← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
4 juni 2018 inzake het openbaar ministerie tegen J.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 12 juni 2018, heeft de Rechtbank va « Schendt artikel 379 lid 1 juncto artikel 100ter Strafwetboek
het grondwettelijk gelijkheidsbegins(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 juni 2018 inzake het openbaar ministerie tegen J.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni 2018, heeft de Rechtbank va « Schendt artikel 379 lid 1 juncto artikel 100ter Strafwetboek het grondwettelijk gelijkheidsbegins(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 4 juin 2018 en cause du ministère public contre J.B., dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 juin 2018, le Tribunal de première instance de Fl « L'article 379, alinéa 1 er , juncto l'article 100ter du Code pénal, viole-t-il le princi(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij vonnis van 4 juni 2018 inzake het openbaar ministerie tegen J.B., | Par jugement du 4 juin 2018 en cause du ministère public contre J.B., |
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 12 juni | dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 12 juin 2018, |
2018, heeft de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling | le Tribunal de première instance de Flandre occidentale, division |
Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Bruges, a posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 379 lid 1 juncto artikel 100ter Strafwetboek het | « L'article 379, alinéa 1er, juncto l'article 100ter du Code pénal, |
viole-t-il le principe constitutionnel d'égalité inscrit dans les | |
grondwettelijk gelijkheidsbeginsel van artikel 10 en 11 van de | articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que cet article prévoit |
Grondwet, in zoverre dit artikel voorziet in de strafbaarstelling van | l'incrimination de celui qui, pour satisfaire les passions d'un mineur |
degene die, teneinde de driften van een minderjarige boven de 16 te | de plus de 16 ans, incite ce mineur à la débauche, même si cet acte |
voldoen, deze minderjarige aanzet tot ontucht, zelfs indien dit | |
gebeurt met toestemming van die minderjarige, terwijl diegene die | s'opère avec le consentement de ce mineur, alors que celui qui a des |
seksuele betrekkingen heeft met een minderjarige tussen de 16 en de 18 | relations sexuelles avec un mineur âgé de 16 à 18 ans, avec le |
jaar, met diens toestemming, niet strafbaar is ? ». | consentement de celui-ci, n'est pas punissable ? ». |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 6946 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 6946 du rôle de la Cour. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |