Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juni 2023, heeft de Vrederechter van het eerste kanton Eupen - Sankt Vith d « Schendt artikel 577-3, eerste lid, laatste zin, van het oud Burgerlijk Wetboek, zoals van toepass(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 juni 2023, heeft de Vrederechter van het eerste kanton Eupen - Sankt Vith d « Schendt artikel 577-3, eerste lid, laatste zin, van het oud Burgerlijk Wetboek, zoals van toepass(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 24 mai 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 juin 2023, le Juge de paix du premier canton d'Eupen - Saint-Vith a posé la question préjud « Est-ce que l'article 577-3, alinéa 1, dernière phrase de l'ancien Code civil, tel que applicable (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 24 mei 2023, waarvan de expeditie ter griffie van het Par jugement du 24 mai 2023, dont l'expédition est parvenue au greffe
Hof is ingekomen op 9 juni 2023, heeft de Vrederechter van het eerste de la Cour le 9 juin 2023, le Juge de paix du premier canton d'Eupen -
kanton Eupen - Sankt Vith de volgende prejudiciële vraag gesteld : Saint-Vith a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 577-3, eerste lid, laatste zin, van het oud « Est-ce que l'article 577-3, alinéa 1, dernière phrase de l'ancien
Burgerlijk Wetboek, zoals van toepassing vóór 1 januari 2019 in Code civil, tel que applicable avant le 01 janvier 2019 en relation
verband met de overgangsbepaling van artikel 179 van de wet van 18 juni 2018, de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de mede-eigenaars die zijn onderworpen aan de afwijkende regeling van gedwongen mede-eigendom die is ingesteld vóór 1 januari 2019, nooit meer kunnen overgaan naar de gemeenrechtelijke regeling van de gedwongen mede-eigendom, bedoeld in de artikelen 577-3 en volgende van het oud Burgerlijk Wetboek en in de artikelen 3.84 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, zonder dat die beslissing met eenparigheid van de mede-eigenaars wordt genomen, terwijl het in het kader van een afwijkende regeling van gedwongen mede-eigendom die is ingesteld na 1 januari 2019, volstaat dat een van de mede-eigenaars het niet meer eens is om naar de wettelijke regeling van de gedwongen mede-eigendom te kunnen overgaan ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 8011 van de rol van het Hof. De griffier, avec la disposition transitoire de l'article 179 de la loi du 18 juin 2018 viole-t-il les articles 10, 11 et 16 de la Constitution lus en combinaison, ou non avec l'article 1er du 1er protocole additionnelle de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que les copropriétaires soumis au régime dérogatoire de copropriété forcée constitué avant le 01 janvier 2019 ne peuvent plus jamais basculer vers le régime de droit commun de la copropriété forcée prévu par les articles 577-3 et suivant de l'ancien Code civil et 3.84 et suivants du Code civil, sans que cette décision soit prise à l'unanimité des copropriétaires, alors que dans le cadre d'un régime dérogatoire de copropriété forcée constitué après le 01 janvier 2019, il suffit qu'un des copropriétaires ne soit plus d'accord pour pouvoir passer au régime légal de la copropriété forcée ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 8011 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^