← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 18 januari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 januari 2021, heeft
de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Aal «
Schendt artikel 65/1, § 2 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegve(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 18 januari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 25 januari 2021, heeft de Politierechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Aal « Schendt artikel 65/1, § 2 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegve(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 18 janvier 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 25 janvier 2021, le Tribunal de police de Flandre orientale, division Alost, a posé la qu « L'article 65/1, § 2, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routiè(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 Bij vonnis van 18 januari 2021, waarvan de expeditie ter griffie van | Par jugement du 18 janvier 2021, dont l'expédition est parvenue au |
| het Hof is ingekomen op 25 januari 2021, heeft de Politierechtbank | greffe de la Cour le 25 janvier 2021, le Tribunal de police de Flandre |
| Oost-Vlaanderen, afdeling Aalst, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | orientale, division Alost, a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schendt artikel 65/1, § 2 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende | « L'article 65/1, § 2, de la loi du 16 mars 1968 relative à la police |
| de politie over het wegverkeer, zoals ingevoegd door art. 45 van de | de la circulation routière, tel qu'il a été inséré par l'article 45 de |
| Programmawet van 25 december 2016, samen gelezen met art. 187 § 7 en | la loi-programme du 25 décembre 2016, lu en combinaison avec les |
| art. 206 Wetboek van Strafvordering, de bepalingen over de | articles 187, § 7, et 206 du Code d'instruction criminelle, viole-t-il |
| les dispositions relatives aux libertés et droits fondamentaux | |
| fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de | garantis par le titre II de la Constitution (en particulier les |
| Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én | articles 10, 11 et 13 de la Constitution), ainsi que l'article 6, |
| artikel 6.1 E.V.R.M., in de interpretatie dat deze bepaling, niet | paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, dans |
| toelaat om afstand te doen van het beroep tegen het bevel tot betalen ? ». | l'interprétation selon laquelle cette disposition ne permet pas de se |
| désister du recours introduit contre l'ordre de paiement ? ». | |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 7502 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 7502 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |