← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 120/2022 van 13 oktober 2022 Rolnummer 7483 In zake : de
prejudiciële vragen betreffende artikel 206, 1°, a), van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening,
gesteld door de Raad van State. Het Grondwettelijk samengesteld uit de voorzitters
P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâque(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 120/2022 van 13 oktober 2022 Rolnummer 7483 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 206, 1°, a), van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gesteld door de Raad van State. Het Grondwettelijk samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâque(...) | }Extrait de l'arrêt n° 120/2022 du 13 octobre 2022 Numéro du rôle : 7483 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 206, 1°, a), du Code bruxellois de l'aménagement du territoire, posées par le Conseil d'Etat. La Cour composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kher(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 120/2022 van 13 oktober 2022 | }Extrait de l'arrêt n° 120/2022 du 13 octobre 2022 |
Rolnummer 7483 | Numéro du rôle : 7483 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 206, 1°, a), van | En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 206, 1°, |
het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening, gesteld door de Raad | a), du Code bruxellois de l'aménagement du territoire, posées par le |
van State. | Conseil d'Etat. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, de rechters | composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, des juges T. Giet, |
T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de | J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, D. Pieters, S. de Bethune et E. |
Bethune en E. Bribosia, en, overeenkomstig artikel 60bis van de | Bribosia, et, conformément à l'article 60bis de la loi spéciale du 6 |
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus | janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du juge émérite J.-P. |
rechter J.-P. Moerman, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, | Moerman, assistée du greffier F. Meersschaut, présidée par le |
onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, | président P. Nihoul, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij arrest nr. 249.084 van 27 november 2020, waarvan de expeditie ter | Par arrêt n° 249.084 du 27 novembre 2020, dont l'expédition est |
griffie van het Hof is ingekomen op 15 december 2020, heeft de Raad | parvenue au greffe de la Cour le 15 décembre 2020, le Conseil d'Etat a |
van State de volgende prejudiciële vragen gesteld : | posé les questions préjudicielles suivantes : |
« Schendt artikel 206, 1°, a), van het Brussels Wetboek van | « En ce que l'article 206, 1°, a), du Code bruxellois de l'aménagement |
Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij het besluit van de Brusselse | du territoire coordonné par l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004, in zoverre het zo zou | Bruxelles-Capitale du 9 avril 2004 pourrait être interprété comme |
kunnen worden geïnterpreteerd dat het de bescherming toestaat van | autorisant le classement de salles entières, comprenant une multitude |
volledige zalen, met talrijke, niet als dusdanig geïnventariseerde | |
voorwerpen, van een museum dat een wetenschappelijke en culturele | d'objets non répertoriés en tant que tels, d'un musée qui est un |
instelling van de federale Staat is, en dat het aldus de inspraak in | établissement scientifique et culturel de l'Etat fédéral, et comme |
het beheer van die instelling toestaat, de regels die door of | autorisant ainsi l'intervention dans la gestion de cet établissement, |
krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de | viole-t-il les règles établies par la Constitution ou en vertu de |
onderscheiden bevoegdheid van de federale Staat en het Brusselse | celle-ci pour déterminer les compétences respectives de l'Etat fédéral |
Hoofdstedelijke Gewest en meer bepaald de artikelen 127, § 1, 1°, en | et de la Région de Bruxelles-Capitale et plus précisément les articles |
135bis van de Grondwet en de artikelen 4, 4°, 6, § 1, I, 7°, 6bis, § | 127, § 1er, 1° et 135bis de la Constitution, les articles 4, 4°, et 6, |
2, 4°, en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming | § 1er, I, 7°, et 6bis, § 2, 4°, 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 |
der instellingen ? »; | de réformes institutionnelles ? »; |
« Schendt artikel 206, 1°, a), van het Brussels Wetboek van | « En ce que l'article 206, 1°, a), du Code bruxellois de l'aménagement |
Ruimtelijke Ordening, gecoördineerd bij het besluit van de Brusselse | du territoire coordonné par l'arrêté du Gouvernement de la Région de |
Hoofdstedelijke Regering van 9 april 2004, in zoverre het zo zou | Bruxelles-Capitale du 9 avril 2004 pourrait être interprété comme |
kunnen worden geïnterpreteerd dat het de bescherming toestaat van een | autorisant le classement d'un mode d'exposition muséale ou |
wijze van museale tentoonstelling of scenografie, hetgeen een | scénographie, ce qui constituerait un patrimoine culturel immatériel |
cultureel immaterieel erfgoed van een museum zou vormen, de regels die | d'un musée, viole-t-il les règles établies par la Constitution ou en |
door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de | vertu de celle-ci pour déterminer les compétences respectives de |
onderscheiden bevoegdheid van de federale Staat en het Brusselse | l'Etat fédéral et de la Région de Bruxelles-Capitale et plus |
Hoofdstedelijke Gewest en meer bepaald de artikelen 127, § 1, 1°, en | précisément les articles 127, § 1er, 1°, et 135bis de la Constitution, |
135bis van de Grondwet, de artikelen 4, 4°, 6, § 1, I, 7°, 6bis, § 2, | les articles 4, 4°, et 6, § 1er, I, 7°, et 6bis, § 2, 4°, 10 de la loi |
4°, en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles et les articles |
instellingen, en de artikelen 4 en 4bis, 3°, van de bijzondere wet van | 4 et 4bis, 3°, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux |
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, terwijl | institutions bruxelloises et ce, alors même que l'article 4bis, 3°, de |
artikel 4bis, 3°, van die bijzondere wet van 12 januari 1989 de | cette loi spéciale du 12 janvier 1989 limite la compétence de la |
bevoegdheid van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest beperkt tot het | Région de Bruxelles-Capitale au patrimoine biculturel immatériel |
bicultureel immaterieel erfgoed van gewestelijk belang ? ». | d'intérêt régional ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag | Quant à la première question préjudicielle |
B.1. De Raad van State vraagt aan het Hof of artikel 206, 1°, a), van | B.1. Le Conseil d'Etat demande à la Cour si l'article 206, 1°, a), du |
het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (hierna : het BWRO), « | Code bruxellois de l'aménagement du territoire (ci-après : le CoBAT), |
zo [...] geïnterpreteerd dat het de bescherming toestaat van volledige | « interprété comme autorisant le classement de salles entières, |
zalen, met talrijke, niet als dusdanig geïnventariseerde voorwerpen, | comprenant une multitude d'objets non répertoriés en tant que tels, |
van een museum dat een wetenschappelijke [...] instelling van de | d'un musée qui est un établissement scientifique [...] de l'Etat |
federale Staat is, en dat het aldus de inspraak in het beheer van die | fédéral, et comme autorisant ainsi l'intervention dans la gestion de |
instelling toestaat », in overeenstemming is met de | cet établissement », est conforme aux règles de répartition des |
bevoegdheidverdelende regels en, inzonderheid, met de artikelen 127, § | compétences et, plus particulièrement, aux articles 127, § 1er, 1°, et |
1, 1°, en 135bis van de Grondwet en met de artikelen 4, 4°, 6, § 1, I, | 135bis de la Constitution et aux articles 4, 4°, 6, § 1er, I, 7°, |
7°, 6bis, § 2, 4°, en 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | 6bis, § 2, 4°, et 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes |
hervorming der instellingen (hierna : de bijzondere wet van 8 augustus | institutionnelles (ci-après : la loi spéciale du 8 août 1980). |
1980). De voor de Raad van State bestreden handelingen betreffen de | Les actes attaqués devant le Conseil d'Etat portent sur le classement |
bescherming, door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, van roerende | par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de biens |
goederen die beheerd worden door een federale wetenschappelijke | mobiliers conservés par un établissement scientifique fédéral. La Cour |
instelling. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die situatie. | limite son examen à cette situation. |
B.2. Artikel 206, 1°, a), van het BWRO bepaalt : | B.2. L'article 206, 1°, a), du CoBAT dispose : |
« Voor de toepassing van deze titel moet worden verstaan onder : | « Pour l'application du présent titre, il faut entendre par : |
1° onroerend erfgoed : het geheel van de onroerende goederen met een | 1° patrimoine immobilier : l'ensemble des biens immeubles qui |
historische, archeologische, artistieke, esthetische, | présentent un intérêt historique, archéologique, artistique, |
wetenschappelijke, sociale, technische landschappelijke, | esthétique, scientifique, social, technique, paysager, urbanistique ou |
stedenbouwkundige of volkskundige waarde, te weten : | folklorique, à savoir : |
a) als monument : elk bijzonder merkwaardig werk, met inbegrip van de | a) au titre de monument : toute réalisation particulièrement |
uitrusting of decoratieve elementen die er integrerend deel van | remarquable, y compris les installations ou les éléments décoratifs |
uitmaken ». | faisant partie intégrante de cette réalisation ». |
Op basis van die bepaling vermag de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | Sur la base de cette disposition, le Gouvernement de la Région de |
roerende goederen te beschermen in zoverre zij integrerend deel | Bruxelles-Capitale peut classer des biens mobiliers en tant qu'ils |
uitmaken van een monument. | font partie intégrante d'un monument. |
B.3. In het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt de | B.3. En région bilingue de Bruxelles-Capitale, la matière relative au |
aangelegenheid inzake het cultureel erfgoed, met uitzondering van de | patrimoine culturel, à l'exception des monuments et des sites, est |
monumenten en de landschappen, geregeld door verschillende wetgevers. | réglée par plusieurs législateurs. |
De Franse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschap zijn bevoegd voor het | La Communauté française et la Communauté flamande sont compétentes à |
cultureel erfgoed dat valt onder de instellingen die, wegens hun | l'égard du patrimoine culturel relevant des institutions qui, en |
activiteiten, moeten worden geacht uitsluitend te behoren tot de ene | raison de leurs activités, doivent être considérées comme appartenant |
of de andere gemeenschap (artikel 127 van de Grondwet en artikel 4, | exclusivement à l'une ou à l'autre communauté (article 127 de la |
4°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980). | Constitution et article 4, 4°, de la loi spéciale du 8 août 1980). |
Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is bevoegd voor het roerend en | La Région de Bruxelles-Capitale est compétente à l'égard du patrimoine |
immaterieel bicultureel erfgoed, op voorwaarde dat het van gewestelijk | biculturel mobilier et immatériel, pour autant qu'il soit d'intérêt |
belang is, zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arrest nr. 71/2021 | régional, comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° 71/2021 du 20 mai |
van 20 mei 2021 (artikel 4bis, 3°, van de bijzondere wet van 12 | 2021 (article 4bis, 3°, de la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative |
januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen (hierna : de | |
bijzondere wet van 12 januari 1989), genomen met toepassing van | aux Institutions bruxelloises (ci-après : la loi spéciale du 12 |
artikel 135bis van de Grondwet). | janvier 1989), pris en application de l'article 135bis de la |
Het cultureel erfgoed dat niet onder de bevoegdheden valt van de | Constitution). Le patrimoine culturel qui ne relève pas des compétences de la |
Franse Gemeenschap, van de Vlaamse Gemeenschap of van het Brusselse | Communauté française, de la Communauté flamande ou de la Région de |
Hoofdstedelijke Gewest, ressorteert onder de residuaire bevoegdheid | Bruxelles-Capitale ressortit à la compétence résiduelle de l'autorité |
van de federale overheid. Die laatste is aldus bevoegd voor het | fédérale. Cette dernière est ainsi compétente à l'égard du patrimoine |
bicultureel erfgoed met nationale of internationale uitstraling en, | biculturel ayant une envergure nationale ou internationale et, en |
inzonderheid, voor de roerende goederen die onder een federale | particulier, à l'égard des biens mobiliers qui relèvent d'un |
wetenschappelijke of culturele instelling vallen. | établissement scientifique ou culturel fédéral. |
B.4. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is bevoegd voor monumenten | B.4. La Région de Bruxelles-Capitale est compétente en matière de |
monuments et de sites (article 6, § 1er, I, 7°, de la loi spéciale du | |
en landschappen (artikel 6, § 1, I, 7°, van de bijzondere wet van 8 | 8 août 1980, lu en combinaison avec l'article 4, alinéa 1er, de la loi |
augustus 1980, in samenhang gelezen met artikel 4, eerste lid, van de | |
bijzondere wet van 12 januari 1989). | spéciale du 12 janvier 1989). |
B.5. In zoverre artikel 206, 1°, a), van het BWRO « de uitrusting of | B.5. En ce qu'il qualifie de monuments « les installations ou les |
