| Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap | Arrêté du Gouvernement de la Communauté française fixant la répartition des compétences entre les Ministres du Gouvernement de la Communauté française |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FRANÇAISE |
| 20 JULI 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot | 20 JUILLET 2007. - Arrêté du Gouvernement de la Communauté française |
| vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers | fixant la répartition des compétences entre les Ministres du |
| van de Regering van de Franse Gemeenschap | Gouvernement de la Communauté française |
| De Regering van de Franse Gemeenschap, | Le Gouvernement de la Communauté française, |
| Gelet op de artikelen 127 en 129 van de Grondwet; | Vu les articles 127 et 129 de la Constitution; |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Vu la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, |
| instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de | modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet |
| bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale | 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, spécialement |
| staatsstructuur, inzonderheid op artikel 1; | l'article 1er; |
| Gelet op het bijzonder decreet van 13 juli 1999 houdende verhoging van | Vu le décret spécial du 13 juillet 1999 visant à augmenter le nombre |
| het maximumaantal leden van de Regering van de Franse Gemeenschap in | maximum de membres du Gouvernement de la Communauté française en |
| uitvoering van de artikelen 123, § 2, van de Grondwet en 63, § 4, van | exécution des articles 123, § 2, de la Constitution et 63, § 4, de la |
| de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, | loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980, telle que |
| zoals gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de bijzondere wet | modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 juillet |
| van 16 juli 1993; | 1993; |
| Gelet op de bijzonder dringende noodzakelijkheid om, voor de Regering | Vu l'urgence spécialement motivée par la nécessité qu'a le |
| van de Franse Gemeenschap, samengesteld met toepassing van artikel 60 | Gouvernement de la Communauté française, constitué en application de |
| van de voormelde bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | l'article 60 de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 |
| instellingen, voor de continuïteit van de openbare dienst te zorgen; | août 1980 précitée, d'assurer la continuité du service public; |
| Op de voordracht van de Minister-President; | Sur proposition de la Ministre-Présidente; |
| Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 juli 2007, | Vu la délibération du Gouvernement de la Communauté française du 20 juillet 2007, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In de zin van dit besluit, dient te worden verstaan onder : |
Article 1er.Au sens du présent arrêté, il faut entendre par : |
| « Minister » : een Minister, Lid van de Regering van de Franse | 1. "Ministre" : un Ministre, Membre du Gouvernement de la Communauté |
| Gemeenschap; | française; |
| « Bijzondere wet » : de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | 2. "Loi spéciale" : la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 |
| hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 | août 1980, modifiée par la loi du 8 août 1988 et la loi spéciale du 16 |
| en de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de | juillet 1993 visant à achever la structure fédérale de l'Etat, |
| federale staatsstructuur, inzonderheid artikel 1. | spécialement l'article 1er. |
Art. 2.Mevr. Marie Arena, Minister-Presidente, belast met het |
Art. 2.Mme Marie Arena, Ministre-Présidente, chargée de |
| leerplichtonderwijs, is bevoegd voor : | l'Enseignement obligatoire est compétente pour : |
| 1. de coördinatie van het regeringsbeleid en van de mededelingen in | 1. la coordination de la politique gouvernementale et celle de sa |
| verband daarmee; | communication; |
| 2. de intra-Belgische betrekkingen; | 2. les relations intra-belges; |
| 3. het aanhangig maken van conflicten, in naam van de Regering, bij | 3. la saisine, au nom du Gouvernement, du Comité de concertation |
| het Overlegcomité Federale Regering - Regering van de Gemeenschappen en Gewesten; | Gouvernement fédéral - Gouvernement des Communautés et des Régions; |
| 4. de betrekkingen met het Parlement; | 4. les relations avec le Parlement; |
| 5. de coördinatie van het beleid op het gebied van gelijke kansen en | 5. la coordination de la politique dans le domaine de l'égalité des |
| interculturele betrekkingen; | chances et l'interculturalité; |
| 6. het beheer van de administratieve gebouwen; | 6. la gestion des bâtiments administratifs; |
| 7. de verdeling van de middelen van de loterij; | 7. la répartition des moyens de la loterie; |
| 8. de coördinatie van de administratieve task force, samengesteld uit | 8. la coordination de la task force administrative composée des |
| de vertegenwoordigers van de administraties, de pararegionale | représentants des administrations, des pararégionaux et autres |
| instellingen en andere openbare of para-openbare instellingen, | organismes publics ou parapublics concernée par le plan stratégique de |
| betrokken bij het strategisch plan voor de ontwikkeling van de human | développement du capital humain, des connaissances et des |
| resources, kennis en knowhow; | savoir-faire; |
| 9. het onderwijs, zoals bepaald in artikel 127, § 1, eerste lid, 2°, | 9. l'enseignement, tel que défini à l'article 127, § 1er, alinéa 1er, |
| van de Grondwet, met inbegrip van : | 2°, de la Constitution, en ce compris : |
| 1) het basisonderwijs; | 1) l'enseignement fondamental; |
| 2) het secundair onderwijs; | 2) l'enseignement secondaire; |
| 3) de schoolgebouwen; | 3) les bâtiments scolaires; |
| 4) de aangelegenheid bepaald in artikel 4, 11°, van de bijzondere wet, | 4) la matière définie à l'article 4, 11°, de la loi spéciale, à |
| met uitzondering van de opdrachten toegewezen aan de O.N.E.; | l'exception des missions confiées à l'O.N.E.; |
| 5) de beroepsomscholing en -bijscholing; | 5) la reconversion et le recyclage professionnels; |
| 6) het afstandsonderwijs, het kunstonderwijs met beperkt leerplan; | 6) l'enseignement à distance, l'enseignement artistique à horaires réduits; |
| 7) het kunstonderwijs van het secundair niveau; | 7) l'enseignement artistique de niveau secondaire; |
| 8) de inspectie van het onderwijs; | 8) l'inspection de l'enseignement; |
| 9) de bijschoolse activiteiten, de hulpmiddelen voor het onderwijs en | 9) les activités parascolaires, les auxiliaires de l'enseignement et |
| de informatie; | l'information; |
| 10) de post- en parascolaire vorming; | 10) la formation postscolaire et parascolaire; |
| 11) de statuten van het personeel van het leerplichtonderwijs en van | 11) les statuts des personnels de l'enseignement obligatoire et de |
| het onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het | promotion sociale, à l'exception de l'enseignement supérieur; |
| personeel van het hoger onderwijs; | |
| 12) de intellectuele, morele en sociale vorming; | 12) la formation intellectuelle, morale et sociale; |
| 13) de psycho-medisch-sociale centra; | 13) les centres psycho-médico-sociaux; |
| 14) het gespecialiseerd onderwijs; | 14) l'enseignement spécialisé; |
| 15) de Europese scholen; | 15) les écoles européennes; |
| 16) de schooloriëntatie; | 16) l'orientation scolaire; |
| 17) de netoverschrijdende sturing. | 17) le pilotage interréseaux. |
Art. 3.Mevr. Marie-Dominique Simonet, Vice-Presidente en Minister van |
Art. 3.Mme Marie-Dominique Simonet, Vice-Présidente et Ministre de |
| Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale | l'Enseignement supérieur, de la Recherche scientifique et des |
| Betrekkingen, is bevoegd voor : | Relations internationales, est compétente pour : |
| 1. de internationale en Europese betrekkingen; | 1. les relations internationales et européennes; |
| 2. het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek, met inbegrip | 2. l'enseignement supérieur et la recherche scientifique, en ce |
| van : | compris : |
| 1) het universitair onderwijs; | 1) l'enseignement universitaire; |
| 2) het wetenschappelijk onderzoek; | 2) la recherche scientifique; |
| 3) de kredieten voor fundamenteel onderzoek, afkomstig uit de Diensten | 3) les crédits de recherches fondamentales provenant des S.P.P.S., de |
| voor Programmatie van het Wetenschapsbeleid, uit Volksgezondheid en | |
| Economische Zaken, en de kredieten bestemd voor het Nationaal Fonds | la Santé publique, des Affaires économiques et ceux destinés au |
| voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Instituut tot Aanmoediging van | |
| het Wetenschappelijk Onderzoek in Nijverheid en Landbouw; | F.N.R.S. et à l'I.R.S.I.A.; |
| 4) het niet-universitair hoger onderwijs, van het korte type en het | 4) l'enseignement supérieur non universitaire, de type court et de |
| lange type; | type long; |
| 5) het kunstonderwijs van het hogere niveau, met inbegrip van de | 5) l'enseignement artistique de niveau supérieur, y compris les |
| conservatoria; | conservatoires; |
| 6) de statuten van het personeel van het hoger onderwijs; | 6) les statuts du personnel de l'enseignement supérieur; |
| 7) de studietoelagen en -leningen; | 7) les allocations et prêts d'études; |
| 8) de aanmoediging van de opleiding van vorsers; | 8) l'encouragement à la formation des chercheurs; |
| 9) de « Académie royale des Sciences ». | 9) l'Académie royale des Sciences. |
Art. 4.De heer Michel Daerden, Vice-President en Minister van |
Art. 4.M. Michel Daerden, Vice-Président et Ministre du Budget, des |
| Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, is bevoegd voor : | Finances, de la Fonction publique et des Sports est compétent pour : |
| 1. de begroting van de Franse Gemeenschap; | 1. le budget de la Communauté française; |
| 2. de financiën van de Franse Gemeenschap; | 2. les finances de la Communauté française; |
| 3. de ambtenarenzaken; | 3. la fonction publique; |
| 4. de administratieve informatica, de administratieve vereenvoudiging | 4. l'informatique administrative, la simplification administrative et |
| en de e-government; | l'e-government; |
| 5. de ambtenarenzaken van de instellingen van openbaar nut; | 5. la fonction publique des organismes d'intérêt public; |
| 6. de sport, met inbegrip van dopingbestrijding. | 6. les sports en ce compris la lutte contre le dopage. |
Art. 5.Mevr. Fadila Laanan, Minister van Cultuur en de Audiovisuele |
Art. 5.Mme Fadila Laanan, Ministre de la Culture et de l'Audiovisuel |
| Sector, is bevoegd voor : | est compétente pour : |
| 1. de radio-omroep en de televisie, met uitzondering van het uitzenden | 1. la radiodiffusion et la télévision, à l'exception de l'émission des |
| van mededelingen van de Federale Regering; | communications du Gouvernement fédéral; |
| 2. hulp aan de geschreven pers; | 2. le soutien à la presse écrite; |
| 3. de mediatheek en de soortgelijke diensten; | 3. la médiathèque et services similaires; |
| 4. steun aan de filmsector; | 4. l'aide au cinéma; |
| 5. de culturele aangelegenheden, zoals : | 5. les matières culturelles, telles que : |
| 1) de schone kunsten; | 1) les beaux-arts; |
| 2) de bescherming en de luister van de taal; | 2) la défense et l'illustration de la langue; |
| 3) de bibliotheken; | 3) les bibliothèques; |
| 4) de artistieke vorming. | 4) la formation artistique. |
| 5) de centra voor expressie en creativiteit; | 5) les centres d'expression et de créativité; |
| 6) het cultureel patrimonium, de musea en de andere culturele | 6) le patrimoine culturel, les musées et les autres institutions |
| wetenschappelijke instellingen; | scientifiques culturelles; |
| 7) de permanente opvoeding en de culturele animatie; | 7) l'éducation permanente et l'animation culturelle; |
| 8) het toezicht op de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse | 8) la tutelle sur la Commission communautaire française de la Région |
| Hoofdstedelijk Gewest. | de Bruxelles-Capitale. |
Art. 6.De heer Marc Tarabella, Minister van Jeugd en Onderwijs voor |
Art. 6.M. Marc Tarabella, Ministre de la Jeunesse et de |
| Sociale Promotie, is bevoegd voor het jeugdbeleid en het onderwijs | l'enseignement de Promotion sociale est compétent pour la politique de |
| voor sociale promotie. | la jeunesse et l'enseignement de promotion sociale. |
Art. 7.Mevr. Catherine Fonck, Minister van Kinderwelzijn, |
Art. 7.Mme Catherine Fonck, Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la |
| Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, is bevoegd voor de volgende aangelegenheden : | Jeunesse et de la Santé, est compétente pour les matières suivantes : |
| 1. de bijstand aan personen bedoeld in artikel 5, § 1, II, van de | 1. L'aide aux personnes visée à l'article 5, § 1er, II, de la loi |
| bijzondere wet, onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter | spéciale et ce, sans préjudice de l'article 138 de la Constitution et |
| uitvoering van dat artikel aangenomen decreten; | des décrets pris en exécution de celui-ci; |
| 2. de vakantiecentra, inzonderheid voor de aangelegenheden bepaald in | 2. les centres de vacances, notamment pour ce qui concerne les |
| de artikelen 4 en 5 van de bijzondere wet, onverminderd artikel 138 | matières définies aux articles 4 et 5 de la loi spéciale et ce, sans |
| van de Grondwet en de ter uitvoering van dat artikel aangenomen | préjudice de l'article 138 de la Constitution et des décrets pris en |
| decreten; | exécution de celui-ci; |
| 3. de « Office de la Naissance et de l'Enfance » (O.N.E.) (Dienst voor | 3. l'Office de la Naissance et de l'Enfance (O.N.E.); |
| Geboorte en Kinderwelzijn); | |
| 4. de opvang van jonge kinderen; | 4. l'accueil de l'Enfance; |
| 5. het gezondheidsbeleid bedoeld in artikel 5, § 1, I, van de | 5. la politique de la santé visée à l'article 5, § 1er, I, de la loi |
| bijzondere wet, onverminderd artikel 138 van de Grondwet en de ter | spéciale et ce, sans préjudice de l'article 138 de la Constitution et |
| uitvoering van dat artikel aangenomen decreten. | des décrets pris en exécution de celui-ci. |
Art. 8.Iedere Minister van de Regering is bevoegd voor het toegepast |
Art. 8.Chaque Ministre du Gouvernement est compétent pour les |
| wetenschappelijk onderzoek binnen de perken van zijn bevoegdheden. | matières de recherche scientifique appliquée dans les limites de ses |
| Iedere Minister oefent het gezag uit op het personeel van het bestuur | attributions. Chaque Ministre a autorité sur le personnel de l'Administration |
| dat onder zijn bevoegdheden ressorteert. | relevant de ses attributions. |
Art. 9.De ontwerpen van decreet en de in de Regering overlegde |
Art. 9.Les projets de décrets et les arrêtés, délibérés en |
| besluiten worden ondertekend door de Minister tot wiens bevoegdheid de | Gouvernement, sont signés par le Ministre qui a, dans ses |
| aangelegenheid waarop het ontwerp van decreet of besluit betrekking | attributions, la matière qui fait l'objet du projet de décret ou de |
| heeft, behoort. | l'arrêté. |
| De besluiten en beslissingen van de Regering, voor de ambtenarenzaken | Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de fonction |
| van de instellingen van openbaar nut, worden gezamenlijk ondertekend | publique des organismes d'intérêt public, sont signés, conjointement, |
| door de Minister belast met ambtenarenzaken en de Minister(s) die het | par le Ministre chargé de la Fonction publique et le ou les |
| toezicht uitoefent/uitoefenen op de betrokken instellingen van | Ministre(s) exerçant la tutelle sur les organismes d'intérêt public |
| openbaar nut. | concernés. |
| De besluiten en beslissingen van de Regering, inzake het statuut van | Les arrêtés et décisions du Gouvernement, en matière de statut des |
| het onderwijspersoneel, worden gezamenlijk ondertekend door de | personnels de l'Enseignement, sont cosignés par les Ministres |
| verantwoordelijke Ministers en door de Minister belast met | responsables et le Ministre chargé de la Fonction publique. |
| ambtenarenzaken. Art. 10.Ingeval een delegatie werd verleend overeenkomstig het |
Art. 10.Dans le cas où une délégation a été accordée, conformément à |
| besluit houdende regeling van de werking van de Regering, worden de | l'arrêté portant règlement du fonctionnement du Gouvernement, les |
| besluiten ondertekend door de Minister aan wie deze delegatie werd | arrêtés sont signés par le Ministre auquel cette délégation a été |
| verleend. | accordée. |
| Bij afwezigheid of verhindering van een Minister kan deze de Minister | En cas d'absence ou d'empêchement d'un Ministre, celui-ci peut |
| aanwijzen die gemachtigd is om in zijn naam en opdracht te tekenen. | désigner le Ministre habilité à signer en son nom et pour son compte. |
Art. 11.De ondertekening van de decreten en besluiten kan, in de |
Art. 11.La signature des décrets et arrêtés peut reprendre, dans le |
| titel van de Minister, alleen de vermelding bevatten van de | titre du Ministre, la seule mention relative à la matière qui fait |
| aangelegenheid waarop de decreten en besluiten betrekking hebben. | l'objet des décrets et arrêtés. |
| De decreten en besluiten van de Regering worden door de | Les décrets et arrêtés du Gouvernement sont contresignés par la |
| Minister-Presidente medeondertekend. | Ministre-Présidente. |
Art. 12.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 |
Art. 12.L'arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 26 |
| juli 2004 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden onder | juillet 2004 fixant la répartition des compétences entre les Ministres |
| de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt | du Gouvernement de la Communauté française est abrogé. |
| opgeheven. Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 juli 2007. |
Art. 13.Le présent arrêté produit ses effets à dater du 20 juillet 2007. |
Art. 14.De Ministers worden, ieder wat hem betreft, belast met de |
Art. 14.Les Ministres sont chargés, chacun pour ce qui les concerne, |
| uitvoering van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 20 juli 2007. | Bruxelles, le 20 juillet 2007. |
| Mevr. M" ARENA, | Mme M. ARENA, |
| Minister-Presidente, Minister van Leerplichtonderwijs | La Ministre-Présidente, Ministre de l'Enseignement obligatoire |
| Mevr. M.-D. SIMONET, | Mme M.-D. SIMONET, |
| Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk | La Vice-Présidente, Ministre de l'Enseignement supérieur, de la |
| Onderzoek en Internationale Betrekkingen | Recherche scientifique et des Relations internationales |
| M. DAERDEN, | M. DAERDEN, |
| Vice-President, Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en | Vice-Président, Ministre du Budget, des Finances, de la Fonction |
| Sport | publique et des Sports |
| Mevr. F. LAANAN, | Mme F. LAANAN, |
| Minister van Cultuur en de Audiovisuele Sector | Ministre de la Culture et de l'Audiovisuel |
| M. TARABELLA, | M. TARABELLA, |
| Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie | Ministre de la Jeunesse et de l'Enseignement de Promotion sociale |
| Mevr. C. FONCK, | Mme C. FONCK, |
| Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid | Ministre de l'Enfance, de l'Aide à la Jeunesse et de la Santé |