Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad tot vaststelling van de verdelingsregelen van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn bestemd voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn | Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale fixant les règles de répartition du Fonds spécial de l'aide sociale destiné aux centres publics d'aide sociale |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD 23 APRIL 1998. - Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad tot vaststelling van de verdelingsregelen van het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn bestemd voor de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Het Verenigd College, | COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE DE BRUXELLES-CAPITALE 23 AVRIL 1998. - Arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale fixant les règles de répartition du Fonds spécial de l'aide sociale destiné aux centres publics d'aide sociale Le Collège réuni, |
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | Vu la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'aide |
centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 105, gewijzigd bij de wet van 31 december 1983; | sociale, notamment l'article 105, modifié par la loi du 31 décembre 1983; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 april 1998; | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 9 avril 1998; |
Gelet op de beslissing van het Verenigd College van 11 december 1997 | Vu la décision du Collège réuni du 11 décembre 1997 sur la demande |
over het verzoek om advies binnen een termijn van een maand; | d'avis à donner dans le délai d'un mois. |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 3 februari 1998, | Vu l'avis du Conseil d' Etat, donné le 3 février 1998, en application |
met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | de l'article 84, alinéa 1er, 1°, des lois coordonnées sur le Conseil |
wetten op de Raad van State; | d' Etat; |
Op de voordracht van de Ministers, leden van het Verenigd College, | Sur la proposition des Ministres, membres du Collège réuni, compétents |
bevoegd voor de bijstand aan personen, | pour l'aide aux personnes, |
Besluit : | Arrête : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | CHAPITRE Ier. - Dispositions générales |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan |
Article 1er.Pour l'application du présent arrêté, il faut entendre |
onder : | par : |
1° het Fonds : het Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn voor | 1° le Fonds : le Fonds spécial de l'aide sociale pour la région |
het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, bedoeld in artikel 105 van de | bilingue de Bruxelles-Capitale, visé à l'article 105 de la loi du 8 |
organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor | juillet 1976, organique des centres publics d'aide sociale; |
maatschappelijk welzijn; | |
2° gerechtigden op het bestaansminimum : de personen aan wie het recht | 2° bénéficiaires du minimum de moyen d'existence : les personnes à qui |
op het bestaansminimum wordt toegekend overeenkomstig de wet van 7 | est accordé le droit au minimum de moyens d'existence conformément à |
augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; | la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum de moyens |
3° personen gelijkgesteld met gerechtigden op het bestaansminimum : de | d'existence; 3° personnes assimilés aux bénéficiaires du minimum de moyen |
d'existence : les personnes pour lesquelles les centres publics d'aide | |
personen voor wie de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, met | sociale reçoivent une intervention de l'autorité fédérale en |
toepassing van de artikelen 4, 5 en 11 van de wet van 2 april 1965 | application des articles 4, 5 et 11 de la loi du 2 avril 1965 relative |
betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare | |
centra voor maatschappelijk welzijn, een tegemoetkoming van de | à la prise en charge des secours accordés par les centres publics |
federale overheid ontvangen | d'aide sociale; |
4° bejaarden : personen van ten minste 65 jaar; | 4° personnes âgées : personnes âgées de 65 ans au moins; |
5° jongeren : personen van minder dan 18 jaar; | 5° jeunes : personnes de moins de 18 ans; |
6° referentiejaar : jaar dat voorafgaat aan dat van de verdeling van | 6° année de référence : l'année qui précède celle de la répartition du |
het Fonds. | Fonds. |
HOOFDSTUK II. - Verdeling van het Fonds | CHAPITRE II. - Répartition du Fonds |
Art. 2.25 % van het Fonds wordt verdeeld op basis van het aantal |
Art. 2.25 % du Fonds sont répartis sur la base du nombre de |
gerechtigden op het bestaansminimum ten laste van elk openbaar centrum | bénéficiaires du minimum de moyen d'existence à charge de chaque |
voor maatschappelijk welzijn in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad | centre public d'aide sociale situé sur le territoire de la région |
gewogen op basis van het percentage van de staatstoelage verleend aan | bilingue de Bruxelles-Capitale, pondéré en fonction du pourcentage de |
la subvention de l'Etat accordée à chacun de ces centres en | |
elk van deze centra, met toepassing van de wet van 7 augustus 1974 tot | application de la loi du 7 août 1974 instituant le droit à un minimum |
instelling van het recht op een bestaansminimum, volgens de formule : | de moyens d'existence, selon la formule : |
C = A X B/100 | C = A X B/100 |
waarin A = Het totaalaantal gerechtigden op het bestaansminimum per | où A = Le nombre total, au 1er janvier de l'année de référence, de |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 januari van het | bénéficiaires du minimum de moyen d'existence du centre public d'aide |
referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door het ministerie van | sociale concerné, selon les informations fournies par le ministère de |
Volksgezondheid en Leefmilieu; | la Santé publique et de l'Environnement; |
B = 1) 100 voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn | B = 1) 100 pour le centre public d'aide sociale dont l'intervention de |
waarvoor de staatstoelage 65 % bedraagt; | l'Etat s'élève à 65 %; |
2) 110 voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarvoor | 2) 110 pour le centre public d'aide sociale dont l'intervention de |
de staatstoelage 60 % bedraagt; | l'Etat s'élève à 60 %; |
3) 130 voor het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn waarvoor | 3) 130 pour le centre public d'aide sociale dont l'intervention de |
de staatstoelage 50 % bedraagt; | l'Etat s'élève à 50 %; |
C = Het gewogen totaalaantal gerechtigden op het bestaansminimum voor | C = Le nombre total de bénéficiaires du minimum de moyen d'existence |
het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. | pondéré pour le centre public d'aide sociale concerné. |
Art. 3.10 % van het Fonds wordt verdeeld in functie van het |
Art. 3.10 % du Fonds est réparti en fonction du nombre total de |
totaalaantal personen gelijkgesteld met gerechtigden op het | personnes assimilés aux bénéficiaires du minimum de moyen d'existence |
bestaansminimum per openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 | par centre public d'aide sociale au 1er janvier de l'année qui précède |
januari van het jaar dat voorafgaat aan het referentiejaar, volgens de | l'année de référence, selon les informations fournies par le ministère |
gegevens verstrekt door het ministerie van Volksgezondheid en | de la Santé publique et de l'Environnement. |
Leefmilieu. Art. 4.15 % van het Fonds wordt verdeeld in functie van de verhouding |
Art. 4.15 % du Fonds est réparti en fonction du nombre total de |
tussen het totaalaantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen van | |
minder dan 25 jaar woonachtig in elk van de 19 gemeenten van het | chômeurs complets indemnisés de moins de 25 ans domiciliés dans |
tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad, gewogen door het aantal inwoners | chacune des 19 communes de la région bilingue de Bruxelles-Capitale, |
van elk van de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in | pondéré par le nombre d'habitants de chacune des 19 communes de la |
verhouding tot het totaalaantal inwoners van dit Gewest, volgens de | Région de Bruxelles-Capitale par rapport au nombre d'habitants de |
formule : | ladite Région, selon la formule : |
E = A : D X A/C X B | E = A : D X A/C X B |
waarin A = het totaalaantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen | |
van minder dan 25 jaar per openbaar centrum voor maatschappelijk | où A = le nombre total de chômeurs complets indemnisés de moins de 25 |
welzijn op 30 juni van het referentiejaar, volgens de gegevens | ans par centre public d'aide sociale au 30 juin de l'année de |
verstrekt door de Brusselse gewestelijke dienst voor | référence, selon les informations fournies par l'Office régional |
arbeidsbemiddeling; | bruxellois de l'emploi; |
B = het totaalaantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen van | B = le nombre total de chômeurs complets indemnisés de moins de 25 ans |
minder dan 25 jaar in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest op 30 juni | |
van het referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door de | dans la Région de Bruxelles-Capitale au 30 juin de l'année de |
Brusselse gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling; | référence, selon les informations fournies par l'Office régional |
C = het aantal inwoners van de gemeente van het betrokken openbaar | bruxellois de l'emploi; |
centrum voor maatschappelijk welzijn, zoals gepubliceerd in het | C = le nombre d'habitants de la commune du centre public d'aide |
Belgisch Staatsblad; | sociale concerné, publié au Moniteur Belge; |
D = het aantal inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals | D = le nombre d'habitants de la Région de Bruxelles-Capitale, publié |
gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad; | au Moniteur Belge; |
E = het gewogen totaalaantal volledig uitkeringsgerechtigde werklozen | E = le nombre pondéré de chômeurs complets indemnisables de moins de |
van minder dan 25 jaar per betrokken openbaar centrum voor | 25 ans par centre public d'aide sociale concerné. |
maatschappelijk welzijn. | |
Art. 5.20 % van het Fonds wordt verdeeld in functie van het aantal |
Art. 5.20 % du Fonds est réparti en fonction du nombre de personnes |
inwoners in het jaar 1991, volgens de gegevens verstrekt door het | habitant en 1991, selon les informations fournies par l'administration |
bestuur van het tweetalig Gewest van Brussel-Hoofdstad, in de 82 | de la région bilingue de Bruxelles-Capitale, dans les 82 quartiers |
achtergestelde buurten in bijlage genoemd. | défavorisés énumérés en annexe. |
Het referentiejaar in aanmerking genomen wordt elk vijf jaren door het | L'année de référence prise en considération est fixée tous les cinq |
Verenigd College vastgesteld. | ans par le Collège réuni. |
Art. 6.15% van het Fonds wordt verdeeld in functie van het aantal |
Art. 6.15 % du Fonds est réparti en fonction du nombre de personnes |
bejaarden woonachtig in elk van de 19 gemeenten van het Brussels | âgées domiciliées dans chacune des 19 communes de la Région de |
Hoofdstedelijk Gewest, gewogen door de gemiddelde opbrengst van de | Bruxelles-Capitale pondéré par le rapport entre le revenu moyen de |
personenbelasting in elk van de 19 gemeenten van het Brussels | l'impôt des personnes physiques de chacune des 19 communes de la |
Hoofdstedelijk Gewest in verhouding tot de gemiddelde opbrengst van de | Région de Bruxelles-Capitale et le revenu moyen de l'impôt des |
personenbelasting in het Gewest, volgens de formule : | personnes physiques de la Région, selon la formule : |
D = A : B/C | D = A : B/C |
waarin A = het totaalaantal bejaarden woonachtig in de gemeente van | où A = le nombre total de personnes âgées domiciliées dans la commune |
het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 | du centre public d'aide sociale concerné au 1er janvier de l'année de |
januari van het referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door het | référence, selon les informations fournies par l'Institut national de |
Nationaal Instituut voor de Statistiek; | statistique; |
B = de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting in de gemeente | B = le revenu moyen de l'impôt des personnes physiques dans la commune |
van het betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 | du centre public d'aide sociale concerné au 1er janvier de l'année de |
januari van het referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door het | référence, selon les informations fournies par l'Institut national de |
Nationaal Instituut voor de Statistiek; | statistique; |
C = de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting in het Brussels | C = le revenu moyen de l'impôt des personnes physiques dans la Région |
Hoofdstedelijk Gewest op 1 januari van het referentiejaar, volgens de | de Bruxelles-Capitale au 1er janvier de l'année de référence, selon |
gegevens verstrekt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek; | les informations fournies par l'Institut national de statistique; |
D = het gewogen aantal bejaarden woonachtig in de gemeente van het | D = le nombre pondéré de personnes âgées domiciliées dans la commune |
betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. | du centre public d'aide sociale concerné. |
Art. 7.15% van het Fonds wordt verdeeld in functie van het aantal |
Art. 7.15 % du Fonds est réparti en fonction du nombre de jeunes |
jongeren woonachtig in elk van de 19 gemeenten van het Brussels | domiciliées dans chacune des 19 communes de la Région de |
Hoofdstedelijk Gewest, gewogen door de gemiddelde opbrengst van de | Bruxelles-Capitale pondéré par le rapport entre le revenu moyen de |
personenbelasting in elk van de 19 gemeenten van het Brussels | l'impôt des personnes physiques de chacune des 19 communes de la |
Hoofdstedelijk Gewest in verhouding tot de gemiddelde opbrengst van de | Région de Bruxelles-Capitale et le revenu moyen de l'impôt des |
personenbelasting in het Gewest, volgens de volgende formule : | personnes physiques de la Région, selon la formule suivante : |
D = A : B/C | D = A : B/C |
waarin A = het totaalaantal jongeren woonachtig in de gemeente van het | où A = le nombre total de jeunes vivant dans la commune du centre |
betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1januari | public d'aide sociale concerné au 1er janvier de l'année de référence, |
van het referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door het | selon les informations fournies par l'Institut national de |
Nationaal Instituut voor de Statistiek; | statistique; |
B = de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting in de gemeente | B = le revenu moyen de l'impôt des personnes physiques dans la commune |
van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn op 1 januari van | du centre public d'aide sociale au 1er janvier de l'année de |
het referentiejaar, volgens de gegevens verstrekt door het Nationaal | référence, selon les informations fournies par l'Institut national de |
Instituut voor de Statistiek; | statistique; |
C = de gemiddelde opbrengst van de personenbelasting in het Brussels | C = le revenu moyen de l'impôt des personnes physiques dans la Région |
Hoofdstedelijk Gewest op 1 januari van het referentiejaar, volgens de | de Bruxelles-Capitale au 1er janvier de l'année de référence, selon |
gegevens verstrekt door het Nationaal Instituut voor de Statistiek; | les informations fournies par l'Institut national de statistique; |
D = het gewogen aantal jongeren woonachtig in de gemeente van het | D = le nombre pondéré de jeunes domiciliées dans la commune du centre |
betrokken openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn. | public d'aide sociale concerné. |
HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen | CHAPITRE III. - Dispositions finales |
Art. 8.Opgeheven worden : |
Art. 8.Sont abrogés : |
1° Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | 1° L'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune de |
Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad van 12 september 1992 tot | Bruxelles-Capitale du 12 septembre 1992 fixant les règles de |
vaststelling van de verdelingsregelen van het Bijzonder Fonds voor | répartition du Fonds spécial de l'aide sociale destiné aux centres |
maatschappelijk welzijn bestemd voor de openbare centra voor | |
maatschappelijk welzijn; | publics d'aide sociale; |
2° Het besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | 2° L'arrêté du Collège réuni de la Commission communautaire commune du |
Gemeenschapscommissie van 26 september 1991 houdende | 26 septembre 1991 portant des mesures d'exécution relatives à la |
uitvoeringsmaatregelen met betrekking tot de verdeling van het | |
Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij het | répartition du Fonds spécial de l'aide sociale, modifiée par l'arrêté |
besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 10 juni 1993. | du Collège réuni de la Commission communautaire commune du 10 juin 1993. |
Art. 9.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998. |
Art. 9.Le présent arrêté produit ses effets le 1er janvier 1998. |
Art. 10.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid |
Art. 10.Les Membres du Collège réuni, compétents pour la politique |
inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van dit | d'Aide aux personnes, sont chargés de l'exécution du présent arrêté. |
besluit. Brussel, 23 april 1998. | Bruxelles, le 23 avril 1998. |
Voor het Verenigd College : | Pour le Collège réuni : |
Het Lid van het Verenigd College, | Le Membre du Collège réuni, |
bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan personen, | compétent pour la politique d'Aide aux personnes, |
R. GRIJP | D. GOSUIN |
Bijlage | Annexe |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Pour la consultation du tableau, voir image |
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van het Verenigd College | |
van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad | Vu pour être annexé à l'arrêté du Collège réuni de la Commission |
van 23 april 1998 tot aanstelling van de verdelingsregels van het | communautaire commune de Bruxelles-Capitale du 23 avril 1998 fixant |
Bijzonder Fonds voor maatschappelijk welzijn bestemd voor de openbare | les règles de répartition du Fonds spécial de l'aide sociale destiné |
centra voor maatschappelijk welzijn. | aux centres publics d'aide sociale. |
De leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid inzake | Les Membres du College réuni, compétents pour la politique d'Aide aux |
Bijstand aan personen, | personnes, R. GRIJP |
D. GOSUIN | D. GOSUIN |
R. GRIJP |