedrijfsruimteplan zal een maximum van | L'ensemble du plan prioritaire ZAE entraînera l'affectation, en zone |
| 1200 hectare een bestemming als bedrijfsruimte krijgen, waarvan een | d'activité économique, d'un maximum de 1200 hectares, dont une partie |
| aanzienlijk deel dat momenteel als landbouwgebied geklasseerd staat, | significative actuellement classés en zone agricole, soit environ 1,5 |
| nl. ongeveer 1,5% van de nuttige landbouwoppervlakte in het Waalse Gewest (volgens de gegevens van het DGA (Direction Générale de l'Agriculture), 756.567 hectare in 2002, laatste jaar waarvoor cijfers bekend zijn). Gelet op de tijd die nodig is om die nieuwe bestemmingen uit te voeren en de door het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu opgelegde fasering, kunnen we ervan uitgaan dat het proces ter wijziging van de bestemming over een tiental jaar zal worden gespreid. Het verlies van die oppervlaktes kan op regionaal niveau dus maar een marginale impact hebben op het landbouwbedrijf. Om te beginnen omdat het verlies van bebouwbare landbouwgrond ruim zal worden goedgemaakt door een verhoging van de landbouwproductie : indien Inter-Environnement-Wallonie en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening aangeven dat het verlies van landbouwgronden tot een daling van de graanproductie met jaarlijks ongeveer 7.800 ton zou leiden, dan kunnen we, gelet op het aantal in het Gewest bestemde hectares voor deze cultuur (190.000), opmerken dat de stijging van de | promille de la superficie agricole utile en Région wallonne (selon les données publiées par la DGA, 756.567 hectares en 2002, dernière année pour laquelle les chiffres sont disponibles). Compte tenu du temps nécessaire à la réalisation de ces nouvelles affectations et du phasage qui est imposé par les CCUE, on peut estimer que ce processus de modification de l'affectation s'étalera sur une dizaine d'années. La perte de ces superficies ne peut dès lors avoir qu'un impact tout à fait marginal sur l'exploitation agricole, envisagée au niveau régional. Tout d'abord, compte tenu de l'augmentation de la productivité agricole, la perte de terres cultivées sera largement compensée : si Inter-Environnement-Wallonie et la CRAT indiquent que la perte de terres agricoles devrait entraîner une baisse de production de blé de |
| productiviteit (volgens de DGA, gemiddelde productiviteitswinst van | quelques 7.800 tonnes par an, on peut observer que la hausse de |
| 100 KG/ha/jaar) van die aard zal zijn dat de productiestijging (190.000 ton over 10 jaar) 2,5 maal het aangeklaagde verlies zal bedragen. Indien er tenslotte een negatief effect van sommige wijzigingen van het gewestplan te vrezen valt voor private bedrijven, dan moet er parallel met het verlies van gronden die ze zullen lijden, de oppervlakte aan landbouwgronden die jaarlijks het voorwerp vormt van een vastgoedmutatie, tegenover worden geplaatst, nl. 9.000 hectare. Zoals hierboven reeds aangegeven zou de toepassing van het prioritaire plan bedrijfsruimte het landbouwbedrijf over tien jaar jaarlijks | productivité (selon la DGA, un gain de productivité moyenne de 100 KG/ha/an) est telle que, vu le nombre d'hectares affectés à cette culture dans la Région (190.000), la hausse de production (190.000 tonnes sur dix ans) devrait représenter près de 2,5 fois la perte dénoncée. Ensuite, si on peut craindre un effet négatif de certaines modifications de plan de secteur sur des exploitations particulières, il convient de mettre en parallèle de la perte de terres qu'elles subiront, la superficie de terres agricoles qui fait l'objet de mutation immobilière chaque année, soit 9.000 hectares. Comme énoncé ci-dessus, la mise en oeuvre du Plan Prioritaire ZAE |
| ongeveer 120 hectare moeten onttrekken. De compensatie van die | devrait soustraire à l'exploitation agricole environ 120 hectares par |
| verliezen voor de betroffen landbouwers zal dus slechts 1,3% vertegenwoordigen van het jaarlijkse geheel van vastgoedmutaties van de landbouwgronden, welke zich trouwens inschrijven in een algemene context van hergroepering van geëxploiteerde gronden in bredere gehelen. Bijgevolg kunnen we dus vooropstellen dat de door de wijziging van de gewestplannen getroffen landbouwers gronden zullen terugwinnen om te kunnen voldoen aan de behoeften van hun bedrijf. Ook al zullen ze misschien niet dezelfde kenmerken vertonen inzake exploitatiegemak, toch moeten ze het een groot aantal bedrijven mogelijk maken in aanvaardbare omstandigheden te overleven. De aangerichte schade zal via onteigeningsvergoedingen worden gecompenseerd. Er moet dus worden op toegezien dat de leefbaarheid van de bedrijven niet in het gedrang komt, ook al zal een ervan aanzienlijke schade lijden. Dit heeft de Direction générale de l'agriculture ook toegegeven en de auteur van de studie heeft naar dit advies verwezen. Wat de eventuele waardeverminderingen van overschotten betreft, daar zal aan worden tegemoet gekomen binnen het kader van de onteigeningsprocedures. De CWEDD vraagt in zijn algemene voorwaarden tevens dat de landbouwers zouden worden begeleid tijdens de toepassing van de bedrijfsruimte op de gronden die ze bebouwen. Om de schadelijke gevolgen van het ontwerp op de landbouwbedrijven zo veel mogelijk te beperken, legt de Regering op dat het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu gepaste oplossingen vindt om het gebruik van de landbouwpercelen te garanderen zolang de toepassing van de bedrijfsruimte de stopzetting ervan niet oplegt. Als natuurlijke en menselijke maatregel zal er een gedetailleerde nota moeten instaan, | an, durant 10 ans. La compensation de ces pertes pour les agriculteurs concernés ne représentera donc que 1,3 % de l'ensemble des mutations immobilières de terres agricoles annuelles qui s'inscrivent, d'ailleurs dans un contexte général de regroupement des terres exploitées dans de plus vastes ensembles. En conséquence, on peut estimer que les agriculteurs préjudiciés par les modifications des plans de secteurs pourront trouver des terres pour rencontrer les besoins de leurs exploitations. Même si elles ne présenteront, peut-être pas, les mêmes caractéristiques, de commodité d'exploitation notamment, elles devraient permettre la survie, dans des conditions acceptables, d'un grand nombre d'exploitations. Le solde du dommage causé sera compensé par les indemnités d'expropriation. En l'espèce, il convient d'avoir égard au fait que la viabilité des exploitations n'est pas mise en cause, même si une d'entre elles subira un dommage conséquent. Ce fait a été admis par la direction générale de l'agriculture à l'avis de laquelle l'auteur de l'étude s'est référé. Quant aux éventuelles dépréciations d'excédents, elles seront rencontrées dans le cadre des procédures d'expropriation. Le CWEDD, dans ses considérations générales, demande également que les agriculteurs bénéficient d'un suivi lors de la mise en oeuvre de la zone d'activité sur les terres qu'ils exploitent. Enfin, pour limiter au mieux les conséquences dommageables du projet sur les exploitations agricoles, le Gouvernement impose que le CCUE apporte des solutions adéquates pour garantir l'utilisation des parcelles à usage agricole aussi longtemps que la mise en oeuvre de la zone d'activité économique n'impose pas qu'il y soit mis fin. Au titre de mesure favorable à l'environnement naturel et humain, il devra |
| waarin de middelen staan aangegeven waarover de landbouwers, van wie | contenir une note détaillant les ressources qui peuvent être mises à |
| het voortbestaan van het bedrijf door het ontwerp is bedreigd, zullen | la disposition des agriculteurs dont la pérennité de l'exploitation |
| kunnen beschikken. Deze maatregel moet aan de voormelde doelstellingen | est menacée par le projet. Cette mesure est de nature à rencontrer les |
| van het CWEDD tegemoet komen. | objectifs du CWEDD énoncés ci-dessus. |
| - Bereikbaarheid en multimodaliteit Bepaalde klagers hebben gewag gemaakt van een gemeentelijke mobiliteitsplan waarin de noodzaak staat de toegang tot het bestaande industriegebied, dat het ontwerp wil uitbreiden, te beveiligen met een rondpunt. De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening staat achter dat advies en stelt de aanleg van een rondpunt op de R 678 voor. De CWEDD stelt tevens voor de toegang tot de site te beveiligen. Het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal nagaan wat de gepaste middelen zijn om de toegang tot het bestaande gebied en tot de uitbreiding ervan via de R 678, te beveiligen. - Waterbeheer In het voorontwerp betreffende de bescherming van het grondwater heeft | - Accessibilité et multimodalité Certains réclamants ont fait état de l'existence d'un plan communal de mobilité qui conclut à la nécessité de sécuriser l'accès au zoning existant que le projet étend par la création d'un rond-point. La CRAT se rallie à cet avis et suggère la création d'un rond-point sur la RN 678. Le CWEDD propose aussi la sécurisation de l'accès au site. Le CCUE examinera les moyens adéquats de sécuriser l'accès à la zone existante et à son extension, par la RN 678. - Régime des eaux Dans l'avant-projet, concernant la protection des eaux souterraines, |
| de Regering gemeend dat indien de betroffen terreinen binnen de | le Gouvernement a estimé que, si les terrains concernés étaient situés |
| oppervlakte van een theoretisch afgelegen gebied voor | dans le périmètre d'une zone théorique de prévention éloignée d'un |
| waterwinningspreventie (IIb) van de SWDE lagen, (Société wallonne des | captage (IIb) de la SWDE situé à quelque 290 m, le respect des mesures |
| Eaux) op ongeveer 290 m, dankzij de naleving van de in artikels 18 tot | réglementaires prévues aux articles 18 à 23 de l'arrêté de l'Exécutif |
| 23 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 14 november 1991 houdende de ondergrondse waterwinning, de waterwinninggebieden, de preventie en bewaking, en de kunstmatige bevoorrading van het grondwater, zoals aangevuld door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 9 maart 1995, het mogelijk zou zijn schade aan de winning te vermijden. Het milieueffectenrapport heeft de relevantie van die analyse bevestigd. Wat het afvalwater betreft maken de klagers reeds melding van bestaande problemen op de site; die zouden door het ontwerp nog worden verergerd (beek die regelmatig buiten z'n oevers treedt richting straat « rue Chera » waardoor het water onder het huis van een klager loopt, afvalwater van de bedrijfsruimte Damré die in de omliggende chantoirs loopt). De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening heeft akte genomen van die kritieken en heeft voorgesteld dat naar een antwoord zou worden gezocht tijdens de uitwerking van het Lastenboek inzake stedenbouw. Ze gebiedt in dit verband een bijzondere waakzaamheid en stelt voor het afvalwater naar het zuiden af te voeren, zelf naar de andere kant van de autosnelweg, om op die manier zoveel mogelijk het afgelegen gebied voor waterwinningspreventie (IIb) te vermijden. De Regering staat achter dit voorstel. - Fysieke contrainte De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening meent dat het milieueffectenrapport lacunes vertoont wat het bestuderen van de geotechnische kwaliteiten van de bodem betreft. Ze meent dat het weinig waarschijnlijk is dat er geen geotechnische contraintes zijn aangezien de site in een karstgebied ligt met chantoirs. Er zijn wat dat betreft geen bijzondere klachten geweest. De Regering verplicht bijgevolg dat de capabele gebieden in het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu worden bepaald. - Bestaan van een afwijkend gemeentelijk plan van aanleg (Afwijkend gemeentelijk plan van aanleg) op de site Op 3 december 2003 heeft de Regering het gemeentelijk plan van aanleg goedgekeurd, de zogenaamde « gemengde bedrijfsruimte van Damré » in afwijking van het gewestplan Hoei-Borgworm, goedgekeurd door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 20 november 1981. Het afwijkend gemeentelijk plan van aanleg bestemt 3 hectare als bedrijfsruimte wat door de wijziging van het gewestplan wordt bevestigd. Voor het overige dekt de oppervlakte van het afwijkend gemeentelijk plan van aanleg gedeeltelijk de rest van het gebied dat de herziening van het gewestplan voor economische activiteit bestemt. Hij wijzigt echter niet de geplande bestemming in het bestaande gewestplan maar bepaalt nu reeds in zijn motivering dat dit gebied in de toekomst de uitbreiding van de bedrijfsruimte mogelijk maakt. Om de nuttige oppervlakte van de uitbreiding te bepalen heeft het afwijkend gemeentelijk plan van aanleg enkel rekening gehouden met de behoeften van de firma « Eloy et fils » die op de site is gevestigd. Met de door de DGEE geschatte behoeften van regionaal belang werd geen rekening gehouden bij de uitwerking van het afwijkend gemeentelijk plan van aanleg. Deze behoeften werd gevalideerd door de auteur van het milieueffectenrapport en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening. Daaruit blijkt de noodzaak nu reeds het gebied van Damré uit te breiden buiten de door het afwijkend gemeentelijk plan van aanleg bepaalde grenzen op de gronden die reeds voor een uitbreiding waren bestemd. - Bescherming van het landschap De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening neemt het voorstel van de auteur van het milieueffectenrapport over om een bijkomend voorschrift in te schrijven dat de heuveltop in het noordelijke deel van de oppervlakte van het ontwerp moet beschermen door in dit gebied de aanleg van kleinere percelen te verplichten. Het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal desgevallend die voorstellen bestuderen en er de naleving van opleggen. Begeleidende maatregelen Overwegende dat artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP bepaalt dat de inschrijving van een nieuwe bedrijfsruimte hetzij de bestemmingswijziging van de niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte, hetzij de goedkeuring van andere maatregelen die gunstig zijn voor de bescherming van het milieu, hetzij een combinatie van die twee begeleidingsmaatregelen inhoudt; Overwegende dat de begeleidende maatregelen enerzijds moeten afhangen van de intrinsieke milieukwaliteit van de voor bebouwing bestemde oppervlakte en anderzijds van de objectieve inbreng van die begeleidingsmaatregelen; Overwegende dat de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes een van de belangrijkste begeleidingsmaatregelen blijft; Overwegende dat de Regering, binnen het kader van de begeleidingsmaatregelen bij voorliggende herziening van het gewestplan, een aantal niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes een nieuwe bestemming wil geven. Overwegende dat, bij de evaluatie van de verhouding tussen begeleidingsmaatregelen en de inschrijvingsontwerpen van nieuwe bedrijfsruimtes, het redelijk is rekening te houden met enerzijds de gedifferentieerde impact van de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes volgens hun locatie en hun vervuiling, anderzijds met de impact op het milieu van de aanleg van een nieuwe bedrijfsruimte, die verschilt naargelang haar kenmerken en ligging; dat op die manier, mits eerbiediging van het proportionaliteitprincipe, blijkt dat een zware renovatie meer moet wegen dan de renovatie van een minder vervuilde site, dat de impact van voor het milieu gunstige maatregelen moet worden ingeschat in functie van het effect dat men er redelijkerwijze mag van verwachten, en dat die maatregelen des te belangrijker moeten zijn, of minder, dan de aanleg van het nieuwe gebied met al dan niet aanzienlijke impact op zijn omgeving; Overwegende dat, bij gebrek aan elementen die de factoren kunnen objectiveren, welke die lasten en de impact volledig kunnen beoordelen, de Regering het nuttig acht, zowel om de voorschriften van het artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP zeker te eerbiedigen en in haar bekommernis om, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes te promoten, een strikte interpretatie van de tekst goed te keuren, en een verdeelsleutel te hanteren die ongeveer overeenkomt met een m2 renovatie van een niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte voor een m2 niet bebouwbare ruimte die voortaan is bestemd voor economische activiteit (met aftrok van de oppervlaktes die voorheen voor economische activiteit waren bestemd en die gereclasseerd zijn als niet te bebouwen gebied); Overwegende dat de door artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP bepaalde begeleiding op regionaal vlak kan worden ingeschat; dat aangezien voorliggend ontwerp in het raam van een prioritair plan moet worden gezien dat het volledige Gewest wil voorzien van nieuwe ruimtes voor economische activiteit, de voormelde verdeelsleutel dus algemeen kan worden toegepast, waarbij de compensatie kan gebeuren tussen het geheel van oppervlaktes afgezonderd van gebieden die niet als te bebouwen gebied zijn opgenomen om voor economische activiteit te worden bestemd (met aftrok van de oppervlaktes die voorheen voor economische activiteit waren bestemd en die gereclasseerd zijn als niet te bebouwen gebied) enerzijds en het geheel van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes die een nieuwe bestemming hebben gekregen anderzijds; Overwegende nochtans dat, ten einde een geografische verdeelgelijkheid na te streven, het nuttig lijkt, aangezien de nieuwe ruimtes die het prioritaire plan bestemt voor economische activiteit verdeeld liggen over het hele Gewest, erover te waken dat de niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes ook op een gelijke manier zijn verdeeld; Overwegende dat, om die doelstelling na te streven, het Gewest in vijf evenwichtige en geografisch homogene sectoren werd verdeeld; dat het voorliggende ontwerp bij een geheel van ontwerpen werd gevoegd (Seraing - Luik, Soumagne - Blégny, Hannuit, Geer, Oupeye en Visé - Navagne); Overwegende dat als begeleidingsmaatregel, de Regering beslist er rekening mee te houden volgende sites een nieuwe bestemming te geven : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld die een tenminste equivalente oppervlakte totaliseren; Overwegende dat wat de maatregelen betreft die gunstig zijn voor de bescherming van het milieu zoals het CWEDD heeft onderstreept, artikel 46, § 1er, alinea 2, 3° van het CWATUP het niet mogelijk maakt er de beschermingsmaatregelen die zich opdringen in op te nemen, in toepassing van hetzij het CWATUP, hetzij van een andere van kracht zijnde reglementering; dat de Regering niettemin wil onderstrepen, dat om de bescherming van het milieu te verzekeren, zij parallel met de uitvoering van een prioritair plan binnen het kader waarvan voorliggend besluit kadert, een nieuw artikel 31bis van het CWATUP heeft goedgekeurd, met als voorschrift dat elke nieuwe bedrijfsruimte gepaard gaat met een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu dat de compatibiliteit van het gebied met haar omgeving waarborgt; Overwegende dat, in voorliggend geval, het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal worden aangevuld met specifieke maatregelen, die verder gaan dan artikel 31bis van het CWATUP en zijn toepassingscirculaire van 29 januari 2004, om een betere bescherming van het milieu te garanderen : dat die specifieke maatregelen moeten worden beschouwd als maatregelen die gunstig zijn voor het milieu, die een aanvulling zijn op de maatregelen die een nieuwe bestemming geven aan een niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte, in toepassing van artikel 46, § 1er, alinea 2, 3°, van het CWATUP; Overwegende dat op die manier meer dan voldoende is voldaan aan de door dit artikel opgelegde regel; Lastenboek inzake stedenbouw en milieu Overwegende dat in uitvoering van artikel 31bis van het CWATUP, voorafgaand aan de toepassing van het gebied, een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal worden opgemaakt, dat de richtlijnen van de ministeriële omzendbrief van 29 januari 2004 zal naleven; Overwegende dat de CWEDD in zijn verschillende adviezen een reeks algemene aanbevelingen heeft gedaan betreffende de eventuele implementatie van de ontwerpen, o.m. inzake beheer van water, lucht, afval, bodembewegingen, begeleiding van door het ontwerp getroffen landbouwbedrijven, mobiliteit en bereikbaarheid, integratie van landschap en begroeiing; Overwegende dat de Regering die aanbevelingen ruim voor was, door om te beginnen in het Parlement de goedkeuring voor te stellen van artikel 31bis van het CWATUP, dat bepaalt dat de nieuwe bedrijfsruimtes het voorwerp zullen vormen van een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, en door vervolgens de inhoud van dit Lastenboek inzake stedenbouw en milieu te definiëren via een omzendbrief die zij op 29 januari 2004 heeft goedgekeurd; Overwegende dat bepaalde door de CWEDD geformuleerde aanbevelingen verduidelijkingen aanbrengen die nuttig lijken, hetzij algemeen, hetzij voor voorliggend ontwerp, in functie van de net beschreven kenmerken; dat ze daarin zullen moeten worden opgenomen door de auteur van het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu; Overwegende bijgevolg dat in het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu in elk geval de hierna opgesomde elementen zullen moeten staan; - de genomen maatregelen voor een gepaste waterbehandeling meer bepaald van het afvalwater, rekening houdend met de mogelijkheid het afvalwater naar het zuiden af te voeren, of zelfs naar de andere kant van de autosnelweg, om op die manier te zo veel mogelijk het afgelegen gebied voor waterwinningspreventie Iib te vermijden; - nakijken van de geotechnische capaciteit van de bodem en de ondergrond; - een progressief bezettingsplan van het gebied, sector per sector, rekening houdend met de huidige bezetting van de site door de exploitanten; - een nota waarin gedetailleerd de middelen staan aangegeven waarover de landbouwers, van wie het voortbestaan van het bedrijf door het ontwerp is bedreigd, kunnen beschikken; - maatregelen inzake mobiliteit, binnen en buiten het gebied, van goederen en personen, dus ook de beveiliging van de ruimtes voorbehouden voor het fiets- en voetgangersverkeer; meer bepaald de gepaste middelen om de toegang tot het bestaande gebied en de uitbreiding ervan naar de R 678 te beveiligen; - maatregelen bestuderen en eventueel opleggen om de heuveltop in het noordelijke deel van de oppervlakte van het ontwerp te beschermen; Besluit : Overwegende dat uit het geheel van die ontwikkelingen blijkt dat het voorliggende ontwerp het meest geschikt is om, met eerbied voor de in artikel 1 van het Waalse Wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium opgesomde doelstellingen, te kunnen beantwoorden aan de behoefte aan ruimte bestemd voor economische activiteit, binnen het betroffen referentiegebied; Na beraadslaging, Op voorstel van de Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Milieu, Besluit : Artikel 1.De Regering keurt definitief de herziening van het gewestplan van Hoei-Borgworm goed, die de inschrijving inhoudt, op het grondgebied van de gemeente Sprimont (Louveigné) in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte « Damré » (plaat 49/3N) van een gemengde bedrijfsruimte. Art. 2.Het volgende bijkomende voorschrift, *R 1.1, is van toepassing in de gemengde bedrijfsruimte ingeschreven op het plan door voorliggend besluit : « Kleinhandel en diensten aan de bevolking hebben geen toelating om zich te vestigen binnen het gebied *R 1.1, behalve indien ze verbonden zijn met de binnen het gebied toegelaten activiteiten ». Art. 3.De herziening is goedgekeurd conform het plan in bijlage. Art. 4.In het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, opgesteld conform artikel 31bis van het CWATUP, staan in elk geval volgende elementen : - de genomen maatregelen voor een gepaste waterbehandeling meer bepaald van het afvalwater, rekening houdend met de mogelijkheid het afvalwater naar het zuiden af te voeren, of zelfs naar de andere kant van de autosnelweg, om op die manier te zo veel mogelijk de afgelegen gebied voor waterwinningspreventie Iib te vermijden; - nakijken van de geotechnische capaciteit van de bodem en de ondergrond; - een progressief bezettingsplan van het gebied, sector per sector, rekening houdend met de huidige bezetting van de site door de exploitanten; - een nota waarin gedetailleerd de middelen staan aangegeven waarover de landbouwers, van wie het voortbestaan van het bedrijf door het ontwerp is bedreigd, kunnen beschikken; - maatregelen inzake mobiliteit, binnen en buiten het gebied, van goederen en personen, dus ook de beveiliging van de ruimtes voorbehouden voor het fiets- en voetgangersverkeer; meer bepaald de gepaste middelen om de toegang tot het bestaande gebied en de uitbreiding ervan naar de R 678 te beveiligen; - maatregelen bestuderen en eventueel opleggen om de heuveltop in het noordelijke deel van de oppervlakte van het ontwerp te beschermen. Art. 5.De bepalingen van het gemeentelijk plan van aanleg, de zogenaamde « gemengde bedrijfsruimte van Damré » in afwijking van het gewestplan van Hoei-Borgworm, goedgekeurd door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 20 november 1981 die de bestemming als landbouwgebied en bosgebied bevestigt van de binnen zijn oppervlakte gelegen gronden, zijn ingetrokken omdat ze niet conform de door voorliggend besluit definitief goedgekeurde wijzigingen van het gewestplan zijn. Art. 6.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van voorliggend besluit. Namen, 22 april 2004. De Minister-President, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Milieu, M. FORET Het plan ligt ter inzage bij het Direktoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, rue des Brigades d'Irlande 1, te 5100 Jambes, en bij het betrokken gemeentebestuur. Het advies van de CRAT wordt hieronder bekend gemaakt. |
régional wallon du 14 novembre 1991 relatif aux prises d'eau souterraine, aux zones de prise d'eau, de prévention et de surveillance, et à la recharge artificielle des nappes d'eau souterraine, tel que complété par l'arrêté de l'Exécutif régional wallon du 9 mars 1995, permettrait d'éviter qu'il soit porté atteinte au captage. L'étude d'incidences a confirmé la pertinence de cette analyse. Concernant les eaux usées, des réclamants font état de problèmes déjà existants sur le site que le projet viendrait aggraver (débordements périodiques des eaux du ruisseau déversant vers la rue Chera qui passe sous la maison d'un réclamant, déversement des eaux usées de la ZAE de Damré dans les chantoirs alentours). La CRAT a pris acte de ces critiques et a suggéré qu'il y soit porté réponse lors de l'élaboration du CCUE. Elle recommande, à cet égard, une vigilance particulière et suggère un écoulement des eaux usées vers le sud, voire de l'autre côté de l'autoroute, de manière à éviter, autant que possible, la zone de prévention éloignée de captage IIb. Le Gouvernement se rallie à cette proposition. - Contrainte physique La CRAT estime que l'étude d'incidences est lacunaire sur l'étude des qualités géotechniques du sol. Elle estime improbable l'absence de toute contrainte géotechnique dans la mesure où le site est localisé dans une région karstique où l'on relève la présence de chantoirs. Il n'y a pas eu de réclamations particulières à propos de ces éléments. En conséquence, le Gouvernement impose la détermination des zones capables dans le CCUE. - Existence d'un PCAD sur le site Le 3 décembre 2003, le Gouvernement a approuvé le plan communal d'aménagement dit « zone d'activité économique mixte de Damré » en dérogation au plan de secteur de Huy-Waremme, approuvé par l'arrêté de l'exécutif de la Région wallonne du 20 novembre 1981. La PCAd affecte en zone d'activité économique 3 hectares que la modification du plan de secteur confirme. Pour le surplus, le périmètre du PCAD couvre partiellement le reste de la zone que la révision du plan de secteur affecte à l'activité économique. Il n'en modifie, cependant, pas l'affectation prévue au plan de secteur existant, mais prévoit déjà, dans ses motifs, la possibilité que cette zone permette, à l'avenir, l'extension de la zone d'activité économique. Le PCAD, pour déterminer la surface utile de l'extension, n'a tenu compte que des besoins de la société « Eloy et fils » implantée sur le site. Les besoins d'intérêts régionaux estimés par la DGEE n'ont pas été pris en compte lors de l'élaboration du PCAD. Ces besoins ont été validés par l'auteur de l'étude d'incidences et par la CRAT. Ils font apparaître la nécessité d'étendre, dès à présent, la zone de Damré au-delà des limites prévues par le PCAD sur les terres qu'il destinait, déjà, à une extension. - Protection du paysage La CRAT relaie la proposition de l'auteur de l'étude d'incidences d'inscrire une prescription supplémentaire visant à protéger la tête de vallon situé dans la partie Nord du périmètre du projet en imposant la réalisation de parcelles de taille plus réduite dans cette zone. Comme exposé ci-dessus, le Gouvernement se rallie à cette suggestion et redéfinit, en conséquence, le périmètre de la zone. Pour le surplus, le CCUE étudiera la manière adéquate de garantir l'intégration de la zone au site bâti et non bâti environnant. Mesures d'accompagnement Considérant que l'article 46, § 1, al. 2, 3° du CWATUP prévoit que l'inscription d'une nouvelle zone d'activité économique implique soit la réaffectation de sites d'activités économiques désaffectés, soit l'adoption d'autres mesures favorables à la protection de l'environnement, soit une combinaison de ces deux modes d'accompagnement; Considérant que les mesures d'accompagnement doivent être fonction, d'une part, de la qualité environnementale intrinsèque du périmètre affecté à l'urbanisation et, d'autre part, de l'apport objectif de ces mesures d'accompagnement; Considérant que la réhabilitation de sites d'activité économique désaffectés reste une partie importante de ces mesures d'accompagnement environnementales; Considérant que le Gouvernement retient, dans le cadre des mesures d'accompagnement à la présente révision du plan de secteur, la réaffectation d'un certain nombre de sites d'activité économique désaffectés; Considérant que, dans l'évaluation de la proportion entre les mesures d'accompagnement et les projets d'inscription de nouvelles zones d'activités économiques, il est raisonnable de tenir compte, d'une part, de l'impact différencié de la réhabilitation des sites d'activité économique désaffectés selon leur localisation et leur contamination, d'autre part, de l'impact environnemental de la création d'une nouvelle zone d'activité économique, qui varie selon ses caractéristiques et sa situation; qu'ainsi, il apparaît que, dans le respect du principe de proportionnalité, une réhabilitation lourde doit peser plus que la réhabilitation d'un site moins pollué, que l'impact des mesures favorables à l'environnement doit être apprécié en fonction de l'effet que l'on peut raisonnablement en attendre et que ces mesures doivent être d'autant plus, ou moins, importantes, que la création de la zone nouvelle à des impacts considérables, ou moins considérables, sur son environnement; Considérant qu'en l'occurrence, à défaut de disposer des éléments permettant d'objectiver les facteurs permettant d'apprécier complètement ces poids et impacts, le Gouvernement juge opportun, à la fois pour respecter sûrement les prescriptions de l'article 46, § 1, al. 2, 3° du CWATUP et dans le souci qui est le sien de promouvoir, autant que cela est raisonnablement possible, la réaffectation de sites d'activité économique désaffectés, d'adopter une interprétation stricte de ce texte, et de respecter une clé correspondant approximativement à un m2 de réaffectation de SAED pour un m2 d'espace non urbanisable dorénavant affecté à l'activité économique (sous déduction cependant des surfaces antérieurement affectées à l'activité économique et qui sont reclassées en zones non urbanisables); Considérant que l'accompagnement prévu par l'article 46, § 1, al. 2, 3° du CWATUP peut s'apprécier au niveau régional; que le présent projet s'inscrivant dans un plan prioritaire visant à doter l'ensemble de la Région d'espaces nouveaux destinés à l'activité économique, la clé susdite peut donc être appliquée de façon globale, la compensation pouvant s'effectuer entre l'ensemble des surfaces distraites de zones non urbanisables pour être affectées à l'activité économique (sous déduction cependant des surfaces antérieurement affectées à l'activité économique et qui sont reclassées en zones non urbanisables), d'une part, et l'ensemble des surfaces de SAED réaffectés, d'autre part; Considérant cependant, que, dans un souci d'équité géographique distributive, il paraît opportun, comme les nouveaux espaces que le plan prioritaire destine à l'activité économique sont répartis sur le territoire de toute la Région, de veiller à ce que les SAED soient aussi répartis de façon équilibrée; Considérant que, pour assurer cet objectif, la Région a été divisée en cinq secteurs équilibrés et géographiquement homogènes; que le présent projet a donc été versé dans un ensemble de projets (Seraing - Liège, Soumagne - Blégny, Hannut, Geer, Oupeye et Visé - Navagne); Considérant qu'au titre de mesures d'accompagnement, le Gouvernement décide de prendre en copte la réaffectation des sites suivants : Pour la consultation du tableau, voir image qui totalisent une surface au moins équivalente; Considérant qu'en ce qui concerne les mesures favorables à la protection de l'environnement, comme le CWEDD l'a souligné, l'article 46, § 1er, alinéa 2, 3° du CWATUP ne permet pas d'y inclure les mesures de protection qui s'imposent en application soit du CWATUP, soit d'une autre réglementation en vigueur; que le Gouvernement tient néanmoins à souligner que, dans le souci d'assurer la protection de l'environnement, il a adopté, parallèlement à la réalisation du plan prioritaire dans le cadre duquel le présent arrêté s'inscrit, un nouvel article 31bis du CWATUP, imposant que toute nouvelle zone d'activité économique soit accompagnée d'un CCUE qui assure la compatibilité de la zone avec son environnement; Considérant que, dans le cas présent, le CCUE sera complété par des mesures spécifiques, allant au delà du prescrit de l'article 31bis du CWATUP et de sa circulaire d'application du 29 janvier 2004, pour assurer une meilleure protection de l'environnement : que ces mesures spécifiques doivent être considérées comme des mesures favorables à l'environnement, qui viennent compléter les mesures de réaffectation de SAED, en application de l'article 46, § 1er, alinéa 2, 3°, du CWATUP; Considérant qu'il est ainsi plus que largement satisfait à l'obligation imposée par cet article; CCUE Considérant qu'en exécution de l'article 31bis du CWATUP, un CCUE sera établi préalablement à la mise en oeuvre de la zone, suivant les lignes directrices de la circulaire ministérielle du 29 janvier 2004; Considérant que le CWEDD a émis, dans ses différents avis, une série de recommandations générales relatives à la mise en oeuvre éventuelle des projets, notamment en matière de gestion des eaux, de l'air, des déchets des mouvements de terre, de suivi des exploitations agricoles affectées par les projets, de mobilité et d'accessibilité, d'intégration paysagère et d'intégration de la végétation; Considérant que le Gouvernement avait largement anticipé ces recommandations, d'abord en proposant au Parlement l'adoption de l'article 31bis du CWATUP, qui prévoit que les nouvelles zones d'activité économique feront l'objet d'un CCUE, ensuite en définissant le contenu de ce CCUE par la circulaire qu'il a adoptée le 29 janvier 2004; Considérant que certaines des recommandations formulées par le CWEDD apportent des précisions qui paraissent opportunes, soit de façon générale, soit pour le présent projet, en fonction des caractéristiques qui viennent d'être décrites; qu'elles devront y être intégrées par le rédacteur du CCUE; Considérant, en conséquence, que le CCUE devra en tout cas contenir les différents éléments ci-dessous énumérés : - les mesures prises pour permettre un traitement adéquat de la gestion des eaux, en particulier des eaux usées, tenant compte de la possibilité d'un écoulement des eaux usées vers le sud, voire de l'autre côté de l'autoroute, de manière à éviter, autant que possible, la zone de prévention éloignée de captage Iib; - la vérification de la capacité géotechnique du sol et du sous-sol; - un plan d'occupation progressive de la zone, secteur par secteur, en tenant compte de l'occupation actuel du site par les exploitants; - une note détaillant les ressources qui peuvent être mises à la disposition des agriculteurs dont la pérennité de l'exploitation est menacée par le projet; - les mesures relatives à la mobilité, interne et externe à la zone, des biens et des personnes en ce compris la sécurisation des espaces réservés à la circulation cycliste et piétonne; en particulier les moyens adéquats de sécuriser l'accès à la zone existante et à son extension par la RN 678;. - les mesures adéquates pour garantir l'intégration de la zone au site bâti et non bâti environnant. Conclusion Considérant qu'il résulte de l'ensemble de ces développements que le présent projet est le plus apte à pourvoir, dans le respect des objectifs énoncés par l'article 1 du Code wallon de l'aménagement du territoire, de l'urbanisme et du patrimoine, aux besoins d'espaces destinés à l'activité économique, dans le territoire de référence concerné; Après délibération, Sur proposition du Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement, Arrête : Article 1er.Le Gouvernement adopte définitivement la révision du plan de secteur de Huy-Waremme, qui comprend l'inscription, sur le territoire de la commune de Sprimont (Louveigné) en extension de la zone d'activité économique mixte de « Damré » (planche 49/3N), d'une zone d'activité économique mixte. Art. 2.La prescription supplémentaire suivante, repérée *R 1.1, est d'application dans la zone d'activité économique mixte inscrite au plan par le présent arrêté : « Les commerces de détail et les services à la population ne sont pas autorisés à s'implanter dans la zone repérée *R 1.1, sauf s'ils sont l'auxiliaire des activités admises dans la zone ». Art. 3.La révision est adoptée conformément au plan annexé. Art. 4.Le CCUE, établi conformément à l'article 31bis du CWATUP, comprend en tout cas les différents éléments suivants : - les mesures prises pour permettre un traitement adéquat de la gestion des eaux, en particulier des eaux usées, tenant compte de la possibilité d'un écoulement des eaux usées vers le sud, voire de l'autre côté de l'autoroute, de manière à éviter, autant que possible, la zone de prévention éloignée de captage; - la vérification de la capacité géotechnique du sol et du sous-sol; - un plan d'occupation progressive de la zone, secteur par secteur, en tenant compte de l'occupation actuel du site par les exploitants; - une note détaillant les ressources qui peuvent être mises à la disposition des agriculteurs dont la pérennité de l'exploitation est menacée par le projet; - les mesures relatives à la mobilité, interne et externe à la zone, des biens et des personnes en ce compris la sécurisation des espaces réservés à la circulation cycliste et piétonne; en particulier les moyens adéquats de sécuriser l'accès à la zone existante et à son extension par la RN 678; - les mesures adéquates pour garantir l'intégration de la zone au site bâti et non bâti environnant. Art. 5.Les dispositions du plan communal d'aménagement dit « zone d'activité économique mixte de Damré » en dérogation au plan de secteur de Huy-Waremme, approuvé par l'arrêté de l'exécutif de la Région wallonne du 20 novembre 1981 qui confirme l'affectation en zone agricole et en zone forestière des terres comprises dans son périmètre sont abrogées car elles ne sont pas conformes à la modification du plan de secteur adoptée définitivement par le présent arrêté. Art. 6.Le Ministre de l'Aménagement du Territoire est chargé de l'exécution du présent arrêté. Namur, le 22 avril 2004. Le Ministre-Président, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement, M. FORET Le plan peut être consulté auprès de la Direction générale de l'Aménagement du Territoire, du Logement et du Patrimoine, rue des Brigades d'Irlande 1, à 5100 Jambes, et auprès de l'administration communale concernée. L'avis de la CRAT est publié ci-dessous. Avis relatif au projet de révision du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à Sprimont (Louveigne) en extension de la zone d'activité économique de « Damre » (planche 49/3n) Vu le Code wallon de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine, notamment les articles 6, 22, 23, 30, 35, 36, 41 à 46 et 115; Vu le Schéma de Développement de l'Espace Régional (S.D.E.R.) adopté par le Gouvernement, le 27 mai 1999; Vu l'Arrêté de l'Exécutif Régional wallon du 20 novembre 1981 établissant le plan de secteur de Huy-Waremme; Vu l'Arrêté du Gouvernement wallon du 18 septembre 2003 adoptant provisoirement la révision de la planche 49/3N du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à Louveigné sur le territoire de la Commune de Sprimont en extension de la zone d'activité économique mixte de « Damré »; Vu les réclamations et observations émises par les particuliers, les associations de personnes et les organismes publics et d'intérêt public lors de l'enquête publique qui s'est déroulée du 27 octobre 2003 au 10 décembre 2003 inclus et répertoriées comme suit : 1. Division de la Gestion de l'Espace rural - Direction de l'espace rural Monsieur G. BOLLEN Allée du Stade, 1 5100 Jambes 2. Monsieur et Madame HALLEUX - GODINAS Rue du Boulanger,4 4140 Sprimont 3. Monsieur Jan DANHIEUX Rue de la Chera, 52 4141 Louvegné 4. Monsieur Benoît LORENT Rue d'Ogné, 93 4140 Sprimont Vu l'avis favorable du Conseil communal de la ville de Hannut du 30 décembre 2003; Vu le dossier d'enquête publique transmis le 12 janvier 2004 par Monsieur M. FORET, Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de l'Environnement, à la Commission Régionale d'Aménagement du Territoire et mis à la disposition des membres de sa section Aménagement normatif; Vu les situations juridiques et existantes du secteur; La Commission Régionale d'Aménagement du Territoire émet en date du 5 mars 2004 un avis favorable à la modification de la planche 49/3N du plan de secteur de Huy-Waremme en vue de l'inscription d'une zone d'activité économique mixte à Sprimont (Louveigné) de 25,8 ha en extension de la zone d'activité économique mixte de « Damré » sur des terrains inscrits en zone agricole et forestière au plan de secteur moyennant la délimitation du périmètre telle que proposée par le bureau d'étude (carte D 6.1.1.A du Rapport final), à savoir, une limitation du périmètre NO de la zone d'activité économique au chemin n°99 et une extension de celui-ci vers l'est de manière à disposer d'une superficie légèrement plus importante le long de la RN 678. La CRAT assortit son avis des considérations suivantes : I. Considérations générales 1 La planification Un réclamant signalant sa préférence pour la variante de délimitation réduite et ajoute qu'au cas où le Gouvernement wallon s'en tiendrait à l'avant-projet, il serait opportun de limiter le périmètre au chemin n° 99 et de l'augmenter au niveau de la RN 678 et ce, afin de conserver une haie vive, la promenade balisée du syndicat d'initiative et la zone agricole de qualité. Sensibilisée par cette argumentation et soucieuse de préserver l'impact visuel du site puisque la zone d'activité est située en partie sur une crête, la CRAT se rallie à la proposition de délimitation du périmètre telle qu'envisagée par le Bureau d'études, à savoir une réduction du périmètre de la zone d'activité économique côté NO de manière à préserver le chemin n°99 et la haie vive ainsi qu'un allongement du périmètre le long de la NR 678 (carte D.6.1.1. A du Rapport final). Le maintien de cette haie vive s'inscrit également selon l'étude d'incidences, dans le cadre de la directive II.1.4.1. du Schéma de Structure Communal qui précise que « le maintien des haies et la plantation de nouvelles haies d'essences régionales seront encouragés de façon à confirmer le caractère rural de la commune » (p.136 du Rapport final). L'étude d'incidences signale également que la note de synthèse des avis des administrations du 25 novembre 2002 recommande l'inscription d'un dispositif d'isolement paysager (bande boisée d'une largeur de 25 m) au nord du site de manière à préserver la tête du vallon humide des Possoux situé à proximité du périmètre et à restaurer les liaisons écologiques entre le vallon du ruisseau de Vieux Sart et le talus herbeux de l'autoroute. Aussi la CRAT se prononce pour assortir l'inscription de la zone d'activité économique mixte d'une prescription supplémentaire visant à protéger la tête de vallon situé dans la partie nord du périmètre du projet en imposant la réalisation de parcelles de taille plus réduite dans cette zone. 2 Les besoins Un réclamant rappelle que le bureau d'études, après avoir réalisé les besoins socio-économiques justifiant la création de cette ZAE et la localisation de celle-ci, suggère, pour répondre aux besoins estimés, de mettre en oeuvre conjointement 2 zones d'activité économique. Cette suggestion démontre l'absence de besoins urgents en terrains destinés à des activités économiques. En outre, si l'avant-projet était retenu malgré tout, l'étude préconise un phasage pour l'installation des entreprises. La CRAT se rallie à la validation des besoins opérée dans l'étude d'incidences pour le territoire de référence dénommé « région sud », (région d'Aywaille) à savoir quelque 28 ha de superficie brute. L'étude d'incidences conclut notamment que sur les 5 parcs d'activité économique existants, 1 parc est à une saturation totale ( Cornémont), 2 parcs arrivent à saturation (Damré et Harzé) et les 2 derniers offrent une superficie encore disponible très réduite (0.62 ha à Comblain-au-Pont et 1 ha à Lierneux). « On peut donc considérer que l'espace disponible pour accueillir des activités économiques est à saturation dans la région sud » (p.30 du Rapport final). La CRAT prend acte de la remarque concernant le souhait de réaliser un phasage, s'y rallie, mais considère qu'elle ressortit à la mise en oeuvre du plan. Il appartiendra au cahier des charges urbanistique et environnemental prévu par l'article 31 bis du CWATUP de définir les modalités de ce phasage. 3 L'alternative de localisation de la zone d'activité économique mixte Un réclamant se prononce pour la variante de délimitation réduite inscrivant une superficie réduite à Damré et une superficie équivalente à Harzé estimant que cette variante permet de répondre aux besoins estimés, de minimiser les effets négatifs sur l'environnement et sur les terres agricoles. Cette alternative est également plus économique pour la commune en ce qu'elle évite la nécessité de créer un nouveau bassin d'orage, un nouveau réseau d'évacuation des eaux usées et de ruissellement et une nouvelle voirie en ne s'étendant pas au-delà de la crête. La CRAT constate que le projet mis à l'enquête publique maintient la localisation proposée par le Gouvernement avant l'étude d'incidences pour les raisons suivantes : ? Le projet se greffe à une zone d'activité économique existante, ce qui permet une meilleure synergie avec les entreprises existantes et une rentabilisation des équipements; ? Il bénéficie d'une bonne accessibilité routière via la route N 678 et autoroutière via la E 25, axe majeur de transport Nord-Sud reliant Rotterdam à Milan via Liège et Luxembourg; ? Le projet est situé en bordure sud de l'aire de coopération transrégionale avec Liège définie par le SDER. Le choix de localisation résulte de la volonté de trouver un équilibre entre le souci de renforcer la centralité de l'urbanisation et la volonté de dynamiser cette partie de la province par l'implantation d'une zone d'activité économique mixte jouant un rôle moteur sur le développement économique. Ce site constitue un des espaces les plus proches au sud de l'agglomération liégeoise et répondant à des conditions topographiques appropriées; ? Le projet s'inscrit selon l'étude d'incidences dans le cadre de la directive II 4.4.6. du Schéma de Structure Communal de Sprimont qui précise qu'en « prévision d'une augmentation des demandes et d'une saturation des zones d'artisanat et de PME inscrites au plan de secteur, on évaluera la nécessité d'apporter de nouveaux terrains à cette destination. Des terrains situés aux alentours des sorties de l'autoroute (sortie de Sprimont et Beaufays) pourraient accueillir de nouvelles implantations » (p.136 du Rapport final); ? Le projet ne porte atteinte ni à un élément protégé par la législation sur la conservation de la nature, ni à un périmètre d'intérêt paysager, ni à un élément classé du patrimoine culturel immobilier; ? Le projet ne présente pas de nuisances vis-à-vis des riverains dans la mesure où le site est éloigné des zones d'habitat et où le charroi induit n'aura pas de conséquence puisqu'il sera directement dirigé vers l'autoroute E 25; ? Le projet se situe cependant à l'intérieur de plusieurs zones théoriques de prévention éloignée de captage. L'alternative de Harzé n'a pas été retenue par le Gouvernement wallon pour les raisons suivantes qui ont été soulevées par l'étude d'incidences et auxquelles se rallie la CRAT : ? Harzé se situe en-dehors de la zone de coopération transrégionale avec Liège et n'est localisée au sein d'aucun pôle retenu par la structure spatiale du SDER; ? Le site est plus éloigné de l'agglomération liégeoise, ce qui réduit son potentiel de dynamisation de l'activité économique pour la province de Liège; ? Le site présente une biodiversité plus importante que celle de l'avant-projet. Le maintien de cette biodiversité est conditionnée par l'existence d'une zone boisée de chênes qui regorge d'un nombre important d'espèces végétales ainsi que d'une faune avicole importante; ? Le site nécessite la création de nouvelles voiries en plus d'un nouveau réseau de collecte des eaux indépendant; ? Il présente cependant l'avantage de porter un préjudice moindre à l'agriculture puisque cette alternative ne concerne qu'un agriculteur au lieu de six pour le projet retenu par le Gouvernement wallon. Cependant, la pérennité de cette exploitation serait aussi gravement menacée par cette alternative d'autant plus que celui-ci a consenti de gros investissements pour obtenir le label « exploitation biologique » en 1998. 4 L'égouttage Deux réclamants estiment que le projet changera de façon significative le régime d'écoulement des eaux du ruisseau déversant vers la rue Chera. Ce ruisseau passe sous la ferme DANHIEUX et occasionne déjà des débordements en période d'orage. Un réclamant suggère de « revoir au moins la capacité de la canalisation de ce ruisseau » sans quoi le projet mettrait en situation précaire la ferme précitée. La CRAT constate que l'étude d'incidences mentionne que le projet se situe au droit de la nappe des calcaires du bassin de Dinant qui « en raison de la nature de l'aquifère et du mode actuel d'évacuation des eaux de la ZAE existante de Damré vers le chantoir de Damré (perte des eaux partiellement canalisées) peut être influencée par les activités futures de la zone d'activité économique, à la fois en exploitabilité et en qualité » ( p.139 du Rapport final). Selon l'étude d'incidences, le projet « ne devrait pas entraîner de modification du régime hydrologique des cours d'eau (amenée des eaux usées épurées et pluviales dans un chantoir) » (p.140 du Rapport final). Cependant, elle conseille vivement la création d'un bassin d'orage dans la mesure où il permettrait de remettre au milieu naturel l'équivalent en terme de débit d'eaux pluviales de ce que la zone actuellement non aménagée peut générer. L'étude d'incidences recommande également la mise en place de stations d'épuration individuelle lors de l'implantation des futures entreprises et la réalisation d'un réseau d'égouttage séparatif pour une gestion cohérente des eaux issues de la future zone d'activité économique. La CRAT prend acte de ces remarques et recommande une vigilance particulière de cette problématique lors de l'élaboration du cahier des charges urbanistique et environnemental prévu à l'article 31 bis du CWATUP. 5 La qualité des eaux Un réclamant s'oppose au projet dans la mesure où aucune étude suffisante du mode d'évacuation des eaux usées n'a pas été réalisée. La seule approche en la matière consiste à préconiser des traitements individuels par les différentes implantations futures. Un autre réclamant met en évidence la présence de nombreux chantoirs dans la région dont l'un proche du projet est déjà souillé par le rejet des eaux usées de la zone d'activité économique de Damré. Il signale que la Région wallonne, la SPI +, SPRIMOGLASS et la commune ont été condamnés solidairement à réparation et modification du mode de rejet tant des eaux usées que des eaux de surface. En matière d'épuration des eaux usées, l'étude d'incidences relève que « les 2 entreprises implantées (Sprimoglass, Eloy et fils) possèdent leur propre station d'épuration. Les effluents de celles-ci sont déversés dans les canalisations de voiries qui se déversent à leur tour dans un fossé du MET via un bassin d'orage construit par la SPI +. Les eaux du fossé passent sous l'autoroute via un « armco » et rejoignent un autre fossé pour aboutir par une canalisation d'un diamètre 40, dans un chantoir situé à l'ouest du village de Damré » (p.121 du Rapport final). La CRAT constate que l'étude d'incidences se limite à relater la plainte de Madame HALLEUX-GODINAS concernant les dégâts occasionnés par les eaux à l'embouchure du fossé et le long de sa partie amont complètement détruite mais également sur la qualité des eaux utilisées pour son bétail et précise que « suite à cette plainte, le MET envisage de créer un nouveau fossé parallèle à celui endommagé ainsi que de curer et de refaire les joints du tronçon situé après l'armco. Le chantoir devrait être nettoyé et aménagé. De plus, la nécessité de réaliser un dispositif de retenue des eaux est à l'étude » (p.121 du Rapport final). Lors de la réunion de concertation, Monsieur ANCION, bourgmestre, a précisé le schéma d'égouttage prévu dans cette zone d'activité économique qui est située de part et d'autre d'une crête : ? dans la partie sud du zoning, dans laquelle se trouvent les sociétés SPRIMOGLASS et ELOY et fils, les eaux usées continueront à être récoltées dans un fossé du MET passant sous l'autoroute via un armco avant de rejoindre un autre fossé qui aboutira dans le chantoir situé à l'ouest du village de Damré : ? dans la partie nord du zoning, située au-delà de la crête et orientée vers le village de Louveigné, les eaux seront orientées vers une canalisation située le long de l'autoroute pour se diriger vers le parking du resto-route AC avant de se déverser dans le chantoir situé en aval de ce parking et situé à l'ouest du village de Sendrogne. Le chantoir de Sendrogne est préféré par les autorités communales à celui du Roua, situé cependant plus près du zoning, car ce dernier se trouve dans la zone théorique de prévention de captage IIB. Le chantoir de Sendrogne est par contre, lui, situé en-dehors de cette zone de prévention de captage. Quelque soit le chantoir, objet du déversement des eaux, et indépendamment de l'exécution préalable du jugement qui a été rendu dans le cadre des problèmes d'écoulement rencontrés aujourd'hui sur le site, la CRAT se prononce contre le déversement des eaux usées dans les chantoirs estimant que cet acte relève d'une ineptie au regard de l'intérêt environnemental que constitue cet élément naturel. Enfin, elle se prononce pour un écoulement des eaux usées vers le sud, voire de l'autre côté de l'autoroute de manière à éviter autant que possible la zone de prévention éloignée de captage II b. 6 La mobilité Un réclamant attire l'attention sur le plan communal de mobilité qui conclut à la nécessité de sécuriser l'accès au zoning par la création d'un rond-point. Il estime également que l'arrêté d'exécution devrait comporter une clause de sécurisation de l'accès. La CRAT constate que l'étude d'incidences prévoit effectivement que le projet engendrera une augmentation de trafic journalier de 1 000 véhicules environ (+ 15 %) auquel doit s'ajouter le charroi des véhicules lourds dont le pourcentage est difficile à estimer étant donné la nature inconnue des futures sociétés et met en évidence le problème de sécurité pour entrer dans le zoning si un rond-point n'était pas aménagé à cet endroit. La CRAT se prononce pour la réalisation d'un rond-point sur la RN 678 à hauteur de l'entrée de la zone d'activité économique. 7 L'impact sur les exploitations agricoles Un réclamant attire l'attention sur le fait que le projet le priverait de ces 23% de ses terres. Or, les agriculteurs doivent désormais respecter des quotas maximum de bétail par superficie, ce qui génère des répercussions directes sur les quotas laitiers. Le réclamant doit, en effet, pour se constituer un revenu décent, atteindre une production de 380 000 litres nécessitant 109 bêtes. Il lui manque donc au total 7,98 ha pour assurer la pérennité de son exploitation et subvenir aux besoins de sa famille. Comme le signale le réclamant dans son courrier, la CRAT relève que l'étude d'incidences n'a pas approfondi les données relatives aux exploitations agricoles concernées par le projet et prend acte que l'étude d'incidences est erronée en ce qui concerne le pourcentage de perte de terres agricoles subie par la ferme Danhieux suite à la mise en oeuvre de ce projet (23% et non 11% tel que mentionné dans l'étude d'incidences). Elle se limite à signaler que le projet concerne six agriculteurs et conclut que « la viabilité des exploitations en présence dans le périmètre défini par l'avant-projet n'est pas menacée. Cette observation avait d'ailleurs été exprimée dans l'avis qu'a remis la Division Générale de l'Agriculture » (p.151 du Rapport final). 8 L'article 46, § 1er, 3° du CWATUP La CRAT constate que l'Arrêté du Gouvernement du 18 septembre 2003 ne s'accompagne d'aucun projet de réaffectation de site d'activité économique désaffecté ni de l'adoption de mesures favorables à la protection de l'environnement. En effet, la réalisation d'un périmètre ou d'un dispositif d'isolement ne peut être considérée comme une mesure favorable à la protection de l'environnement puisqu'il s'agit d'une imposition de l'article 30 du CWATUP. 9 La qualité de l'étude d'incidences L'étude d'incidences a été réalisée par le bureau d'études IGRETEC dûment agréé pour ce type d'étude. La CRAT estime que l'étude est de qualité satisfaisante. Elle relève cependant des erreurs, lacunes et incohérences notamment sur : ? Le secteur agricole : l'étude mentionne une perte de terres de 11% au lieu de 23% pour l'exploitation de Monsieur Danhieux et prétend que son exploitation ne sera pas mise en péril. A plusieurs reprises (p.2, p.3, p.151 du Rapport final), l'étude précise que l'avant-projet ne menace pas la viabilité des exploitations agricoles, ce qui ne semble pas refléter la réalité sur le terrain aux dires des réclamants. ? L' égouttage : ce point n'a pas été étudié de manière approfondie aussi bien au niveau de la situation de fait qu'au niveau des propositions d'amélioration. En outre, l'étude d'incidences occulte le contenu du jugement qui a été rendu alors que son exécution est préalable à toute mise en oeuvre d'extension de la zone d'activité existante. ? La géologie : la CRAT relève que l'étude d'incidences signale que « le site de l'avant-projet comme les sites alternatifs ne présentent aucune contrainte géotechnique particulière » (p.112 du Rapport final), ce qui semble difficilement concevable dans une région karstique, truffée de chantoirs de part et d'autre du projet. ? Au point D.2.2.6. - cheminement des modes doux : l'étude d'incidences ne mentionne pas le chemin n°99 alors que c'est précisément ce chemin qui constituera une limite de la zone d'activité économique dans son alternative de délimitation. II. Considérations particulières 1. Ministère de la Région wallonne - Direction Générale de l'Agriculture - Division de la Gestion de l'Espace rural - Direction de l'espace rural - Monsieur B. BOLLEN IL est pris acte des remarques et des observations. Il y est fait référence dans les considérations générales. 2. Monsieur et Madame HALLEUX - GODINAS Il est pris acte des remarques et observations. Il est fait référence dans les considérations générales à celles qui sont du ressort de la présente enquête. 3. JAN DANHIEUX Il est pris acte de l'opposition au projet et des remarques qui la motivent. Il y est fait référence dans les conditions générales. 4. Benoît LORENT Il est pris acte des remarques et des observations relatives au projet et de la préférence pour la variante dite « Variante de délimitation |
| réduite ». Il y est fait référence dans les considérations générales. |