Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 januari 2004 in zake M. Mazza tegen M. Baiwir en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schenden de artikelen 2262bis en 2276bis van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van d(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 30 januari 2004 in zake M. Mazza tegen M. Baiwir en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op « Schenden de artikelen 2262bis en 2276bis van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van d(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 30 janvier 2004 en cause de M. Mazza contre M. Baiwir et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 4 fé « Les articles 2262bis et 2276bis du Code civil violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitut(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 30 januari 2004 in zake M. Mazza tegen M. Baiwir en Par jugement du 30 janvier 2004 en cause de M. Mazza contre M. Baiwir
anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is et autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 4 februari 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te d'arbitrage le 4 février 2004, le Tribunal de première instance de
Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : Liège a posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 2262bis en 2276bis van het Burgerlijk Wetboek « Les articles 2262bis et 2276bis du Code civil violent-ils les
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij voorzien in een articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils prévoient une
vijfjarige verjaring voor de vorderingen inzake
beroepsaansprakelijkheid van de advocaten, terwijl de verjaring voor prescription quinquennale pour les actions en responsabilité
de vorderingen inzake beroepsaansprakelijkheid van de afgevaardigden professionnelle des avocats, alors que la prescription pour les
van een maatschappelijke organisatie die handelen in het kader van actions en responsabilité professionnelle des délégués d'une
artikel 728, § 3, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, tien jaar organisation sociale agissant dans le cadre de l'article 728, § 3,
bedraagt ? » alinéa 2, du Code judiciaire est de 10 ans ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2905 van de rol van het Hof. Cette affaire est inscrite sous le numéro 2905 du rôle de la Cour.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^