Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 octobre 2019 fixant les attributions des membres du Gouvernement flamand |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
18 MEI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het | 18 MAI 2022. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du |
besluit van de Vlaamse Regering van 2 oktober 2019 tot bepaling van de | Gouvernement flamand du 2 octobre 2019 fixant les attributions des |
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | membres du Gouvernement flamand |
Rechtsgrond | Fondement juridique |
Dit besluit is gebaseerd op: | Le présent arrêté est fondé sur : |
- het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse instellingen, | - le décret spécial du 7 juillet 2006 relatif aux institutions |
artikel 21. | flamandes, article 21. |
Vormvereiste | Formalité |
De volgende vormvereiste is vervuld: | La formalité suivante est remplie : |
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 17 mei 2022. | - l'Inspection des Finances a rendu un avis le 17 mai 2022. |
Initiatiefnemer | Initiateur |
Dit besluit wordt voorgesteld door de minister-president van de | Le présent arrêté est proposé par le Ministre-Président du |
Vlaamse Regering. | Gouvernement flamand. |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | LE GOUVERNEMENT FLAMAND ARRETE : |
Artikel 1.Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 |
Article 1er.L'article 3 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 2 |
oktober 2019 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de | octobre 2019 fixant les attributions des membres du Gouvernement |
Vlaamse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering | |
van 20 november 2020, wordt vervangen door wat volgt: | flamand, modifié par l'arrêté du Gouvernement flamand du 20 novembre |
2020, est remplacé par la disposition suivante : | |
" Art. 3.§ 1. Mevrouw Hilde Crevits, viceminister-president van de |
« Art. 3.§ 1er. Madame Hilde Crevits, vice-ministre-présidente du |
Vlaamse Regering, is bevoegd voor: | Gouvernement flamand, est compétente pour : |
1° het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, vermeld in | 1° le domaine politique du Bien-Etre, de la Santé publique et de la |
artikel 8 van het organisatiebesluit, met uitzondering van het | Famille, visé à l'article 8 de l'arrêté organisationnel, à l'exception |
armoedebeleid; | de la politique en matière de pauvreté ; |
2° de zeevisserij, vermeld in artikel 11 van het organisatiebesluit. | 2° la pêche en mer, visée à l'article 11 de l'arrêté organisationnel. |
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Elle porte le titre de « ministre flamande du Bien-Etre, de la Santé |
Gezin". | publique et de la Famille ». |
§ 2. Mevrouw Hilde Crevits is bevoegd voor het bestuur van of het | § 2. Madame Hilde Crevits est compétente pour l'administration ou la |
toezicht op de volgende instanties: | supervision des organismes suivants : |
1° het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen | 1° Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de |
de Actoren in de Zorg; | Actoren in de Zorg ; |
2° Zorg en gezondheid; | 2° Zorg en gezondheid ; |
3° OPZ Geel en Rekem; | 3° OPZ Geel en Rekem ; |
4° het agentschap Opgroeien; | 4° agentschap Opgroeien ; |
5° het Fonds Jongerenwelzijn; | 5° Fonds Jongerenwelzijn ; |
6° het agentschap Opgroeien Regie; | 6° agentschap Opgroeien Regie ; |
7° het Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader | 7° Vlaams Agentschap voor de Uitbetaling van Toelagen in het kader van |
van het Gezinsbeleid; | het Gezinsbeleid ; |
8° het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; | 8° Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap ; |
9° het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden; | 9° Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden ; |
10° het agentschap Vlaamse Sociale Bescherming; | 10° agentschap Vlaamse Sociale Bescherming ; |
11° het Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij en | 11° Financieringsinstrument voor de Vlaamse Visserij en |
Aquacultuursector; | Aquacultuursector ; |
12° het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, met dien | 12° Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, étant entendu que |
verstande dat deze bevoegdheid gedeeld wordt met de Vlaamse minister | cette compétence est partagée avec le ministre flamand de l'Economie, |
van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw.". | de l'Innovation, de l'Emploi, de l'Economie sociale et de l'Agriculture. ». |
Art. 2.In artikel 10, § 1 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 2.A l'article 10, § 1er, du même arrêté les modifications |
wijzigingen aangebracht: | suivantes sont apportées : |
