Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Bericht van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 12 augustus 1997 in zake A. Rustuni tegen het O.C.M.W. van Westerlo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingek « Vormt artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet van 8 juli 1976, zoals gewijzigd bij artikel 65 v(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij vonnis van 12 augustus 1997 in zake A. Rustuni tegen het O.C.M.W. van Westerlo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingek « Vormt artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet van 8 juli 1976, zoals gewijzigd bij artikel 65 v(...) Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage Par jugement du 12 août 1997 en cause de A. Rustuni contre le C.P.A.S. de Westerlo, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour d'arbitrage le 22 « L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des C.P.A.S., modifié par l'article(...)
ARBITRAGEHOF COUR D'ARBITRAGE
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989
januari 1989 op het Arbitragehof sur la Cour d'arbitrage
Bij vonnis van 12 augustus 1997 in zake A. Rustuni tegen het O.C.M.W. Par jugement du 12 août 1997 en cause de A. Rustuni contre le C.P.A.S.
van Westerlo, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is de Westerlo, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour
ingekomen op 22 augustus 1997, heeft de Arbeidsrechtbank te Brussel de d'arbitrage le 22 août 1997, le Tribunal du travail de Bruxelles a
volgende prejudiciële vraag gesteld : posé la question préjudicielle suivante :
« Vormt artikel 57, § 2, van de O.C.M.W.-wet van 8 juli 1976, zoals « L'article 57, § 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des
gewijzigd bij artikel 65 van de wet van 15 juli 1996, een schending van het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod vervat in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in samenhang met artikel 23 van de Grondwet en artikel 6, § 1, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, doordat artikel 57, § 2, een niet verantwoord verschil in behandeling instelt wat betreft het recht op maatschappelijke dienstverlening ten opzichte van vooreerst, enerzijds, Belgen en vreemdelingen die legaal in het Rijk verblijven en, anderzijds, vreemdelingen wier asielaanvraag werd afgewezen en aan wie een uitvoerbaar bevel om het grondgebied te verlaten is betekend en vervolgens, enerzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel is betekend om het grondgebied te verlaten en welke kunnen teruggeleid worden naar hun land van oorsprong en, anderzijds, vreemdelingen aan wie een uitvoerbaar bevel is betekend en welke volgens de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen niet kunnen worden teruggeleid naar hun land van oorsprong gezien de situatie aldaar ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1147 van de rol van het Hof. De griffier, C.P.A.S., modifié par l'article 65 de la loi du 15 juillet 1996, viole-t-il le principe d'égalité et l'interdiction de discrimination contenus aux articles 10 et 11 de la Constitution en corrélation avec l'article 23 de la Constitution et l'article 6, § 1er, de la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales en ce que l'article 57, § 2, instaure une différence de traitement non justifiée en matière de droit à l'aide sociale d'abord à l'égard, d'une part, des Belges et des étrangers qui séjournent légalement dans le Royaume et, d'autre part, des étrangers dont la demande d'asile a été rejetée et auxquels a été signifié un ordre de quitter le territoire exécutoire et ensuite envers, d'une part, les étrangers auxquels a été signifié un ordre de quitter le territoire exécutoire et qui peuvent être renvoyés dans leur pays d'origine et, d'autre part, les étrangers auxquels a été signifié un ordre de quitter le territoire exécutoire et qui, selon le Commissaire général aux réfugiés, ne peuvent être renvoyés dans leur pays d'origine en raison de la situation qui y règne ? » Cette affaire est inscrite sous le numéro 1147 du rôle de la Cour. Le greffier,
L. Potoms. L. Potoms.
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x