← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wijziging van bijlage I en II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen "
| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wijziging van bijlage I en II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen | Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale modifiant les annexes Ire et II de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 octobre 2009 portant réglementation du commerce et du contrôle des plants de pommes de terre |
|---|---|
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | REGION DE BRUXELLES-CAPITALE |
| 28 JANUARI 2016. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 28 JANVIER 2016. - Arrêté du Gouvernement de la Région de |
| wijziging van bijlage I en II van het besluit van de Brusselse | Bruxelles-Capitale modifiant les annexes Ire et II de l'arrêté du |
| Hoofdstedelijke Regering van 22 oktober 2009 houdende de | Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 octobre 2009 |
| reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen | portant réglementation du commerce et du contrôle des plants de pommes de terre |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen | Vu la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières |
| en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, het | premières pour l'agriculture, l'horticulture, la sylviculture et |
| laatst gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007, artikel 2, § 1, | l'élevage, modifiée en dernier lieu par la loi du 1er mars 2007, |
| gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998, 5 februari 1999 en 1 | l'article 2, § 1er, modifié par les lois des 21 décembre 1998, 5 |
| maart 2007; | février 1999 et 1er mars 2007; |
| Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 | Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 |
| oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring | octobre 2009 portant réglementation du commerce et du contrôle des |
| van pootaardappelen; | plants de pommes de terre; |
| Gelet op het overleg tussen de gewesten en de federale overheid op 13 oktober 2015; | Vu la concertation entre les régions et l'autorité fédérale en date du 13 octobre 2015; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 | Vu l'avis de l'Inspection des Finances, donné le 15 octobre 2015; |
| oktober 2015; Gelet op het advies 58.505/3 van de Raad van State, gegeven op 15 | Vu l'avis 58.505/3 du Conseil d'Etat, donné le 15 décembre 2015, en |
| december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | application de l'article 84, paragraphe premier, alinéa premier, 2°, |
| de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; |
| Op voorstel van de Minister, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, | Sur la proposition de la Ministre chargée du Logement, de la Qualité |
| Leefmilieu en Energie bevoegd voor het Landbouwbeleid; | de Vie, de l'Environnement et de l'Energie compétente pour la |
| Politique agricole; | |
| Na beraadslaging, | Après délibération, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van de |
Article 1er.Le présent arrêté transpose la directive d'exécution |
| uitvoeringsrichtlijn 2013/63/EU van de Commissie van 17 december 2013 | 2013/63/UE de la Commission du 17 décembre 2013 modifiant les annexes |
| tot wijziging van de bijlagen I en II bij Richtlijn 2002/56/EG van de | I et II de la directive 2002/56/CE du Conseil en ce qui concerne les |
| Raad wat betreft de minimumvoorwaarden voor pootaardappelen en | conditions minimales auxquelles doivent satisfaire les plants de |
| partijen pootaardappelen. | pommes de terre et les lots de plants de pommes de terre. |
Art. 2.In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van |
Art. 2.Dans l'arrêté de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 octobre |
| 22 oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de | 2009 portant réglementation du commerce et du contrôle des plants de |
| keuring van pootaardappelen, wordt een artikel 1/1 ingevoegd, dat | pommes de terre, il est inséré un article 1/1, rédigé comme suit : |
| luidt als volgt : « Art. 1/1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van |
« Art. 1/1.Le présent arrêté transpose partiellement la Directive |
| richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in | 2002/56/CE du Conseil du 13 juin 2002 concernant la commercialisation |
| de handel brengen van pootaardappelen. ». | des plants de pommes de terre. ». |
Art. 3.In hetzelfde besluit : |
Art. 3.Dans le même arrêté : |
| 1° wordt bijlage I vervangen door bijlage I gevoegd bij dit besluit; | 1° l'annexe I est remplacée par l'annexe I jointe au présent arrêté; |
| 2° wordt bijlage II vervangen door bijlage II gevoegd bij dit besluit. | 2° l'annexe II est remplacée par l'annexe II jointe au présent arrêté. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch |
Art. 4.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication |
| Staatsblad wordt bekendgemaakt. | au Moniteur belge. |
Art. 5.De Minister bevoegd voor het Landbouwbeleid is belast met de |
Art. 5.La Ministre compétente pour la Politique agricole est chargée |
| uitvoering van dit besluit. | de l'exécution du présent arrêté. |
| Brussel, 28 januari 2016. | Bruxelles, le 28 janvier 2016. |
| De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de |
| belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk | Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du Développement |
| Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, | territorial, de la Politique de la Ville, des Monuments et Sites, des |
| Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare | Affaires étudiantes, du Tourisme, de la Fonction publique, de la |
| Netheid, | Recherche scientifique et de la Propreté publique, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie bevoegd voor het | chargée du Logement, de la Qualité de Vie, de l'Environnement et de |
| Landbouwbeleid, | l'Energie compétente pour la Politique agricole, |
| Mevr. C. FREMAULT | Mme C. FREMAULT |
| Bijlage I | Annexe I |
| Minimumvoorwaarden voor pootaardappelen | Conditions minimales auxquelles doivent satisfaire les plants de |
| pommes de terre | |
Artikel 1.Basispootgoed moet aan de volgende minimumvoorwaarden |
Article 1er.Les plants de base répondent aux conditions minimales |
| voldoen : | suivantes : |
| 1° het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt bij een | 1° lors de l'inspection officielle sur pied, le pourcentage en nombre |
| officiële veldkeuring niet meer dan 1 %; | de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 1 %; |
| 2° het aantal niet-rasechte planten en planten van andere rassen | 2° le pourcentage en nombre de plantes sur pied non conformes à la |
| variété et celui de plantes de variétés étrangères ne dépassent pas, | |
| tezamen bedraagt niet meer dan 0,1 %. In de directe nateelt tezamen | au total, 0,1 %. Dans la descendance directe, ils ne dépassent pas, au |
| niet meer dan 0,25 %; | total, 0,25%; |
| 3° in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van | 3° dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes |
| virusziekten niet meer dan 4 %; | présentant des symptômes de viroses ne dépasse pas 4 %; |
| 4° het aantal planten met mozaïeksymptomen en planten met symptomen | 4° lors d'inspections officielles sur pied, le pourcentage en nombre |
| van bladrolvirus tezamen bedraagt bij een officiële veldkeuring niet | de plantes présentant des symptômes de mosaïque et le pourcentage en |
| nombre de plantes présentant des symptômes causés par le virus de | |
| meer dan 0,8 %. | l'enroulement ne dépassent pas, au total, 0,8 %. |
Art. 2.Gecertificeerd pootgoed moet aan de volgende |
Art. 2.Les plants certifiés répondent aux conditions minimales |
| minimumvoorwaarden voldoen : | suivantes : |
| 1° het aantal door zwartbenigheid aangetaste planten bedraagt bij een | 1° lors de l'inspection officielle sur pied, le pourcentage en nombre |
| officiële veldkeuring niet meer dan 4 %; | de plantes atteintes de jambe noire ne dépasse pas 4 %; |
| 2° het aantal niet-rasechte planten en planten van andere rassen | 2° le pourcentage en nombre de plantes non conformes à la variété et |
| celui de plantes de variétés étrangères ne dépassent pas, au total, | |
| tezamen bedraagt niet meer dan 0,5 %. In de directe nateelt tezamen | 0,5 %. Dans la descendance directe, ils ne dépassent pas, au total, |
| niet meer dan 0,5 %; | 0,5 %; |
| 3° in de directe nateelt bedraagt het aantal planten met symptomen van | 3° dans la descendance directe, le pourcentage en nombre de plantes |
| virusziekten niet meer dan 10 %; | présentant des symptômes de viroses ne dépasse pas 10 %; |
| 4° het aantal planten met mozaïeksymptomen en planten met symptomen | 4° lors d'inspections officielles sur pied, le pourcentage en nombre |
| van bladrolvirus tezamen bedraagt bij een officiële veldkeuring niet | de plantes présentant des symptômes de mosaïque et le pourcentage en |
| nombre de plantes présentant des symptômes causés par le virus de | |
| meer dan 6 %. | l'enroulement ne dépassent pas, au total, 6 %. |
Art. 3.De in artikel 1, 3° en 4°, en artikel 2, 3° en 4°, omschreven |
Art. 3.Les tolérances prévues à l'article 1er, 3° et 4° et à |
| toleranties gelden alleen voor virusziekten die door in Europa | l'article 2, 3° et 4°, ne sont applicables qu'aux viroses qui sont |
| voorkomende virussen worden veroorzaakt. | causées par des virus répandus en Europe. |
Art. 4.Het maximumaantal generaties basispootgoed bedraagt vier en |
Art. 4.Le nombre maximal de générations des pommes de terre de base |
| het totale aantal generaties prebasispootgoed op het veld en | est de quatre, et le nombre de générations combinées des pommes de |
| basispootgoed bedraagt zeven. | terre prébase en champ et des pommes de terre de base est de sept. |
| Het maximumaantal generaties gecertificeerd pootgoed bedraagt twee. | Le nombre maximal de générations des plants certifiés est de deux. |
| Als de generatie niet op het officiële etiket vermeld staat, worden de | Si la génération n'est pas indiquée sur l'étiquette officielle, les |
| aardappelen geacht te behoren tot de maximale generatie die voor de | pommes de terre en question sont considérées comme appartenant à la |
| desbetreffende categorie toegestaan is. | génération maximale autorisée dans la catégorie concernée. |
