Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 september 2009 in zake Stefaan Desloovere tegen de vzw « Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is « Schendt art. 162bis Sv, zoals ingevoegd door de wet van 21 april 2007 [betreffende de verhaalbaa(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 1 september 2009 in zake Stefaan Desloovere tegen de vzw « Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is « Schendt art. 162bis Sv, zoals ingevoegd door de wet van 21 april 2007 [betreffende de verhaalbaa(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 1 er septembre 2009 en cause de Stefaan Desloovere contre l'ASBL « Bureau belge des assureurs automobiles », dont l'expédition est parvenue au greffe « L'article 162bis du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par la loi du 21 avril(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 Bij vonnis van 1 september 2009 in zake Stefaan Desloovere tegen de Par jugement du 1er septembre 2009 en cause de Stefaan Desloovere
vzw « Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars », waarvan de expeditie contre l'ASBL « Bureau belge des assureurs automobiles », dont
ter griffie van het Hof is ingekomen op 9 september 2009, heeft de l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 9 septembre 2009, le
Politierechtbank te Brugge de volgende prejudiciële vraag gesteld : Tribunal de police de Bruges a posé la question préjudicielle suivante
« Schendt art. 162bis Sv, zoals ingevoegd door de wet van 21 april 2007 [betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat], het gelijkheidsbeginsel, zoals vastgelegd in art. 10 en 11 van de Grondwet, doordat het voorziet dat in een vonnis uitgesproken door een strafrechtbank enkel de beklaagde en de personen die voor het misdrijf burgerrechtelijk aansprakelijk zijn veroordeeld worden tot het betalen aan de burgerlijke partij van de rechtsplegingsvergoeding en dus niét het vrijwillig tussenkomend Belgisch Bureau voor Autoverzekeraars, terwijl deze laatste in een vonnis uitgesproken door een burgerlijke rechtbank wel moet (minstens kan) veroordeeld worden tot het betalen van de rechtsplegingsvergoeding zodra ze wordt aangemerkt als "in het ongelijk gestelde partij", en dit alles in de hypothese dat de strafrechtbank enkel deze vrijwillig tussenkomende partij heeft veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 4767 van de rol van het Hof. De griffier, : « L'article 162bis du Code d'instruction criminelle, tel qu'il a été inséré par la loi du 21 avril 2007 [relative à la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat], viole-t-il le principe d'égalité inscrit dans les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit que, dans un jugement prononcé par un tribunal pénal, seuls le prévenu et les personnes civilement responsables de l'infraction sont condamnés à payer à la partie civile l'indemnité de procédure, à l'exclusion donc du Bureau belge des assureurs automobiles, partie intervenante volontaire, alors que dans un jugement prononcé par un tribunal civil, cette dernière partie doit (ou tout au moins peut) être condamnée à payer l'indemnité de procédure dès qu'elle est considérée comme ' la partie ayant succombé ', et ce dans l'hypothèse où le tribunal pénal a condamné cette partie intervenante volontaire seule à la réparation du dommage ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 4767 du rôle de la Cour. Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^