← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
vonnis van 5 april 2000 in zake C. Mathieu tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan
de expeditie ter griffie van het A « Schendt artikel 42 van de gecoördineerde
wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 5 april 2000 in zake C. Mathieu tegen de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie van het A « Schendt artikel 42 van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag(...) | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 5 avril 2000 en cause de C. Mathieu contre l'Office national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, dont l'expédition est p « L'article 42, des lois coordonnées du 19 décembre 1939 relatives aux allocations familiales pour (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | COUR D'ARBITRAGE |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
| Bij vonnis van 5 april 2000 in zake C. Mathieu tegen de Rijksdienst | Par jugement du 5 avril 2000 en cause de C. Mathieu contre l'Office |
| voor Kinderbijslag voor Werknemers, waarvan de expeditie ter griffie | national d'allocations familiales pour travailleurs salariés, dont |
| van het Arbitragehof is ingekomen op 7 april 2000, heeft de | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 7 avril |
| Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 2000, le Tribunal du travail de Liège a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schendt artikel 42 van de gecoördineerde wetten van 19 december 1939 | « L'article 42, des lois coordonnées du 19 décembre 1939 relatives aux |
| allocations familiales pour travailleurs salariés viole-t-il les | |
| betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10 en 11 | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il limite, pour le |
| van de Grondwet, doordat het voor de berekening van de rang die het | calcul du rang qui détermine le montant des allocations familiales, la |
| bedrag van de kinderbijslag bepaalt, de inaanmerkingneming van de | prise en considération des enfants bénéficiaires à ceux qui reçoivent |
| rechtgevende kinderen beperkt tot diegenen die dat voordeel genieten | ce bénéfice en vertu desdites lois coordonnées, sans qu'il puisse être |
| krachtens de genoemde gecoördineerde wetten, zonder dat rekening kan | tenu compte de l'enfant bénéficiaire des allocations familiales en |
| worden gehouden met het kind dat recht geeft op kinderbijslag | |
| krachtens de wetgeving van een Lid-Staat van de Europese Economische | vertu de la législation d'un Etat membre de la Communauté économique |
| Gemeenschap die door het communautaire recht toepasselijk werd verklaard ? » | européenne déclarée applicable par le droit communautaire ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1942 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1942 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
| Bij arrest nr. 86.729 van 7 april 2000 in zake de v.z.w. Groupe | Par arrêt n° 86.729 du 7 avril 2000 en cause de l'a.s.b.l. Groupe |
| d'étude et de réforme de la fonction administrative tegen het Vast | d'étude et de réforme de la fonction administrative contre le |
| Secretariaat voor Werving van het Rijkspersoneel, waarvan de expeditie | Secrétariat permanent de recrutement du personnel de l'Etat, dont |
| ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 18 april 2000, heeft | l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 18 avril |
| de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : | 2000, le Conseil d'Etat, section d'administration, a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schendt artikel 17, 3°, van de wet van 19 december 1974 tot regeling | « L'article 17, 3°, de la loi du 19 décembre 1974 organisant les |
| van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar | relations entre les autorités publiques et les syndicats des agents |
| personeel de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het de | relevant de ces autorités viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
| representatieve vakorganisaties wel maar de erkende vakorganisaties | Constitution dans la mesure où il permet aux organisations syndicales |
| niet toestaat aanwezig te zijn op de vergelijkende examens en op de | représentatives mais non aux organisations syndicales agréées |
| examens welke voor de personeelsleden worden georganiseerd ? » | d'assister aux concours et examens organisés pour les agents ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1952 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1952 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
| Bij arrest van 25 mei 2000 in zake F. Behits tegen de Rijksdienst voor | Par arrêt du 25 mai 2000 en cause de F. Behits contre l'Office |
| Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is | national des pensions, dont l'expédition est parvenue au greffe de la |
| ingekomen op 31 mei 2000, heeft het Arbeidshof te Brussel de volgende | Cour d'arbitrage le 31 mai 2000, la Cour du travail de Bruxelles a |
| prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
| « Houdt het artikel 10bis van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 | « L'article 10bis de l'arrêté royal n° 50 du 24 octobre 1967 [relatif |
| oktober 1967 [betreffende het rust- en overlevingspensioen voor | à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés], qui |
| werknemers], dat het beginsel van de éénheid van loopbaan in geval van | instaure le principe de l'unité de carrière en cas de carrières mixtes |
| gemengde loopbanen (deels openbare sector, deels privé sector) | (en partie du secteur public, en partie du secteur privé), contient-il |
| instelt, een discriminatie in, die onverenigbaar is met de artikelen | une discrimination incompatible avec les articles 10 et 11 de la |
| 10 en 11 van de Grondwet, eventueel in combinatie met artikel 1 van | Constitution, éventuellement en combinaison avec l'article 1er du |
| het eerste aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag van de rechten | Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de |
| van de mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 14 van | l'homme et des libertés fondamentales ainsi qu'avec l'article 14 de la |
| voornoemd Verdrag, ten nadele van de leden van het varend personeel | Convention précitée, au préjudice des membres du personnel navigant |
| van de Strijdkrachten die een gemengde loopbaan hebben uitgevoerd in | des Forces armées qui ont mené une carrière mixte en tant que cet |
| zoverre dit artikel wordt geïnterpreteerd als dat het toelaat, in de | article s'interprète comme permettant de tenir compte, dans le |
| teller van de belangrijkheidsbreuk met betrekking tot het militair | numérateur de la fraction d'importance relative à la pension militaire |
| pensioen van het varend personeel van de Strijdkrachten, rekening te | du personnel navigant des Forces armées, des années de service |
| houden met de fictieve dienstjaren die, voor de berekening van het | fictives qui sont ajoutées, pour le calcul du montant de la pension |
| bedrag van het militair pensioen van dit varend personeel, bij de | militaire de ce personnel navigant, aux années de service |
| werkelijk gepresteerde dienstjaren worden toegevoegd, met als enige | effectivement prestées, dans le seul but de compenser une mise à la |
| bedoeling een vroegtijdige pensioenstelling omwille van een voorbarige | pension anticipée en raison d'un épuisement physique prématuré de ce |
| lichamelijke uitputting van dit personeel te compenseren (artikelen 4 | personnel (articles 4 et 51 des lois coordonnées sur les pensions |
| en 51 van de samengeordende wetten op de Militaire Pensioenen), | militaires), ce qui a pour effet que la pension des travailleurs |
| hetgeen voor gevolg heeft dat het werknemerspensioen, waartoe zij | salariés pour laquelle ils ont payé des cotisations et à laquelle ils |
| bijdragen hebben betaald en waarop zij recht hebben, aanzienlijk | |
| gereduceerd wordt, of zelfs afgeschaft ? » | ont droit est sensiblement réduite, voire supprimée ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1978 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1978 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | sur la Cour d'arbitrage |
| Bij arrest van 14 juni 2000 in zake de Onderlinge Maatschappij der | Par arrêt du 14 juin 2000 en cause de la Société mutuelle des |
| Openbare Besturen (OMOB) en anderen tegen de Landsbond der | administrations publiques (S.M.A.P.) et autres contre l'Alliance |
| Christelijke Mutualiteiten en anderen, waarvan de expeditie ter | nationale des mutualités chrétiennes et autres, dont l'expédition est |
| griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 juni 2000, heeft het | parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 21 juin 2000, la Cour |
| Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | d'appel d'Anvers a posé la question préjudicielle suivante : |
| « Schond artikel 4, § 1, van de wet van 4 juli 1956 [lees: 1 juli | « L'article 4, § 1er, de la loi du 4 juillet 1956 [lire : 1er juillet |
| 1956] betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake | 1956] relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité civile |
| motorvoertuigen, vóór de opheffing ervan bij artikel 32, § 1, van de | en matière de véhicules automoteurs, avant son abrogation par |
| wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte | l'article 32, § 1er, de la loi du 21 novembre 1989 relative à |
| l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules | |
| aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, de artikelen 10 | automoteurs, a-t-il violé les articles 10 et 11 de la Constitution |
| en 11 van de Grondwet (vroegere artikelen 6 en 6bis) in zoverre het | (anciens articles 6 et 6bis) en ce qu'il a permis d'exclure le preneur |
| mogelijk maakte de verzekeringnemer van het voordeel van de | d'assurance du bénéfice du remboursement de l'assurance sans |
| verzekeringsvergoeding uit te sluiten, zonder, in geen enkel geval, | |
| toe te staan het vermoeden van heimelijke verstandhouding waarop het | autoriser, en aucun cas, de renverser la présomption de collusion sur |
| is gegrond, te weerleggen ? » | laquelle il est fondé ? » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1983 van de rol van het Hof. | Cette affaire est inscrite sous le numéro 1983 du rôle de la Cour. |
| De griffier, | Le greffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |