← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van
26 mei 2017 in zake het Belgische bijkantoor van de vennootschap naar Nederlands recht « Triodos Bank
nv » en de vennootschap naar Nederlands recht « T « Zou artikel 1477, § 2, van het Burgerlijk Wetboek geen discriminatie
doen ontstaan die strij(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 mei 2017 in zake het Belgische bijkantoor van de vennootschap naar Nederlands recht « Triodos Bank nv » en de vennootschap naar Nederlands recht « T « Zou artikel 1477, § 2, van het Burgerlijk Wetboek geen discriminatie doen ontstaan die strij(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 26 mai 2017 en cause de la succursale belge de la société de droit néerlandais « Triodos Bank nv » et la société de droit néerlandais « Triodos Bank nv » contre « L'article 1477, § 2, du Code civil ne créerait-il pas une discrimination contraire aux artic(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
Bij vonnis van 26 mei 2017 in zake het Belgische bijkantoor van de | Par jugement du 26 mai 2017 en cause de la succursale belge de la |
vennootschap naar Nederlands recht « Triodos Bank nv » en de | société de droit néerlandais « Triodos Bank nv » et la société de |
vennootschap naar Nederlands recht « Triodos Bank nv » tegen F.B. en | droit néerlandais « Triodos Bank nv » contre F.B. et en cause de G.I. |
in zake G.I. tegen het Belgische bijkantoor van de vennootschap naar | contre la succursale belge de la société de droit néerlandais « |
Nederlands recht « Triodos Bank nv » en de vennootschap naar | Triodos Bank nv » et la société de droit néerlandais « Triodos Bank nv |
Nederlands recht « Triodos Bank nv », waarvan de expeditie ter griffie | |
van het Hof is ingekomen op 19 juni 2017, heeft de Franstalige | », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 juin |
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag | 2017, le Tribunal de première instance francophone de Bruxelles a posé |
gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
« Zou artikel 1477, § 2, van het Burgerlijk Wetboek geen discriminatie | « L'article 1477, § 2, du Code civil ne créerait-il pas une |
doen ontstaan die strijdig is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aangezien het de bepalingen van artikel 224, § 1, 4°, van het Burgerlijk Wetboek niet zou toepassen op de wettelijk samenwonenden, met als gevolg dat, ten aanzien van de situatie van de persoon wiens echtgenoot een persoonlijke zekerheid heeft gesteld die de gezinswoning in gevaar brengt en de situatie van diegene die een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd met de persoon die een persoonlijke zekerheid heeft gesteld die de gezinswoning in gevaar brengt, de eerstgenoemde de nietigverklaring van die verbintenis in de hoedanigheid van persoonlijke zekerheid kan vragen, wat niet het geval zou zijn voor de laatstgenoemde ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6677 van de rol van het Hof. De griffier, | discrimination contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution dès lors qu'il n'appliquerait pas aux cohabitants légaux les dispositions de l'article 224, § 1er, 4°, du Code civil, avec pour conséquence que, entre la situation du conjoint dont l'époux a consenti une sûreté personnelle mettant en péril le logement familial et la situation de celui ou de celle qui a souscrit une déclaration de cohabitation légale avec la personne qui a consenti une sûreté personnelle mettant en péril le logement familial, le premier peut solliciter l'annulation de cet engagement en qualité de sûreté personnelle, ce qui ne serait pas le cas du second ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 6677 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |