← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 13 oktober 2005 in zake A. Foxhal en G. Lo Presti tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof « Is het discriminerend en dus strijdig met
de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet om, voor de (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 13 oktober 2005 in zake A. Foxhal en G. Lo Presti tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof « Is het discriminerend en dus strijdig met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet om, voor de (...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 13 octobre 2005 en cause de A. Foxhal et G. Lo Presti contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitra « Est-il discriminatoire, et donc contraire aux articles 10, 11 et 172 de la Constitution, de consi(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
Bij vonnis van 13 oktober 2005 in zake A. Foxhal en G. Lo Presti tegen | Par jugement du 13 octobre 2005 en cause de A. Foxhal et G. Lo Presti |
de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het | contre l'Etat belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
Arbitragehof is ingekomen op 24 oktober 2005, heeft de Rechtbank van | Cour d'arbitrage le 24 octobre 2005, le Tribunal de première instance |
eerste aanleg te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de Liège a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is het discriminerend en dus strijdig met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet om, voor de toepassing van de procedure met betrekking tot de ontheffing ambtshalve, bedoeld in artikel 376 van het W.I.B. 1992, elke nieuwe gebeurtenis te beschouwen als een ' nieuw feit ', maar dat karakter te weigeren wanneer het gaat om een op prejudiciële vraag gewezen arrest van het Arbitragehof, dat, op grond van de tekst van artikel 376, § 2, in die zin geïnterpreteerd dat het het op prejudiciële vraag gewezen arrest van het Arbitragehof waarmee een belastingwet, in haar geheel of in sommige interpretaties ervan, ongrondwettig wordt verklaard, als een rechtsmiddel of een wijziging van jurisprudentie beoogt, oordeelt dat een fiscale maatregel strijdig is met het door de Grondwet gewaarborgde beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie ? ». Die zaak is ingeschreven onder nummer 3794 van de rol van het Hof. De griffier, | « Est-il discriminatoire, et donc contraire aux articles 10, 11 et 172 de la Constitution, de considérer, pour l'application de la procédure de dégrèvement d'office visée à l'article 376 CIR 92, tout événement nouveau comme un ' fait nouveau ', mais de refuser ce caractère à un arrêt de la Cour d'arbitrage rendu sur question préjudicielle, qui juge une mesure fiscale contraire aux principes d'égalité et de non-discrimination garantis par la Constitution, sur base du texte de l'article 376, § 2, interprété comme visant au titre de moyen de droit ou de changement de jurisprudence l'arrêt de la Cour d'arbitrage rendu sur question préjudicielle déclarant inconstitutionnelle, en totalité ou dans certaines de ses interprétations, une loi d'impôt ? ». Cette affaire est inscrite sous le numéro 3794 du rôle de la Cour. Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |