← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere voorwaarden en regels volgens welke subsidies worden verleend voor permanente vorming en opleiding voor werkenden en bedrijven, luik « Hefboomkrediet - Opleidingen » "
| Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere voorwaarden en regels volgens welke subsidies worden verleend voor permanente vorming en opleiding voor werkenden en bedrijven, luik « Hefboomkrediet - Opleidingen » | Arrêté du Gouvernement flamand établissant les conditions et les modalités d'octroi de subventions à la formation et l'éducation permanentes pour les travailleurs et entreprises, volet « Crédit levier - Formations » |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | AUTORITE FLAMANDE |
| 5 OKTOBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van | 5 OCTOBRE 2007. - Arrêté du Gouvernement flamand établissant les |
| de nadere voorwaarden en regels volgens welke subsidies worden | conditions et les modalités d'octroi de subventions à la formation et |
| verleend voor permanente vorming en opleiding voor werkenden en | l'éducation permanentes pour les travailleurs et entreprises, volet « |
| bedrijven, luik « Hefboomkrediet - Opleidingen » | Crédit levier - Formations » |
| De Vlaamse Regering, | Le Gouvernement flamand, |
| Gelet op het decreet van 8 december 2000 houdende diverse bepalingen, | Vu le décret du 8 décembre 2000 portant diverses mesures, notamment |
| inzonderheid op artikel 16; | l'article 16; |
| Gelet op het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de | Vu le décret du 8 novembre 2002 portant création de l'a.s.b.l. |
| vzw ESF-Agentschap, gewijzigd bij het decreet van 22 december 2006; | ESF-Agentschap (Agence FSE), modifié par le décret du 22 décembre |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 juli 2007; | 2006; Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 3 juillet 2007; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 19 juli 2007; | Vu l'accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 19 juillet 2007; |
| Gelet op het advies van de Raad van State nr. 43.539/1/V, gegeven op | Vu l'avis n° 43 539/1/V du Conseil d'Etat, donné le 21 août 2007, en |
| 21 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 1°, des lois |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | coordonnées sur le Conseil d'Etat; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; | Sur la proposition du Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement |
| Na beraadslaging, | et de la Formation; |
| Après délibération, | |
| Besluit : | Arrête : |
| HOOFDSTUK I. - Begrippen | CHAPITRE Ier. - Définitions |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, on entend par : |
| 1° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het | 1° le Ministre : le Ministre flamand chargé de la politique de |
| tewerkstellingsbeleid; | l'emploi; |
| 2° de administratie : het privaatrechtelijk vormgegeven extern | 2° l'administration : l'agence autonomisée externe de droit privé |
| verzelfstandigd agentschap ESF-Agentschap, vermeld in artikel 2, § 1, | 'ESF-Agentschap', visée à l'article 2, § 1er, du décret du 8 novembre |
| van het decreet van 8 november 2002 houdende de oprichting van de vzw | 2002 portant création de l'a.s.b.l. ESF-Agentschap (Agence FSE); |
| ESF-Agentschap; 3° kansengroepen : personen die behoren tot een van de volgende | 3° groupes à potentiel : les personnes appartenant à un des groupes de |
| groepen : | population suivants : |
| a) allochtoon : | a) allochtone : |
| 1) personen met een sociaal-culturele herkomst van een ander land die | a) les personnes ayant une provenance socioculturelle d'un autre pays |
| legaal in België verblijven, die al dan niet Belg zijn geworden en die | et séjournant légalement en Belgique, qui sont devenus belges ou non |
| bovendien aan een van de volgende voorwaarden voldoen : | et qui remplissent en outre l'une des conditions suivantes : |
| i) zij of hun ouders zijn in het kader van gastarbeid en volgmigratie | i) ces personnes ou leurs parents sont venus à notre pays en tant que |
| naar ons land gekomen; | travailleurs étrangers ou dans le cadre d'un regroupement familial; |
| ii) ze hebben de status van ontvankelijk verklaarde asielzoeker of van | ii) ont obtenu le statut de demandeur d'asile déclaré recevable ou de |
| vluchteling verkregen; | réfugié; |
| iii) ze hebben door regularisatie recht op verblijf in België | iii) elles ont acquis le droit de séjour en Belgique par la |
| verworven; | régularisation; |
| 2) personen die geen burger van de Europese Economische Ruimte zijn of | 2) les personnes qui ne sont pas citoyens de l'Espace économique |
| van wie minstens een van de ouders of twee van de grootouders geen | européen ou dont au moins un des parents ou deux des grands-parents ne |
| burger van de Europese Unie zijn; | sont pas citoyens de l'Union européenne; |
| b) personen met een arbeidshandicap : mensen met een aantasting van | b) personnes handicapées du travail : les personnes dont les |
| hun mentale, psychische, lichamelijke of zintuiglijke mogelijkheden, | possibilités mentales, psychiques, physiques ou sensorielles sont |
| voor wie het uitzicht op het verwerven en behouden van een | diminuées, ce qui réduit ou menace pour une durée prolongée et dans |
