← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer « Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen » "
| Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer « Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen » | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juin 1994 relatif à la gestion financière et matérielle du service à gestion séparée « Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen » |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE |
| 13 DECEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van | 13 DECEMBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté |
| het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 betreffende het | du Gouvernement flamand du 8 juin 1994 relatif à la gestion financière |
| financiële en materiële beheer van de Dienst met Afzonderlijk Beheer « | et matérielle du service à gestion séparée « Beheersdienst van het |
| Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te | Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen » (Service de |
| Antwerpen » | gestion du Musée royal des Beaux-Arts d'Anvers) |
| De Vlaamse regering, | Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot | Vu le décret du 25 juin 1992 contenant diverses mesures |
| begeleiding van de begroting 1992, inzonderheid op artikelen 62, 64 en | d'accompagnement du budget 1992, notamment les articles 62, 64 et 65; |
| 65; Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli | Vu les lois sur la comptabilité de l'Etat, coordonnées le 17 juillet |
| 1991, inzonderheid op artikel 140; | 1991, notamment l'article 140; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1994 | Vu l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juin 1994 relatif à la |
| betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst met | gestion financière et matérielle du service à gestion séparée « |
| Afzonderlijk Beheer « Beheersdienst van het Beheersdienst van het | Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te |
| Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen »; | Antwerpen »; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 november 2002; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 21 novembre 2002; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 6 december 2002; | Vu l'accord du Ministre flamand chargé du Budget, donné le 6 décembre |
| Gelet op het advies van de Raad van State; | 2002; Vu l'avis du Conseil d'Etat; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, | Sur la proposition du Ministre flamand des Affaires intérieures, de la |
| Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken en de Vlaamse minister van Financiën | Culture, de la Jeunesse et de la Fonction publique et du Ministre |
| en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening; | flamand des Finances et du Budget, de l'Innovation, des Médias et de |
| l'Aménagement du Territoire; | |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Artikel 5 van het besluit van de Vlaamse regering van 8 |
Article 1er.L'article 5 de l'arrêté du Gouvernement flamand du 8 juin |
| juni 1994 betreffende het financiële en materiële beheer van de Dienst | 1994 relatif à la gestion financière et matérielle du service à |
| met Afzonderlijk Beheer « Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor | gestion séparée « Beheersdienst van het Koninklijk Museum voor Schone |
| Schone Kunsten te Antwerpen » wordt vervangen door wat volgt : | Kunsten te Antwerpen », est remplacé par la disposition suivante : |
| « 1° vastleggingskredieten ten belope waarvan bedragen kunnen worden | Art. 5.Le budget des dépenses est établi suivant le régime des |
| crédits dissociés et contient les crédits suivants : | |
| vastgelegd op grond van verbintenissen die ontstaan of worden gesloten | « 1° Crédits d'engagment à concurrence desquels des montants peuvent |
| tijdens het begrotingsjaar, en voor de recurrente verbintenissen | être engagés du chef d'obligations nées ou contractées au cours de |
| waarvan de gevolgen zich over meerdere jaren voordoen, ten belope van | l'année budgétaire et pour des obligations récurrentes portant sur |
| de tijdens het begrotingsjaar opeisbare sommen; | plusieurs années, à concurrence des sommes exigibles au cours de |
| l'année budgétaire; | |
| 2° ordonnanceringskredieten ten belope waarvan tijdens het | 2° Crédits d'ordonnancement à concurrence desquels des montants |
| begrotingsjaar bedragen kunnen worden vereffend op grond van rechten | peuvent être liquidés au cours de l'année budgétaire en vertu de |
| vastgesteld ter uitvoering van vooraf vastgelegde verbintenissen. » | droits établis en exécution d'obligations contractés au préalable. » |
Art. 2.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat |
Art. 2.L'article 14 du même arrêté est remplacé par la disposition suivante : |
| volgt : « Art. 14.Op de begroting van een bepaald jaar worden de |
« Art. 14.les montants suivants sont imputés au budget d'une année |
| volgende sommen aangerekend : | déterminée : |
| 1° op het vastleggingkrediet : het bedrag van de verbintenissen | 1° sur le crédit d'engagement : le montant des obligations contractées |
| aangegaan tijdens het begrotingsjaar overeenkomstig de bepalingen van | au cours de l'année budgétaire, conformément aux dispositions de |
| artikel 5; | l'article 5; |
| 2° op het ordonnanceringskrediet : de sommen geordonnanceerd gedurende | 2° sur le crédit d'ordonnancement : les sommes ordonnancées au cours |
| het begrotingsjaar. » | de l'année budgétaire. » |
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003. |
Art. 3.Le présent arrêté entre en vigueur le 1er janvier 2003. |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Cultuur, en de Vlaamse |
Art. 4.Le Ministre flamand qui a la Culture dans ses attributions et |
| le Ministre flamand qui a les Finances et le Budget dans ses | |
| minister, bevoegd voor de Financiën en de Begroting zijn ieder wat hem | attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de |
| of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 13 december 2002. | Bruxelles, le 13 décembre 2002. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en | Le Ministre flamand des Finances et du Budget, de l'Innovation, des |
| Ruimtelijke Ordening, | Médias et de l'Aménagement du Territoire, |
| D. VAN MECHELEN | D. VAN MECHELEN |
| Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en | Le Ministre flamand des Affaires intérieures, de la Culture, de la |
| Ambtenarenzaken, | Jeunesse et de la Fonction publique, |
| P. VAN GREMBERGEN | P. VAN GREMBERGEN |