1° aan het eerste lid wordt een punt 4° toegevoegd, dat luidt als | 1° l'alinéa premier est complété par un point 4°, rédigé comme suit : |
volgt: "4° het armoedebeleid, vermeld in artikel 8 van het | « 4° la politique en matière de pauvreté, visée à l'article 8 de |
organisatiebesluit."; | l'arrêté organisationnel. » ; |
2° het derde lid wordt vervangen door wat volgt: | 2° l'alinéa trois est remplacé par ce qui suit : |
"Hij draagt de titel "Vlaams minister van Brussel, Jeugd, Media en | « Il porte le titre de « ministre flamand des Affaires bruxelloises, |
Armoedebestrijding.". | de la Jeunesse, des Médias et de la Lutte contre la Pauvreté ». |
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10/1 ingevoegd, dat |
Art. 3.Dans le même arrêté, il est inséré un article 10/1, rédigé |
luidt als volgt: | comme suit : |
" Art. 10/1.§ 1. De heer Jo Brouns is bevoegd voor: |
« Art. 10/1.§ 1er. Monsieur Jo Brouns est compétent pour : |
1° het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie, vermeld in | 1° le domaine politique Economie, Sciences et Innovation, visé à |
artikel 6 van het organisatiebesluit; | l'article 6 de l'arrêté organisationnel ; |
2° het beleidsdomein Werk en Sociale Economie, vermeld in artikel 10 van het organisatiebesluit; | 2° le domaine politique Emploi et Economie sociale, visé à l'article 10 de l'arrêté organisationnel ; |
3° het beleidsdomein Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 11 van | 3° le domaine politique Agriculture et Pêche, visé à l'article 11 de |
het organisatiebesluit, met uitzondering van de zeevisserij. | l'arrêté organisationnel, à l'exception de la pêche en mer. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, | Il porte le titre de « ministre flamand de l'Economie, de |
Sociale Economie en Landbouw". | l'Innovation, de l'Emploi, de l'Economie sociale et de l'Agriculture |
§ 2. De heer Jo Brouns is bevoegd voor het bestuur van of het toezicht | ». § 2. Monsieur Jo Brouns est compétent pour l'administration ou la |
op de volgende instanties: | supervision des organismes suivants : |
1° het agentschap Innoveren en ondernemen; | 1° agentschap Innoveren en ondernemen ; |
2° de Limburgse Reconversiemaatschappij; | 2° Limburgse Reconversiemaatschappij ; |
3° de Participatiemaatschappij Vlaanderen; | 3° Participatiemaatschappij Vlaanderen ; |
4° de Vlaamse Participatiemaatschappij; | 4° Vlaamse Participatiemaatschappij ; |
5° de Vlaamse Milieuholding; | 5° Vlaamse Milieuholding ; |
6° het Fonds voor Innoveren en Ondernemen; | 6° Fonds voor Innoveren en Ondernemen ; |
7° het Fonds Wetenschappelijk onderzoek - Vlaanderen; | 7° Fonds Wetenschappelijk onderzoek - Vlaanderen ; |
8° het agentschap Plantentuin Meise; | 8° agentschap Plantentuin Meise ; |
9° de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek; | 9° Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek ; |
10° de Vlaamse dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; | 10° Vlaamse dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding ; |
11° het ESF-agentschap; | 11° ESF-agentschap ; |
12° het Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen; | 12° Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen ; |
13° het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds; | 13° Vlaams Landbouwinvesteringsfonds ; |
14° het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, met dien | 14° Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, étant entendu que |
verstande dat deze bevoegdheid gedeeld wordt met de Vlaamse minister | cette compétence est partagée avec la ministre flamande du Bien-Etre, |
van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; | de la Santé publique et de la Famille ; |
15° het Eigen Vermogen Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek; | 15° Eigen Vermogen Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek ; |
16° het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing.". | 16° Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing. ». |
Art. 4.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede "artikel |
Art. 4.A l'article 11 du même arrêté, le membre de phrase « articles |
2 tot en met 10" vervangen door de zinsnede "artikel 2 tot en met | 2 à 10 » est remplacé par le membre de phrase « articles 2 à 10/1 ». |
10/1". Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 18 mei 2022. |
Art. 5.Le présent arrêté entre en vigueur le 18 mai 2022. |
Art. 6.De minister-president van de Vlaamse Regering, bevoegd voor |
Art. 6.Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, ayant la |
het algemeen regeringsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. | politique générale du gouvernement dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Brussel, 18 mei 2022. | Bruxelles, le 18 mai 2022. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
J. JAMBON | J. JAMBON |