← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering betreffende de minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleidingen in de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap "
| Besluit van de Vlaamse regering betreffende de minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleidingen in de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap | Arrêté du Gouvernement flamand relatif au volume minimum des formations continuées des enseignants dans les instituts supérieurs en Communauté flamande |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 22 JUNI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleidingen in de hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse regering, | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE 22 JUIN 1999. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif au volume minimum des formations continuées des enseignants dans les instituts supérieurs en Communauté flamande Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de | Vu le décret du 13 juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en |
| Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd, inzonderheid op artikel 40ter, | Communauté flamande, tel que modifié, notamment l'article 40ter, |
| ingevoegd bij het decreet van 16 april 1996; | inséré par le décret du 16 avril 1996; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van financiën, gegeven op 10 mei | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 10 mai 1999; |
| 1999; Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de | Vu la demande d'un traitement d'urgence, motivée par le fait que le |
| omstandigheid dat het decreet betreffende het onderwijs X van 18 mei | décret relatif à l'enseignement X du 18 mai 1999 introduit de |
| 1999 nieuwe voortgezette lerarenopleidingen invoegt en dat het voor | nouvelles formations continuées des enseignants et vu le fait qu'une |
| een goede organisatie van het academiejaar belangrijk is dat de | bonne organisation de l'année académique réclame que la durée minimale |
| minimale studieduur daarvan nog voor de aanvang van het academiejaar | d'études de ces formations soit agréée avant le début de l'année |
| wordt goedgekeurd; | académique; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juni 1999, met | Vu l'avis du Conseil d'Etat, donné le 8 juin 1999, par application de |
| toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde | l'article 84, premier alinéa, 2°, des lois coordonnées sur le Conseil |
| wetten op de Raad van State; | d'Etat; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; | Sur la proposition du Ministre flamand de l'Enseignement et de la |
| Na beraadslaging, | Fonction publique; |
| Après en avoir délibéré, | |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK I. De minimale studieomvang van de voortgezette | CHAPITRE Ier. Le volume minimum des formations continuées des |
| lerarenopleidingen | enseignants |
Artikel 1.De minimale studieomvang van de voortgezette |
Article 1er.Le volume minimum des formations continuées des |
| lerarenopleidingen bedoeld in de artikelen 20sexies en 20septies van | enseignants visé aux articles 20sexies et 20septies du décret du 13 |
| het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse | juillet 1994 relatif aux instituts supérieurs en Communauté flamande, |
| Gemeenschap, wordt vastgesteld als volgt : | est fixé comme suit : |
| 1° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 1° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| basiseducatie is gelijk aan 40 studiepunten; | 'éducation de base' est égal à 40 unités d'études; |
| 2° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding lager | 2° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| onderwijs voor kleuteronderwijzers(essen) is gelijk aan 60 studiepunten; | 'enseignement primaire' pour instituteurs(trices) préscolaires est égal à 60 unités d'études; |
| 3° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 3° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| kleuteronderwijs voor onderwijzers(essen) is gelijk aan 60 | 'enseignement préscolaire' pour instituteurs(trices) est égal à 60 |
| studiepunten; | unités d'études; |
| 4° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 4° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| lichamelijke opvoeding voor kleuteronderwijzers(essen) en | 'éducation physique' pour instituteurs(trices) préscolaires et |
| onderwijzers(essen) is gelijk aan 30 studiepunten; | instituteurs(trices) est égal à 30 unités d'études; |
| 5° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 5° Le volume minimum des formations continuées des enseignants 'morale |
| niet-confessionele zedenleer voor het lager onderwijs is gelijk aan 30 | non confessionnelle' pour l'enseignement primaire est égal à 30 unités |
| studiepunten; | d'études; |
| 6° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 6° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| godsdienst is gelijk aan 30 studiepunten; | 'religion' est égal à 30 unités d'études; |
| 7° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding voor | 7° Le volume minimum des formations continuées des enseignants 'cours |
| de algemene vakken in het eerste leerjaar B van het secundair | généraux' dans la première année B de l'enseignement secondaire et de |
| onderwijs en van het beroepsvoorbereidend leerjaar voor | l'année préparatoire à l'enseignement professionnel pour |
| onderwijzers(essen) is gelijk aan 30 studiepunten; | instituteurs(trices) est égal à 30 unités d'études; |
| 8° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding voor | 8° Le volume minimum des formations continuées des enseignants pour |
| de bijkomende uitdieping van een opleidingseenheid van de basiscluster | l'approfondissement supplémentaire d'une unité de formation du cluster |
| of voor Duits of chemie voor geaggregeerden voor het secundair | de base ou pour les cours d'allemand ou de chimie pour les agrégés de |
| onderwijs-groep 1 is gelijk aan 30 studiepunten; | l'enseignement secondaire - groupe 1 est égal à 30 unités d'études; |
| 9° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding lager | 9° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| onderwijs voor geaggregeerden voor het secundair onderwijs-groep 1 is | 'enseignement primaire' pour les agrégés de l'enseignement secondaire |
| gelijk aan 60 studiepunten; | groupe 1 est égal à 60 unités d'études; |
| 10° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 10° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| buitengewoon onderwijs is gelijk aan 60 studiepunten; | 'enseignement spécial' est égal à 60 unités d'études; |
| 11° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 11° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| muzische vorming is gelijk aan 30 studiepunten; | 'formation artistique' est égal à 30 unités d'études; |
| 12° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | 12° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| zorgverbreding en remediërend leren is gelijk aan 30 studiepunten; | 'encadrement renforcé et enseignement de rattrapage' est égal à 30 |
| 13° De minimale studieomvang van de voortgezette lerarenopleiding | unités d'études; 13° Le volume minimum des formations continuées des enseignants |
| intercultureel onderwijs is gelijk aan 30 studiepunten. | 'enseignement interculturel' est égal à 30 unités d'études. |
| HOOFDSTUK II. Opheffings- en slotbepalingen | CHAPITRE II. Dispositions abrogatoires et finales |
Art. 2.Het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 1997 |
Art. 2.L'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juillet 1997 relatif à |
| betreffende de omvang van de voortgezette lerarenopleidingen in de | la transformation des formations des enseignants des instituts |
| hogescholen van de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd door het | supérieurs en Communauté flamande, tel que modifié par l'arrêté du |
| besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998, wordt opgeheven met | Gouvernement flamand du 24 mars 1998, est abrogé à partir de l'année |
| ingang van het academiejaar 1999-2000. | académique 1999-2000. |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking met ingang van het academiejaar |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur à partir de l'année |
| 1999-2000, met uitzondering van artikel 1, 11°, 12° en 13° die | académique 1999-2000, à l'exception des points 11°, 12°, 13° de |
| uitwerking hebben met ingang van het academiejaar 1998-1999. | l'article 1er, qui produisent leurs effets à partir de l'année académique 1998-1999. |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
Art. 4.Le Ministre flamand compétent pour l'enseignement est chargé |
| de uitvoering van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 22 juni 1999. | Bruxelles, le 22 juin 1999. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
| De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, | Le Ministre flamand de l'Enseignement et de la Fonction publique, |
| E. BALDEWIJNS | E. BALDEWIJNS |