← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en de werkwijze van het Fonds voor Scheepsjongens "
| Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de samenstelling en de werkwijze van het Fonds voor Scheepsjongens | Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du Gouvernement flamand du 31 décembre 1975 réglant la composition et le fonctionnement du Fonds pour mousses |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE |
| 9 MEI 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het | 9 MAI 2003. - Arrêté du Gouvernement flamand modifiant l'arrêté du |
| koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van de | Gouvernement flamand du 31 décembre 1975 réglant la composition et le |
| samenstelling en de werkwijze van het Fonds voor Scheepsjongens | fonctionnement du Fonds pour mousses |
| De Vlaamse regering, | Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op de wet van 23 september 1931 betreffende de aanwerving van | Vu la loi du 23 septembre 1931 sur le recrutement du personnel de la |
| personeel ter zeevisserij, inzonderheid op artikel 3, vervangen bij de | pêche maritime, notamment l'article 3, remplacé par la loi du 13 août |
| wet van 13 augustus 1990 en gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998; | 1990 et modifié par la loi du 13 février 1998; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1975 tot regeling van | Vu l'arrêté royal du 31 décembre 1975 réglant la composition et le |
| de samenstelling en werkwijze van het Fonds voor Scheepsjongens, | fonctionnement du Fonds pour mousses, notamment l'article 19, remplacé |
| inzonderheid op artikel 19, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 | par l'arrêté royal du 4 mars 2001; |
| maart 2001; Overwegende dat aan de gewesten met ingang van 1 januari 2002 | Considérant que les compétences en matière de pêche maritime ont été |
| bevoegdheden op het gebied van zeevisserij zijn toegewezen; | attribuées aux régions à partir du 1er janvier 2002; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 18 juni 2002; | Vu l'accord du Ministre flamand compétent pour le budget, donné le 18 juin 2002; |
| Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering over het verzoek aan | Vu la délibération du Gouvernement flamand sur la demande d'avis à |
| de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand; | donner par le Conseil d'Etat dans un délai ne dépassant pas un mois; |
| Gelet op het advies 34.096/3 van de Raad van State, gegeven op 21 | Vu l'avis 34.096/3 du Conseil d'Etat, donné le 21 janvier 2003, par |
| januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de | application de l'article 84, premier alinéa, 1°, des lois coordonnées |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | sur le Conseil d'Etat; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, | Sur la proposition de la Ministre flamande de l'Environnement et de |
| l'Agriculture; | |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Artikel 19 van het koninklijk besluit van 31 december 1975 |
Article 1er.L'article 19 de l'arrêté royal du 31 décembre 1975 |
| tot regeling van de samenstelling en de werkwijze van het Fonds voor | réglant la composition et le fonctionnement du Fonds pour mousses, |
| Scheepsjongens, vervangen bij het koninklijk besluit van 4 maart 2001, | remplacé par l'arrêté royal du 4 mars 2001, est remplacé par ce qui |
| wordt vervangen door wat volgt : | suit; |
| « Artikel 19.§ 1. De bezoldiging wordt berekend per zeedag. |
« Article 19.§ 1. La rémunération est calculée par journée en mer. |
| § 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : | § 2. Pour l'application du présent arrêté, on entend par : |
| 1° zeedag : Een verblijf van ten minste vier uren op zee, in de loop van een kalenderdag en aan boord van een Belgisch vissersvaartuig. De uitvaart die over twee opeenvolgende kalenderdagen loopt, zonder op elk afzonderlijk vier uur te bereiken, wordt niettemin als één zeedag aangerekend indien deze uitvaart in totaal ten minste vier uur bedraagt. Voor de schepen die op ononderbroken wijze meer dan twee dagen op zee verblijven, worden de arbeidsuren ten belope van minder dan vier uur, gepresteerd op de dag van vertrek en op de dag van aankomst, samengeteld en als één zeedag aangerekend als ze in totaal ten minste vier uren bedragen. | 1° journée en mer : Un séjour d'au moins 4 heures en mer, dans le cours d'une journée civile et à bord d'un bateau de pêche belge. La sortie en mer se faisant sur deux jours civils consécutifs, sans pour autant atteindre 4 heures pendant chacune des journées séparées, est néanmoins portée en compte comme étant une journée en mer lorsque cette sortie dure au moins 4 heures. En ce qui concerne les bateaux restant en mer pour une période ininterrompue de deux jours, les heures de travail durant moins de quatre heures effectuées au jour de départ et au jour d'arrivée, sont additionnées et comptées comme étant une journée en mer lorsqu'elles durent au moins quatre heures. |
| 2° scheepsjongens : | 2° mousses : |
| a) de aangemonsterde schepelingen aan boord van een Belgisch | a) les marins enrôlés à bord d'un bateau de pêche belge qui n'ont pas |
| vissersvaartuig, die geen 20 jaar oud zijn en niet meer dan 499 | atteint l'âge de vingt ans et qui n'ont pas effectué plus de 499 jours |
| zeedagen gepresteerd hebben; | en mer; |
| b) de aangemonsterde schepelingen aan boord van een Belgisch | b) les marins enrôlés à bord d'un bateau de pêche belge qui répondent |
| vissersvaartuig, die beantwoorden aan de voorwaarden, gesteld in | |
| artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 augustus 1964 tot | aux conditions de l'article 2 de l'arrêté du 18 août 1964 fixant les |
| vaststelling van de voorwaarden onder dewelke kinderen van minder dan | conditions auxquelles les enfants de moins de quinze ans peuvent |
| vijftien jaar, arbeid aan boord van vissersvaartuigen mogen verrichten | effectuer du travail à bord de bateaux de pêche à conditions qu'ils |
| op voorwaarde dat zij in het bezit zijn van een certificaat van | soient porteurs d'un certificat d'élève-marin; |
| scheepsleerling; | |
| c) de aangemonsterde assistent-motorist aan boord van een Belgisch | c) l'assistant-motoriste enrôlé à bord d'un bateau de pêche belge de |
| vissersvaartuig van minder dan 750 PK, evenals de aangemonsterde | moins de 750 CH, ainsi que le deuxième assistant-motoriste enrôlé à |
| tweede assistent-motorist aan boord van een Belgisch visserijvaartuig | bord d'un bateau de pêche belge de 750 CH ou plus, qui n'ont pas |
| van 750 PK of meer, die geen 20 jaar oud zijn en niet meer dan 499 | atteint l'âge de 20 ans et n'ayant pas effectué plus de 499 jours en |
| zeedagen gepresteerd hebben. | mer. |
| § 3. De aangemonsterde schepelingen aan boord van een Belgisch | § 3. Les marins enrôlés à bord d'un bateau de pêche belge ayant |
| vissersvaartuig met een minimumleeftijd van 20 jaar, die geen 31 jaar | atteint l'âge minimum de vingt ans et qui n'ont pas encore atteint |
| oud zijn en niet meer dan 99 zeedagen gepresteerd hebben, komen | l'âge de 31 ans et qui n'ont pas effectué plus de 99 jours en mer, |
| eveneens ten laste van het Fonds voor Scheepsjongens. Deze | viennent également à charge du Fonds pour mousses. Ces marins enrôlés |
| aangemonsterde schepelingen mogen niet behoord hebben tot de scheepsjongens bedoeld in § 2, 2°, a) . | ne peuvent pas avoir appartenu aux mousses visés au § 2, 2°, a) . § 4. Pour que les mousses visés au § 2, 2° ainsi que les marins visés |
| § 4. Opdat de in § 2, 2° bedoelde scheepsjongens en de in § 3 bedoelde | au § 3 puissent acquérir leur droit de rémunération, le rôle |
| schepelingen hun rechten op bezoldiging zouden verwerven, moet de | |
| monsterrol uitdrukkelijk vermelden dat de aanmonstering ten laste komt | d'enrôlement doit explicitement mentionner que l'enrôlement vient à |
| van het Fonds voor Scheepsjongens. » | charge du Fonds pour mousses. » |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid is belast |
Art. 2.La Ministre flamande ayant la politique agricole dans ses |
| met de uitvoering van dit besluit. | attributions, est chargée de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 9 mei 2003. | Bruxelles, le 9 mai 2003. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, | La Ministre flamande de l'Environnement et de l'Agriculture, |
| V. DUA | V. DUA |