| Gezien om gevoegd te worden bij het Besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
| Hoofdstedelijke Regering van 28 januari 2016 wijziging van bijlage I | Bruxelles-Capitale du 28 janvier 2016 modifiant les annexes Ire et II |
| en II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 | de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 |
| oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring | octobre 2009 portant réglementation du commerce et du contrôle des |
| van pootaardappelen. | plants de pommes de terre. |
| Brussel, 28 januari 2016. | Bruxelles, le 28 janvier 2016. |
| De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de |
| belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk | Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du Développement |
| Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, | territorial, de la Politique de la Ville, des Monuments et Sites, des |
| Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare | Affaires étudiantes, du Tourisme, de la Fonction publique, de la |
| Netheid, | Recherche scientifique et de la Propreté publique, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
| Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie bevoegd voor het | chargée du Logement, de la Qualité de Vie, de l'Environnement et de |
| Landbouwbeleid, | l'Energie compétente pour la Politique agricole, |
| Mevr. C. FREMAULT | Mme C. FREMAULT |
| Bijlage II | Annexe II |
| Minimumvoorwaarden inzake voor de kwaliteit van partijen pootaardappelen | Conditions minimales de qualité des lots des plants de pommes de terre |
| Toleranties voor de volgende onzuiverheden, gebreken en ziekten van | Tolérances en ce qui concerne les impuretés, défauts et maladies |
| pootaardappelen : | suivants des plants de pommes de terre : |
| 1° aanhangende grond en andere vreemde bestanddelen : 1 % massa voor | 1° présence de terre et de corps étrangers : 1 % de la masse pour les |
| basispootgoed en 2 % massa voor gecertificeerd pootgoed; | plants de base et 2 % de la masse pour les plants certifiés; |
| 2° pourriture sèche et pourriture humide combinées, dans la mesure où | |
| 2° droog- en natrot, voor zover niet veroorzaakt door Synchytrium | elles ne sont pas causées par les Synchytrium endobioticum, |
| endobioticum, Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus of | Clavibacter michiganensis subsp. sepedonicus ou Ralstonia solanacearum |
| Ralstonia solanacearum : 0,5 % massa, waarvan 0,2 % massa natrot; | : 0,5 % de la masse, dont pourriture humide 0,2 % de la masse; |
| 3° uitwendige gebreken (bv. misvormde of beschadigde knollen) : 3 % massa; | 3° défauts extérieurs (par exemple : tubercules difformes ou blessés) : 3 % de la masse; |
| 4° aardappelschurft op meer dan een derde van het oppervlak van de | 4° gale commune affectant les tubercules sur une surface supérieure à |
| knollen : 5 % massa; | un tiers : 5 % de la masse; |
| 5° lakschurft op meer dan 10 % van het oppervlak van de knollen : 5 % | 5° rhizoctone brun affectant les tubercules sur une surface supérieure à 10 % : 5 % de la masse; |
| massa; | 6° gale poudreuse affectant les tubercules sur une surface supérieure |
| 6° poederschurft op meer dan 10 % van het oppervlak van de knollen : 3 | à 10 % : 3 % de la masse; |
| % massa; 7° verschrompelde knollen als gevolg van overmatige of door | 7° tubercules flétris à la suite d'une déshydratation excessive ou à |
| zilverschurft veroorzaakte uitdroging : 1,0 % massa. | une déshydratation causée par la gale argentée : 1 % de la masse. |
| Totale tolerantie voor 2 tot en met 7 : 6 % massa voor basispootgoed | Tolérance totale pour les points 2 à 7 : 6 % de la masse pour les |
| en 8 % massa voor gecertificeerd pootgoed. | plants de base et 8 % de la masse pour les plants certifiés. |
| Gezien om gevoegd te worden bij het Besluit van de Brusselse | Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
| Hoofdstedelijke Regering van 28 januari 2016 wijziging van bijlage I | Bruxelles-Capitale du 28 janvier 2016 modifiant les annexes Ire et II |
| en II van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 | de l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 22 |
| oktober 2009 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van pootaardappelen. Brussel, 28 januari 2016. De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedelijk Beleid, Monumenten en Landschappen, Studentenaangelegenheden, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Openbare Netheid, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Huisvesting, Levenskwaliteit, Leefmilieu en Energie bevoegd voor het Landbouwbeleid, | octobre 2009 portant réglementation du commerce et du contrôle des plants de pommes de terre. Bruxelles, le 28 janvier 2016 Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, du Développement territorial, de la Politique de la Ville, des Monuments et Sites, des Affaires étudiantes, du Tourisme, de la Fonction publique, de la Recherche scientifique et de la Propreté publique, R. VERVOORT La Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargée du Logement, de la Qualité de Vie, de l'Environnement et de l'Energie compétente pour la Politique agricole, |
| Mevr. C. FREMAULT | Mme C. FREMAULT |