← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot afwijking van artikel 12, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen "
| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot afwijking van artikel 12, § 3, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen | Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale dérogeant à l'article 12, § 3, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif au mandat et compensation des entreprises sociales d'insertion |
|---|---|
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | REGION DE BRUXELLES-CAPITALE |
| 1 JUNI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot | 1er JUIN 2023. - Arrêté du Gouvernement de la Région de |
| afwijking van artikel 12, § 3, van het besluit van de Brusselse | Bruxelles-Capitale dérogeant à l'article 12, § 3, de l'arrêté du |
| Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif |
| compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen | au mandat et compensation des entreprises sociales d'insertion |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| Gelet op de ordonnantie van 23 juli 2018 met betrekking tot de erkenning en de ondersteuning van de sociale ondernemingen, artikel 18, eerste lid; Gelet op de gelijkekansentest, uitgevoerd op § februari 2023; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 februari 2023; Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting gegeven op 28 februari 2023; Gelet op het advies van Brupartners, gegeven op 20 april 2023 2023 ; Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris, gegeven op 27 april 2023; | Vu l'ordonnance du 23 juillet 2018 relative à l'agrément et au soutien des entreprises sociales, l'article 18, alinéa 1er ; Vu le test égalité des chances réalisé le 6 février 2023 ; Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 1er février 2023 ; Vu l'accord du Ministre du Budget, donné le 28 février 2023 ; Vu l'avis de Brupartners, donné le 20 avril 2023 ; Vu l'avis du Comité de gestion d'Actiris, donné le 27 avril 2023 ; |
| Gelet op advies nr. 73/590/1 van de Raad van State, gegeven op 12 mei | Vu l'avis 73/590/1 du Conseil d'Etat, donné le 12 mai 2023 en |
| 2023, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3° van de wetten | application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 3°, des lois sur le |
| op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973 ; |
| Gelet op de spoedeisendheid, gemotiveerd door het feit dat het | Vu l'urgence motivée par le fait que l'Administration compétente se |
| bevoegde Bestuur dient te beginnen met het controleren van de | doit de commencer le contrôle des documents justificatifs visés à |
| bewijsstukken bedoeld in artikel 12, § 2, tweede lid, van het besluit | l'article 12, § 2, alinéa 2, de l'arrêté du Gouvernement de la Région |
| van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende | de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif au mandat et compensation |
| het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen, vanaf 15 februari 2023; | des entreprises sociales d'insertion, à partir du 15 février 2023 ; |
| Dat de betaling van de compensatie wordt toegekend aan gemandateerde | Que le paiement de la compensation est octroyé aux entreprises |
| sociale ondernemingen op basis van de controle uitgevoerd door het | sociales mandatées sur la base du contrôle effectué par |
| bestuur in toepassing van artikel 12, § 3 van het besluit van de | l'administration en application de l'article 12, § 3 de l'arrêté du |
| Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif |
| mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen; | au mandat et compensation des entreprises sociales d'insertion ; |
| Dat sommige gemandateerde sociale ondernemingen moeilijkheden | Que certaines entreprises sociales mandatées rencontrent des |
| ondervinden om een voldoende groot aantal werknemers uit de doelgroep | difficultés à recruter un nombre suffisant de travailleurs du |
| te werven omdat er niet genoeg kandidaten worden doorgestuurd door | public-cible faute de candidats envoyés par ACTIRIS et les CPAS qui |
| ACTIRIS en de OCMW's, die ook worden geconfronteerd met moeilijkheden | sont également confrontés à des difficultés de mises à disposition de travailleurs ; |
| om werknemers ter beschikking te stellen; | Qu'il est fondamental de pouvoir procéder au paiement des soldes de la |
| Dat het essentieel is de betaling van de saldi van de compensatie 2022 | compensation 2022 dans les meilleurs délais afin de permettre aux |
| zo snel mogelijk uit te voeren opdat de gemandateerde sociale | entreprises sociales mandatées, impactées par la crise sanitaire en |
| ondernemingen - die een sterke impact ondervonden van de | |
| gezondheidscrisis in 2021 en de oorlog in Oekraïne in 2022 - hun | 2021 et par la crise ukrainienne en 2022, de poursuivre leur mission |
| inschakelingsopdrachten in 2023 kunnen blijven uitvoeren zonder hen | d'insertion en 2023 sans les pénaliser davantage et que l'urgence est |
| nog meer te benadelen en dat de spoedeisendheid dus gerechtvaardigd | |
| is; | donc justifiée ; |
| Overwegende het advies van de Adviesraad voor sociaal ondernemerschap | Considérant l'avis du Conseil consultatif de l'entrepreneuriat social |
| gegeven op 31 maart 2023; | donné le 31 mars 2023 2023 ; |
| Op voordracht van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke | Sur proposition du Ministre du Gouvernement de la Région de |
| Regering belast met Werk; | Bruxelles-Capitale chargé de l'Emploi ; |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In afwijking van artikel 12, § 3 van het besluit van de |
Article 1er.Par dérogation à l'article 12, § 3, de l'arrêté du |
| Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif |
| mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen, | au mandat et compensation des entreprises sociales d'insertion, le |
| zal de volledige betaling van de compensatie 2022 plaatsvinden op | paiement de l'intégralité de la compensation 2022 se fera sur la base |
| basis van het aantal doelgroepwerknemers vermeld in de ministeriële | du nombre de travailleurs cibles mentionnés dans les arrêtés |
| besluiten betreffende de financiering 2022 van de gemandateerde sociale ondernemingen als sociale inschakelingsonderneming De in het eerste lid voorziene afwijkingsregeling is enkel van toepassing als: 1° de gemandateerde sociale onderneming het bewijs levert van het behoud van de daadwerkelijke tewerkstelling van een of meerdere begeleiders tijdens het jaar 2022; 2° het bestuur bij de controle bedoeld in artikel 12, § 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 mei 2019 betreffende het mandaat en de compensatie van de sociale inschakelingsondernemingen vaststelt dat de aanvrager tijdens het jaar | ministériels concernant le financement 2022 des entreprises sociales mandatées en tant qu'entreprise sociale d'insertion. Le régime dérogatoire prévu à l'alinéa 1er n'est applicable que dans le cas où : 1° l'entreprise sociale mandatée apporte la preuve du maintien de l'occupation effective d'un ou de plusieurs encadrants durant l'année |
| 2022 een lager aantal doelgroepwerknemers heeft tewerkgesteld dan het aantal waarvoor hij in 2022 een compensatie ontving, ook al heeft de aanvrager niet minstens vier doelgroepwerknemers voltijds heeft kunnen tewerkstellen. Art. 2.De minister bevoegd voor Werk wordt belast met de uitvoering van dit besluit. |
2022 ; 2° l'administration constate lors du contrôle prévu à l'article 12, § 3, de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2019 relatif au mandat et compensation des entreprises sociales d'insertion, que le demandeur a occupé, durant l'année 2022, un nombre de travailleurs du public-cible inférieur à celui pour lequel il a reçu une compensation en 2022 même si le demandeur n'a pas pu occuper au minimum quatre travailleurs du public cible équivalent temps plein. Art. 2.Le Ministre qui a l'Emploi dans ses attributions est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 1 juin 2023. | Bruxelles, le 1er juin 2023. |
| Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
| De minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, | Le Ministre-président de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor | Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale chargé |
| Werk, | de l'Emploi, |
| B. CLERFAYT | B. CLERFAYT |