| arbeidsplaats en op vooruitgang op die plaats, langdurig en in | une mesure importante leurs perspectives d'obtenir et de maintenir un |
| belangrijke mate beperkt is of bedreigd wordt; | emploi et de progresser dans cet emploi; |
| c) ervaren werknemers : werknemers als vermeld in artikel 2, 2°, van | 6° travailleurs expérimentés : les travailleurs tels que visés à |
| het decreet van 8 mei 2002 houdende evenredige participatie op de | l'article 2, 2° du décret du 8 mai 2002 relatif à la participation |
| arbeidsmarkt, die ouder zijn dan 50 jaar en jonger dan 65 jaar; | proportionnelle au marché de l'emploi, âgés de 50 à 65 ans; |
| d) kortgeschoolden : personen die aan een van de volgende voorwaarden | d) de courte scolarisation : les personnes qui remplissent une des |
| voldoen : | conditions suivantes : |
| 1) ze zijn houder van ten hoogste een diploma van het lager secundair | 1) être titulaire au plus d'un diplôme de l'enseignement secondaire |
| onderwijs; | inférieur; |
| 2) ze zijn houder van een getuigschrift van een middenstandsopleiding; | 2) être titulaire d'un certificat d'une formation des classes moyennes; |
| 3) ze zijn houder van een niet erkend buitenlands diploma; | 3) être titulaire d'un diplôme étranger non agréé; |
| e) middengeschoolden : personen die houder zijn van ten hoogste een | e) de moyenne scolarisation : les personnes qui sont titulaires au |
| diploma van het hoger secundair onderwijs; | plus d'un diplôme de l'enseignement secondaire supérieur; |
| 4° sectorale opleidingsinstellingen : paritair beheerde sectorale | 4° les établissements de formation sectoriels : les établissements de |
| opleidingsinstellingen en fondsen voor bestaanszekerheid; | formation sectoriels et les fonds de sécurité d'existence qui sont |
| gérés paritairement; | |
| 5° ESF : Europees Sociaal Fonds; | 5° FSE : le Fonds social européen; |
| 6° RESOC : het regionaal sociaal-economisch overlegcomité, vermeld in | 6° RESOC : le Comité de Concertation socio-économique régional, cité à |
| artikel 1, 6°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 oktober | l'article 1er, 6°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 22 octobre |
| 2004 betreffende de erkenning en subsidiëring van regionale | 2004 relatif à l'agrément et au subventionnement de partenariats |
| samenwerkingsverbanden; | régionaux; |
| 7° SERR : de Sociaal-Economische Raad van de Regio, vermeld in artikel | 7° SERR : le Conseil socio-économique de la Région, cité à l'article |
| 12 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 betreffende | 12 de l'arrêté du Gouvernement flamand 7 mai 2004 relatif au statut, |
| het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van de erkende | au fonctionnement, aux tâches et aux compétences des partenariats |
| regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische raden van de | régionaux agréés, des conseils socio-économiques de la région et des |
| regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités; | comités de concertation socio-économiques régionaux; |
| 8° ERSV : het Erkend Regionaal Samenwerkingsverband, vermeld in | 8° ERSV : le Partenariat régional agréé, cité à l'article 3 de |
| artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 | l'arrêté du Gouvernement flamand du 7 mai 2004 relatif au statut, au |
| betreffende het statuut, de werking, de taken en de bevoegdheden van | fonctionnement, aux tâches et aux compétences des partenariats |
| de erkende regionale samenwerkingsverbanden, de sociaal-economische | régionaux agréés, des conseils socio-économiques de la région et des |
| raden van de regio en de regionale sociaal-economische overlegcomités; | comités de concertation socio-économiques régionaux; |
| 9° SERV : de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, opgericht bij | 9° SERV : le « Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen » (Conseil |
| het decreet van 7 mei 2004 inzake de Sociaal-Economische Raad van | socio-économique de la Flandre), créé par le décret du 7 mai 2004 sur |
| Vlaanderen; | le Conseil socio-économique de la Flandre; |
| 10° het Departement Werk en Sociale Economie : het Departement Werk en | 10° le Département de l'Emploi et de l'Economie sociale; le |
| Sociale Economie van de Vlaamse overheid; | Département de l'Emploi et de l'Economie sociale de l'Autorité |
| 11° het Departement Onderwijs : het Departement Onderwijs van de Vlaamse overheid; 12° het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie : het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid; 13° onderneming : de natuurlijke personen die koopman zijn of een zelfstandig beroep uitoefenen, handelsvennootschappen met rechtspersoonlijkheid, verenigingen zonder winstoogmerk met rechtspersoonlijkheid, de Europese economische samenwerkingsverbanden en de economische samenwerkingsverbanden; 14° sociale partners : de werkgevers-, middenstands-, landbouw- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd in de SERV; | flamande; 11° le Département de l'Enseignement : le Département de l'Enseignement de l'Autorité flamande; 12° le Département de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation : le Département de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation de l'Autorité flamande; 13° entreprise : les personnes physiques ayant la qualité de commerçant ou exerçant une profession indépendante, les sociétés commerciales dotées de la personnalité juridique, les associations sans but lucratif à responsabilité juridique, les groupements européens d'intérêt économique et les groupements d'intérêt économique; 14° partenaires sociaux : les organisations des employeurs, des classes moyennes, de l'agriculture et des travailleurs représentées au sein du SERV; |
| 15° VDAB : het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd | 15° VDAB : l'agence autonomisée externe de droit public « Vlaamse |
| agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, | Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding », créée par |
| opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting | l'article 3 du décret du 7 mai 2004 relatif à la création de l'agence |
| van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd | autonomisée externe de droit public 'Vlaamse Dienst voor |
| agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; | Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding'; |
| 16° het Subsidieagentschap : het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk | 16° l'Agence de subventionnement : la 'Vlaams Subsidieagentschap voor |
| en Sociale Economie, opgericht bij artikel 2 van het besluit van de | Werk en Sociale Economie', créée par l'article 2 de l'arrêté du |
| Vlaamse Regering van 21 oktober 2005 tot oprichting van het Vlaams | Gouvernement flamand du 21 octobre 2005 portant création de l'agence |
| Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie; | 'Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie'; |
| 17° Syntra Vlaanderen : het publiekrechtelijk vormgegeven extern | 17° Syntra Vlaanderen : l'agence autonomisée externe de droit public |
| verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming | 'Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen' (Agence |
| flamande de formation d'entrepreneurs - SYNTRA Vlaanderen), créée par | |
| Syntra Vlaanderen, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot | le décret du 7 mai 2004 portant création de l'agence autonomisée |
| oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern | |
| verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - | externe de droit public 'Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - |
| Syntra Vlaanderen' (Agence flamande pour la formation d'entrepreneurs | |
| Syntra Vlaanderen; | - Syntra Flandre); |
| 18° beroepsvereniging : een professionele vereniging opgericht | 18° association professionnelle : une association professionnelle |
| overeenkomstig de wet van 31 maart 1898 op de beroepsverenigingen of | créée conformément à la loi du 31 mars 1898 sur les unions |
| overeenkomstig de wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen | professionnelles ou conformément à la loi du 27 juin 1921 sur les |
| zonder winstoogmerk; | associations sans but lucratif; |
| 19° de regels van het Europees Sociaal Fonds : de | 19° les règles du Fonds social européen : les règles d'éligibilité, |
| subsidiabiliteitsregels, vermeld in Verordening (EG) nr. 1083/2006 van | |
| de Raad van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake het | visées au Règlement (CE) n° 1083/2006 du Conseil du 11 juillet 2006 |
| Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds | portant dispositions générales sur le Fonds européen de développement |
| en het Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. | régional, le Fonds social européen et le Fonds de cohésion, et |
| 1260/1999, in Verordening (EG) nr. 1081/2006 van het Europees | abrogeant le Règlement (CE) n° 1260/1999, au Règlement (CE) n° |
| Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende het Europees Sociaal | 1081/2006 du Parlement européen et du Conseil du 5 juillet 2006 |
| Fonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1784/1999 en in | relatif au Fonds social européen et abrogeant le Règlement (CE) n° |
| Verordening (EG) nr. 1828/2006 van de Commissie van 8 december 2006 | 1784/1999, et au Règlement (CE) n° 1828/2006 de la Commission du 8 |
| tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. | décembre 2006 portant modalités d'application du Règlement (CE) n° |
| 1083/2006 van de Raad houdende algemene bepalingen inzake het Europees | 1083/2006 du Conseil portant dispositions générales sur le Fonds |
| Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het | européen de développement régional, le Fonds social européen et le |
| Cohesiefonds, en van Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees | Fonds de cohésion, et du Règlement (CE) n° 1080/2006 du Parlement |
| Parlement en de Raad betreffende het Europees Fonds voor Regionale | européen et du Conseil relatif au Fonds européen de développement |
| régional et reprises dans les critères pour la Flandre fixés par le | |
| Ontwikkeling en opgenomen in de criteria voor Vlaanderen, bepaald door | 'Vlaams Monitoringscomité' (Comité flamand de monitoring), visé à |
| het Vlaams Monitoringscomité, vermeld in artikel 3 van dit besluit. » | l'article 3 du présent arrêté. » |
| HOOFDSTUK II. - Organisatie | CHAPITRE II. - Organisation |
Art. 2.De administratie stelt de diensten, uitrusting, installaties |
Art. 2.§ 1er. L'administration met à disposition les services, |
| en personeelsleden ter beschikking, die noodzakelijk zijn om een | équipements, installations et membres du personnel nécessaires à la |
| efficiënte uitvoering van dit besluit te verzekeren. | mise en oeuvre efficace du présent arrêté. |
Art. 3.§ 1. Er wordt een ad hoc commissie opgericht, genaamd Vlaams monitoringscomité. Het Vlaams Monitoringscomité bestaat uit : 1° zes vertegenwoordigers van de Vlaamse sociale partners, voorgedragen door de SERV; 2° een vertegenwoordiger van het Departement Werk en Sociale Economie; 3° een vertegenwoordiger van het Departement Onderwijs en Vorming; 4° een vertegenwoordiger van het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie; |
Art. 3.§ 1er. Une commission ad hoc, dénommée 'Vlaams monitoringscomité' (Comité flamand de monitoring) est créée. Le Comité flamand de monitoring se compose de : 1° six représentants des partenaires sociaux flamands proposés par le SERV; 2° un représentant du Département de l'Emploi et de l'Economie sociale; 3° un représentant du Département de l'Enseignement et de la Formation; 4° un représentant du Département de l'Economie, des Sciences et de l'Innovation; |
| 5° een vertegenwoordiger van het Subsidieagentschap; | 5° un représentant de l'Agence de subventionnement; |
| 6° een vertegenwoordiger van de SERV; | 6° un représentant du SERV; |
| 7° een vertegenwoordiger van Syntra Vlaanderen; | 7° un représentant de 'Syntra Vlaanderen'; |
| 8° twee vertegenwoordigers van de VDAB; | 8° deux représentants du VDAB; |
| 9° twee vertegenwoordigers van de administratie; | 9° deux représentants de l'administration; |
| 10° een vertegenwoordiger van de niet-gouvernementele organisaties die | 10° un représentant des organisations non gouvernementales ayant une |
| beschikken over expertise met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid; | expertise en matière de la politique du marché du travail; |
| 11° een vertegenwoordiger van de Vereniging van Vlaamse Steden en | 11° un représentant de la 'Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten' |
| Gemeenten; | (Association des Villes et Communes flamandes); |
| 12° een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor het Onderwijs; | 12° un représentant du Ministre chargé de l'Enseignement; |
| 13° een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor de | 13° un représentant du Ministre chargé de l'Emploi; |
| Werkgelegenheid; | |
| 14° een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor de Sociale | 14° un représentant du Ministre chargé de l'Economie sociale; |
| economie; 15° een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor de Economie; | 15° un représentant du Ministre chargé de l'Economie; |
| 16° een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor het Buitenlands beleid; | 16° un représentant du Ministre chargé de la Politique extérieure; |
| 17° een vertegenwoordiger van de minister-president van de Vlaamse Regering. | 17° un représentant du Ministre-Président du Gouvernement flamand. |
| Aan de vergaderingen kunnen een vertegenwoordiger van de Europese | Un représentant de la Commission européenne, de l'autorité de |
| Commissie, van de certificiëringsautoriteit, van de auditautoriteit, | certification, de l'autorité d'audit et des experts peuvent assister |
| en deskundigen deelnemen met raadgevende stem. | avec voix consultative aux réunions. |
| § 2. Het Vlaams monitoringscomité heeft als opdracht de beslissingen | § 2. Le Comité flamand de monitoring a pour mission d'approuver les |
| décisions prises et les classifications attribuées conformément à | |
| en rangschikkingen die overeenkomstig artikel 8 van dit besluit worden | l'article 8 du présent arrêté ou, si le collège d'évaluation, visé à |
| verstrekt te bekrachtigen of, indien het evaluatiecollege, vermeld in | |
| artikel 8 van dit besluit, geen overeenstemming bereikt, zelf een | l'article 8 du présent arrêté, ne parvient pas à un accord, de |
| rangschikking en besluit te formuleren over de ontvankelijk verklaarde | proposer une classification et de décider lui-même sur les demandes |
| aanvragen. | déclarées éligibles. |
| § 3. Het Vlaams monitoringscomité beslist bij consensus. | § 3. Le Comité flamand de monitoring décide par consensus. |
| § 4. Het Vlaams monitoringscomité stelt een huishoudelijk reglement | § 4. Le Comité flamand de monitoring établit un règlement d'ordre |
| op, dat wordt bekrachtigd door de minister. | intérieur et le soumet à l'approbation du Ministre. |
| § 5. Het Vlaams monitoringscomité kan één of meer van zijn taken | § 5. Le Comité flamand de monitoring peut déléguer une ou plusieurs de |
| delegeren aan werkgroepen die zijn samengesteld uit zijn leden, en die | ses tâches aux groupes de travail qui sont composés de ses membres et |
| thematische, horizontale, evaluatie- of geschillencommissies genoemd | sont dénommés commissions thématiques, horizontales, d'évaluation ou |
| worden. | des litiges. |
| HOOFDSTUK III. - Subsidies inzake opleidingen | CHAPITRE III. - Subventions en matière de formations |
Art. 4.Binnen de beschikbare begrotingskredieten, die bestemd zijn |
Art. 4.Dans les limites des crédits budgétaires disponibles, qui sont |
| voor de toekenning van subsidies inzake opleidingsprojecten, kunnen | destinés à l'octroi de subventions à des projets de formation, des |
| subsidies worden toegekend aan projecten die voldoen aan de in dit | subventions peuvent être octroyées aux projets répondant aux |
| hoofdstuk gestelde voorwaarden. | conditions prescrites par le présent chapitre. |
| Afdeling 1. - Ontvankelijkheidscriteria | Section 1re. - Critères d'éligibilité |
Art. 5.De administratie onderzoekt de ingediende aanvragen op hun |
Art. 5.L'administration vérifie si les demandes introduites satisfont |
| overeenstemming met de ontvankelijkheidscriteria, vermeld in artikelen 6 en 7 van dit besluit. | aux critères d'éligibilité prévus par les articles 6 et 7 du présent arrêté. |
Art. 6.De aanvragers dienen een gestandaardiseerd aanvraagformulier |
Art. 6.Les demandeurs introduisent un formulaire de demande |
| in bij de administratie. De administratie stelt de nadere voorwaarden | standardisé auprès de l'administration. Les modalités relatives au |
| voor de inhoud en de indiening van dit aanvraagformulier vast. | contenu et au dépôt de ce formulaire de demande sont fixées par |
| l'administration. | |
| Dit aanvraagformulier bevat onder meer volgende gegevens : | Ce formulaire de demande contient les informations suivantes : |
| 1° de behoeften waarop het project inspeelt; | 1° les besoins auxquels le projet répond; |
| 2° in voorkomend geval, de partners; | 2° le cas échéant, les partenaires; |
| 3° het inhoudelijk programma; | 3° le programme sur le plan du contenu; |
| 4° het tijdspad van het project en, in voorkomend geval, de | 4° l'échelonnement du projet et, le cas échéant, les différentes |
| verschillende fasen; | phases; |
| 5° het beoogde resultaat; | 5° le résultat escompté; |
| 6° de methodiek; | 6° la méthode; |
| 7° het budget. | 7° le budget. |
Art. 7.§ 1. Ondernemingen, andere dan natuurlijke personen, kunnen |
Art. 7.§ 1er. Des entreprises, autres que des personnes physiques, |
| een aanvraag indienen voor de subsidiëring van opleidingsprojecten | peuvent introduire une demande de subventionnement de projets de |
| binnen de eigen onderneming. Voor die sectoren die met de Vlaamse | formation à l'intérieur de leur entreprise. Pour les secteurs ayant |
| Regering een sectorconvenant hebben afgesloten kunnen sectorale | conclu avec le Gouvernement flamand un accord de secteur, les organes |
| organen met rechtspersoonlijkheid, zoals sectorale | sectoriels dotés de la personnalité juridique tels que les |
| opleidingsinstellingen en beroepsverenigingen, eveneens een aanvraag | établissements de formation sectoriels et les associations |
| indienen voor de subsidiëring van opleidingsprojecten binnen | professionnelles, peuvent également introduire une demande de |
| ondernemingen, op voorwaarde dat deze organen of beroepsverenigingen | subventionnement de projets de formation à l'intérieur d'entreprises, |
| deze opleidingsprojecten begeleiden en coördineren. Voor sectorale | à condition que ces organes ou associations professionnelles encadrent |
| organen die niet paritair zijn samengesteld geldt de voorwaarde dat | et coordonnent ces projets de formation. Les organes sectoriels |
| n'étant pas composés paritairement sont subordonnés à la condition | |
| zij voor het indienen van deze aanvraag de instemming voorleggen van | qu'ils doivent, avant l'introduction de leur demande, soumettre |
| het paritair comité van de desbetreffende sector. | l'approbation du comité paritaire du secteur concerné. |
| § 2. De projecten dienen gericht te zijn op de opleidingsbehoeften van | § 2. Les projets doivent être axés sur les besoins de formation de |
| werknemers die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 5 | travailleurs qui relèvent du champ d'application de la loi du 5 |
| december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de | décembre 1968 relative aux conventions collectives du travail et aux |
| paritaire comités of op de opleidingsbehoeften van zelfstandigen. | comités paritaires ou sur les besoins de formation d'indépendants. |
| De projecten dienen betrekking te hebben op algemene opleidingen zoals | Les projets doivent concerner des formations générales telles que |
| gedefinieerd in de Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van | définies par le Règlement (CE) n° 68/2001 de la Commission du 12 |
| 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 | janvier 2001 concernant l'application des articles 87 et 88 du traité |
| van het EG-verdrag op opleidingssteun en dienen betrekking te hebben | CE aux aides à la formation et doivent porter sur au moins dix |
| op minstens tien deelnemers, waarbij per deelnemer wordt voorzien in | participants, chacun bénéficiant d'une formation d'au moins six |
| een opleiding van ten minste zes uur. | heures. |
| § 3. De aanvrager beschikt over het kwaliteitslabel, vermeld in | § 3. Le demandeur dispose du label de qualité visé à l'article 6, § 3, |
| artikel 6, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli | de l'arrêté du Gouvernement flamand du 24 juillet 2001 relatif aux |
| 2001 betreffende de voorwaarden en de procedure tot toewijzing, | conditions et à la procédure d'octroi, de modification et de retrait |
| wijziging en intrekking van projectgebonden subsidies uit het Europees | de subventions de projet du Fonds social européen en ce qui concerne |
| Sociaal Fonds met betrekking tot doelstelling 3, zwaartepunten 1 en 2, | l'objectif n° 3, axes prioritaires 1 et 2, ou obtient ce label de |
| of behaalt dat kwaliteitslabel onder de door de administratie | qualité aux conditions fixées par l'administration. |
| vastgestelde voorwaarden. § 4. De aanvrager verbindt zich ertoe de resultaten van het | § 4. Le demandeur s'engage à mettre les résultats du projet approuvé à |
| goedgekeurde project ter beschikking te stellen van het publiek, onder | la disposition du public, aux conditions fixées par le Comité flamand |
| de door het Vlaams monitoringscomité vastgestelde voorwaarden. | de monitoring. |
| § 5. De aanvrager verbindt zich ertoe aan elke deelnemer van elke | § 5. Le demandeur s'engage à délivrer à chaque participant de chaque |
| opleidingsactie een leerbewijs uit te reiken waarin de gevolgde | action de formation une attestation d'apprentissage, traduisant les |
| opleidingen naar competenties worden vertaald. | formations suivies en des compétences acquises. |
| § 6. In het project moet minstens tachtig procent van de deelnemers | § 6. Au moins quatre-vingt pour cent des participants au projet |
| tot een kansengroep behoren ofwel moet per opleidingsactie minstens | doivent appartenir à un groupe à potentiel, ou bien au moins cinquante |
| vijftig procent van de deelnemers tot een kansengroep behoren. | pour cent des participants par action de formation doivent appartenir |
| à un groupe à potentiel. | |
| § 7. Indien de aanvrager een onderneming is, beschikt die over een | § 7. Si le demandeur est une entreprise, celle-ci dispose d'un plan de |
| strategisch opleidingsplan voor de onderneming, waarbij wordt | formation stratégique pour l'entreprise, démontrant que le projet de |
| aangetoond dat het opleidingsproject past binnen dat strategisch | formation cadre parfaitement dans le plan de formation stratégique. Si |
| opleidingsplan. Indien de aanvrager een sectoraal orgaan met | le demandeur est un organe sectoriel doté de la personnalité |
| rechtspersoonlijkheid is, beschikt hij over een uitgewerkt strategisch | juridique, il dispose d'un plan stratégique développé pour les besoins |
| plan voor de opleidingsbehoeften binnen de sector. Daarbij wordt | de formation au sein du secteur, démontrant que les activités de |
| aangetoond dat de opleidingsactiviteiten van dit project passen binnen die analyse. | formation du projet en question s'inscrivent dans cette analyse. |
| § 8. Indien de aanvraag wordt ingediend door een onderneming, dient | § 8. Si la demande est introduite par une entreprise, la demande doit |
| bij de aanvraag de goedkeuring van het project door de | |
| ondernemingsraad of, bij ontstentenis daarvan, van de betrokken | être assortie de l'approbation du projet par le conseil d'entreprise |
| syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis daarvan, van het bevoegde | ou, à défaut de celui-ci, par la délégation syndicale intéressée ou, à |
| SERR, worden gevoegd. | défaut de celle-ci, par le SERR compétent. |
| Afdeling 2. - Beoordelingscriteria | Section 2. - Critères d'appréciation |
Art. 8.§ 1. Het Vlaams monitoringscomité stelt een evaluatiecollege |
Art. 8.§ 1er. Le Comité flamand de monitoring désigne un collège |
| aan dat bestaat uit minstens twee onafhankelijke beoordelaars en een | d'évaluation qui se compose d'au moins deux évaluateurs indépendants |
| vertegenwoordiger van de administratie. Dat evaluatiecollege | et d'un représentant de l'administration. Ce collège d'évaluation |
| beoordeelt de ontvankelijk verklaarde aanvragen op hun inhoudelijke en | apprécie les demandes déclarées éligibles sur leurs qualités de fond |
| financiële kwaliteiten op basis van de volgende criteria : | et financières, au vu des critères suivants : |
| 1° de relevantie van het project ten aanzien van het beleid en de | 1° la pertinence du projet à l'égard de la politique et des |
| belanghebbenden, waaronder de aandacht voor de tewerkstelling van | intéressés, notamment en accordant une attention particulière à |
| kansengroepen. | l'emploi des groupes à potentiel. |
| 2° de haalbaarheid van het project ten aanzien van de doelen, het | 2° la faisabilité du projet au regard des objectifs, du programme de |
| werkprogramma en de duurzaamheid. | travail et de la durabilité. |
| 3° het beheer van het project ten aanzien van management, opvolging en | 3° la gestion du projet au niveau du management, du suivi et de |
| evaluatie, waarbij onder meer rekening kan worden gehouden met de | l'évaluation, tout en tenant compte éventuellement de la présence d'un |
| aanwezigheid van een cliënt opvolgingssysteem. | système de suivi des clients. |
| Het evaluatiecollege rangschikt de ontvankelijk verklaarde aanvragen | Le collège d'évaluation établit une classification des demandes |
| op basis van de bovenvermelde criteria, stelt een gemotiveerd advies | déclarées éligibles sur la base des critères susmentionnés, formule un |
| op en legt deze rangschikking en dat advies ter bekrachtiging voor aan | avis motivé et soumet cette classification et cet avis à l'approbation |
| het Vlaams monitoringscomité. Indien het evalutiecollege geen | du Comité flamand de monitoring. Si le collège d'évaluation ne |
| overeenstemming bereikt over de rangschikking en het gemotiveerd | parvient pas à un accord sur la classification et l'avis motivé des |
| advies van de ontvankelijk verklaarde aanvragen, beslist het Vlaams | demandes déclarées éligibles, c'est le Comité flamand de monitoring |
| monitoringscomité, overeenkomstig artikel 3, § 2, van dit besluit. | qui prend une décision conformément à l'article 3, § 2, du présent arrêté. |
| § 2. De termijn tussen het indienen van de aanvraag bij de | § 2. Le délai entre le dépôt de la demande auprès de l'administration |
| administratie en de beslissing van het Vlaams monitoringscomité | et la décision du Comité flamand de monitoring conformément à |
| overeenkomstig artikel 3, § 2, bedraagt maximaal drie maanden. | l'article 3, § 2, est de trois mois au maximum. |
| Afdeling 3. - Subsidiëringsbedragen | Section 3. - Montants des subventions |
Art. 9.De subsidie, vermeld in artikel 7 van dit besluit, bedraagt |
Art. 9.La subvention visée à l'article 7 du présent arrêté s'élève au |
| maximaal 500.000 euro per aanvrager, inclusief de eventuele | maximum à 500.000 euros par demandeur, y compris la subvention |
| subsidiëring, verkregen vanuit het ESF, zelfs als de aanvrager in de | éventuelle obtenue du FSE, même dans les cas où celui-ci introduit |
| loop van dezelfde indieningsronde meerdere aanvragen in het kader van | plusieurs demandes dans le cadre de la présente section au cours du |
| deze afdeling indient. | même tour d'introduction. |
Art. 10.Alleen de eerste vierentwintig maanden die volgen op de dag |
Art. 10.Seuls les vingt-quatre premiers mois suivant le jour de |
| van het opstarten van een project, zijn subsidiabel. | démarrage d'un projet sont subventionnables. |
| Op schriftelijk verzoek van de aanvrager kan het Vlaams | Sur demande écrite du demandeur, le Comité flamand de monitoring peut |
| monitoringscomité beslissen om de subsidiabele periode te verlengen | décider de prolonger la période subventionnable de six mois au |
| met maximaal zes maanden. Het gemotiveerde verzoek moet, op straffe | maximum. La demande motivée est introduite, sous peine |
| van onontvankelijkheid, bij de administratie te worden ingediend | d'irrecevabilité, auprès de l'administration au plus tard deux mois |
| uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van de termijn van | avant l'expiration du délai de vingt-quatre mois. |
| vierentwintig maanden. | |
Art. 11.De subsidieerbare basis omvat alle kosten die toegestaan zijn |
La base subventionnable comprend tous les frais admis par le Règlement |
| door de Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari | (CE) n° 68/2001 de la Commission du 12 janvier 2001 concernant |
| 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het | l'application des articles 87 et 88 du traité CE aux aides à la |
| EG-verdrag op de opleidingssteun (gepubliceerd in PB L 10 van 13 | formation (publiées au JO L10 du 13 janvier 2001, p. 20) et par les |
| januari 2001, blz. 20) en door de regels van het Europees Sociaal | règles du Fonds social européen. |
| Fonds. Voor projecten, ingediend door aanvragers waarop de Verordening (EG) | Pour les projets introduits par des demandeurs auxquels s'applique le |
| nr. 68/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de | Règlement (CE) n° 68/2001 de la Commission du 12 janvier 2001 |
| toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op de | concernant l'application des articles 87 et 88 du traité CE aux aides |
| opleidingssteun (gepubliceerd in PB L 10 van 13 januari 2001, blz. 20) | à la formation (publiées au JO L10 du 13 janvier 2001, p. 20), |
| van toepassing is, bevat de privaatrechtelijke inbreng minimaal het percentage, berekend ten opzichte van de totale projectkosten, dat van toepassing is overeenkomstig artikel 4, derde lid, van die Verordening. De loonkosten van de aanvragers worden tot een bedrag van maximaal vijftig procent van de totale kostprijs opgenomen in de subsidieerbare basis, maar ze komen zelf niet in aanmerking voor subsidiëring. Als een sectoraal orgaan met rechtspersoonlijkheid, zoals een sectorale opleidingsinstelling, een aanvraag indient, financiert deze aanvrager minimaal twintig procent van de projectkosten. Op het resterende bedrag van de subsidieerbare basis kunnen Vlaamse en ESF-subsidies worden toegestaan, voor zover deze beantwoorden aan de regelgeving inzake het ESF. Indien twee of meer projecten of aanvragers een gelijke rangschikking verkrijgen en het budget ontoereikend is om al deze gelijk gerangschikte projecten te subsidiëren, wordt het resterende budget pondspondsgewijs verdeeld onder die projecten of aanvragers. Art. 12.De aanvrager dient minstens jaarlijks en uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de subsidiabele uitvoeringstermijn van |
l'apport de droit privé comprend au moins le pourcentage, calculé par rapport aux frais de projet globaux, qui s'applique conformément à l'article 4, troisième alinéa, dudit Règlement. Les frais salariaux des demandeurs sont repris à concurrence d'un montant d'au maximum cinquante pour cent du coût total repris dans la base subventionnable, mais ne sont pas admissibles aux subventions. Dans la mesure où un organe sectoriel doté de la personnalité juridique, tel qu'un établissement de formation sectoriel, introduit une demande, ce demandeur finance au minimum vingt pour cent des frais de projet. Pour le montant restant de la base subventionnable, des subventions flamandes et du FSE peuvent être admises, dans la mesure où celles-ci sont conformes à la réglementation relative au FSE. Si deux ou plusieurs projets ou demandeurs obtiennent un classement égal et le budget est insuffisant pour subventionner tous ces projets également classés, le budget restant est réparti au prorata parmi ces projets ou demandeurs. Art. 11.Au moins tous les ans et au plus tard trois mois après l'expiration du délai d'exécution subventionnable du projet, le |
| het project bij de administratie een rapport in dat onder meer een | demandeur soumet à l'administration un rapport contenant entre autres |
| inhoudelijke en budgettaire beschrijving van de uitvoering van het | une description budgétaire et du contenu de l'exécution du projet, les |
| project, de projectresultaten en de uitgaven die op het project | résultats du projet et les dépenses relatives au projet, ce qui lui |
| betrekking hebben, omvat, waardoor hij uitbetaling kan krijgen van de | permet d'obtenir le paiement de la subvention dans les limites |
| subsidie binnen de in het subsidiebesluit opgenomen maximaal | maximales fixées qui sont reprises dans l'arrêté de subvention. |
| vastgesteld grenzen. | |
Art. 13.§ 1. De administratie kan overgaan tot een reductie van de |
Art. 12.§ 1er. L'administration peut procéder à une réduction de la |
| toegekende projectsubsidie als tijdens de uitvoering van het project | subvention de projet octroyée si les critères cités à l'article 8 |
| niet aan de criteria, vermeld in artikel 8, wordt voldaan. | n'ont pas été remplis au cours de l'exécution du projet. |
| § 2. De administratie kan de aan de aanvrager toegekende | § 2. L'administration peut suspendre ou réclamer la subvention de |
| projectsubsidie opschorten of terugvorderen indien : | projet octroyée au demandeur, dans les cas suivants : |
| 1° de aanvrager het kwaliteitslabel, vermeld in artikel 7, § 3, niet | 1° si le demandeur n'obtient pas le label de qualité visé à l'article |
| behaalt; | 7, § 3; |
| 2° de aanvrager de projectsubsidies aanwendt voor andere doeleinden | 2° si le demandeur utilise les subventions de projet à d'autres fins |
| dan die waarvoor ze werden toegekend; | que pour lesquelles elles étaient accordées; |
| 3° de aanvrager de overige criteria, verbonden aan de goedkeuring van | 3° si le demandeur n'observe pas les critères régissant l'approbation |
| het project, niet naleeft; | du projet; |
| 4° de aanvrager de controle, vermeld in artikel 14, verhindert. | 4° si le demandeur empêche le contrôle visé à l'article 14. |
| HOOFDSTUK IV. - Slot-, opheffings- en overgangsbepalingen | CHAPITRE IV. - Dispositions finales, abrogatoires et transitoires |
Art. 14.De administratie en de afdeling Inspectie Werk en Sociale |
Art. 13.L'administration et la Division de l'Inspection de l'Emploi |
| Economie van het Departement Werk en Sociale Economie zijn gerechtigd | et de l'Economie sociale du Département de l'Emploi et de l'Economie |
| sociale sont habilitées à exercer un contrôle du respect des | |
| om controle uit te oefenen op de naleving van dit besluit en op de | dispositions du présent arrêté et de l'affectation des fonds attribués |
| aanwending van de toegekende gelden overeenkomstig artikel 56 van de | conformément à l'article 56 des lois sur la Comptabilité de l'Etat, |
| wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. | coordonnées le 17 juillet 1991. |
Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2003 tot |
Art. 14.L'arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 2003 |
| vaststelling van de nadere voorwaarden en regels volgens welke | établissant les conditions et les modalités d'octroi de subventions à |
| subsidies worden verleend voor permanente vorming en opleiding voor | la formation et l'éducation permanentes pour les travailleurs et |
| werkenden en bedrijven, luik « Hefboomkrediet - Opleidingen », wordt opgeheven. | entreprises, volet « Crédit levier - Formations » est abrogé. |
Art. 16.Het besluit van de Vlaamse Regering van 19 december 2003 tot |
Art. 15.L'arrêté du Gouvernement flamand du 19 décembre 2003 |
| vaststelling van de nadere voorwaarden en regels volgens welke | établissant les conditions et les modalités d'octroi de subventions à |
| subsidies worden verleend voor permanente vorming en opleiding voor | la formation et l'éducation permanentes pour les travailleurs et |
| werkenden en bedrijven, luik « Hefboomkrediet - Opleidingen » blijft | entreprises, volet « Crédit levier - Formations » reste cependant |
| echter gelden voor die projecten die op basis van dat besluit werden | applicable aux projets ayant été approuvés sur la base de cet arrêté |
| goedgekeurd en nog niet zijn afgelopen op de datum van | et n'étant pas encore terminés à la date d'entrée en vigueur du |
| inwerkingtreding van dit besluit. | présent arrêté. |
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 16.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
| ervan in het Belgisch Staatsblad. | au Moniteur belge. |
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Tewerkstellingsbeleid, |
Art. 17.Le Ministre flamand qui a la Politique de l'Emploi dans ses |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 5 oktober 2007. | Bruxelles, le 5 octobre 2007. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, |
| K. PEETERS | K. PEETERS |
| De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | Le Ministre flamand de l'Emploi, de l'Enseignement et de la Formation, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |