← Terug naar "Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de reiniging van vaten "
| Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik bij de reiniging van vaten | Arrêté du Gouvernement wallon portant condition sectorielle eau relative au nettoyage des fûts |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERE DE LA REGION WALLONNE |
| 16 JANUARI 2003. - Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale | 16 JANVIER 2003. - Arrêté du Gouvernement wallon portant condition |
| voorwaarden inzake watergebruik bij de reiniging van vaten | sectorielle eau relative au nettoyage des fûts |
| De Waalse Regering, | Le Gouvernement wallon, |
| Gelet op het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning; | Vu le décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement; |
| Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 fixant les |
| bepaling van de algemene voorwaarden voor de exploitatie van de | conditions générales d'exploitation des établissements visés par le |
| inrichtingen bedoeld in het decreet van 11 maart 1999 betreffende de | décret du 11 mars 1999 relatif au permis d'environnement; |
| milieuvergunning; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2002 tot | Vu l'arrêté du Gouvernement wallon du 4 juillet 2002 arrêtant la liste |
| bepaling van de lijst van de aan een milieueffectstudie onderworpen | des projets soumis à étude d'incidences et des installations et |
| projecten en van de ingedeelde installaties en activiteiten; | activités classées; |
| Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de bescherming van het | Vu l'avis de la Commission consultative pour la protection des eaux |
| oppervlaktewater tegen verontreiniging, uitgebracht op 15 februari 2002; | contre la pollution, rendu le 15 février 2002; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, uitgebracht op 25 september 2002, | Vu l'avis du Conseil d'Etat, rendu le 25 septembre 2002, |
| Besluit : | Arrête : |
| ENIG HOOFDSTUK. - Toepassingsgebied en lozingsvoorwaarden | CHAPITRE UNIQUE. - Champ d'application et conditions de déversement |
| Afdeling I. - Toepassingsgebied | Section Ire . - Champ d'application |
Artikel 1.Deze voorwaarden zijn van toepassing op de activiteiten en |
Article 1er.Les présentes conditions s'appliquent aux installations |
| installaties die ingedeeld zijn onder volgende rubriek : | |
| Nr. 74.70 : industriële reiniging (vaste installatie voor de | ou activités reprises à la rubrique n° 74.70 : Nettoyage industriel |
| schoonmaak van treinen, bussen, vliegtuigen, schepen, | (installation fixe pour le nettoyage des trains, autobus, avions, |
| vrachtwagentanks, vaten van commerciële en/of industriële aard) met | navires, citernes de camion, fûts à caractère commercial et/ou |
| uitzondering van het wassen van voertuigen. | industriel), à l'exclusion du lavage des véhicules. |
| Afdeling II . - Lozingsvoorwaarden | Section II . - Conditions de déversement |
| Onderafdeling I. - Voorwaarden voor lozingen in gewoon | Sous-section Ire. - Conditions de déversement en eaux de surface |
| oppervlaktewater | ordinaires |
Art. 2.Industrieel afvalwater dat in gewoon oppervlaktewater wordt |
Art. 2.Les eaux usées industrielles rejetées en eaux de surface |
| geloosd, voldoet aan de volgende voorwaarden : | ordinaires respectent les conditions suivantes : |
| 1° de pH-waarde ligt tussen 6.5 en 9. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6.5 et 9. Si les |
| gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
| natuurlijke pH waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
| ze hoger is dan 9 of lager dan 6.5; | s'il est supérieur à 9 ou inférieur à 6.5 peut être admis comme valeur |
| limite du pH des eaux déversées; | |
| 2° de biochemische zuurstofbehoefte over vijf dagen bij 20 °C en bij | 2° la demande biochimique en oxygène en cinq jours à 20 °C et en |
| aanwezigheid van allyl thio-ureum is niet hoger dan 30 mg per liter; | présence d'allyl thio-urée des eaux déversées ne peut dépasser 30 mg |
| d'oxygène par litre; | |
| 3° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 150 mg per liter; | 3° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 150 mg d'oxygène par litre; |
| 4° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 60 mg per liter; | 4° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 60 mg par litre; |
| 5° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 0,5 ml per | 5° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
| liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 0.5 ml par litre (au cours d'une sédimentation statique de 2 |
| 6° het gehalte aan niet-polaire koolwaterstoffen is niet hoger dan 15 mg per liter; | heures); 6° la teneur en hydrocarbures non polaires des eaux déversées ne peut dépasser 15 mg par litre; |
| 7° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | 7° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
| wasmiddelen is niet hoger dan 3 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par litre; |
| 8° het gehalte aan fosfaten is niet hoger dan 2 mg P per liter voor | 8° la teneur en phosphates des eaux déversées ne peut dépasser 2 mg P |
| elke lozing van 900 kg P of meer per maand voorafgaande aan de | par litre pour tout rejet supérieur ou égal à 900 kg P par mois avant |
| zuivering; | épuration; |
| 9° het gehalte aan ammoniumstikstof is niet hoger dan 5 mg N per liter | 9° la teneur en azote ammoniacal des eaux déversées ne peut dépasser 5 |
| voor elke lozing van 3 300 kg N-Kjeldahl of meer per maand | mg N par litre pour tout rejet supérieur ou égal à 3 300 kg N-Kjeldahl |
| voorafgaande aan de zuivering; | par mois avant épuration; |
| 10° het gehalte aan fenolen is niet hoger dan 1 mg per liter; | 10° la teneur en phénols des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg par |
| 11° het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden is niet hoger dan 0,1 mg | litre; 11° la teneur en cyanures facilement décomposables des eaux déversées |
| CN per liter; | ne peut dépasser 0.1 mg CN par litre; |
| 12° het gehalte aan vrij chloor is niet hoger dan 0,5 mg per liter; | 12° la teneur en chlore libre des eaux déversées ne peut dépasser 0.5 mg par litre; |
| 13° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 10 mg F | 13° la teneur en fluorures des eaux déversées ne peut dépasser 10 mg F |
| per liter; | par litre; |
| 14° het gehalte aan gechloreerde organische pesticiden is niet hoger | 14° la teneur en pesticides organochlorés des eaux déversées ne peut |
| dan 0,0003 mg per liter; | dépasser 0.003 mg par litre; |
| 15° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 1,5 mg Cr per | 15° la teneur en chrome total des eaux déversées ne peut dépasser 1.5 |
| liter; | mg Cr par litre; |
| 16° het gehalte aan zeswaardig chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per | 16° la teneur en chrome hexavalent des eaux déversées ne peut dépasser |
| liter; | 0.5 mg Cr par litre; |
| 17° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 2,5 mg Zn per liter; | 17° la teneur en zinc total des eaux déversées ne peut dépasser 2.5 mg Zn par litre; |
| 18° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 1 mg Pb per liter; | 18° la teneur en plomb total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg |
| 19° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 1 mg Ni per liter; | Pb par litre; 19° la teneur en nickel total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg Ni par litre; |
| 20° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,1 mg As per | 20° la teneur en arsenic total des eaux déversées ne peut dépasser 0.1 |
| liter; | mg As par litre; |
| 21° het gehalte aan totaal zilver is niet hoger dan 0,1 mg Ag per | 21° la teneur en argent total des eaux déversées ne peut dépasser 0.1 |
| liter; | mg Ag par litre; |
| 22° het gehalte aan totaal mangaan is niet hoger dan 1 mg Mn per | 22° la teneur en manganèse total des eaux déversées ne peut dépasser 1 |
| liter; | mg Mn par litre; |
| 23° het gehalte aan totaal seleen is niet hoger dan 0,1 mg Se per | 23° la teneur en sélénium total des eaux déversées ne peut dépasser |
| liter; | 0.1 mg Se par litre; |
| 24° het gehalte aan totaal ijzer is niet hoger dan 2 mg Fe per liter; | 24° la teneur en fer total des eaux déversées ne peut dépasser 2 mg Fe |
| 25° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 1 mg Cu per liter; | par litre; 25° la teneur en cuivre total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg Cu par litre; |
| 26° het gehalte aan totaal aluminium is niet hoger dan 2 mg Al per | 26° la teneur en aluminium total des eaux déversées ne peut dépasser 2 |
| liter; | mg Al par litre; |
| 27° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 2 mg Sn per liter; | 27° la teneur en étain total des eaux déversées ne peut dépasser 2 mg |
| 28° het gehalte aan boraten is niet hoger dan 3 mg per liter; | Sn par litre; 28° la teneur en borates des eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par |
| 29° het gehalte aan gechloreerde koolwaterstoffen is niet hoger dan | litre; 29° la teneur en hydrocarbures chlorés des eaux déversées ne peut |
| 0,5 mg per liter; | dépasser 0.5 mg par litre; |
| 30° de temperatuur is niet hoger dan 30 °C; | 30° la température des eaux déversées ne peut dépasser 30 °C; |
| 31° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan | 31° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou |
| duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; | autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante |
| puisse être constatée de manière non équivoque; | |
| 32° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen | 32° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, |
| contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les | |
| bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen | directives filles prises en application de cette directive, ainsi que |
| overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 | celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 |
| september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
| bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen; 33° bij een mogelijke aanwezigheid van één (meer) gevaarlijke stof(fen) in de lozingen, voorzien de bijzondere voorwaarden in een beperkte concentratie ervan. De beperking wordt vastgelegd naar gelang van het milieueffect dat eigen is aan die stof(fen). Vluchtige stoffen vallen onder de lozingsvoorwaarden die in acht genomen worden stroomopwaarts van elke installatie met beluchtingssysteem. Onderafdeling II. - Voorwaarden voor lozingen in openbare rioleringen | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux de surface contre la pollution causée par certaines substances dangereuses; 33° lorsqu'une ou des substance(s) dangereuse(s) est (sont) susceptible(s) d'être présente(s) dans les rejets, leur(s) concentration(s) sera (seront) limitée(s) dans les conditions particulières. Cette limitation sera établie au vu de l'impact environnemental spécifique à cette (ces) substance(s). Pour les substances volatiles, les conditions de rejet doivent être respectées en amont de tout dispositif faisant appel à une agitation à l'air libre des effluents. Sous-section II. - Conditions de déversement en égouts publics |
Art. 3.Industrieel afvalwater dat in openbare rioleringen geloosd |
Art. 3.Les eaux usées industrielles rejetées en égouts publics |
| wordt, voldoet aan de volgende voorwaarden : | respectent les conditions suivantes : |
| 1° de pH-waarde ligt tussen 6 en 9.5. Als het voortkomt uit het | 1° le pH des eaux déversées doit être compris entre 6 et 9.5. Si les |
| gebruik van gewoon oppervlaktewater en/of van grondwater, kan de | eaux déversées proviennent de l'utilisation d'une eau de surface |
| natuurlijke pH waarde als grenswaarde van de pH aangenomen worden als | ordinaire et/ou d'une eau souterraine, le pH naturel de ladite eau, |
| s'il est supérieur à 9.5 ou inférieur à 6 peut être admis comme valeur | |
| ze hoger is dan 9.5 of lager dan 6; | limite du pH des eaux déversées; |
| 2° de chemische zuurstofbehoefte is niet hoger dan 5 000 mg per liter; | 2° la demande chimique en oxygène des eaux déversées ne peut dépasser 5 000 mg d'oxygène par litre; |
| 3° het gehalte aan zwevende stoffen is niet hoger dan 1 000 mg per liter; | 3° la teneur en matières en suspension des eaux déversées ne peut dépasser 1 000 mg par litre; |
| 4° het gehalte aan bezinkbare stoffen is niet hoger dan 200 ml per | 4° la teneur en matières sédimentables des eaux déversées ne peut |
| liter (statische bezinking gedurende 2 uur); | dépasser 200 ml par litre (au cours d'une sédimentation statique de 2 |
| 5° het gehalte aan anionactieve, kationactieve en niet-ionogene | heures); 5° la teneur en détergents anioniques, cationiques et non-ioniques des |
| wasmiddelen is niet hoger dan 15 mg per liter; | eaux déversées ne peut dépasser 15 mg par litre; |
| 6° het gehalte aan chloriden is niet hoger dan 2 000 mg per liter; | 6° la teneur en chlorures des eaux déversées ne peut dépasser 2 000 mg par litre; |
| 7° het gehalte aan sulfaten is niet hoger dan 2 000 mg per liter; | 7° la teneur en sulfates des eaux déversées ne peut dépasser 2 000 mg |
| 8° het gehalte aan vlot ontleedbare cyaniden is niet hoger dan 0,1 mg | par litre; 8° la teneur en cyanures facilement décomposables des eaux déversées |
| CN per liter; | ne peut dépasser 0.1 mg CN par litre; |
| 9° het gehalte aan vrij chloor is niet hoger dan 0,5 mg per liter; | 9° la teneur en chlore libre des eaux déversées ne peut dépasser 0.5 |
| 10° het gehalte aan fluorhoudende stoffen is niet hoger dan 10 mg F | mg par litre; 10° la teneur en fluorures des eaux déversées ne peut dépasser 10 mg F |
| per liter; | par litre; |
| 11° het gehalte aan gechloreerde organische pesticiden is niet hoger | 11° la teneur en pesticides organochlorés des eaux déversées ne peut |
| dan 0,0003 mg per liter; | dépasser 0.003 mg par litre; |
| 12° het gehalte aan totaal chroom is niet hoger dan 1,5 mg Cr per | 12° la teneur en chrome total des eaux déversées ne peut dépasser 1.5 |
| liter; | mg Cr par litre; |
| 13° het gehalte aan zeswaardig chroom is niet hoger dan 0,5 mg Cr per | 13° la teneur en chrome hexavalent des eaux déversées ne peut dépasser |
| liter; | 0.5 mg Cr par litre; |
| 14° het gehalte aan totaal zink is niet hoger dan 2,5 mg Zn per liter; | 14° la teneur en zinc total des eaux déversées ne peut dépasser 2.5 mg Zn par litre; |
| 15° het gehalte aan totaal lood is niet hoger dan 1 mg Pb per liter; | 15° la teneur en plomb total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg |
| 16° het gehalte aan totaal nikkel is niet hoger dan 1 mg Ni per liter; | Pb par litre; 16° la teneur en nickel total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg Ni par litre; |
| 17° het gehalte aan totaal arseen is niet hoger dan 0,1 mg As per | 17° la teneur en arsenic total des eaux déversées ne peut dépasser 0.1 |
| liter; | mg As par litre; |
| 18° het gehalte aan totaal zilver is niet hoger dan 0,1 mg Ag per | 18° la teneur en argent total des eaux déversées ne peut dépasser 0.1 |
| liter; | mg Ag par litre; |
| 19° het gehalte aan totaal seleen is niet hoger dan 0,1 mg Se per | 19° la teneur en sélénium total des eaux déversées ne peut dépasser |
| liter; | 0.1 mg Se par litre; |
| 20° het gehalte aan totaal koper is niet hoger dan 1 mg Cu per liter; | 20° la teneur en cuivre total des eaux déversées ne peut dépasser 1 mg Cu par litre; |
| 21° het gehalte aan totaal tin is niet hoger dan 2 mg Sn per liter; | 21° la teneur en étain total des eaux déversées ne peut dépasser 2 mg |
| 22° het gehalte aan boraten is niet hoger dan 3 mg per liter; | Sn par litre; 22° la teneur en borates des eaux déversées ne peut dépasser 3 mg par |
| 23° het gehalte aan gechloreerde koolwaterstoffen is niet hoger dan | litre; 23° la teneur en hydrocarbures chlorés des eaux déversées ne peut |
| 0,5 mg per liter; | dépasser 0.5 mg par litre; |
| 24° de diameter van de zwevende stoffen bedraagt hoogstens 10 mm; | 24° la dimension des matières en suspension ne peut dépasser 10 mm de |
| 25° het gehalte aan met petroleumether extraheerbare stoffen is niet | diamètre; 25° la teneur en matières extractibles à l'éther de pétrole des eaux |
| hoger dan 500 mg per liter; | déversées ne peut dépasser 500 mg par litre; |
| 26° de temperatuur is niet hoger dan 45 °C; 27° het is vrij van oliën, vetten of andere zwevende stoffen waarvan duidelijk kan worden vastgesteld dat ze een zwevende laag vormen; 28° het bevat geen opgelost ontvlambaar of ontplofbaar gas, noch producten die het vrijmaken van dergelijke gassen kunnen veroorzaken; 29° het is, behoudens uitdrukkelijke toestemming, vrij van de stoffen bedoeld in richtlijn 76/464/EEG en in de dochterrichtlijnen genomen overeenkomstig voormelde richtlijn, alsook in het besluit van 12 september 2002 tot aanpassing van de lijst van de relevante stoffen | 26° la température des eaux déversées ne peut dépasser 45 °C; 27° les eaux déversées ne peuvent contenir des huiles, des graisses ou autres matières flottantes en quantités telles qu'une couche flottante puisse être constatée de manière non équivoque; 28° les eaux déversées ne peuvent contenir des gaz dissous inflammables ou explosifs ou des produits susceptibles de provoquer le dégagement de tels gaz; 29° les eaux déversées ne peuvent, sans autorisation expresse, contenir les substances visées par la directive 76/464/CEE et par les directives filles prises en application de cette directive, ainsi que celles visées par l'arrêté du Gouvernement wallon du 12 septembre 2002 visant à adapter la liste des substances pertinentes de l'arrêté du |
| bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 29 juni 2000 tot bescherming van het oppervlaktewater tegen verontreiniging door bepaalde gevaarlijke stoffen; 30° bij een mogelijke aanwezigheid van één (meer) gevaarlijke stof(fen) in de lozingen, voorzien de bijzondere voorwaarden in een beperkte concentratie ervan. De beperking wordt vastgelegd naar gelang van het milieueffect dat eigen is aan die stof(fen). Vluchtige stoffen vallen onder de lozingsvoorwaarden die in acht genomen worden stroomopwaarts van elke installatie met beluchtingssysteem. | Gouvernement wallon du 29 juin 2000 relatif à la protection des eaux de surface contre la pollution causée par certaines substances dangereuses; 30° lorsqu'une ou des substance(s) dangereuse(s) est (sont) susceptible(s) d'être présente(s) dans les rejets, leur(s) concentration(s) sera (seront) limitée(s) dans les conditions particulières. Cette limitation sera établie au vu de l'impact environnemental spécifique à cette (ces) substance(s). Pour les substances volatiles, les conditions de rejet doivent être respectées en amont de tout dispositif faisant appel à une agitation à l'air libre des effluents. |
| Onderafdeling III. - Referentievolumes | Sous-section III. - Volumes de référence |
Art. 4.De lozingsvoorwaarden voor de installaties bedoeld in artikel |
Art. 4.Les conditions de déversement pour les installations visées à |
| 1 worden vastgelegd op grond van het specifieke referentievolume van | l'article 1er du présent arrêté sont fixées en fonction du volume |
| 7,5 liter per vat. | spécifique de référence de 7.5 litres par fûts. |
| Onderafdeling IV. - Analyse- en monsternemingstechnieken | Sous-section IV. - Méthodes d'analyse et d'échantillonnage |
Art. 5.Voor de monsternemingen en de analyse van de gezamenlijke |
Art. 5.Les méthodes à suivre pour les échantillonnages ainsi que pour |
| parameters bedoeld in de artikelen 2 en 3 van deze sectorale | l'analyse de tous les paramètres repris dans les articles 2 et 3 de la |
| voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de technieken die tegenwoordig | présente condition sectorielle sont celles actuellement utilisées ou |
| toegepast worden of goedgekeurd zijn door het referentielaboratorium | approuvées par le laboratoire de référence de la Région wallonne. |
| van het Waalse Gewest. | Art. 6.La mesure du « métal total », pour les conditions des articles |
Art. 6.Wat betreft de voorwaarden bedoeld in de artikelen 2 en 3 van |
2 et 3 de la présente condition sectorielle, se fait sur échantillon |
| dit besluit, wordt « Totaal metaal » gemeten aan de hand van een | |
| ongefilterd monster, aangezuurd bij PH2. | non filtré, acidifié à pH 2. |
| Onderafdeling V. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen | Sous-section V. - Mesures transitoires, abrogatoires et finales |
Art. 7.Het koninklijk besluit van 4 augustus 1986 tot vaststelling |
Art. 7.L'arrêté royal du 4 août 1986 déterminant les conditions |
| van de sectoriële voorwaarden voor de lozing, in de gewone | sectorielles de déversement, dans les eaux de surface ordinaires et |
| oppervlaktewateren en in de openbare riolen, van afvalwater afkomstig | dans les égouts publics, des eaux usées provenant des installations |
| van de inrichtingen voor het reinigen van vaten wordt opgeheven. | pour le nettoyage des fûts est abrogé. |
Art. 8.Voor de inrichtingen die in werking zijn op de datum van |
Art. 8.Pour les établissements existant à l'entrée en vigueur du |
| inwerkingtreding van dit besluit, kan de bevoegde overheid voorzien in | présent arrêté, l'autorité compétente peut prescrire des conditions |
| particulières moins sévères que les présentes conditions sectorielles. | |
| voorwaarden die niet zo streng zijn als deze sectorale voorwaarden. | Néanmoins, ces conditions particulières seront au moins équivalentes à |
| Die bijzondere voorwaarden zijn hoe dan ook gelijk aan de vorige | l'autorisation antérieure. La durée de validité de ces conditions |
| vergunning. De geldigheidsduur ervan verstrijkt uiterlijk op 31 | particulières ne peut excéder le 31 octobre 2007. |
| oktober 2007. Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 2003. |
Art. 9.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er février 2003. |
Art. 10.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 10.Le Ministre de l'Environnement est chargé de l'exécution du |
| dit besluit. | présent arrêté. |
| Namen, 16 januari 2003. | Namur, le 16 janvier 2003. |
| De Minister-President, | Le Ministre-Président, |
| J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |
| De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, | Le Ministre de l'Aménagement du Territoire, de l'Urbanisme et de |
| l'Environnement, | |
| M. FORET | M. FORET |