Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de wijze waarop de ambtenaren die behoren tot het ministerie en sommige openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een mandaat kunnen opnemen bij een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant les modalités selon lesquelles les agents qui relèvent du ministère ou de certains organismes publics de la Région de Bruxelles-Capitale peuvent recevoir un mandat dans un organisme d'intérêt public de la Région de Bruxelles-Capitale |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 3 OKTOBER 2002. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de wijze waarop de ambtenaren die behoren tot het ministerie en sommige openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een mandaat kunnen opnemen bij een instelling van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE 3 OCTOBRE 2002. - Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale fixant les modalités selon lesquelles les agents qui relèvent du ministère ou de certains organismes publics de la Région de Bruxelles-Capitale peuvent recevoir un mandat dans un organisme d'intérêt public de la Région de Bruxelles-Capitale Le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions |
Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40, gewijzigd door de | bruxelloises, notamment l'article 40, modifié par la loi spéciale du |
bijzondere wet van 16 juli 1993; | 16 juillet 1993; |
Gelet op de wet van 21 augustus 1987 tot wijziging van de wet houdende | Vu la loi du 21 août 1987 modifiant la loi organisant les |
organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten en | agglomérations et les fédérations de communes et portant des |
houdende bepalingen betreffende het Brusselse Gewest, inzonderheid op | dispositions relatives à la Région bruxelloise, notamment l'article |
artikel 27, § 3; | 27, § 3; |
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van | Vu l'arrêté royal du 8 mars 1989 créant l'Institut bruxellois pour la |
het Brussels Instituut voor Milieubeheer, bekrachtigd door de wet van | |
16 juni 1989, inzonderheid op artikel 1, § 2; | gestion de l'environnement, confirmé par la loi du 16 juin 1989, |
notamment l'article 1er, § 2; | |
Gelet op artikel 8, tweede lid, van de ordonnantie van 19 juli 1990 | Vu l'article 8, alinéa 2, de l'ordonnance du 19 juillet 1990 portant |
houdende oprichting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor | création d'un Service d'Incendie et d'aide médicale urgente, notamment |
Brandweer en Dringende Medische Hulp, inzonderheid op artikel 8, | l'article 8, alinéa 2; |
tweede lid; Gelet op het koninklijk besluit van 13 maart 1991 houdende coördinatie | Vu l'arrêté royal du 13 mars 1991 portant coordination des lois du 28 |
van de wetten van 28 december 1984 en van 26 juni 1990 betreffende de | décembre 1984 et du 26 juin 1990 relatives à la suppression et à la |
afschaffing en de herstructurering van instellingen van openbaar nut | restructuration d'organismes d'intérêt public et des services de |
en andere overheidsdiensten, inzonderheid op artikelen 9 en 16; | l'Etat, notamment les articles 9 et 16; |
Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie | Vu l'ordonnance du 3 décembre 1992 relative à l'exploitation et au |
en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de | développement du canal, de l'avant-port et de leurs dépendances dans |
aanhorigheden ervan in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid op artikel 17, vierde lid; | la Région de Bruxelles-Capitale, notamment l'article 17, alinéa 4; |
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2000 tot bepaling van | Vu l'arrêté royal du 22 décembre 2000 fixant les principes généraux, |
de algemene principes, inzonderheid op artikel 13; | notamment l'article 13; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 | Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 6 |
mei 1999 houdende het administratief statuut en de | mai 1999 portant le statut administratif et pécuniaire des agents du |
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het ministerie van het | |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid artikel 87; | ministère de la Région de Bruxelles-Capitale, notamment l'article 87; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 | Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 |
september 2002 houdende het administratief statuut en de | sptembre 2002 portant le statut administratif et pécuniaire des agents |
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van | des organismes d'intérêt public de la Région de Bruxelles-Capitale; |
openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | |
Gelet op het advies van de Inspecteur van financiën, gegeven op 26 | Vu l'avis de l'Inspecteur des Finances, donné le 26 mars 2001; |
maart 2001; Gelet op de akoordbevinding van de federale Minister van Pensioenen | Vu l'accord du Ministre fédéral des Pensions, donné le 18 mai 2001 |
van 18 mei 2001; Gelet op het advies van het beheerscomité van de Brusselse | Vu l'avis du Comité de gestion de l'Office régional bruxellois de |
Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling van 8 mei 2001; | l'Emploi du 8 mai 2001; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Brusselse | Vu l'avis du Conseil d'administration de la Société du Logement de la |
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij van 24 april 2001; | Région bruxelloise du 24 avril 2001; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Gewestelijke | Vu l'avis du Conseil d'administration de la Société régionale du Port |
Vennootschap van de Haven van Brussel van 27 april 2001; | de Bruxelles 27 avril 2001; |
Gelet op het protocol nr. 2001/15 van 7 juni 2001 van het sectorcomité | Vu le protocole n° 2001/15 du Comité de secteur XV du 7 juin 2001; |
XV; Gelet op de beslissing van de Regering van 28 juni 2001 inzake het | Vu la décision du Gouvernement 28 juin 2001 sur la demande d'avis dans |
verzoek om advies binnen een maand; | le délai d'un mois; |
Gelet op het advies nr 32.001/4 van de Raad van State, gegeven op 8 | Vu l'avis n° 32.001/4 du Conseil d'Etat, donné le 8 octobre 2001 en |
oktober 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de | application de l'article 84, alinéa 1er, 1° des lois coordonnées sur |
gecoördineerde wetten op de Raad van Staat,; | le Conseil d'Etat; |
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor ambtenarenzaken, | Sur la proposition du Ministre chargé de la Fonction publique, |
Na beraadslaging, | Après délibération, |
Besluit : | Arrête : |
HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied | CHAPITRE Ier. - Champ d'application |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de ambtenaren van het |
Article 1er.Le présent arrêté est applicable aux agents du ministère |
ministerie en de openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk | et des organismes publics de la Région de Bruxelles-Capitale visés à |
Gewest bedoeld in artikel 2, 3° van dit besluit. | l'article 2, 3° du présent arrêté. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Pour l'application du présent arrêté, il y a lieu d'entendre |
1° Regering : de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; | par : 1° Gouvernement : le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale; |
2° ministerie : het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | 2° ministère : le ministère de la Région de Bruxelles-Capitale; |
3° instellingen : de hierna vermelde openbare instellingen van het | 3° organismes : les organismes publics de la Région de |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest : | Bruxelles-Capitale visés ci-après : |
- Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest; | - Centre d'Informatique pour la Région bruxelloise; |
- Brussels Instituut voor Milieubeheer; | - Institut bruxellois pour la Gestion de l'Environnement; |
- Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende | - Service d'Incendie et d'Aide médicale urgente de la Région de |
Medische Hulp, met uitzondering van het operationele personeel; | Bruxelles-Capitale, à l'exception du personnel opérationnel; |
- Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij; | - Société du Logement de la Région bruxelloise; |
- Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling; | - Office régional bruxellois de l'Emploi; |
- Gewestelijke vennootschap van de Haven van Brussel; | - Société régionale du Port de Bruxelles; |
- Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | - Conseil économique et social de la Région de Bruxelles-Capitale : |
: de ambtenaren afkomstig van de Gewestelijke Economische Raad voor | les agents en provenance du Conseil économique régional pour le |
Brabant; | Brabant; |
4° instelling van oorsprong : de instelling waarvan de ambtenaar | 4° organisme d'origine : l'organisme dont l'agent fait partie avant sa |
deeluitmaakt vóór zijn aanstelling als mandaathouder in een andere | désignation comme mandataire dans un autre organisme; |
instelling; 5° ontvangende instelling : de instelling waar de ambtenaar is | 5° organisme d'accueil : l'organisme dans lequel l'agent est désigné |
aangesteld als mandaathouder | comme mandataire; |
6° ambtenaren : de ambtenaren bedoeld in artikel 1 van dit besluit; | 6° agents : les agents visés à l'article 1er du présent arrêté; |
7° statuut van het ministerie : besluit van de Brusselse | 7° statut du ministère : l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief | Bruxelles-Capitale du 6 mai 1999 portant le statut administratif et |
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de | pécuniaire des agents du ministère de la Région de Bruxelles-Capitale; |
instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | |
8° statuut van de instellingen van openbaar nut : besluit van de | 8° statut des organismes d'intérêt public : l'arrêté du Gouvernement |
Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 september 2002 houdende het | de la Région de Bruxelles-Capitale du 26 septembre 2002 portant le |
administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren | statut administratif et pécuniaire des agents des organismes d'intérêt |
van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | public de la Région de Bruxelles-Capitale. |
HOOFDSTUK II | CHAPITRE II |
Openstelling van de mandaatbetrekkingen bij een instelling | Ouverture des emplois de mandat dans un organisme |
Art. 3.De betrekkingen bij een instelling die zijn verbonden aan de |
Art. 3.Les emplois d'un organisme correspondant aux grades des rangs |
graden van rang A5, A4+ en A4, die door de Regering bij mandaat | A5, A4+, et A4, conférés par mandat par le Gouvernement, sont ouverts |
begeven worden, staan open voor de ambtenaren van het ministerie of | aux agents du ministère ou d'un autre organisme dans les mêmes |
een andere instelling onder dezelfde voorwaarden en volgens dezelfde | conditions et selon les mêmes règles que celles fixées par le livre 1er, |
regels als die bepaald in boek 1, titel IV, hoofdstuk III van het | titre IV, chapitre III du statut des organismes d'intérêt public, |
statuut van de instellingen van openbaar nut, artikelen 81 tot 96. | articles 81 à 96. |
Art. 4.De betrekkingen van een instelling bedoeld in artikel 3 kunnen |
Art. 4.Les emplois d'un organisme visés à l'article 3 ne peuvent être |
enkel opengesteld worden voor de ambtenaren van het ministerie of een | ouverts aux agents du ministère ou d'un autre organisme qu'à la |
andere instelling op voorwaarde dat voornoemde betrekkingen vacant | condition que lesdits emplois soient vacants et qu'au moment de la |
zijn en dat het totaal aantal betrekkingen ingeschreven in de | déclaration de vacance, le nombre total des emplois prévus au cadre du |
personeelsformatie van de instelling waar de betrekkingen worden | personnel de l'organisme où les emplois sont ouverts, correspondant |
begeven, voor de graden van rang A3 tot A5 op het ogenblik van de | aux grades des rangs A3 à A5, soit supérieur au nombre de titulaires |
vacantverklaring het aantal titularissen van die betrekkingen | |
overtreft. | de ces emplois. |
Art. 5.De ambtenaren die aangeworven zijn volgens een bijzondere |
Art. 5.Les agents qui ont été recrutés selon un mode particulier de |
benoemingswijze of die het voordeel genoten hebben van een eerste | nomination ou qui ont bénéficié d'une première nomination fondée sur |
benoeming gebaseerd op bepalingen welke afwijken van die | des dispositions dérogeant aux dispositions prévues dans les statuts |
voorgeschreven in de personeelsstatuten, kunnen zich niet kandidaat | du personnel ne peuvent se porter candidats aux emplois de mandat |
stellen voor de in artikel 3 bedoelde mandaatbetrekkingen gedurende de | prévus à l'article 3 durant les douze premières années qui suivent |
eerste twaalf jaar na hun aanwerving. | leur recrutement. |
HOOFDSTUK III. - Verlof en administratieve stand van de ambtenaren | CHAPITRE III. - Du congé et de la position administrative des agents |
Art. 6.Zodra ze zijn aangesteld in een mandaatbetrekking bij een |
Art. 6.Dès leur désignation dans un emploi de mandat dans un |
instelling en tot op het ogenblik van hun eerste evaluatie als | organisme et jusqu'au moment de leur première évaluation comme |
mandaathouder of hun tweede evaluatie ingeval de eerste evaluatie | mandataires ou de leur deuxième évaluation en cas de première |
negatief is, wordt aan de ambtenaren ambtshalve verlof toegekend bij | évaluation négative, les agents sont mis d'office en congé au |
het ministerie of hun instelling van oorsprong naargelang het geval. Zij kunnen hun aanspraken laten gelden voor de toewijzing van een ander mandaat. Dit verlof is niet bezoldigd en is voor het overige gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit. Art. 7.§ 1. Tijdens voornoemd verlof geldt voor de ambtenaren het statuut en de bezoldigingsregeling die van toepassing zijn op de ambtenaren van de ontvangende instelling. Zij verliezen de voordelen van ongeacht welke aard die zij genoten bij het ministerie of de instelling van oorsprong. Zij behouden echter de voordelen die hen werden toegekend als verworven rechten krachtens wetten of bijzondere reglementeringen voor hun eventuele overplaatsing naar een dienst van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. De ontvangende instelling vereffent en betaalt de bezoldiging van de ambtenaren, met inbegrip van de toelagen, eventuele vergoedingen en maaltijdcheques waarop zij recht hebben bij de genoemde instelling. Het ministerie of de instelling van oorsprong bezorgt de ontvangende instelling alle nodige inlichtingen voor de bijwerking van het individueel dossier en het beheer van de wedde. |
ministère ou dans leur organisme d'origine, selon le cas. Ils peuvent faire valoir leurs titres pour l'attribution d'un autre mandat. Le congé n'est pas rémunéré et est assimilé pour le surplus à une période d'activité de service. Art. 7.§ 1er. Durant ce congé, les agents sont soumis au régime statutaire et pécuniaire applicable aux agents de l'organisme d'accueil. Ils perdent le bénéfice des avantages, de quelque nature qu'ils soient, qui leur étaient applicables au ministère ou dans l'organisme d'origine. Ils conservent toutefois le bénéfice des avantages qui leur ont été octroyés en tant que droits acquis en vertu de lois ou de réglementations particulières avant leur transfert éventuel dans un service de la Région de Bruxelles-Capitale. § 2. L'organisme d'accueil liquide et paie la rémunération des agents, y compris les allocations, indemnités éventuelles et chèques repas auxquels ils ont droit dans le dit organisme. Le ministère ou l'organisme d'origine transmet à l'organisme d'accueil tous les renseignements utiles, tant pour la mise à jour du dossier individuel que pour la gestion salariale. |
Art. 8.Tijdens de in artikel 6 bedoelde periode ressorteren de |
Art. 8.Durant la période visée à l'article 6, les agents sont soumis |
ambtenaren onder het hiërarchisch en functioneel gezag van de ontvangende instelling. Zij dienen de arbeidsvoorwaarden na te leven die zijn opgelegd in de instelling en meer bepaald de plichten, onverenigbaarheden, werktijden en verlofregeling. Tot op het ogenblik van hun nieuwe evaluatie als mandaathouders, behouden zij de laatste evaluatievermelding bekomen in het ministerie of de instelling van oorsprong. Als bij de ontvangende instelling aangestelde mandaathouders zijn zij onderworpen aan de evaluatieregels die gelden voor de mandaathouders van de genoemde instelling. Art. 9.Het verlof van de ambtenaren wordt ambtshalve beëindigd wanneer het mandaat, om een van de volgende redenen tijdens de in artikel 6 bedoeld periode een einde neemt : vrijwillig ontslag van de mandaathouder, in geval van schorsing van de mandaathouder in het belang van de dienst gedurende meer dan zes maanden, in geval van langdurige ziekte van meer dan zes maanden, in geval van terugzetting in graad of in geval van een tweede negatieve evaluatie ». De ambtenaren worden in dat geval geherintegreerd bij het ministerie of hun instelling van oorsprong en bekleden er de graad die zij voorafgaand aan de uitoefening van het mandaat bekleedden. De duur van het mandaat wordt in aanmerking genomen voor de berekening van de administratieve en geldelijke anciënniteit. Zodra ze opnieuw bij hun instelling zijn ingedeeld, herkrijgen de ambtenaren de evaluatie die zij bekwamen vóór de uitoefening van hun mandaat. HOOFDSTUK IV. - Overplaatsing van de ambtenaren |
à l'autorité hiérarchique et fonctionnelle de l'organisme d'accueil. Ils doivent respecter les conditions de travail imposées dans cet organisme et notamment les devoirs, incompatibilités, horaires et régime de congés. Jusqu'à leur nouvelle évaluation comme mandataires, ils conservent la dernière évaluation acquise au ministère ou dans l'organisme d'origine. Comme mandataires désignés dans l'organisme d'accueil, ils sont soumis aux règles d'évaluation applicables aux titulaires de mandat dudit organisme. Art. 9.Il est mis fin d'office au congé des agents lorsque le mandat prend fin, pendant la période visée à l'article 6, pour l'une des raisons suivantes : la démission volontaire des mandataires, en cas de suspension de ceux-ci dans l'intérêt du service pendant plus de six mois, en cas de maladie de longue durée de plus de six mois, en cas de rétrogradation ou en cas de double évaluation négative. Les agents réintègrent dans ce cas le ministère ou leur organisme d'origine et sont revêtus du grade dont ils étaient titulaires avant l'exercice du mandat. La durée du mandat est comptabilisée dans les anciennetés administratives et pécuniaires. Dès leur réintégration, les agents reçoivent l'évaluation dont ils bénéficiaient avant l'exercice du mandat. CHAPITRE IV. - Du transfert des agents |
Art. 10.Vanaf hun eerste positieve evaluatie als mandaathouder bij de ontvangende instelling, worden de ambtenaren ambtshalve overgeplaatst naar de instelling en wordt er ambtshalve een einde gemaakt aan hun verlof bij het ministerie of de instelling van oorsprong. De overplaatsing van de ambtenaren geschiedt met terugwerkende kracht tot de datum van hun aanstelling als mandaathouders in de ontvangende instelling. De Regering vaardigt een individueel besluit uit dat in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt in de vorm van een uittreksel. Een kopie wordt ter informatie verstuurd naar het ministerie of de instelling van oorsprong. Art. 11.Voor de overgeplaatste ambtenaren gelden dezelfde statutaire bepalingen en dezelfde bezoldigingsregeling als voor de ambtenaren van de ontvangende instelling. Zij behouden de administratieve en geldelijke anciënniteit die zij verworven hadden vóór hun overplaatsing. |
Art. 10.A partir de leur première évaluation positive comme mandataires dans l'organisme d'accueil, les agents sont transférés d'office dans celui-ci et il est mis fin d'office à leur congé au ministère ou dans l'organisme d'origine. Le transfert des agents s'opère à titre rétroactif à la date de leur désignation comme mandataires dans l'organisme d'accueil. Le Gouvernement prend un arrêté individuel publié au Moniteur belge par voie d'extrait. Une copie est envoyée pour information au ministère ou dans l'organisme d'origine. Art. 11.Les agents transférés sont soumis au régime statutaire et pécuniaire applicable aux agents de l'organisme d'accueil. Ils conservent les anciennetés administratives et pécuniaires qu'ils ont acquises avant leur transfert. |
HOOFDSTUK V. - Situatie inzake personeelsformatie bij het ministerie | CHAPITRE V. - De la situation du cadre du personnel au ministère ou |
of de instelling van oorsprong | dans l'organisme d'origine |
Art. 12.Tijdens de in artikel 6 bedoelde periode wordt de betrekking |
Art. 12.Durant la période visée à l'article 6, l'emploi de l'agent |
van de ambtenaar die een mandaat in een instelling heeft gekregen | ayant reçu un mandat dans un organisme est comptabilisé dans la |
opgenomen in het geheel van de effectieven van rang A3 tot A7 van de | globalité des effectifs des rangs A3 à A7 du cadre du ministère ou de |
personeelsformatie van het ministerie of de instelling van oorsprong. | l'organisme d'origine. |
Art. 13.Tijdens de in artikel 6 bedoelde periode kunnen de |
Art. 13.Durant la période visée à l'article 6, les emplois des rangs |
betrekkingen van rang A3 tot A7 van de personeelsformatie van het | A3 à A7 du cadre du ministère ou de l'organisme d'origine ne peuvent |
ministerie of de instelling van oorsprong enkel vacant worden | être déclarés vacants que si le nombre total des emplois occupés de |
verklaard indien het totaal aantal ingenomen betrekkingen van deze | |
rangen kleiner is dan het totaal aantal betrekkingen van rang A3 tot | ces rangs est inférieur au nombre total des emplois des rangs A3 à A7 |
A7 van de personeelsformatie. | du cadre organique. |
De betrekkingen van rang A3 die niet vacant kunnen worden verklaard | Les emplois de rang A3 qui ne peuvent être déclarés vacants en vertu |
overeenkomstig het eerste lid, kunnen middels hogere functies worden | de l'alinéa 1er peuvent être attribués pour la durée du congé, au |
verleend voor de duur van het verlof. | moyen de fonctions supérieures. |
De Regering kan beslissen de betrekkingen van rang A4 tot A7 die niet | Le Gouvernement peut décider d'attribuer pour la durée du congé et au |
vacant kunnen worden verklaard overeenkomstig het eerste lid, middels | moyen de fonctions supérieures, les emplois des rangs A4 à A7 qui ne |
hogere functies te verlenen voor de duur van het verlof. | peuvent être déclarés vacants en vertu de l'alinéa 1er. |
Deze hogere functies kunnen met 6 maanden verlengd worden ingeval de | Ces fonctions supérieures peuvent être prolongées de 6 mois au cas où |
Regering beslist de bedoelde betrekkingen vacant te verklaren. | le Gouvernement décide de déclarer vacants lesdits emplois. |
Art. 14.Na de in artikel 10 bedoelde overplaatsing, kunnen de |
Art. 14.Après le transfert visé à l'article 10, les emplois que les |
betrekkingen die de ambtenaren innamen bij het ministerie of de | agents occupaient au ministère ou dans l'organisme d'origine peuvent |
instelling van oorsprong, vacant verklaard worden. | être déclarés vacants. |
HOOFSTUK VI. - Overgangs- en slotbepalingen | CHAPITRE VI. - Dispositions transitoires et finales |
Art. 15.Indien de ambtenaren op het ogenblik dat dit besluit in |
Art. 15.Au cas où, au moment de la mise en vigueur du présent arrêté, |
werking treedt, op grond van hun eigen statuut niet bekleed zijn met | les agents ne sont pas, en vertu de leur statut propre, titulaires des |
dezelfde graden als die bepaald in het statuut van de ambtenaren van | mêmes grades que ceux prévus par le statut applicable aux agents du |
het ministerie, worden de mandaten van rang A4, A4+ en A5 opengesteld | ministère, les mandats des rangs A4, A4+ et A5 sont ouverts aux agents |
voor de ambtenaren van rang 13 of hoger die minstens over drie jaar | de rang 13 au moins qui comptent trois ans d'ancienneté de grade au |
graadanciënniteit beschikken. | moins. |
Art. 16.In afwachting dat de Regering de regels in verband met de |
Art. 16.Dans l'attente de la fixation par le Gouvernement des |
toekenning van managementbrevetten bepaalt, zijn de ambtenaren die | modalités d'octroi des brevets en management, les agents qui se |
zich kandidaat stellen bij de eerste toewijzing van mandaten | portent candidats lors de la première attribution des mandats sont |
vrijgesteld van de verplichting om de in artikel 82 van het statuut | dispensés de remplir les conditions fixées par l'article 82 du statut |
van de instellingen van openbaar nut vervatte voorwaarden te | des organisme d'intérêt public. |
vervullen. Art. 17.De ambtenaren van rang 13 of hoger die de beoordeling « goed |
Art. 17.Les agents de rang 13 au moins qui ont un signalement « bon » |
» of « zeer goed » bekomen hebben of aan wie nog geen beoordeling werd | ou « très bon » ou qui sont sans signalement sont censés avoir une |
toegekend, worden voor de toekenning van een mandaat verondersteld de beoordeling « voldoende » te hebben. | évaluation « satisfaisant » pour l'attribution d'un mandat. |
Art. 18.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering |
Art. 18.Le Ministre qui a la Fonction publique dans ses attributions |
van dit besluit. | est chargé de l'exécution du présent arrêté. |
Brussel, 3 oktober 2002. | Bruxelles, le 3 octobre 2002. |
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Pour le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale : |
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Le Ministre-Président du Gouvernement de la Région de |
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en | Bruxelles-Capitale, chargé des Pouvoirs locaux, de l'Aménagement du |
Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, | Territoire, des Monuments et Sites, de la Rénovation urbaine et de la |
Recherche scientifique, | |
F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met | Le Ministre du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale, chargé |
Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, | des Finances, du Budget, de la Fonction publique et des Relations |
extérieures, | |
G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |