Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 98/2023 van 15 juni 2023 Rolnummer 7943 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6.8, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, gesteld door de Vrederechter van het kanton Halle. Het Gr samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-verslaggeefsters J. Moerman en E. Bribosia, (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 98/2023 van 15 juni 2023 Rolnummer 7943 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6.8, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, gesteld door de Vrederechter van het kanton Halle. Het Gr samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de rechters-verslaggeefsters J. Moerman en E. Bribosia, (...) Extrait de l'arrêt n° 98/2023 du 15 juin 2023 Numéro du rôle : 7943 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 6.8, § 1 er , alinéa 2, du Code flamand du logement de 2021, posée par le Juge de paix du canton de Ha La Cour constitutionnelle, chambre restreinte, composée du président L. Lavrysen et des juges-ra(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 98/2023 van 15 juni 2023 Extrait de l'arrêt n° 98/2023 du 15 juin 2023
Rolnummer 7943 Numéro du rôle : 7943
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 6.8, § 1, tweede En cause : la question préjudicielle relative à l'article 6.8, § 1er,
lid, van de Vlaamse Codex Wonen van 2021, gesteld door de Vrederechter alinéa 2, du Code flamand du logement de 2021, posée par le Juge de
van het kanton Halle. paix du canton de Hal.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,
samengesteld uit voorzitter L. Lavrysen en de La Cour constitutionnelle, chambre restreinte,
rechters-verslaggeefsters J. Moerman en E. Bribosia, bijgestaan door composée du président L. Lavrysen et des juges-rapporteures J. Moerman
de griffier F. Meersschaut, et E. Bribosia, assistée du greffier F. Meersschaut,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 27 februari 2023, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 27 février 2023, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 6 maart 2023, heeft de Vrederechter van het greffe de la Cour le 6 mars 2023, le Juge de paix du canton de Hal a
kanton Halle de volgende prejudiciële vraag gesteld : posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden de artikelen 6.8, § 1, tweede lid van de Vlaamse Codex « L'article 6.8, § 1er, alinéa 2, du Code flamand du logement de 2021,
Wonen van 2021 juncto de artikelen 6.12, 1° en 6.14, 1° Besluit van de lu en combinaison avec les articles 6.12, 1°, et 6.14, 1°, de l'arrêté
Vlaamse Regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse du Gouvernement flamand du 11 septembre 2020 portant exécution du Code
Codex Wonen van 2021 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en art. 22 flamand du logement de 2021, viole-t-il les articles 10 et 11 ainsi
en 23, 3° van de Grondwet waar (1) er voor het bezit van een onroerend que les articles 22 et 23, 3°, de la Constitution (1) en ce qu'aucune
goed buiten het Vlaamse Gewest geen uitzondering wordt gemaakt wanneer exception n'est prévue concernant la possession d'un bien immeuble
het genoemde onroerend goed ongeschikt of onbewoonbaar zou zijn en (2) situé en dehors de la Région flamande lorsque ce bien est inadéquat ou
er niet wordt nagegaan of het bezit van het onroerend goed de inhabitable et (2) en ce que la question de savoir si la possession du
woonbehoefte van de betrokken huurder al dan niet kan leningen (hetzij bien immeuble peut répondre ou non aux besoins en matière de logement
door er de facto te gaan wonen hetzij door de opbrengsten aan te du locataire concerné (soit que ce dernier aille y habiter de facto,
wenden om zelf huurgelden te betalen) ». soit qu'il en utilise les revenus pour payer lui-même un loyer) n'est pas examinée ? ».
Op 14 maart 2023 hebben de rechters-verslaggeefsters J. Moerman en E. Le 14 mars 2023, en application de l'article 71, alinéa 1er, de la loi
Bribosia, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het juges-rapporteures J. Moerman et E. Bribosia ont informé le président
Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te qu'elles pourraient être amenées à proposer à la Cour, siégeant en
wijzen waarin wordt vastgesteld dat de prejudiciële vraag chambre restreinte, de rendre un arrêt constatant que la question
klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. préjudicielle ne relève manifestement pas de la compétence de la Cour.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. La Cour est interrogée sur la compatibilité, avec les articles
B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van « de 10, 11, 22 et 23 de la Constitution, de « l'article 6.8, § 1er, alinéa
2, du Code flamand du logement de 2021, lu en combinaison avec les
articles 6.12, 1°, et 6.14, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du
artikelen 6.8, § 1, tweede lid van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 11 septembre 2020 portant exécution du Code flamand du logement de 2021 ».
juncto de artikelen 6.12, 1° en 6.14, 1° Besluit van de Vlaamse
Regering van 11 september 2020 tot uitvoering van de Vlaamse Codex
Wonen van 2021 » met de artikelen 10, 11, 22 en 23 van de Grondwet.
B.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de B.2. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la référence à
verwijzing naar artikel 6.8, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex l'article 6.8, § 1er, alinéa 2, du Code flamand du logement repose sur
Wonen, op een materiële vergissing berust, en dat in werkelijkheid une erreur matérielle et que c'est en réalité l'article 6.8, § 1er,
artikel 6.8, § 1, eerste lid, 2°, wordt bedoeld. Artikel 6.8, § 1, alinéa 1er, 2°, qui est visé. L'article 6.8, § 1er, alinéa 1er, 2°, du
eerste lid, 2°, van de Vlaamse Codex Wonen, zoals van toepassing voor Code flamand du logement, tel qu'il est applicable dans l'affaire
het verwijzende rechtscollege, bepaalt : devant la juridiction a quo, dispose :
« § 1. Om zich voor een sociale huurwoning in te schrijven, voldoen de « § 1er. Pour pouvoir s'inscrire en vue d'obtenir un logement locatif
personen, vermeld in paragraaf 3, aan de volgende voorwaarden : social, les personnes mentionnées au paragraphe 3 doivent remplir les conditions suivantes :
[...] [...]
2° ze voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot het onroerend 2° ils satisfont aux conditions en matière de propriété [immobilière]
bezit en het inkomen die de Vlaamse Regering vaststelt ». et de revenus fixées par le Gouvernement flamand ».
Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la référence à
verwijzing naar artikel 6.12, 1°, van het besluit van de Vlaamse l'article 6.12, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11
Regering van 11 september 2020 « tot uitvoering van de Vlaamse Codex septembre 2020 « portant exécution du Code flamand du Logement de 2021
Wonen van 2021 » (hierna : het besluit van de Vlaamse Regering van 11 » (ci-après : l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 septembre 2020)
september 2020) op een materiële vergissing berust, en dat in repose sur une erreur matérielle et qu'en réalité, c'est l'article
werkelijkheid artikel 6.12, eerste lid, 1°, wordt bedoeld.
Artikel 6.12, eerste lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering 6.12, alinéa 1er, 1°, qui est visé. L'article 6.12, alinéa 1er, 1°, de
van 11 september 2020, zoals van toepassing voor het verwijzende l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 septembre 2020, tel qu'il est
rechtscollege, bepaalt : applicable dans l'affaire devant la juridiction a quo, dispose :
« Ter uitvoering van artikel 6.8, § 1, eerste lid, 2°, van de Vlaamse « En exécution de l'article 6.8, § 1er, alinéa 1er, 2°, du Code
Codex Wonen van 2021 zijn de volgende inschrijvingsvoorwaarden voor flamand du Logement de 2021, les conditions d'inscription suivantes
het onroerend bezit en inkomen van toepassing : relatives aux biens immobiliers et aux revenus s'appliquent :
1° de personen die zich inschrijven, hebben geen woning of perceel, 1° les personnes qui s'inscrivent n'ont pas de logement ou de
bestemd voor woningbouw, volledig of gedeeltelijk in volle eigendom ». parcelle, destinée à la construction de logements, à 100 % ou partiellement en pleine propriété ».
Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat de Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la référence à
verwijzing naar artikel 6.14, 1°, van het besluit van de Vlaamse l'article 6.14, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11
Regering van 11 september 2020 op een materiële vergissing berust, en septembre 2020 repose sur une erreur matérielle et qu'en réalité,
dat in werkelijkheid artikel 6.14, tweede lid, 1°, wordt bedoeld. c'est l'article 6.14, alinéa 2, 1°, qui est visé. L'article 6.14,
Artikel 6.14, tweede lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering
van 11 september 2020, zoals van toepassing voor het verwijzende alinéa 2, 1°, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 11 septembre
2020, tel qu'il est applicable dans l'affaire devant la juridiction a
rechtscollege, bepaalt : quo, dispose :
« De volgende woningen worden niet in aanmerking genomen voor de « Les logements suivants ne sont pas pris en compte pour l'évaluation
aftoetsing van de onroerende bezitsvoorwaarde, vermeld in artikel de la condition relative à la possession de biens immobiliers, visée à
6.12, eerste lid, van dit besluit : l'article 6.12, alinéa 1er, du présent arrêté :
1° de woning in het Vlaamse Gewest die maximaal twee maanden voor de 1° le logement situé en Région flamande, qui a été déclaré inhabitable
inschrijving onbewoonbaar of ongeschikt verklaard is en waarvan de ou inapproprié au maximum deux mois avant l'inscription et dont
ontruiming noodzakelijk is ». l'évacuation est nécessaire ».
B.3. Krachtens artikel 142, tweede lid, van de Grondwet en artikel 26, B.3. En vertu de l'article 142, alinéa 2, de la Constitution et de
§ 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
Hof is het Hof bevoegd om, bij wijze van prejudiciële beslissing, constitutionnelle, la Cour est compétente pour statuer, à titre
uitspraak te doen op vragen omtrent de schending, door een wet, een préjudiciel, sur les questions relatives à la violation par une loi,
decreet of een in artikel 134 van de Grondwet bedoelde regel, van de un décret ou une règle visée à l'article 134 de la Constitution, des
regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het règles qui sont établies par la Constitution ou en vertu de celle-ci
bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de federale overheid, de pour déterminer les compétences respectives de l'autorité fédérale,
gemeenschappen en de gewesten, van de artikelen van titel II (« De des communautés et des régions, des articles du titre II (« Des Belges
Belgen en hun rechten ») en van de artikelen 143, § 1, 170, 172 en 191 et de leurs droits ») et des articles 143, § 1er, 170, 172 et 191 de
van de Grondwet. la Constitution.
B.4. Het Hof vermag zich slechts uit te spreken over het al dan niet B.4. La Cour ne peut se prononcer sur le caractère justifié ou non
verantwoorde karakter van een verschil in behandeling, ten aanzien van
de bepalingen van de Grondwet op de naleving waarvan het Hof vermag d'une différence de traitement au regard des dispositions de la
toe te zien, wanneer dat verschil aan een norm met wetgevend karakter Constitution qu'elle est habilitée à faire respecter que si cette
kan worden toegeschreven. Noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet différence de traitement est imputable à une norme législative. Ni
van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, noch enige andere l'article 26, § 1er, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
grondwettelijke of wettelijke bepaling verleent het Hof de bevoegdheid constitutionnelle, ni aucune autre disposition constitutionnelle ou
om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te doen over de législative ne confèrent à la Cour le pouvoir de statuer, à titre
vraag of een besluit van de Vlaamse Regering al dan niet bestaanbaar préjudiciel, sur la question de savoir si un arrêté du Gouvernement
is met die bepalingen van de Grondwet. Die bevoegdheid komt de flamand est compatible ou non avec ces dispositions de la
verwijzende rechter zelf toe op grond van artikel 159 van de Grondwet. Constitution. En vertu de l'article 159 de la Constitution, cette
compétence appartient au juge a quo lui-même.
Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing kan worden afgeleid dat Il peut être déduit des motifs de la décision de renvoi que la Cour
het Hof in werkelijkheid wordt ondervraagd over, enerzijds, de est en réalité interrogée, d'une part, sur le fait que l'exception
beperking van de uitzondering vermeld in artikel 6.14, tweede lid, 1°, mentionnée à l'article 6.14, alinéa 2, 1°, de l'arrêté du Gouvernement
van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september 2020 tot flamand du 11 septembre 2020 est limitée aux habitations situées « en
woningen gelegen « in het Vlaamse Gewest » en, anderzijds, de Région flamande » et, d'autre part, sur l'absence d'une exception
ontstentenis van een specifieke uitzondering wanneer het bezit van het spécifique lorsque la possession du bien immeuble ne peut pas répondre
onroerend goed de woonbehoefte van de huurder niet kan lenigen. aux besoins en matière de logement du locataire.
B.5. Zoals blijkt uit hetgeen is vermeld in B.2, heeft de decreetgever B.5. Ainsi qu'il ressort de ce qui est dit en B.2, le législateur
bepaald dat de voorwaarden met betrekking tot het onroerend bezit en het inkomen door de Vlaamse Regering worden vastgesteld. Het staat bijgevolg aan de Vlaamse Regering de nodige uitvoeringsmaatregelen te nemen. Tekortkomingen in die verplichting kunnen evenwel niet worden verweten aan de decretale regeling, maar aan de uitvoering ervan, waarover het Hof zich niet vermag uit te spreken. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat, wanneer een wetgever een machtiging verleent, aangenomen dient te worden - behoudens aanwijzingen in de tegenovergestelde zin - dat hij de gemachtigde enkel de bevoegdheid verleent om die machtiging aan te wenden in overeenstemming met de Grondwet. Het staat aan de bevoegde rechter na te gaan of de gemachtigde de hem toegekende machtiging al dan niet te buiten is gegaan. décrétal a prévu que les conditions en matière de propriété immobilière et de revenus sont fixées par le Gouvernement flamand. Il appartient dès lors au Gouvernement flamand de prendre les mesures d'exécution nécessaires. Des manquements à cette obligation ne peuvent toutefois pas être imputés à la réglementation décrétale, mais ils relèvent de l'exécution de celle-ci, sur laquelle la Cour ne peut pas se prononcer. Enfin, il y a lieu de relever que, lorsqu'un législateur délègue, il faut supposer, sauf indications contraires, qu'il entend exclusivement habiliter le délégué à faire de son pouvoir un usage conforme à la Constitution. C'est au juge compétent qu'il appartient de contrôler si le délégué a excédé ou non les termes de l'habilitation qui lui a été conférée.
B.6. De prejudiciële vraag behoort klaarblijkelijk niet tot de B.6. La question préjudicielle ne relève manifestement pas de la
bevoegdheid van het Hof. compétence de la Cour.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof, beperkte kamer, la Cour, chambre restreinte,
met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, statuant à l'unanimité des voix,
stelt vast dat het Hof niet bevoegd is om de prejudiciële vraag te constate que la Cour n'est pas compétente pour répondre à la question
beantwoorden. préjudicielle.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 15 juni 2023. la Cour constitutionnelle, le 15 juin 2023.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
F. Meersschaut L. Lavrysen F. Meersschaut L. Lavrysen
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x