← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 17 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft
de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel
« Schendt artikel 253, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Brussels Hoofds(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 17 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft de Franstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel « Schendt artikel 253, § 4, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (Brussels Hoofds(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 17 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 26 avril 2022, le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles a posé la question « L'article 253, § 4, du Code des impôts sur les revenus 1992 (Région de Bruxelles-Capitale) e(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij vonnis van 17 maart 2022, waarvan de expeditie ter griffie van het | Par jugement du 17 mars 2022, dont l'expédition est parvenue au greffe |
Hof is ingekomen op 26 april 2022, heeft de Franstalige Rechtbank van | de la Cour le 26 avril 2022, le Tribunal de première instance |
eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 253, § 4, van het Wetboek van de | |
inkomstenbelastingen 1992 (Brussels Hoofdstedelijk Gewest), zoals | « L'article 253, § 4, du Code des impôts sur les revenus 1992 (Région |
vervangen bij artikel 12 van de ordonnantie van 23 november 2017 houdende wetgevende aanpassingen met het oog op de overname van de dienst onroerende voorheffing door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet, in zoverre het een verschil in behandeling invoert tussen : - enerzijds, de belastingplichtige die zijn gebouw verhuurt aan een entiteit die het bestemt voor het gesubsidieerd onderwijs en die de vrijstelling van de onroerende voorheffing geniet, en, - anderzijds, de belastingplichtige die zijn gebouw verhuurt aan een entiteit die het bestemt voor niet-gesubsidieerd onderwijs, ongeacht of het al dan niet een winstoogmerk heeft, en die de vrijstelling van de onroerende voorheffing niet meer geniet, en schendt het hierdoor bovendien de vrijheid van onderwijs ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 7795 van de rol van het Hof. De griffier, | de Bruxelles-Capitale) en sa version telle que remplacée par l'article 12 de l'ordonnance du 23 novembre 2017 effectuant les adaptions législatives en vue de la reprise du service du précompte immobilier par la Région de Bruxelles-Capitale viole-t-il les articles 10, 11 et 24 de la Constitution, en ce qu'il crée une différence de traitement entre, - d'une part, le contribuable qui donne en location son bâtiment à une entité qui l'affecte à l'enseignement subventionné et qui bénéficie de l'exonération du précompte immobilier, et, - d'autre part, le contribuable qui donne en location son bâtiment à une entité qui l'affecte à un enseignement non subventionné celui-ci fût-il reconnu ou dépourvu de but de lucre, et qui ne bénéficie plus de l'exonération du précompte immobilier ? et, par surcroît, viole-t-il, ce faisant, la liberté d'enseignement ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 7795 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |