Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van suiker | Arrêté du Gouvernement wallon portant condition sectorielle eau relative à la fabrication du sucre |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERE DE LA REGION WALLONNE |
16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale | 16 JANVIER 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon portant condition |
voorwaarden inzake watergebruik bij de vervaardiging van suiker | sectorielle eau relative à la fabrication du sucre |
De Waalse Regering, | Le Gouvernement wallon, |
Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; | Vu le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 fixant les |
bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de | conditions générales d'exploitation des établissements visés par le |
inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement; |
milieuvergunning; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 arrêtant la liste |
bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen | des projets soumis à étude d'incidences et des installations et |
projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; | activités classées; |
Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het | Vu l'avis de la Commission consultative pour la protection des eaux |
oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari 2002; | contre la pollution, rendu le 15 février 2002; |
Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september 2002, | Vu l'avis du Conseil d'Etat, rendu le 25 septembre 2002, |
Besluit : | Arrête : |
ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden | CHAPITRE UNIQUE. - Champ d'application et condition de déversement. |
Afdeling I . - Toepassingsgebied. | Section Ire. - Champ d'application |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en |
Article 1er.Les présentes conditions s'appliquent aux installations |
installaties die ingedeeld zijn onder rubriek 15.83 : vervaardiging | ou activités reprises à la rubrique n° 15.83 : fabrication de sucre. |
van suiker. Deze voorwaarden zijn niet van toepassing op lozingen van afvalwater | Ces conditions ne s'appliquent pas aux déversements d'eaux usées |
die voortvloeien uit : | provenant de : |
1° de productie van lactose; | 1° la production de lactose; |
2° de vervaardiging van glucose, glucosestroop, maltose; | 2° la fabrication de glucose, de sirop de glucose, de maltose; |
3° de vervaardiging van synthetische zoetstoffen. | 3° la fabrication d'édulcorants de synthèse. |
Voor de toepassing van dit besluit wordt de sector onderverdeeld in de | Pour l'application du présent arrêté, le secteur est subdivisé en |
volgende subsectoren : | sous-secteurs répartis comme suit : |
1° subsector I : rasperijen en suikerfabrieken, die volgende rubrieken | 1° sous-secteur I : râperies et sucreries qui comprennent les |
omvatten : | rubriques suivantes : |
- nr. 15.83.01 : bietenrasperijen; | - n° 15.83.01 : râperies de betteraves; |
- nr. 15.83.02 : suikerfabrieken met rasperij; | - n° 15.83.02 : sucreries comprenant une râperie; |
- nr. 15.83.03 : suikerfabrieken zonder rasperij (sapverwerking); | - n° 15.83.03 : sucreries sans râperie (traitement de jus); |
2° subsector II : suikerraffinaderijen, rubriek 15.83.04; | 2° sous-secteur II : raffineries de sucre, rubrique 15.83.04; |
3° subsector III : fabrieken voor de vervaardiging van inulien, | 3° sous-secteur III : usines pour la fabrication d'inuline, rubrique |
rubriek nr 15.83.05 en fabrieken voor de vervaardiging van | n° 15.83.05 et usines pour la fabrication d'oligofructose et de |
oligofructose en fructose; | fructose; |
4° subsector IV : raffinaderijen voor oligofructose. | 4° sous-secteur IV : raffineries d'oligofructose. |
Art. 2.De in dit hoofdstuk vermelde maximale concentraties worden |
Art. 2.Les concentrations à ne pas dépasser reprises dans le présent |
vastgelegd op grond van monsteranalysen over 24 uur. Monsters worden | chapitre sont des résultats d'analyses sur des échantillons sur 24 |
altijd gefilterd voor ze geanalyseerd worden (uitgezonderd monsters | heures. Les échantillons sont toujours filtrés avant de les analyser |
voor analyse van zwevende stoffen). | (sauf échantillons pour l'analyse des matières en suspension). |
Indien het analyseresultaat voor een genormeerde parameter de norm met | Si le résultat d'analyse pour un paramètre normé dépasse de moins de |
minder dan 20 % overschrijdt, wordt een nieuw monster geanalyseerd | 20 % la norme, un nouvel échantillon sur 24 heures sera analysé. Si le |
over 24 uur. Indien het analyseresultaat voor dezelfde parameter de | résultat d'analyse pour ce même paramètre ne dépasse plus la norme, la |
norm niet overschrijdt, wordt de norm in acht genomen. | norme est respectée. |
Art. 3.Wat betreft de lozingen voor subsector I, wordt het jaar |
Art. 3.Du point de vue des déversements pour le sous-secteur Ire, |
opgesplitst in twee perioden : | l'année est subdivisée en deux périodes : |
- eerste periode : van 1 september tot 31 januari; | - première : du 1er septembre au 31 janvier; |
- tweede periode : van 1 februari tot 31 augustus. | - deuxième : du 1er février au 31 août. |
Afdeling II . - Lozingsvoorwaarden voor subsector I | Section II . - Conditions de déversement du sous-secteur I |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Sous-section 1re. - Conditions de déversement en eau de surface |
oppervlaktewater | ordinaire. |
Art. 4.Industrieel afvalwater dat gedurende de eerste periode in |
Art. 4.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet aan de volgende | ordinaire pendant la première période respectent les conditions |
voorwaarden : | suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en 5 jours à 20 °C et en présence |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan : | d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 35 mg per liter voor fabrieken die minstens 15 000 t bieten per dag | - 35 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant 15 000 t de |
verwerken; | betteraves par jour ou plus; |
- 45 mg per liter voor fabrieken die minder dan 15 000 t bieten per | - 45 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant moins de 15 000 t |
dag verwerken; | de betteraves par jour; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan : | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser |
- 135 mg per liter voor fabrieken die minstens 15 000 t bieten per dag | : - 135 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant 15 000 t de |
verwerken; | betteraves par jour ou plus; |
- 160 mg per liter voor fabrieken die minder dan 15 000 t bieten per | - 160 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant moins de 15 000 t |
dag verwerken; | de betteraves par jour; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 60 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre (au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures); 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 12 mg N per liter; | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 12 mg N par litre; |
10° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 10° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
11° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 11° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Art. 5.Industrieel afvalwater dat gedurende de tweede periode in |
Art. 5.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet aan de volgende | ordinaire pendant la seconde période respectent les conditions |
voorwaarden : | suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en 5 jours à 20 °C et en présence |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan : | d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 90 mg per liter voor fabrieken die minstens 15 000 t bieten per dag | - 90 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant 15 000 t de |
verwerken; | betteraves par jour ou plus; |
- 120 mg per liter voor fabrieken die minder dan 15 000 t bieten per | - 120 mg d'oxygène par litre pour une usine traitant moins de 15 000 t |
dag verwerken; | de betteraves par jour; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 450 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 450 mg d'oxygène par litre; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 90 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 90 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures; 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 12 mg N per liter; | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 12 mg N par litre; |
10° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 10° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
11° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 11° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Art. 6.De lozing van afvalwater afkomstig uit bietenrasperijen in |
Art. 6.Le déversement des eaux usées provenant des râperies de |
gewoon oppervlaktewater is verboden gedurende de eerste periode. | betteraves dans les eaux de surface ordinaires est interdit en première période. |
Art. 7.Industrieel afvalwater dat gedurende de tweede periode in |
Art. 7.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd door rasperijen, voldoet | ordinaire par les râperies respectent en outre les conditions |
bovendien aan de volgende voorwaarde : | suivantes en seconde période : |
- het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 24 mg N per liter. | - la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser 24 mg N |
Art. 8.Industrieel afvalwater dat gedurende de eerste periode in |
par litre. Art. 8.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd door suikerfabrieken met | ordinaire par les sucreries comprenant une râperie respectent en outre |
rasperij, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | les conditions suivantes en première période : la teneur en azote |
het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan : | total des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 32 mg N per liter voor fabrieken die meer dan 15 000 t bieten per | - 32 mg N par litre pour une usine traitant plus de 15 000 t de |
dag verwerken; | betteraves par jour; |
- 50 mg N per liter voor fabrieken die minder dan 15 000 t bieten per | - 50 mg N par litre pour une usine traitant moins de 15 000 t de |
dag verwerken. | betteraves par jour. |
Art. 9.Industrieel afvalwater dat gedurende de tweede periode in |
Art. 9.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd door suikerfabrieken met | ordinaire par les sucreries comprenant une râperie respectent en outre |
rasperij, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | les conditions suivantes en seconde période : la teneur en azote total |
het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan : | des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 50 mg N per liter voor fabrieken die meer dan 15 000 t bieten per | - 50 mg N par litre pour une usine traitant plus de 15 000 t de |
dag verwerken; | betteraves par jour; |
- 70 mg N per liter voor fabrieken die minder dan 15 000 t bieten per | - 70 mg N par litre pour une usine traitant moins de 15 000 t de |
dag verwerken. | betteraves par jour. |
Art. 10.Industrieel afvalwater dat gedurende de eerste periode in |
Art. 10.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd door suikerfabrieken zonder | ordinaire par les sucreries sans râperie respectent en outre les |
rasperij, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | conditions suivantes en première période : la teneur en azote total |
het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan : | des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 32 mg N per liter voor fabrieken die meer dan 1 000 t suiker per dag | - 32 mg N par litre pour une usine produisant plus de 1 000 t de sucre |
vervaardigen; | par jour; |
- 50 mg N per liter voor fabrieken die minder dan 1 000 t suiker per | - 50 mg N par litre pour une usine produisant moins de 1 000 t de |
dag vervaardigen. | sucre par jour. |
Art. 11.Industrieel afvalwater dat gedurende de tweede periode in |
Art. 11.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd door suikerfabrieken zonder | ordinaire par les sucreries sans râperie respectent en outre les |
rasperij, voldoet bovendien aan de volgende voorwaarden : | conditions suivantes en seconde période : |
- het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan : | - la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser : |
- 50 mg N per liter voor fabrieken die meer dan 1 000 t suiker per dag | - 50 mg N par litre pour une usine produisant plus de 1 000 t de sucre |
vervaardigen; | par jour; |
- 70 mg N per liter voor fabrieken die minder dan 1 000 t suiker per | - 70 mg N par litre pour une usine produisant moins de 1 000 t de |
dag vervaardigen. | sucre par jour. |
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Sous-section II. - Conditions de déversement en égouts publics |
Art. 12.De lozing van afvalwater in openbare rioleringen is verboden. |
Art. 12.Le déversement d'eaux usées dans les égouts publics est interdit. |
Onderafdeling III. - Referentievolumes | Sous-section III. - Volumes de référence |
Art. 13.Het referentievolume bedraagt : |
Art. 13.Le volume de référence est de : |
- voor bietenrasperijen : 220 l per ton verwerkte bieten; | - râperies de betteraves : 220 l par tonne de betteraves traitées; |
- voor suikerfabrieken met rasperij (eerste periode) : 550 l per ton | - sucreries avec râperie (première période) : 550 l par tonne de |
verwerkte bieten; | betteraves traitées; |
- voor suikerfabrieken met rasperij (tweede periode) : 220 l per ton | - sucreries avec râperie (deuxième période) : 220 l par tonne de |
verwerkte bieten; | betteraves traitées; |
- voor suikerfabrieken zonder rasperij (eerste periode) : 950 l per | - sucreries sans râperie (première période) : 950 l par tonne de |
ton verwerkte bieten; | betteraves traitées; |
- voor suikerfabrieken zonder rasperij (tweede periode) : 80 l per ton | - sucreries sans râperie (deuxième période) : 80 l par tonne de |
verwerkte bieten. | betteraves traitées. |
Art. 14.Indien een rasperij dat afvalwater loost via de suikerfabriek |
Art. 14.Si une râperie déverse ces eaux usées via la sucrerie avec |
waarmee ze verbonden is, is het referentievolume van de suikerfabriek | laquelle elle est liée, la sucrerie sans râperie aura comme volume de |
zonder rasperij gelijk aan de som van haar eigen referentievolume en | référence la somme des volumes de référence de la sucrerie sans |
van dat van de rasperij verbonden wat betreft bedoelde tonnage bieten. | râperie et de la râperie liée pour le tonnage de betteraves concerné. |
Afdeling III. - Lozingsvoorwaarden voor subsector II | Section III . - Conditions de déversement du sous-secteur II |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Sous-section 1re. - Conditions de déversement en eau de surface |
oppervlaktewater | ordinaire |
Art. 15.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
Art. 15.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : | ordinaire respectent les conditions suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en 5 jours à 20 °C et en présence |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 30 mg per liter; | d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 30 mg d'oxygène par litre; |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 105 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 105 mg d'oxygène par litre; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 60 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures; 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 3 mg N per | 8° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 3 |
liter; | mg N par litre; |
9° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 30 mg N per | 9° la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser 30 mg |
liter; | N par litre; |
10° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 10° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
11° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 11° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
12° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 12° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Sous-section II. - Conditions de déversement en égouts publics |
Art. 16.De lozing van afvalwater in openbare rioleringen is verboden. |
Art. 16.Le déversement d'eaux usées dans les égouts publics est interdit. |
Onderafdeling III. - Referentievolumes | Sous-section III. - Volumes de référence |
Art. 17.Het referentievolume bedraagt 3 m3 per ton eindproduct. |
Art. 17.Le volume de référence est de 3 m3 par tonne de produit fini. |
Afdeling IV . - Lozingsvoorwaarden voor subsector III | Section IV . - Conditions de déversement du sous-secteur III |
Art. 18.Wat betreft de lozingen voor subsector III, wordt het jaar |
Art. 18.Du point de vue déversement pour le sous-secteur III, l'année |
opgesplitst in twee perioden : | est subdivisée en deux périodes : |
- eerste periode: van 15 augustus tot 14 januari; | - première : du 15 août au 14 janvier; |
- tweede periode : van 15 januari tot 14 augustus. | - deuxième : du 15 janvier au 14 août. |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Sous-section 1re. - Conditions de déversement en eau de surface |
oppervlaktewater | ordinaire |
Art. 19.Industrieel afvalwater dat gedurende de eerste periode in |
Art. 19.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet aan de volgende | ordinaire pendant la première période respectent les conditions |
voorwaarden : | suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en cinq jours à 20 °C et en |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 60 mg per liter; | présence d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 60 mg |
d'oxygène par litre; | |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 275 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 275 mg d'oxygène par litre; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 60 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures; 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 6 mg N per | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 6 |
liter; | mg N par litre; |
10° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 27 mg N per | 10° la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser 27 mg |
liter; | N par litre; |
11° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 11° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
12° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 12° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Art. 20.Industrieel afvalwater dat gedurende de tweede periode in |
Art. 20.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
gewoon oppervlaktewater wordt geloosd, voldoet aan de volgende | ordinaire pendant la seconde période respectent les conditions |
voorwaarden : | suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6,5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en cinq jours à 20 °C et en |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 100 mg per liter; | présence d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 100 mg |
d'oxygène par litre; | |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 450 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 450 mg d'oxygène par litre; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 120 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 120 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures; 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 12 mg N per liter; | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 12 mg N par litre; |
10° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 50 mg N per | 10° la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser 50 mg |
liter; | N par litre; |
11° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 11° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
12° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 12° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Sous-section II. - Conditions de déversement en égouts publics |
Art. 21.De lozing van afvalwater in openbare rioleringen is verboden. |
Art. 21.Le déversement d'eaux usées dans les égouts publics est interdit. |
Onderafdeling III. - Referentievolumes | Sous-section III. - Volumes de référence |
Art. 22.Het referentievolume per ton verwerkte grondstof bedraagt 650 |
Art. 22.Le volume de référence est de 650 l par tonne de matière |
l gedurende de eerste periode en 250 l gedurende de tweede periode. | première traitée pendant la première période et de 250 l par tonne de |
matière première traitée pendant la seconde période. | |
Afdeling V . - Lozingsvoorwaarden voor subsector IV | Section V . - Conditions de déversement du sous-secteur IV |
Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Sous-section Ire. - Conditions de déversement en eau de surface |
oppervlaktewater | ordinaire |
Art. 23.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
Art. 23.Les eaux usées industrielles rejetées en eau de surface |
geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : | ordinaire respectent les conditions suivantes : |
1° de pH-waarde ligt tussen 6,5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6,5 et 9. Si les |
gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
natuurlijke pH-waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
ze hoger is dan 9 of lager dan 6,5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
limite du pH des eaux déversées; | |
2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en cinq jours à 20 °C et en |
aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 50 mg per liter; | présence d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 50 mg |
d'oxygène par litre; | |
3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 375 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 375 mg d'oxygène par litre; |
4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 120 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 120 mg par litre; |
5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0,5 ml par litre au cours d'une sédimentation statique de 2 |
6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 5 mg per liter; | heures; 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 5 mg par litre; |
7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
8° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 8° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 9 mg N per | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 9 |
liter; | mg N par litre; |
10° het gehalte aan totaal stikstof is niet hoger dan 40 mg N per | 10° la teneur en azote total des eaux déversées ne peut dépasser 40 mg |
liter; | N par litre; |
11° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 11° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
puisse être constatée de manière non équivoque; | |
12° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 12° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux |
bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door | de surface contre la pollution causée par certaines substances |
bepaalde gevaarlijke stoffen. | dangereuses. |
Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Sous-section II. - Conditions de déversement en égouts publics |
Art. 24.De lozing van afvalwater in openbare rioleringen is verboden. |
Art. 24.Le déversement d'eaux usées dans les égouts publics est interdit. |
Onderafdeling III. - Referentievolumes | Sous-section III. - Volumes de référence |
Art. 25.Het referentievolume bedraagt 15 m3 per ton eindproduct. |
Art. 25.Le volume de référence est de 15 m3 par tonne de produit fini. |
Afdeling VI . - Analyse- en monsternemingstechnieken | Section VI . - Méthodes d'analyse et d'échantillonnage |
Art. 26.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
Art. 26.Les méthodes à suivre pour les échantillonnages ainsi que |
parameters bedoeld in de artikelen 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11, 15, 19, 20 | pour l'analyse de tous les paramètres repris dans les articles 4, 5, |
en 23 van deze sectorale voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de | 7, 8, 9, 10, 11, 15, 19, 20 et 23 de la présente condition sectorielle |
technieken die tegenwoordig toegepast worden of goedgekeurd zijn door | sont celles actuellement utilisées ou approuvées par le laboratoire de |
het referentielaboratorium van het Waalse Gewest. | référence de la Région wallonne. |
Afdeling VII . - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen | Section VII . - Mesures transitoires, abrogatoires et finales |
Art. 27.Het koninklijk besluit van 2 oktober 1986 tot vaststelling |
Art. 27.L'arrêté royal du 2 octobre 1986 déterminant les conditions |
van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone | sectorielles de déversement, dans les eaux de surface ordinaires et |
oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater, afkomstig | dans les égouts publics, des eaux usées provenant de l'industrie du |
van de suikerindustrie en de bietenrasperijen, wordt opgeheven. | sucre ainsi que des râperies de betteraves est abrogé. |
Art. 28.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
Art. 28.Pour les établissements existants à l'entrée en vigueur du |
inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in | présent arrêté, l'autorité compétente peut prescrire des conditions |
particulières moins sévères que les présentes conditions sectorielles. | |
voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. | Néanmoins, ces conditions particulières seront au moins équivalentes à |
Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige | l'autorisation antérieure. La durée de validité de ces conditions |
vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk 31 oktober | particulières ne peut dépasser le 31 octobre 2007. |
2007. Art. 29.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 29.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er février 2003. |
Art. 30.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 30.Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du |
dit besluit. | présent arrêté. |
Namen, 16 januari 2003. | Namur, le 16 janvier 2003. |
De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, | Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de |
l'Environnement, | |
M. FORET | M. FORET |