decoratieve elementen die [...] integrerend deel [...] uitmaken » van | éléments décoratifs faisant partie intégrante » d'une réalisation |
een bijzonder merkwaardig werk kwalificeert als monument, regelt het, | particulièrement remarquable, l'article 206, 1°, a), du CoBAT règle, |
ten aanzien van de bescherming van de roerende goederen die beheerd | pour ce qui concerne la protection des biens mobiliers relevant d'un |
worden door een federale wetenschappelijke instelling, een | établissement scientifique fédéral, une matière qui ressortit à la |
aangelegenheid die ressorteert onder de bevoegdheid van de federale | compétence de l'autorité fédérale. |
overheid. B.6. Artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, in | B.6. L'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980, lu en combinaison |
samenhang gelezen met artikel 4, eerste lid, van de bijzondere wet van | |
12 januari 1989, staat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest echter wel | avec l'article 4, alinéa 1er, de la loi spéciale du 12 janvier 1989, |
toe ordonnantiebepalingen aan te nemen in een aangelegenheid die tot | permet néanmoins à la Région de Bruxelles-Capitale d'adopter des |
de bevoegdheid van de federale wetgever behoort, op voorwaarde dat die | dispositions ordonnancielles dans une matière qui relève de la |
bepalingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de bevoegdheden | compétence de l'autorité fédérale, à condition que ces dispositions |
van het Gewest, dat die aangelegenheid zich leent tot een | soient nécessaires à l'exercice des compétences de la Région, que |
gedifferentieerde regeling en dat de weerslag van die bepalingen op de | cette matière se prête à un règlement différencié et que l'incidence |
federale aangelegenheid slechts marginaal is. | de ces dispositions sur la matière fédérale ne soit que marginale. |
B.7. Bij zijn arrest nr. 25/2010 van 17 maart 2010 heeft het Hof | B.7. Par son arrêt n° 25/2010 du 17 mars 2010, la Cour a jugé qu'en |
geoordeeld dat een gewest, krachtens artikel 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, om zijn bevoegdheid inzake monumenten en landschappen op nuttige wijze uit te oefenen, « het noodzakelijk [kan] achten dat naast de onroerende goederen, tevens de cultuurgoederen die integrerend deel ervan uitmaken, inzonderheid de bijbehorende uitrusting en de decoratieve elementen, worden beschermd », aangezien die voorwerpen « uit hun aard zozeer met een monument verbonden [zijn] en [...] de socioculturele, artistieke en/of historische waarde ervan [mede bepalen,] dat zij samen met het monument dienen beschermd te worden ». Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest is derhalve bevoegd om de bescherming van de roerende goederen die integrerend deel uitmaken van een monument te regelen. | vue d'exercer utilement sa compétence en matière de monuments et de sites, une région peut, en vertu de l'article 10 de la loi spéciale du 8 août 1980 « estimer nécessaire que soient également protégés, outre les biens immobiliers, les biens culturels qui en font partie intégrante, y compris l'équipement complémentaire et les éléments décoratifs », dès lors que ces objets « sont, de par leur nature, tellement attachés à un monument, dont ils contribuent à déterminer la valeur socio-culturelle, artistique ou historique, qu'ils doivent être protégés en même temps que le monument ». La Région de Bruxelles-Capitale est dès lors compétente pour régler la protection des biens mobiliers faisant partie intégrante d'un monument. |
B.8. Daar zij steunt op de uitoefening van impliciete bevoegdheden | B.8. Dès lors qu'elle se fonde sur l'exercice de compétences |
moet de bevoegdheid van de ordonnantiegever om de roerende goederen te | implicites, la compétence du législateur ordonnanciel de protéger les |
beschermen die zijn verbonden met een onroerend goed, zich beperken | biens mobiliers associés à un bien immobilier doit se limiter aux |
tot uitsluitend de goederen die integrerend deel uitmaken van dat | seuls biens qui font partie intégrante de ce bien immobilier et cette |
onroerend goed en dient dat begrip strikt te worden geïnterpreteerd. | notion doit faire l'objet d'une interprétation stricte. |
De Raad van State heeft ter zake geoordeeld: | Le Conseil d'Etat a jugé en la matière : |
« Opdat kan worden beschouwd dat een voorwerp ' integrerend deel ' | « Pour qu'un objet puisse être considéré comme faisant ' partie |
uitmaakt van een architecturaal werk, moet tussen het ene en het | intégrante ' d'une réalisation architecturale, il faut qu'existe un |
andere een verband bestaan; [...] dat verband is niet gedefinieerd | lien entre celle-ci et celui-là; [...] ce lien n'est défini ni par le |
door de gewestwetgever, noch door het Verdrag van Granada, [...] | législateur régional ni par la Convention de Grenade, [...] de |
waaruit de betrokken bepaling voortvloeit; [...] om de aard van dat | laquelle est issue la disposition concernée; [...] pour déterminer la |
verband te bepalen, dient rekening te worden gehouden met de | |
doelstellingen van de wetgeving betreffende het behoud van het | nature de ce lien, il y a lieu d'avoir égard aux objectifs de la |
onroerend erfgoed, die blijken uit de motieven die, volgens artikel | législation sur la conservation du patrimoine immobilier, lesquels |
206, 1°, a), van het BWRO, de bescherming verantwoorden, namelijk het | sont révélés par les motifs qui, selon l'article 206, 1°, a, du CoBAT, |
historisch, archeologisch, artistiek, esthetisch, sociaal, technisch | justifient le classement, à savoir l'intérêt historique, |
of volkskundig belang; [...] hieruit vloeit voort dat dat verband met | archéologique, artistique, esthétique, social, technique ou |
name van historische, esthetische en artistieke aard kan zijn; [...] | folklorique; [...] il en résulte que ce lien peut être notamment de |
sommige voorwerpen zijn, uit hun aard, dermate verbonden met een | nature historique, esthétique et artistique; [...] certains objets |
monument, waarvan zij bijdragen tot het bepalen van de socioculturele, | sont, de par leur nature, tellement attachés à un monument, dont ils |
artistieke of historische waarde ervan, dat, om ten volle te gelden, | contribuent à déterminer la valeur socioculturelle, artistique ou |
historique, que, pour être pleine et entière, la protection du | |
de bescherming van het gebouw als monument ook die voorwerpen moet | bâtiment comme monument doit s'étendre à ces objets, indépendamment de |
omvatten, los van de intrinsieke waarde die zij afzonderlijk zouden | la valeur intrinsèque qu'ils pourraient avoir de manière isolée par |
kunnen hebben ten opzichte van het geheel waarvan zij deel uitmaken; | rapport à l'ensemble dans lequel ils s'insèrent; [...] s'avèrent |
[...] de kwalificatie ervan in het burgerlijk recht en de identiteit | indifférentes à cet égard leur qualification en droit civil et |
van de eigenaars ervan blijken in dat opzicht zonder belang, daar die | l'identité de leurs propriétaires, ces considérations étant dépourvues |
overwegingen niet relevant zijn om het deel van het geheel af te | de pertinence pour délimiter la partie de l'ensemble qui mérite la |
bakenen dat als historische monument moet worden beschermd » (RvSt, 2 februari 2011, nr. 210.958, eigen vertaling). | protection au titre de monument historique » (CE, arrêt n° 210.958 du 2 février 2011). |
Uit datzelfde arrest blijkt dat, om te kunnen beschouwen dat zij « | Il ressort de ce même arrêt que, pour être considérés comme faisant « |
integrerend deel » uitmaken van een architecturaal werk, de voorwerpen | partie intégrante » d'une réalisation architecturale, les objets |
onlosmakelijk moeten zijn verbonden met het gebouw waarin zij zich | doivent présenter un lien indissociable avec l'immeuble qui les abrite |
bevinden en zij daarmee in situ moeten worden beschermd, daar de | et ils doivent être protégés in situ avec celui-ci, leur déplacement |
verplaatsing ervan afbreuk kan doen aan de integriteit van het te | étant de nature à porter atteinte à l'intégrité de la réalisation |
beschermen merkwaardige werk. Daarentegen hoeven « die voorwerpen | remarquable à protéger. Par contre, il n'est pas exigé « que ces |
[...] bovendien de hoedanigheid van onroerend goed uit hun aard of | objets revêtent en outre la qualité d'immeuble par nature ou par |
door bestemming niet te hebben » (Cass., 13 juni 2013, C.12.0091.F). | destination » (Cass., 13 juin 2013, C.12.0091.F). |
B.9. Het staat aan de Raad van State na te gaan of de door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering beschermde roerende goederen daadwerkelijk integrerend deel uitmaken van het gebouw waarin zij zich bevinden, en, indien zulks het geval is, na te gaan of in het kader van de federale loyauteit die bescherming de uitoefening door de federale overheid van haar bevoegdheid inzake het beheer van de federale wetenschappelijke instellingen niet onmogelijk of overdreven moeilijk maakt. B.10. De eerste prejudiciële vraag behoeft derhalve geen antwoord. Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag | B.9. Il appartient au Conseil d'Etat de vérifier si les biens mobiliers classés par le Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale font effectivement partie intégrante du bâtiment qui les abrite et, si tel est le cas, de vérifier, dans le cadre de la loyauté fédérale, si ce classement ne rend pas impossible ou exagérément difficile l'exercice par l'autorité fédérale de sa compétence en matière de gestion des établissements scientifiques fédéraux. B.10. La première question préjudicielle n'appelle dès lors pas de réponse. Quant à la seconde question préjudicielle |
B.11. De Raad van State vraagt aan het Hof of artikel 206, 1°, a), van | B.11. Le Conseil d'Etat demande à la Cour si l'article 206, 1°, a), du |
het BWRO, zo geïnterpreteerd dat het « de bescherming toestaat van een | CoBAT, interprété « comme autorisant le classement d'un mode |
wijze van museale tentoonstelling of scenografie, hetgeen een | d'exposition muséale ou scénographie, ce qui constituerait un |
cultureel immaterieel erfgoed van een museum zou vormen », in | patrimoine culturel immatériel d'un musée », est conforme aux règles |
overeenstemming is met de bevoegdheidverdelende regels en, | de répartition des compétences et, plus particulièrement, aux articles |
inzonderheid, met de artikelen 127, § 1, 1°, en 135bis van de | 127, § 1er, 1°, et 135bis de la Constitution, aux articles 4, 4°, 6, § |
Grondwet, met de artikelen 4, 4°, 6, § 1, I, 7°, 6bis, § 2, 4°, en 10 | 1er, I, 7°, 6bis, § 2, 4°, et 10 de la loi spéciale du 8 août 1980, et |
van bijzondere wet van 8 augustus 1980 en met de artikelen 4 en 4bis, | aux articles 4 et 4bis, 3°, de la loi spéciale du 12 janvier 1989, « |
3°, van de bijzondere wet van 12 januari 1989, « terwijl artikel 4bis, | et ce, alors même que l'article 4bis, 3°, de cette loi spéciale du 12 |
3°, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 de bevoegdheid van het | janvier 1989 limite la compétence de la Région de Bruxelles-Capitale |
Brusselse Hoofdstedelijke Gewest beperkt tot het bicultureel | |
immaterieel erfgoed van gewestelijk belang ». | au patrimoine biculturel immatériel d'intérêt régional ». |
B.12. Uit het verwijzingsarrest blijkt dat de voor de Raad van State | B.12. Il ressort de l'arrêt de renvoi que les arrêtés attaqués devant |
bestreden besluiten op grond van artikel 206, 1°, a), van het BWRO | le Conseil d'Etat procèdent, sur la base de l'article 206, 1°, a), du |
overgaan tot de bescherming, door uitbreiding, als monument van | CoBAT, au classement par extension comme monument d'éléments qui sont |
elementen die voorwerpen en meubilair zijn « die intrinsiek deel | des objets et du mobilier « faisant intrinsèquement partie du décor |
uitmaken van het scenografisch decor van de historische en technische | scénographique des salles historique et technique situées dans les |
zalen die zich bevinden in de gebogen galerij van het Koninklijk | |
Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis ». Hieruit vloeit voort | galeries courbes du Musée royal de l'Armée et d'Histoire militaire ». |
dat de betwiste bescherming geen betrekking heeft op een wijze van | Il s'ensuit que le classement litigieux porte non pas sur un mode |
museale tentoonstelling of een scenografie, maar op materiële goederen | d'exposition muséale ou une scénographie, mais sur des biens corporels |
die zijn gekwalificeerd als « uitrusting of decoratieve elementen die | qualifiés d'« installations ou éléments décoratifs faisant partie |
integrerend deel uitmaken van het architecturaal werk waarvan zij het | intégrante de la réalisation architecturale dont ils constituent le |
scenografisch decor vormen ». | décor scénographique ». |
B.13. De tweede prejudiciële vraag, waarbij aan het Hof wordt gevraagd | B.13. La seconde question préjudicielle, qui interroge la Cour sur la |
of de in het geding zijnde bepaling in overeenstemming is met de bevoegdheidverdelende regels in zoverre zij de bescherming zou toestaan van een « wijze van museale tentoonstelling of scenografie », kan derhalve niet dienstig zijn voor het oplossen van het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord. | conformité aux règles répartitrices de compétences de la disposition en cause en ce qu'elle autoriserait le classement d'un « mode d'exposition muséale ou scénographie », ne saurait dès lors présenter d'utilité pour la solution du litige pendant devant la juridiction a quo. La seconde question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : Les questions préjudicielles n'appellent pas de réponse. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 13 oktober 2022. | la Cour constitutionnelle, le 13 octobre 2022. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |