← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis
van 12 oktober 2011 in zake Marnix Houttekier tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie
van het Hof is ingekomen op 19 oktober 2011, heef « Schenden de bepalingen van artikel 51, § 4 WBTW, gelezen
in samenhang met artikel 20 van het(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 12 oktober 2011 in zake Marnix Houttekier tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 oktober 2011, heef « Schenden de bepalingen van artikel 51, § 4 WBTW, gelezen in samenhang met artikel 20 van het(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 12 octobre 2011 en cause de Marnix Houttekier contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 19 octobre 2011, le Tribunal de premièr « Les dispositions de l'article 51, § 4, du Code de la TVA, combinées avec l'article 20 de l'a(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 Bij vonnis van 12 oktober 2011 in zake Marnix Houttekier tegen de | Par jugement du 12 octobre 2011 en cause de Marnix Houttekier contre |
| Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le |
| ingekomen op 19 oktober 2011, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | 19 octobre 2011, le Tribunal de première instance de Bruges a posé la |
| Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : | question préjudicielle suivante : |
| « Schenden de bepalingen van artikel 51, § 4 WBTW, gelezen in | « Les dispositions de l'article 51, § 4, du Code de la TVA, combinées |
| samenhang met artikel 20 van het Koninklijk Besluit nr. 1 van 29 | avec l'article 20 de l'arrêté royal n° 1 du 29 décembre 1992 relatif |
| december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de | aux mesures tendant à assurer le paiement de la taxe sur la valeur |
| belasting over de toegevoegde waarde, de artikelen 10, 11 en 170 GW, | ajoutée, violent-ils les articles 10, 11 et 170 de la Constitution, en |
| in zoverre artikel 51, § 4 WBTW aan de Koning de bevoegdheid verleent | ce que l'article 51, § 4, du Code de la TVA attribue au Roi le pouvoir |
| om af te wijken van artikel 51 § 1, 1° WBTW en aldus de | de déroger à l'article 51, § 1er, 1°, du Code de la TVA et oblige |
| medecontractant van een leverancier van goederen of van een | ainsi le cocontractant du fournisseur de biens ou de services au |
| dienstverrichter tot voldoening van de belasting te verplichten daar | paiement de la taxe, alors que conformément au principe de légalité en |
| waar deze bevoegdheid overeenkomstig het fiscaal legaliteitsbeginsel | |
| voorzien in artikel 170 GW enkel toekomt aan de federale wetgever ? ». | matière fiscale prévu à l'article 170 de la Constitution, ce pouvoir |
| revient au seul législateur fédéral ? ». | |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 5225 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 5225 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |