Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009, wat betreft de erkenning van beroepskwalificaties van onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 2009 relatif à la délivrance d'aide et de soins à domicile, en ce qui concerne la reconnaissance des qualifications professionnelles des ressortissants d'Etats membres de l'Espace économique européen |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID 15 JULI 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009, wat betreft de erkenning van beroepskwalificaties van onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte De Vlaamse Regering, | AUTORITE FLAMANDE 15 JUILLET 2016. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 2009 relatif à la délivrance d'aide et de soins à domicile, en ce qui concerne la reconnaissance des qualifications professionnelles des ressortissants d'Etats membres de l'Espace économique européen Le Gouvernement flamand, |
Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende de zorg- en | Vu le décret du 18 juillet 2008 relatif à la délivrance d'aide et de |
bijstandsverlening, artikel 5, tweede lid, en artikel 7; | soins, les articles 5, alinéa 2, et 7 ; |
Gelet op het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 27 mars 2009 relatif à la |
thuiszorg van 27 maart 2009; | délivrance d'aide et de soins à domicile ; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 maart 2016; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 25 mars 2016 ; |
Gelet op advies 59.334/3 van de Raad van State, gegeven op 25 mei | Vu l'avis 59.334/3 du Conseil d'Etat, donné le 25 mai 2016, en |
2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, des lois sur le |
op de Raad Van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Sur la proposition du Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé |
Gezin; | publique et de la Famille ; |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : Artikel 1.In artikel 8, § 1, van het besluit betreffende de zorg- en bijstandsverlening in de thuiszorg van 27 maart 2009 worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 1°, wordt de zinsnede ", dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau onmiddellijk voorafgaand aan het door de Vlaamse Gemeenschap vereiste beroepskwalificatieniveau" opgeheven; 2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "twee jaar voltijds" vervangen door de zinsnede "een jaar voltijds, of gedurende een daarmee in totaal overeenkomende periode op deeltijdse basis,"; 3° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: "De beroepsuitoefening gedurende een jaar, vermeld in het eerste lid, 2°, is niet vereist als de aanvrager met zijn opleidingstitel kan aantonen dat hij een gereglementeerde opleiding heeft afgerond.". Art. 2.In artikel 10, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden punt 1° en 2° vervangen door wat volgt: "1° wezenlijk verschillende vakken tijdens de opleiding; 2° wezenlijke verschillen in de beroepsinhoud die vereisen dat er een opleiding wordt gevolgd die betrekking heeft op vakken die wezenlijk verschillen van de vakken die vallen onder het bekwaamheidsattest of de opleidingstitel die is overgelegd.". Art. 3.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt de zin "Alleen als het beroep of de opleiding die tot het beroep toegang verleent, in die lidstaat niet gereglementeerd is, moeten ze tevens in die lidstaat tijdens de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste twee jaar het beroep hebben uitgeoefend." vervangen door de zin "Alleen als het beroep of het onderwijs en de opleiding die tot het beroep toegang verleent, in die lidstaat niet gereglementeerd is, moeten ze ook in een of meer lidstaten tijdens de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste een jaar het beroep hebben uitgeoefend."; 2° in het tweede lid wordt punt 4° vervangen door wat volgt: "4° als dat van toepassing is, een bewijs dat de betrokken persoon het beroep in de tien voorafgaande jaren gedurende ten minste een jaar heeft uitgeoefend op het grondgebied van een of meer lidstaten." 3° tussen het tweede lid en het derde lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt: "De aanvrager die al een schriftelijke verklaring heeft afgelegd bij de bevoegde autoriteit van een andere deelstaat van België moet de schriftelijke verklaring, vermeld in het tweede lid, niet bezorgen. Wanneer de reglementering van de deelstaat waar de schriftelijke verklaring werd afgelegd verschilt van de reglementering die van toepassing is in het Nederlandse taalgebied, moet de aanvrager de documenten, vermeld in het tweede lid, punt 1° tot en met 4°, bezorgen, voor zover die documenten nog niet werden bezorgd bij de schriftelijke verklaring die afgelegd werd." Art. 4.Dit besluit treedt in werking op de dag die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 15 juli 2016. De minister-president van de Vlaamse Regering, Geert BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
Arrête : Article 1er.A l'article 8, § 1er, de l'arrêté du 27 mars 2009 relatif à la délivrance d'aide et de soins à domicile sont apportées les modifications suivantes : 1° dans l'alinéa 1er, 1°, le membre de phrase « , qui est au moins équivalent au niveau précédant immédiatement le niveau de qualification professionnelle exigé par le Communauté flamande » est abrogé ; 2° dans l'alinéa 1er, 2°, les mots « à plein temps pendant deux ans » sont remplacés par le membre de phrase « à temps plein pendant un an, ou à temps partiel pendant une période globalement équivalente, » ; 3° l'alinéa 2 est remplacé par ce qui suit : « L'exercice de la profession pendant un an, visé à l'alinéa 1er, 2°, n'est pas exigé lorsque le demandeur peut démontrer à l'aide de son titre de formation qu'il a achevé une formation réglementée. ». Art. 2.Dans l'article 10, § 1er, du même arrêté, les points 1° et 2° sont remplacés par ce qui suit : « 1° des cours fondamentalement différents pendant la formation ; 2° des différences fondamentales de contenu professionnel, qui nécessitent de suivre une formation proposant des cours qui diffèrent fondamentalement de ceux relevant de l'attestation de compétences ou du titre de formation présentés. ». Art. 3.A l'article 12 du même arrêté sont apportées les modifications suivantes : 1° à l'alinéa 1er, la phrase « Au cas où la profession ou la formation qui donne accès à la profession n'est pas réglementée dans cet Etat membre, ils doivent également avoir exercé la profession dans cet Etat membre pendant au moins deux ans au cours des dix dernières années. » est remplacée par la phrase « Uniquement si la profession ou l'enseignement et la formation qui donnent accès à la profession ne sont pas réglementés dans cet Etat membre, ils doivent également avoir exercé la profession dans un ou plusieurs Etats membres pendant au moins un an au cours des dix années précédentes. » ; 2° dans l'alinéa deux, le point 4° est remplacé par ce qui suit : « 4° le cas échéant, une preuve que la personne concernée a exercé la profession pendant au moins un an au cours des dix années précédentes sur le territoire d'un ou plusieurs Etats membres. » 3° il est inséré un alinéa entre les alinéas 2 et 3, rédigé comme suit : « Un demandeur qui a déjà fait une déclaration écrite auprès de l'autorité compétente d'un autre état fédéré belge ne doit pas présenter la déclaration écrite, visée à l'alinéa 2. Si la réglementation de l'état fédéré où la déclaration écrite a été faite, diffère de celle applicable en région de langue néerlandaise, le demandeur doit présenter les documents, visés à l'alinéa 2, points 1° à 4°, sauf s'il les a déjà présentés lors de la déclaration écrite. » Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le jour suivant sa publication au Moniteur belge. Art. 5.Le Ministre flamand ayant l'assistance aux personnes dans ses attributions, est chargé de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 15 juillet 2016. Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Geert BOURGEOIS Le Ministre flamand du Bien-Etre, de la Santé publique et de la Famille, |
Jo VANDEURZEN | Jo VANDEURZEN |