← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 2 oktober 2013 in zake J.G. tegen M.M., R.M. en P.W., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof
is ingekomen op 11 oktober 2013, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat
de vordering van de ma(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 2 oktober 2013 in zake J.G. tegen M.M., R.M. en P.W., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 oktober 2013, heeft de Rechtbank « Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het bepaalt dat de vordering van de ma(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 2 octobre 2013 en cause de J.G. contre M.M., R.M. et P.W. dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 octobre 2013, le Tribunal de première instanc « L'article 318 du Code civil, en ce qu'il prescrit que l'action de celui qui revendique la paterni(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 Bij vonnis van 2 oktober 2013 in zake J.G. tegen M.M., R.M. en P.W., | Par jugement du 2 octobre 2013 en cause de J.G. contre M.M., R.M. et |
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 11 | P.W. dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 11 octobre |
oktober 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de | 2013, le Tribunal de première instance de Namur a posé la question |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek, in zoverre het | « L'article 318 du Code civil, en ce qu'il prescrit que l'action de |
bepaalt dat de vordering van de man die het vaderschap van het kind | celui qui revendique la paternité de l'enfant doit être intentée dans |
opeist, moet worden ingesteld binnen het jaar na de ontdekking van het | l'année de la découverte qu'il est le père de l'enfant, ne viole-t-il |
feit dat hij de vader van het kind is, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en zelfs andere supranationale wettelijke bepalingen zoals het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, doordat het de niet binnen de wettelijke termijn ingestelde vordering tot betwisting van het vaderschap als absolute grond van niet-ontvankelijkheid instelt, zonder dat de rechter bij wie een dergelijke vordering aanhangig is gemaakt, de mogelijkheid heeft om te beoordelen of de biologische waarheid, rekening houdend met de aanwezige belangen en met het gedrag van de partijen, niet moet samenvallen met de klaarblijkelijk door het betrokken kind beleefde socioaffectieve werkelijkheid ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 5727 van de rol van het Hof. De griffier, | pas les articles 10 et 11 de la Constitution, voire d'autres dispositions légales supranationales telle la Convention européenne des droits de l'homme, en ce qu'il érige en fin de non-recevoir absolue l'action en contestation de paternité non intentée dans le délai légal, sans possibilité pour le juge saisi de pareille demande d'apprécier si, compte tenu des intérêts en présence et du comportement des parties, la vérité biologique ne doit pas coïncider avec la réalité socio-affective vécue manifestement par l'enfant concerné ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 5727 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |