Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is in « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in d(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is in « Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot invoeging van artikel 110/1 in d(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 23 décembre 2014 en cause de Tonia Tollenaere contre la SA « AXA Belgium » et la SA « Generali Belgium », dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le « L'article 3, alinéa 3, de la loi du 13 janvier 2012 insérant un article 110/1 dans la loi du 25 j(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 23 december 2014 in zake Tonia Tollenaere tegen de nv « Par jugement du 23 décembre 2014 en cause de Tonia Tollenaere contre
AXA Belgium » en de nv « Generali Belgium », waarvan de expeditie ter la SA « AXA Belgium » et la SA « Generali Belgium », dont l'expédition
griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2015, heeft de est parvenue au greffe de la Cour le 13 janvier 2015, le Tribunal de
Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de première instance de Flandre orientale, division Gand, a posé la
volgende prejudiciële vraag gesteld : question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 3, derde lid, van de wet van 13 januari 2012 tot « L'article 3, alinéa 3, de la loi du 13 janvier 2012 insérant un
invoeging van artikel 110/1 in de wet van 25 juni 1992 op de article 110/1 dans la loi du 25 juin 1992 sur le contrat d'assurance
landverzekeringsovereenkomst, wat de aanwijzing betreft van een terrestre, pour ce qui concerne la désignation du bénéficiaire d'un
begunstigde in een levensverzekeringsovereenkomst, B.S. 24 februari
2012 (tweede uitgave), p. 12684, al dan niet in samenlezing met de contrat d'assurance-vie, M.B. 24 février 2012 (seconde édition), p.
artikelen 2 en 3, tweede lid, van diezelfde wet, artikel 110/1 van de 12684, combiné ou non avec les articles 2 et 3, alinéa 2, de la même
loi, avec l'article 110/1 de la loi sur le contrat d'assurance
wet op de landverzekeringsovereenkomst (thans artikel 174 van de terrestre (actuellement l'article 174 de la nouvelle loi sur les
Nieuwe Verzekeringenwet) en de artikelen 711 en 895 van het Burgerlijk assurances) et avec les articles 711 et 895 du Code civil, viole-t-il
Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre deze bepaling, in het bijzonder door de toevoeging van de zinsnede ' bij het verstrijken van die termijn ', een onderscheid in behandeling in het leven roept tussen de testamentaire erfgenamen van verzekeringnemers (van bestaande levensverzekeringsovereenkomsten afgesloten vóór de inwerkingtreding van deze wet) die niet uitdrukkelijk hebben verklaard af te zien van de toepassing van het nieuwe artikel 110/1 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst binnen de daartoe bepaalde termijn van twee jaar na de inwerkingtreding van de wet en die nog in leven waren bij het vestrijken van deze termijn, op wie het nieuwe artikel 110/1 van de wet op de landverzekeringsovereenkomst (volgens hetwelk de verzekeringsprestatie, wanneer de wettelijke erfgenamen als begunstigden zijn aangewezen zonder bij name te zijn vernoemd, in principe verschuldigd is aan de nalatenschap van de verzekeringnemer en, op die manier, mede onderworpen wordt aan diens testamentair uitgedrukte laatste wil) sowieso van toepassing is, enerzijds, en de testamentaire erfgenamen van verzekeringnemers (van diezelfde categorie van levensverzekeringsovereenkomsten) die evenmin uitdrukkelijk hebben verklaard af te zien van de toepassing van de voormelde nieuwe wettelijke bepaling maar die zijn overleden vóór het verstrijken van de daartoe bepaalde termijn van twee jaar na de inwerkingtreding van de wet, op wie het voormelde artikel 110/1 van de wet op landverzekeringsovereenkomst niet van toepassing is, anderzijds ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 6140 van de rol van het Hof. De griffier, les articles 10 et 11 de la Constitution, dans la mesure où cette disposition, en particulier en raison de l'ajout du membre de phrase ' au terme dudit délai ', crée une différence de traitement entre, d'une part, les héritiers testamentaires des preneurs d'assurance (de contrats d'assurance-vie existants, conclus avant l'entrée en vigueur de ladite loi) qui n'ont pas déclaré explicitement renoncer à l'application du nouvel article 110/1 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre dans le délai de deux ans prévu à cet effet après l'entrée en vigueur de la loi et qui étaient encore en vie à l'expiration de ce délai, héritiers auxquels s'applique de toute manière le nouvel article 110/1 de la loi sur le contrat d'assurance terrestre (aux termes duquel lorsque les héritiers légaux sont désignés comme bénéficiaires sans indication de leurs noms, les prestations d'assurance sont dues, en principe, à la succession du preneur d'assurance et sont de cette manière soumises aussi aux dernières volontés testamentaires exprimées par ce dernier) et, d'autre part, les héritiers testamentaires des preneurs d'assurance (de la même catégorie de contrats d'assurance-vie) qui n'ont pas davantage déclaré explicitement renoncer à l'application de la nouvelle disposition législative précitée mais qui sont décédés avant l'expiration du délai précité de deux ans après l'entrée en vigueur de la loi, héritiers auxquels l'article 110/1, précité, de la loi sur le contrat d'assurance terrestre ne s'applique pas ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 6140 du rôle de la Cour. Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
^