Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in toepassing van artikel 46ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn, ingelast bij ordonnantie van 2 juni 2003 betreffende het administratief toezicht en de financiële, budgettaire en boekhoudkundige voorschriften van het O.C.M.W., houdende vaststelling van de modaliteiten van de toekenning van een provisie voor geringe uitgaven | Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune pris en exécution de l'article 46ter de la loi du 8 juillet 1976 organique des Centres publics d'Aide sociale inséré par l'ordonnance du 2 juin 2003 relative à la tutelle administrative et aux règles financières, budgétaires et comptables des C.P.A.S., fixant les modalités de l'attribution d'une provision pour menues dépenses |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE |
18 DECEMBER 2003. - Besluit van het Verenigd College van de | 18 DECEMBRE 2003. - Arrêté du Collège réuni de la Commission |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in toepassing van artikel | communautaire commune pris en exécution de l'article 46ter de la loi |
46ter van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare | du 8 juillet 1976 organique des Centres publics d'Aide sociale inséré |
Centra voor Maatschappelijk Welzijn, ingelast bij ordonnantie van 2 | par l'ordonnance du 2 juin 2003 relative à la tutelle administrative |
juni 2003 betreffende het administratief toezicht en de financiële, | et aux règles financières, budgétaires et comptables des C.P.A.S., |
budgettaire en boekhoudkundige voorschriften van het O.C.M.W., | |
houdende vaststelling van de modaliteiten van de toekenning van een | fixant les modalités de l'attribution d'une provision pour menues |
provisie voor geringe uitgaven | dépenses |
Het Verenigd College, | Le Collège réuni, |
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare | Vu la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'Aide |
Centra voor Maatschappelijk Welzijn, inzonderheid artikel 46ter | sociale et notamment l'article 46ter inséré par l'ordonnance du 2 juin |
ingelast bij de ordonnantie van 2 juni 2003 betreffende het | 2003 relative à la tutelle administrative et aux règles financières, |
administratief toezicht en de financiële, budgettaire en | |
boekhoudkundige voorschriften van de openbare centra voor | budgétaires et comptables des Centres publics d'Aide sociale; |
maatschappelijk welzijn; | |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Vu les lois sur le Consei d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd op 4 augustus 1996; | notamment l'article 3, § 1er, modifié le 4 août 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Vu l'urgence; |
Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door het | |
feit dat voornoemde wettelijke bepaling in voege treed op 1 januari | Considérant que l'urgence se justifie du fait que la disposition |
2004 en dat het derhalve aangewezen is de toepassingsmodaliteiten | légale précitée entre en vigueur au 1er janvier 2004 et qu'il convient |
ervan te voorzien op dezelfde datum; | en conséquence d'en prévoir les modalités d'application à la même |
Op voordracht van de leden van het Verenigd College, bevoegd voor het | date; Sur la proposition des membres du Collège réuni, compétents pour la |
beleid inzake Bijstand aan Personen; | politique de l'Aide aux personnes; |
Na beraadslaging, | Après en avoir délibéré, |
Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Het huidig besluit regelt, in toepassing van artikel 135 |
Article 1er.Le présent arrêté règle, en application de l'article 135 |
van de Grondwet, een aangelegenheid als bedoeld in artikel 128, § 1, | de la Constitution, une matière visée à l'article 128, § 1er, de |
van dezelfde wet. | celle-ci. |
Art. 2.De kleine dagelijkse uitgaven als bedoeld in artikel 46ter van |
Art. 2.Les menues dépenses courantes visées à l'article 46ter précité |
de voornoemde organieke wet zijn deze die enkel contant kunnen worden | de la loi organique sont celles qui ne peuvent être payées qu'au |
uitbetaald of die slechts verantwoord zijn om reden van de | comptant ou qui ne sont justifiables qu'en raison de l'extrême urgence |
hoogdringendheid of van de veiligheid. | ou de la sécurité. |
Art. 3.Elke vastgelegde uitgave uitbetaald door middel van bedoelde |
Art. 3.Chaque dépense engagée et payée au moyen de la provision dont |
provisie mag een bedrag van 500 euro niet overschijden. Art. 4.Voor elk betrokken personeelslid, mag de provisie een bedrag van 1.500 euro niet overschrijden. Art. 5.Van zodra de toezichthoudende overheid zich niet meer kan verzetten tegen de uitvoering van de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn betreffende de toekenning van de provisie, wordt zij tegen kwitantie, door de ontvanger overhandigd aan de betrokken personeelslid, die er persoonlijk verantwoordelijk voor is. Art. 6.De provisie wordt niet als uitgave in de boekhouding van het Centrum ingeschreven. De aan de ontvanger afgeleverde kwitantie vormt een geldwaardig bewijs door hem te bewaren. Art. 7.De voorzitter en de ontvanger zorgen ervoor, bij het beëindigen van de functies van de verantwoordelijke ambtenaar, dat de provisie of de verantwoordingsstukken van nog niet geregulariseerde betalingen, uitgevoerd op de provisie, worden overgemaakt aan de opvolger. Art. 8.De regelmatige uitgaven uitgevoerd door middel van de provisies worden terugbetaald aan het personeelslid belast met het beheer van de gelden op voorlegging van aanvragen tot uitbetaling. De aanvragen moeten minstens om de drie maanden worden ingediend, en, ten laatste uiterlijk op de laatste werkdag van het jaar waarop de gedane betalingen betrekking hebben. Deze aanvragen, gestaafd door de betaalde facturen, kwitanties en ontvangstbewijzen afgeleverd door de leveranciers en getekend voor ontvangst en voor echtverklaring, worden bij ontvangst dadelijk in het grootbroek ingeschreven als definitief vastgelegde uitgaven en vervolgens toegevoegd aan het betalingsmandaat dat ten voordele van het personeelslid wordt uitgeschreven om de oorspronkelijke provisie weer samen te stelen. Het verzoek tot terugbetaling mag uitsluitend uitgaven omvatten die op een zelfde artikel van de begroting van het centrum kunnen worden aangerekend. De ontvanger moet het gebruik van de provisies minstens driemaandelijks en zonder voorafgaande verwittiging controleren. Art. 9.Het huidig besluit treedt in werking op 1 januari 2004. Art. 10.De leden van het College, bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen worden belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 18 december 2003. Voor het Verenigd College : Het lid van het Verenigd College bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, |
question ne peut dépasser le montant de 500 euros. Art. 4.Par membre du personnel concerné, la provision ne peut dépasser le montant de 1.500 euros. Art. 5.Dès que l'autorité de tutelle n'a plus la possibilité de s'opposer à l'exécution de la délibération du Conseil de l'Aide sociale relative à l'octroi de la provision, le receveur la remet contre quittance au fonctionnaire intéressé qui en devient personnellement responsable. Art. 6.La proposition n'est point portée en dépense dans la comptabilité du centre. La quittance délivrée au receveur constitue un titre valant espèces à conserver par le comptable. Art. 7.En cas de cessation des fonctions de l'agent responsable de la conservation des fonds, le président et le receveur veillent à ce que la provision ou les pièces justificatives des paiements non régularisés effectués au moyen de cette somme, soient remises au successeur. Art. 8.Les dépenses régulières effectuées au moyen des provisions sont remboursées au membre du personnel chargé de la gestion des fonds, sur présentation de demandes de paiement. Les demandes doivent être introduites au moins tous les trois mois et la dernière, au plus tard le dernier jour ouvrable de l'année à laquelle se rapportent les paiements. Ces demandes, dûment appuyées des factures acquittées, quittances et reçus délivrés par les fournisseurs et visés pour réception et certification, sont portées en tant que dépenses définitivement engagées au grand-livre dès leur réception, puis annexées au mandat de paiement à créer au profit du membre du personnel en cause en vue de la reconstitution de la provision initiale. La demande de remboursement ne peut comprendre que des dépenses imputables sur un même article du budget du centre. Le receveur est chargé de vérifier au moins trimestriellement, sans avertissement préalable, l'utilisation des provisions. Art. 9.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 2004. Art. 10.Les membres du Collège réuni, compétents pour la politique de l'Aide aux personnes sont chargés de l'exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 18 décembre 2003. Pour le Collège réuni : Le membre du Collège réuni, compétents pour la politique de l'Aide aux personnes, |
G. VANHENGEL | E. TOMAS |