← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen
van 3 en 22 maart 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 18 en 25 maart
2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg « Schendt artikel 41 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het
wegverkeer, zoals(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij twee vonnissen van 3 en 22 maart 2022, waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 18 en 25 maart 2022, heeft de Rechtbank van eerste aanleg « Schendt artikel 41 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer, zoals(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par deux jugements des 3 et 22 mars 2022, dont les expéditions sont parvenues au greffe de la Cour les 18 et 25 mars 2022, le Tribunal de première instance de Flandre orientale, « L'article 41 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, tel qu'il(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij twee vonnissen van 3 en 22 maart 2022, waarvan de expedities ter | Par deux jugements des 3 et 22 mars 2022, dont les expéditions sont |
griffie van het Hof zijn ingekomen op 18 en 25 maart 2022, heeft de | parvenues au greffe de la Cour les 18 et 25 mars 2022, le Tribunal de |
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de | première instance de Flandre orientale, division Gand, a posé la |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 41 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de | « L'article 41 de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la |
politie over het wegverkeer, zoals hersteld bij artikel 20 van de Wet | circulation routière, tel qu'il a été rétabli par l'article 20 de la |
van 7 februari 2003 houdende verschillende bepalingen inzake | loi du 7 février 2003 portant diverses dispositions en matière de |
verkeersveiligheid, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door bij de | sécurité routière, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
Constitution, en ce qu'il contraint malgré tout le juge, lorsqu'il | |
bestraffing van een verkeersinbreuk van de derde graad zoals | sanctionne une infraction du troisième degré au Code de la route |
beschreven in art. 3.36° van het Koninklijk Besluit van 30 september | décrite à l'article 3.36° de l'arrêté royal du 30 septembre 2005 |
2005 tot aanwijzing van de overtreding per graad van de algemene | désignant les infractions par degré aux règlements généraux pris en |
reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie | exécution de la loi relative à la police de la circulation routière, |
over het wegverkeer, waar een verval van het recht tot sturen | celle-ci pouvant être réprimée par une déchéance facultative du droit |
facultatief kàn worden opgelegd, de rechter tóch te verplichten een | de conduire, à prononcer une telle déchéance de manière effective pour |
dergelijk verval voor minstens 8 dagen effectief uit te spreken, aldus | au moins huit jours, dérogeant ainsi à l'article 8, § 1er, de la loi |
afwijkend van artikel 8 § 1 van de Wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie dat zonder onderscheid voor zowel hoofd- als bijkomende straffen de mogelijkheid van een volledig uitstel bepaalt, zonder dat daarin is voorzien dat andere wetten van die mogelijkheid kunnen afwijken, terwijl een facultatief verval van het recht tot sturen slechts een bijkomende straf is en de hoofdstraffen voor een zelfde inbreuk wél volledig met uitstel kunnen worden opgelegd ? ». Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7778 en 7781 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. De griffier, | du 29 juin 1964 relative à la suspension, au sursis et à la probation, qui prévoit la possibilité d'assortir, sans distinction, tant les peines principales que les peines accessoires d'un sursis complet, mais qui ne prévoit pas que d'autres lois peuvent déroger à cette possibilité, alors que la déchéance facultative du droit de conduire n'est qu'une peine accessoire et que les peines principales prononcées pour la même infraction peuvent être infligées en étant assorties d'un sursis complet ? ». Ces affaires, inscrites sous les numéros 7778 et 7781 du rôle de la Cour, ont été jointes. Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |