Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 108/2022 van 15 september 2022 Rolnummer 7652 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof va Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J. Moerman, waarnemend voorzitter, voorzitter P(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 108/2022 van 15 september 2022 Rolnummer 7652 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof va Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit rechter J. Moerman, waarnemend voorzitter, voorzitter P(...) Extrait de l'arrêt n° 108/2022 du 15 septembre 2022 Numéro du rôle : 7652 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre des mises en accusation de la Cour La Cour constitutionnelle, composée de la juge J. Moerman, faisant fonction de présidente, du pr(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 108/2022 van 15 september 2022 Extrait de l'arrêt n° 108/2022 du 15 septembre 2022
Rolnummer 7652 Numéro du rôle : 7652
In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 128, tweede lid, En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 128,
van het Wetboek van strafvordering, gesteld door de kamer van alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, posées par la chambre des
inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel. mises en accusation de la Cour d'appel de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit rechter J. Moerman, waarnemend voorzitter, voorzitter composée de la juge J. Moerman, faisant fonction de présidente, du
P. Nihoul, de rechters Y. Kherbache, T. Detienne, E. Bribosia en W. président P. Nihoul, des juges Y. Kherbache, T. Detienne, E. Bribosia
Verrijdt, en, overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 et W. Verrijdt, et, conformément à l'article 60bis de la loi spéciale
januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter J.-P. du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, du juge émérite J.-P.
Moerman, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder Moerman, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par la juge J.
voorzitterschap van rechter J. Moerman, Moerman,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
Bij arrest van 30 september 2021, waarvan de expeditie ter griffie van Par arrêt du 30 septembre 2021, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 15 oktober 2021, heeft de kamer van greffe de la Cour le 15 octobre 2021, la chambre des mises en
inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Brussel de volgende accusation de la Cour d'appel de Bruxelles a posé les questions
prejudiciële vragen gesteld : préjudicielles suivantes :
« Schendt artikel 128, tweede lid, Wetboek van Strafvordering, de « L'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il
artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zover de burgerlijke partij die les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que la partie civile
de strafvordering instelt door een klacht met burgerlijke qui met en mouvement l'action publique par une plainte avec
partijstelling voor de onderzoeksrechter steeds gehouden is een constitution de partie civile devant le juge d'instruction est
rechtsplegingsvergoeding te betalen aan de partij die door het toujours tenue de payer une indemnité de procédure à la partie qui a
onderzoeksgerecht voor bepaalde feiten buiten vervolging wordt bénéficié d'un non-lieu de la juridiction d'instruction pour certains
gesteld, maar voor andere feiten wel naar de strafrechter wordt faits, mais qui est par contre renvoyée devant le juge pénal pour
verwezen (zodat er nog geen uitsluitsel is over de gegrondheid van d'autres faits (si bien qu'il n'y a pas encore de réponse définitive
haar burgerlijke vordering), terwijl de burgerlijke partij die de sur le bien-fondé de son action civile), alors que la partie civile
strafvordering instelt door een rechtstreekse dagvaarding voor het qui met en mouvement l'action publique par une citation directe devant
vonnisgerecht, slechts gehouden kan zijn een rechtsplegingsvergoeding la juridiction de jugement peut seulement être tenue de payer une
te betalen aan de beklaagde indien die integraal wordt vrijgesproken indemnité de procédure au prévenu si celui-ci est intégralement
of de vordering van de burgerlijke partij om andere redenen integraal acquitté ou si la demande de la partie civile est intégralement
wordt afgewezen ? rejetée pour d'autres raisons ?
Schendt artikel 128, tweede lid, Wetboek van Strafvordering het recht L'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle viole-t-il
op toegang tot de rechter, zoals neergelegd in artikel 13 Grondwet, in le droit d'accès au juge, inscrit à l'article 13 de la Constitution,
samenhang gelezen met artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zover de lu en combinaison avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce
burgerlijke partij die klacht met burgerlijke partijstelling indient que la partie civile qui dépose une plainte avec constitution de
bij de onderzoeksrechter, gehouden is een rechtsplegingsvergoeding te partie civile devant le juge d'instruction est tenue de payer une
betalen aan de partij die het openbaar ministerie in zijn indemnité de procédure à la partie que le ministère public désigne
eindvordering als inverdenkinggestelde aanduidt en die voor bepaalde comme inculpé dans son réquisitoire final et qui bénéficie d'un
feiten buiten vervolging wordt gesteld, ook wanneer het non-lieu pour certains faits, y compris lorsque la juridiction
onderzoeksgerecht diezelfde inverdenkinggestelde wegens andere feiten d'instruction renvoie ce même inculpé pour d'autres faits (sur
(waar de burgerlijke partij haar burgerlijke partijstelling op lesquels la partie civile fondait sa constitution de partie civile)
steunde) verwijst naar het vonnisgerecht, dat de strafvordering en de devant la juridiction de jugement, qui doit encore statuer sur
burgerlijke vordering nog moet beoordelen ? ». l'action publique et sur l'action civile ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de B.1.1. La première question préjudicielle porte sur la compatibilité
bestaanbaarheid van artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van de l'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle avec les
strafvordering met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la partie civile qui
met l'action publique en mouvement par une plainte avec constitution
de burgerlijke partij die de strafvordering instelt door een klacht de partie civile devant le juge d'instruction est toujours tenue de
met burgerlijkepartijstelling voor de onderzoeksrechter, steeds payer une indemnité de procédure à la partie que la juridiction
gehouden is een rechtsplegingsvergoeding te betalen aan de partij die d'instruction fait bénéficier d'un non-lieu pour certains faits, mais
door het onderzoeksgerecht voor bepaalde feiten buiten vervolging qu'elle renvoie devant le juge pénal pour d'autres faits, alors que la
wordt gesteld, maar voor andere feiten wel naar de strafrechter wordt partie civile qui met l'action publique en mouvement par une citation
verwezen, terwijl de burgerlijke partij die de strafvordering instelt directe devant la juridiction de jugement peut seulement être tenue de
door een rechtstreekse dagvaarding voor het vonnisgerecht, slechts
ertoe kan zijn gehouden een rechtsplegingsvergoeding te betalen aan de payer une indemnité de procédure au prévenu en cas d'acquittement
beklaagde indien die integraal wordt vrijgesproken of de vordering van intégral de ce dernier ou en cas de rejet intégral de l'action de la
de burgerlijke partij om andere redenen integraal wordt afgewezen. partie civile pour d'autres motifs.
B.1.2. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de B.1.2. La seconde question préjudicielle porte sur la compatibilité de
bestaanbaarheid van artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van l'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle avec le
strafvordering met het recht op toegang tot de rechter, zoals
gewaarborgd door artikel 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met droit d'accès au juge garanti par l'article 13 de la Constitution, lu
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre de burgerlijke en combinaison avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce
partij die een klacht met burgerlijkepartijstelling indient bij de que la partie civile qui introduit une plainte avec constitution de
onderzoeksrechter, ertoe gehouden is een rechtsplegingsvergoeding te partie civile devant le juge d'instruction est tenue de payer une
betalen aan de partij die het openbaar ministerie in zijn indemnité de procédure à la partie que le ministère public désigne
eindvordering als inverdenkinggestelde aanwijst en die voor bepaalde comme inculpé dans son réquisitoire final et qui bénéficie d'un
feiten buiten vervolging wordt gesteld, ook wanneer het non-lieu pour certains faits, même lorsque la juridiction
onderzoeksgerecht diezelfde inverdenkinggestelde wegens andere feiten d'instruction renvoie ce même inculpé pour d'autres faits (sur
(waar de burgerlijke partij haar burgerlijkepartijstelling op lesquels la partie civile a fondé sa constitution de partie civile)
baseerde) verwijst naar het vonnisgerecht, dat de strafvordering en de devant la juridiction de jugement, qui doit encore examiner l'action
burgerlijke vordering nog moet beoordelen. publique et l'action civile.
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling en de context ervan Quant à la disposition en cause et à son contexte
B.2. Artikel 128 van het Wetboek van strafvordering, ingevoegd bij B.2. L'article 128 du Code d'instruction criminelle, inséré par
artikel 8 van de wet van 21 april 2007 « betreffende de l'article 8 de la loi du 21 avril 2007 « relative à la répétibilité
verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand
van een advocaat » (hierna : de wet van 21 april 2007), bepaalt : des honoraires et des frais d'avocat » (ci-après : la loi du 21 avril
« Indien de raadkamer van oordeel is dat het feit noch een misdaad, 2007), dispose : « Si la chambre du conseil est d'avis que le fait ne présente ni
noch een wanbedrijf, noch een overtreding oplevert, of dat tegen de crime, ni délit, ni contravention, ou qu'il n'existe aucune charge
inverdenkinggestelde generlei bezwaar bestaat, verklaart zij dat er
geen reden is tot vervolging.
In dat geval en indien het onderzoek werd ingeleid door de burgerlijke contre l'inculpé, elle déclare qu'il n'y a pas lieu à poursuivre.
partijstelling in handen van de onderzoeksrechter, wordt de Dans ce cas, si l'instruction a été ouverte par constitution de partie
burgerlijke partij veroordeeld tot het aan de inverdenkinggestelde civile entre les mains du juge d'instruction, la partie civile est
betalen van de vergoeding bedoeld in artikel 1022 van het Gerechtelijk condamnée envers l'inculpé à l'indemnité visée à l'article 1022 du
Wetboek ». Code judiciaire ».
B.3. De persoon die zich burgerlijke partij stelt in handen van een B.3. La personne qui se constitue partie civile entre les mains d'un
onderzoeksrechter, neemt een procedureel initiatief dat erin bestaat juge d'instruction prend une initiative procédurale consistant à
het herstel te vorderen van de schade die is veroorzaakt door een demander la réparation du dommage causé par une infraction. Ce
misdrijf. Zodoende doet hij zijn burgerlijke vordering aansluiten bij faisant, elle greffe son action civile sur une procédure pénale et
een strafprocedure en verkrijgt hij, door de hoedanigheid van « acquiert, par la qualité de « partie civile », des droits qui lui sont
burgerlijke partij », rechten die hem eigen zijn in het kader van de propres dans le cadre de la procédure pénale.
strafprocedure.
Wanneer de raadkamer verklaart dat er geen reden is tot vervolging, Lorsque la chambre du conseil déclare qu'il n'y a pas lieu de
voorziet artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering poursuivre, l'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle
erin dat, indien het onderzoek werd ingeleid door een
burgerlijkepartijstelling in handen van de onderzoeksrechter, de prévoit que, si l'instruction a été ouverte par une constitution de
burgerlijke partij wordt veroordeeld tot het betalen van de partie civile entre les mains du juge d'instruction, la partie civile
rechtsplegingsvergoeding aan de inverdenkinggestelde. De burgerlijke est condamnée à payer l'indemnité de procédure à l'inculpé. La partie
partij die door haar klacht met burgerlijkepartijstelling de civile qui a mis l'action publique en mouvement par sa plainte avec
strafvordering heeft ingesteld, wordt eveneens tot een constitution de partie civile est également condamnée à verser une
rechtsplegingsvergoeding veroordeeld indien de inverdenkinggestelde indemnité de procédure si la chambre du conseil renvoie partiellement
door de raadkamer deels naar de strafrechter wordt verwezen en deels l'inculpé devant le juge pénal et le fait bénéficier partiellement
buiten vervolging wordt gesteld. d'un non-lieu.
De rechtsplegingsvergoeding betreft « een forfaitaire tegemoetkoming L'indemnité de procédure concerne « une intervention forfaitaire dans
in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde les frais et honoraires d'avocat de la partie ayant obtenu gain de
partij » (artikel 1022, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, cause » (article 1022, alinéa 1er, du Code judiciaire, inséré par
ingevoegd bij artikel 7 van de wet van 21 april 2007). De rechtsplegingsvergoeding waarvan sprake is in de in het geding zijnde bepaling, heeft alleen betrekking op de burgerlijke vordering, namelijk de vordering voor het herstel van de schade veroorzaakt door een misdrijf. Die vergoeding is verschuldigd aan de partij die in het gelijk wordt gesteld. B.4. De in het geding zijnde bepaling strekt dus ertoe degene die de strafvordering heeft geïnitieerd met een burgerlijkepartijstelling bij de onderzoeksrechter, te doen bijdragen in de kosten en erelonen van de advocaat van de persoon die hij daarmee in verdenking heeft gesteld, indien de raadkamer die persoon niet naar de strafrechter verwijst voor het misdrijf dat de grond van zowel de burgerlijke vordering als de strafvordering vormt. De burgerlijke partij die niet zelf de strafvordering op gang heeft gebracht maar die haar vordering heeft doen aansluiten bij de door het openbaar ministerie ingestelde strafvordering, kan daarentegen niet worden veroordeeld tot betaling van de rechtsplegingsvergoeding aan de inverdenkinggestelde die een buitenvervolgingstelling geniet. De veroordeling tot betaling van een rechtsplegingsvergoeding wordt in de parlementaire voorbereiding verantwoord door het gegeven dat het de burgerlijke partij, en niet het openbaar ministerie, is die « de strafvordering [...] op gang heeft gebracht », zodat zij voor die vordering « aansprakelijk » moet worden geacht ten aanzien van de beklaagde of de inverdenkinggestelde (Parl. St., Senaat, 2006-2007, l'article 7 de la loi du 21 avril 2007). L'indemnité de procédure visée par la disposition en cause ne concerne que l'action civile, c'est-à-dire l'action pour la réparation du dommage causé par une infraction. Cette indemnité est due à la partie qui obtient gain de cause. B.4. La disposition en cause vise donc à faire contribuer la personne qui a intenté l'action publique en se constituant partie civile devant le juge d'instruction aux frais et honoraires d'avocat de la personne qu'elle a ainsi fait inculper, si la chambre du conseil ne renvoie pas cette personne devant le juge pénal pour l'infraction qui est à l'origine tant de l'action civile que de l'action publique. Par contre, la partie civile qui n'a pas mis elle-même l'action publique en mouvement, mais a greffé son action sur l'action publique intentée par le ministère public, ne peut pas être condamnée à payer l'indemnité de procédure à l'inculpé qui bénéficie d'un non-lieu. La condamnation au paiement d'une indemnité de procédure est justifiée dans les travaux préparatoires par la circonstance que c'est la partie civile, et non le ministère public, qui a « mis l'action publique en mouvement », si bien qu'elle doit être considérée comme « responsable » de cette action à l'égard du prévenu ou de l'inculpé (Doc. parl.,
nr. 3-1686/4, p. 8; Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. Sénat, 2006-2007, n° 3-1686/4, p. 8; Doc. parl., Chambre, 2006-2007,
6). De veroordeling voorgeschreven bij de in het geding zijnde DOC 51-2891/002, p. 6). La condamnation prescrite par la disposition
bepaling wordt verantwoord door het gegeven dat de burgerlijke partij en cause est justifiée par la circonstance que c'est la partie civile
« de strafvordering zelf - maar zonder succes - op gang heeft gebracht qui a « mis l'action publique en mouvement, mais sans succès » (Doc.
» (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 1684/4, pp. 5 en 9; ibid., nr. parl., Sénat, 2006-2007, n° 1684/4, pp. 5 et 9; ibid., n° 1686/5, p.
1686/5, p. 33; Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 6). Ten aanzien van de situatie van de vrijgesproken beklaagde of van de inverdenkinggestelde die een buitenvervolgingstelling geniet, wordt in de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde bepaling voorts gepreciseerd : « Overeenstemmend met het advies van de ordes van advocaten en van de Hoge Raad voor de Justitie, zal de verhaalbaarheid trouwens ook niet aan bod komen in de betrekkingen tussen de beklaagde en de Staat, die wordt vertegenwoordigd door het openbaar ministerie. Er moet op gewezen worden dat het openbaar ministerie, door vervolging in te stellen, het algemeen belang vertegenwoordigt en derhalve niet op één lijn kan worden gesteld met een burgerlijke partij die de 33; Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 6). En ce qui concerne la situation du prévenu acquitté ou de l'inculpé bénéficiant d'un non-lieu, il est encore précisé dans les travaux préparatoires de la disposition en cause : « La répétibilité ne jouera par ailleurs pas dans les relations entre le prévenu et l'Etat, représenté par le ministère public, et ce toujours conformément à l'avis des ordres d'avocats et du Conseil supérieur de la Justice. Il faut ici relever que le ministère public, en exerçant les poursuites, représente l'intérêt général et ne peut dès lors être mis sur le même pied qu'une partie civile qui mettrait
strafvordering alleen in gang zou zetten om een privébelang te seule en mouvement l'action publique pour la défense d'un intérêt
verdedigen » (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, pp. 6-7). B.5.1. Het Hof heeft reeds herhaaldelijk geoordeeld dat het verantwoord is dat de burgerlijke partij slechts tot de betaling van de rechtsplegingsvergoeding aan de vrijgesproken beklaagde of aan de inverdenkinggestelde die een buitenvervolgingstelling geniet, wordt veroordeeld wanneer zij zelf de strafvordering op gang heeft gebracht en niet wanneer zij haar vordering heeft doen aansluiten bij een door het openbaar ministerie ingestelde strafvordering of wanneer een onderzoeksgerecht de verwijzing van de beklaagde naar een vonnisgerecht heeft bevolen (arresten nrs. 182/2008, 49/2009, particulier » (Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2891/002, pp. 6-7). B.5.1. La Cour a déjà jugé à plusieurs reprises qu'il est justifié que la partie civile ne soit condamnée à payer l'indemnité de procédure au prévenu acquitté ou à l'inculpé bénéficiant d'un non-lieu que quand c'est elle qui a mis l'action publique en mouvement, et non quand elle a greffé son action sur l'action publique intentée par le ministère public, ni quand une juridiction d'instruction a ordonné le renvoi du prévenu devant une juridiction de jugement (arrêts nos 182/2008,
113/2016, 33/2017, 159/2018 en 164/2019). 49/2009, 113/2016, 33/2017, 159/2018 et 164/2019).
B.5.2. Het Hof heeft zich bij zijn arrest nr. 11/2010 van 18 februari B.5.2. Par son arrêt n° 11/2010 du 18 février 2010, la Cour s'est
2010 ook al uitgesproken over de bestaanbaarheid van de in het geding également déjà prononcée sur la compatibilité de la disposition en
zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou
in samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag en combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention
voor de rechten van de mens en met artikel 14, lid 1, van het européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, paragraphe 1,
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, in du Pacte international relatif aux droits civils et politiques, en ce
zoverre de in het geding zijnde bepaling meerdere categorieën van que la disposition en cause traiterait de la même manière plusieurs
burgerlijke partijen die door een klacht met burgerlijkepartijstelling catégories de parties civiles qui ont, par une plainte avec
een strafvordering op gang hebben gebracht, op dezelfde manier zou constitution de partie civile, mis l'action publique en mouvement.
behandelen. Het Hof heeft in dat arrest voor recht gezegd dat de in het geding Dans cet arrêt, la Cour a dit pour droit que la disposition en cause
zijnde bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in ne viole pas les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément
samenhang gelezen met artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor ou en combinaison avec l'article 6, paragraphe 1, de la Convention
de rechten van de mens en met artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, niet schendt. Het Hof motiveerde zijn beslissing als volgt : « B.8. Doordat de burgerlijke partij de strafvordering op gang heeft gebracht, heeft zij de inverdenkinggestelde ertoe gedwongen of kan zij hem ertoe hebben gedwongen zijn verweer te organiseren gedurende een hele procedure die niet, zoals dat het geval is wanneer de strafvordering op gang is gebracht door het openbaar ministerie, is aangevat om het belang van de maatschappij te verdedigen, maar om een persoonlijk belang te verdedigen. In die omstandigheden volstaan de wil om de persoon die zich bij de onderzoeksrechter burgerlijke partij stelt, op dezelfde wijze te behandelen als de persoon die zijn burgerlijke vordering voor een burgerlijk rechtscollege brengt, en de omstandigheid dat de eerstgenoemde persoon ook de strafvordering op gang brengt, om redelijk te verantwoorden dat die burgerlijke partij ertoe wordt veroordeeld alle of een deel van de advocatenkosten te dragen die de verweerder in de burgerlijke vordering voor een strafrechtelijk rechtscollege moet betalen wanneer die een buitenvervolgingstelling européenne des droits de l'homme et avec l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques. La Cour a motivé sa décision comme suit : « B.8. En ce qu'elle a mis l'action publique en mouvement, la partie civile a contraint ou peut avoir contraint l'inculpé à organiser sa défense tout au long d'une procédure entamée non pas, comme c'est le cas lorsque l'action publique est mise en mouvement par le ministère public, pour défendre l'intérêt de la société, mais pour défendre un intérêt personnel. Dans ces conditions, la volonté de réserver à la personne qui se constitue partie civile devant un juge d'instruction le même traitement que celui de la personne qui porte son action civile devant une juridiction civile, et la circonstance que la première personne met aussi en mouvement l'action publique suffisent à justifier raisonnablement que cette partie civile soit condamnée à supporter tout ou partie des frais d'avocat exposés par le défendeur sur l'action civile portée devant une juridiction pénale, lorsque celui-ci
geniet wegens de verjaring van de strafvordering die toe te schrijven bénéficie d'un non-lieu en raison de la prescription de l'action
is aan het niet optreden van de procureur des Konings, of wanneer de publique imputable à l'inaction du procureur du Roi, ou lorsque la
tenlastelegging ten aanzien van die verweerder in de burgerlijke mise en prévention de ce défendeur sur l'action civile ne résulte que
vordering slechts voortvloeit uit een vergissing begaan door de procureur des Konings. d'une erreur commise par le procureur du Roi.
B.9. Een dergelijke maatregel doet niet op onevenredige wijze afbreuk B.9. Une telle mesure ne porte pas une atteinte disproportionnée aux
aan de rechten van de betrokkenen, aangezien de rechter ter zake droits des intéressés dès lors que le juge dispose, en la matière,
beschikt over een bevoegdheid die hem in staat stelt het bedrag van de
vergoeding te verminderen tot het voorgeschreven minimum door met name d'un pouvoir qui lui permet de réduire au minimum prévu le montant de
rekening te houden met ' het kennelijk onredelijk karakter van de l'indemnité, notamment en tenant compte ' du caractère manifestement
situatie ' (artikel 1022, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek). déraisonnable de la situation ' (article 1022, alinéa 3, du Code judiciaire).
B.10. De in het geding zijnde bepaling is niet onbestaanbaar met de B.10. La disposition en cause n'est pas incompatible avec les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. 10 et 11 de la Constitution.
B.11. De toetsing aan die grondwetsbepalingen, in samenhang gelezen B.11. Le contrôle au regard de ces dispositions constitutionnelles
met de in B.2 vermelde verdragsbepalingen, zou niet tot een andere lues en combinaison avec les dispositions conventionnelles mentionnées
conclusie kunnen leiden. en B.2 ne pourrait conduire à une autre conclusion.
B.12. De prejudiciële vragen dienen ontkennend te worden beantwoord ». B.12. Les questions préjudicielles appellent une réponse négative ».
B.5.3. Bij zijn arrest nr. 159/2018 van 22 november 2018 heeft het Hof B.5.3. Par son arrêt n° 159/2018 du 22 novembre 2018, la Cour s'est
zich eveneens uitgesproken over de bestaanbaarheid van de in het également prononcée sur la compatibilité de la disposition en cause
geding zijnde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'en degré
zoverre zij geen rechtsplegingsvergoeding in hoger beroep toekent aan d'appel, elle n'accorde pas à l'inculpé que la chambre du conseil a
de inverdenkinggestelde die in eerste aanleg door de raadkamer buiten vervolging werd gesteld, ten laste van de burgerlijke partij die, hoewel zij niet zelf de strafvordering op gang heeft gebracht, hoger beroep heeft ingesteld bij ontstentenis van enig beroep van het openbaar ministerie. Het Hof heeft in dat arrest voor recht gezegd dat de ontstentenis van een wetsbepaling die de kamer van inbeschuldigingstelling toelaat een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie en die daarbij in het ongelijk mis hors de cause en première instance une indemnité de procédure à charge de la partie civile qui, bien qu'elle n'ait pas mis elle-même l'action publique en mouvement, a interjeté appel en l'absence de tout recours du ministère public. Dans cet arrêt, la Cour a dit pour droit que l'absence d'une disposition législative permettant à la chambre des mises en accusation de mettre une indemnité de procédure à charge de la partie civile qui, sans être précédée ou suivie à cet égard par le ministère public, interjette appel d'une ordonnance de non-lieu rendue par la chambre du conseil sur une action publique intentée par le ministère
wordt gesteld, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. public et succombe, viole les articles 10 et 11 de la Constitution.
Het Hof motiveerde zijn beslissing als volgt : La Cour a motivé sa décision comme suit :
« B.8. [...] Anders dan de Ministerraad aanvoert, leidt het gegeven dat het hoger beroep van de burgerlijke partij tegen de beschikking tot buitenvervolgingstelling de strafvordering voor de appelrechter brengt, terwijl het hoger beroep van de burgerlijke partij tegen een vrijspraak enkel de burgerlijke rechtsvordering voor de appelrechter brengt, niet tot een ander resultaat. Dat gegeven doet immers geen afbreuk aan het feit dat de burgerlijke partij die als enige hoger beroep heeft ingesteld tegen een beschikking tot buitenvervolgingsstelling wanneer de strafvordering werd ingesteld door het openbaar ministerie, uitsluitend de verdediging van een privébelang nastreeft en daartoe het initiatief neemt tot een nieuwe « B.8. [...] Contrairement à ce que fait valoir le Conseil des ministres, le fait que l'appel formé par la partie civile contre l'ordonnance de non-lieu porte l'action publique devant le juge d'appel, alors que l'appel formé par la partie civile contre un acquittement ne porte que l'action civile devant le juge d'appel, n'aboutit pas à un autre résultat. En effet, cette circonstance ne porte pas atteinte au fait que la partie civile qui, seule, a interjeté appel d'une ordonnance de non-lieu lorsque l'action publique a été mise en mouvement par le ministère public poursuit exclusivement la défense d'un intérêt privé
aanleg, ook al heeft zij niet het initiatief genomen tot de ingestelde et, à cette fin, prend l'initiative d'une nouvelle instance, même si
strafvordering en heeft zij haar initiële vordering bij de elle n'a pas mis l'action publique en mouvement de sa propre
strafvordering doen aansluiten. Zij ligt dus aan de oorsprong van de initiative, mais a greffé son action initiale sur l'action publique.
kosten en erelonen van een advocaat die zijn gemaakt voor de procedure Elle est donc à l'origine des frais et honoraires d'avocat générés
in hoger beroep. pour la procédure d'appel.
B.9.1. Het verschil in behandeling dat ontstaat doordat de in het geding zijnde bepaling ten gunste van de inverdenkinggestelde die een buitenvervolgingstelling geniet een rechtsplegingsvergoeding ten laste legt van de burgerlijke partij die het onderzoek heeft ingeleid door een burgerlijkepartijstelling in handen van de onderzoeksrechter, terwijl een dergelijke rechtsplegingsvergoeding niet ten laste wordt gelegd van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling gewezen op een strafvordering ingesteld door het openbaar ministerie en die daarbij in het ongelijk wordt gesteld, is niet redelijk verantwoord. B.9.2. Die discriminatie vindt haar oorsprong evenwel niet in de in het geding zijnde bepaling, die de procedure voor de raadkamer regelt, doch wel in de ontstentenis van een wetsbepaling die de kamer van inbeschuldigingstelling toelaat een rechtsplegingsvergoeding ten laste te leggen van de burgerlijke partij die, zonder daarin te worden voorafgegaan of gevolgd door het openbaar ministerie, hoger beroep instelt tegen een beschikking van de raadkamer tot buitenvervolgingstelling gewezen op een strafvordering ingesteld door B.9.1. La différence de traitement qui résulte du fait que la disposition en cause met, au profit de l'inculpé ayant bénéficié d'un non-lieu, une indemnité de procédure à charge de la partie civile qui a ouvert l'instruction en se constituant partie civile entre les mains du juge d'instruction, alors qu'une telle indemnité de procédure n'est pas mise à charge de la partie civile qui, sans être précédée ou suivie à cet égard par le ministère public, interjette appel d'une ordonnance de non-lieu rendue par la chambre du conseil sur une action publique intentée par le ministère public et succombe, n'est pas raisonnablement justifiée. B.9.2. Cette discrimination ne trouve toutefois pas son origine dans la disposition en cause, qui règle la procédure devant la chambre du conseil, mais bien dans l'absence d'une disposition législative permettant à la chambre des mises en accusation de mettre une indemnité de procédure à charge de la partie civile qui, sans être précédée ou suivie à cet égard par le ministère public, interjette appel d'une ordonnance de non-lieu rendue par la chambre du conseil
het openbaar ministerie en die daarbij in het ongelijk wordt gesteld. sur une action publique intentée par le ministère public et succombe.
B.10. Aangezien de in B.9.2 gedane vaststelling van de lacune is B.10. Dès lors que le constat de la lacune qui a été fait en B.9.2 est
uitgedrukt in voldoende nauwkeurige en volledige bewoordingen, staat exprimé en des termes suffisamment précis et complets, il appartient
het aan de verwijzende rechter een einde te maken aan de vastgestelde discriminatie ». au juge a quo de mettre fin à la discrimination constatée ».
B.5.4. Anders dan in het arrest nr. 11/2010 en het arrest nr. 159/2018 B.5.4. A la différence de la situation examinée dans l'arrêt n°
hebben de prejudiciële vragen in de voorliggende situatie betrekking 11/2010 et dans l'arrêt n° 159/2018, les questions préjudicielles
op de rechtsplegingsvergoeding die de burgerlijke partij die de portent dans la situation d'espèce sur l'indemnité de procédure dont
strafprocedure heeft geïnitieerd met een burgerlijkepartijstelling bij est redevable la partie civile qui a intenté la procédure pénale par
de onderzoeksrechter, verschuldigd is indien de betrokkene door de une constitution de partie civile devant le juge d'instruction lorsque
raadkamer voor bepaalde feiten wel en voor andere feiten niet naar de l'intéressé est renvoyé par la chambre du conseil devant le juge pénal
strafrechter wordt verwezen. pour certains faits et ne l'est pas pour d'autres faits.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de prejudiciële vragen Quant à la recevabilité des questions préjudicielles
B.6. De Ministerraad stelt dat een antwoord op de prejudiciële vragen B.6. Le Conseil des ministres soutient qu'une réponse aux questions
klaarblijkelijk niet nuttig is voor de oplossing van het geschil dat préjudicielles n'est manifestement pas utile à la solution du litige
het verwijzende rechtscollege moet beslechten. Het verwijzende que doit trancher la juridiction a quo. En effet, la juridiction a quo
rechtscollege doet immers uitspraak na cassatie (Cass., 22 juni 2021, statue après la Cour de cassation (Cass., 22 juin 2021, P.21.0414.N)
P.21.0414.N) en zou bijgevolg krachtens artikel 435, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering ertoe gehouden zijn zich te voegen naar het arrest van het Hof van Cassatie betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt. Een bevestigend antwoord op de aan het Grondwettelijk Hof voorgelegde prejudiciële vragen zou het verwijzende rechtscollege volgens de Ministerraad niet ontslaan van die verplichting. B.7. Op grond van artikel 435, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering dient het gerecht waarnaar het Hof van Cassatie na een vernietigingsarrest een zaak verwijst, zich te voegen naar dat arrest betreffende het door dat Hof beslechte rechtspunt. Die wettelijke verplichting ontslaat dat rechtscollege echter niet van et serait donc tenue, conformément à l'article 435, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, de se conformer à l'arrêt de la Cour de cassation sur le point de droit jugé par cette Cour. Selon le Conseil des ministres, une réponse affirmative aux questions préjudicielles soumises à la Cour constitutionnelle ne dispenserait pas la juridiction a quo de cette obligation. B.7. En vertu de l'article 435, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle, la juridiction à laquelle la Cour de cassation renvoie une affaire après un arrêt de cassation est tenue de se conformer à cet arrêt sur le point de droit jugé par cette Cour. Cette obligation légale ne dispense cependant pas cette juridiction de
de in artikel 26, § 2, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari l'obligation visée à l'article 26, § 2, alinéa 1er, de la loi spéciale
1989 op het Grondwettelijk Hof bedoelde verplichting om, bij vermeende du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle d'adresser à la Cour
schending door een wetskrachtige norm van een norm waaraan het Hof une question préjudicielle en cas de violation alléguée, par une norme
vermag te toetsen, een prejudiciële vraag tot het Hof te richten. Het komt het verwijzende rechtscollege toe om, rekening houdend met de door het Hof van Cassatie eraan verleende interpretatie, de in het geding zijnde bepaling aan de beoordeling van het Grondwettelijk Hof voor te leggen en zich vervolgens naar het arrest van het Grondwettelijk Hof te voegen. Er anders over beslissen zou de effectiviteit van de grondwettigheidstoetsing van wetskrachtige normen in het gedrang brengen. De exceptie wordt verworpen. Ten gronde B.8. De in het geding zijnde bepaling, die een rechtsplegingsvergoeding ten voordele van de niet-vervolgde inverdenkinggestelde ten laste legt van degene die zich burgerlijke partij stelt in handen van de onderzoeksrechter, gaat uit van de idee dat, wanneer de raadkamer beslist tot buitenvervolgingstelling, de persoon die zich burgerlijke partij heeft gesteld in handen van de onderzoeksrechter, de enige is die aan de oorsprong ligt van de door de niet-vervolgde inverdenkinggestelde gemaakte kosten en erelonen van een advocaat. In dat verband heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat wanneer een burgerlijke partij door haar klacht de strafvordering aanhangig maakt voor bepaalde feiten en het openbaar ministerie binnen het kader van het aldus opgestarte gerechtelijk onderzoek een onderzoek vordert voor een bijkomend feit, het onderzoeksgerecht dan de burgerlijke partij niet kan veroordelen tot betaling van een rechtsplegingsvergoeding aan de inverdenkinggestelde wanneer het hem voor dat bijkomend feit buiten législative, d'une norme au regard de laquelle la Cour peut exercer un contrôle. Il appartient à la juridiction a quo de soumettre à l'appréciation de la Cour constitutionnelle la disposition en cause, en tenant compte de l'interprétation que la Cour de cassation lui a donnée, et de se conformer ensuite à l'arrêt de la Cour constitutionnelle. En décider autrement compromettrait l'efficacité du contrôle de constitutionnalité des normes législatives. L'exception est rejetée. Quant au fond B.8. La disposition en cause, qui met à charge de la personne qui se constitue partie civile entre les mains du juge d'instruction une indemnité de procédure au bénéfice de l'inculpé non poursuivi, procède de l'idée que, lorsque la chambre du conseil déclare le non-lieu, la personne qui s'est constituée partie civile entre les mains du juge d'instruction est la seule à l'origine des frais et honoraires d'avocat exposés par l'inculpé non poursuivi. La Cour de cassation a jugé à cet égard que lorsqu'une partie civile met en mouvement, par sa plainte, l'action publique pour certains faits et que, dans le cadre de l'instruction judiciaire ainsi intentée, le ministère public requiert une instruction pour un fait supplémentaire, la juridiction d'instruction ne peut alors pas condamner la partie civile à payer une indemnité de procédure à l'inculpé lorsqu'elle le fait bénéficier d'un non-lieu pour ce fait
vervolging stelt (Cass., 26 januari 2016, P.15.0892.N). Die situatie supplémentaire (Cass., 26 janvier 2016, P.15.0892.N). Cette situation
verschilt van de door het verwijzende rechtscollege voorgelegde diffère de l'hypothèse soumise par la juridiction a quo dans laquelle
hypothese, waarin vaststaat dat de raadkamer de inverdenkinggestelde il est établi que la chambre du conseil a prononcé un non-lieu à
buiten vervolging heeft gesteld voor feiten waarvoor enkel de burgerlijke partij de strafvordering aanhangig heeft gemaakt, en de inverdenkinggestelde heeft verwezen naar de strafrechter voor feiten waarvoor zowel de burgerlijke partij als het openbaar ministerie de strafvordering hebben geïnitieerd. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. B.9. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel l'égard de l'inculpé pour des faits pour lesquels seule la partie civile a mis l'action publique en mouvement, et qu'elle a renvoyé l'inculpé devant le juge pénal pour des faits pour lesquels tant la partie civile que le ministère public ont intenté l'action pénale. La Cour limite son examen à cette hypothèse. B.9. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van nature des principes en cause; le principe d'égalité et de
gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas
er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés
aangewende middelen en het beoogde doel. et le but visé.
B.10. Wanneer het onderzoeksgerecht, na een klacht met B.10. Lorsque, après une plainte avec constitution de partie civile de
burgerlijkepartijstelling van de burgerlijke partij bij de la partie civile entre les mains du juge d'instruction mettant ainsi
onderzoeksrechter die daarmee de strafvordering aanhangig maakt, en mouvement l'action pénale, la juridiction d'instruction décide de
beslist om een inverdenkinggestelde gedeeltelijk buiten vervolging te prononcer un non-lieu partiel à l'égard d'un inculpé, elle ne se
stellen, spreekt het zich niet uit over de grond van de zaak. Het prononce pas sur le fond de l'affaire. En revanche, la juridiction de
vonnisgerecht dat, volgend op een rechtstreekse dagvaarding van een jugement qui, à la suite d'une citation directe d'une partie civile
burgerlijke partij die daarmee de strafvordering aanhangig maakt, de mettant ainsi en mouvement l'action publique, n'acquitte pas
beklaagde niet integraal vrijspreekt of de vordering van de intégralement le prévenu ou ne rejette pas intégralement la demande de
burgerlijke partij om andere redenen niet integraal afwijst, bevestigt
met zijn uitspraak daarentegen de gehele of gedeeltelijke gegrondheid la partie civile pour d'autres motifs, confirme par sa décision le
van de vordering van de burgerlijke partij. Met betrekking tot de bien-fondé de tout ou partie de l'action de la partie civile. Par
rechtsplegingsvergoeding verschilt de situatie van de burgerlijke rapport à l'indemnité de procédure, la situation de la partie civile
partij, die zelf de strafvordering heeft geïnitieerd en vervolgens qui a intenté elle-même l'action publique et qui a ensuite
gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, dus naar gelang van de stand partiellement succombé diffère donc selon l'état de la procédure en
van de betrokken procedure. Het verschil in behandeling berust question. La différence de traitement repose dès lors sur un critère
bijgevolg op een objectief criterium. objectif.
B.11.1. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van een geheel B.11.1. La disposition en cause fait partie d'un ensemble de mesures
van maatregelen inzake de rechtsplegingsvergoeding, die erop gericht concernant l'indemnité de procédure, qui visent à garantir la sécurité
zijn de rechtszekerheid te waarborgen, een antwoord te bieden op juridique, à répondre à l'évolution jurisprudentielle en matière de
ontwikkelingen in de rechtspraak omtrent de verhaalbaarheid van de répétibilité des honoraires et des frais d'avocat, et à sauvegarder
erelonen en kosten van advocaten, en de toegang tot de rechter voor l'accès à un juge pour tous les justiciables. Le législateur a
alle rechtzoekenden te vrijwaren. De veroordeling van de burgerlijke justifié la condamnation de la partie civile à une indemnité de
partij tot een rechtsplegingsvergoeding ten gunste van een procédure en faveur d'un prévenu acquitté ou d'un inculpé ayant
vrijgesproken beklaagde of buiten vervolging gestelde
inverdenkinggestelde werd door de wetgever verantwoord door de bénéficié d'un non-lieu par la volonté de responsabiliser les parties
verantwoordelijkheid van de burgerlijke partij voor het instellen van civiles qui mettent en mouvement des poursuites pénales qui
een onsuccesvolle strafvervolging (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. n'aboutissent pas (Doc. parl., Sénat, 2006-2007, n° 3-1686/4, p. 8;
3-1686/4, p. 8; Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 6). Doc. parl., Chambre, 2006-2007, DOC 51-2891/002, p. 6). C'est la
Om die reden is de burgerlijke partij enkel ertoe gehouden aan de raison pour laquelle la partie civile n'est tenue de payer une
buiten vervolging gestelde inverdenkinggestelde of de vrijgesproken indemnité de procédure à l'inculpé ayant bénéficié d'un non-lieu ou au
beklaagde een rechtsverplegingsvergoeding te betalen, in zoverre zij prévenu acquitté que dans le cas où elle a pris elle-même l'initiative
zelf het initiatief heeft genomen voor het instellen van de de mettre l'action publique en mouvement, soit par une plainte avec
strafvordering, hetzij door een klacht met burgerlijkepartijstelling
bij de onderzoeksrechter, hetzij bij rechtstreekse dagvaarding. constitution de partie civile devant le juge d'instruction, soit par
B.11.2. De burgerlijke partij enkel ertoe verplichten een une citation directe.
rechtsplegingsvergoeding te betalen aan de buiten vervolging gestelde inverdenkinggestelde of de vrijgesproken beklaagde wanneer zij zelf aan de oorsprong ligt van de kosten van een onsuccesvolle strafvordering, is een pertinent criterium om het in het geding zijnde verschil in behandeling tussen, enerzijds, de burgerlijke partij door wier klacht met burgerlijkepartijstelling de strafvordering aanhangig werd gemaakt en die door het onderzoeksgerecht gedeeltelijk in het ongelijk wordt gesteld en, anderzijds, de burgerlijke partij die door een rechtstreekse dagvaarding de strafvordering heeft ingesteld en door het vonnisgerecht gedeeltelijk in het ongelijk wordt gesteld, te rechtvaardigen. In het eerste geval staat op dat ogenblik enkel vast dat de burgerlijke partij de inverdenkinggestelde ten onrechte ertoe heeft gedwongen kosten te maken om zijn verweer te organiseren voor die feiten die geen aanleiding zullen geven tot het gegrond verklaren van haar vordering. Het onderzoeksgerecht spreekt zich immers niet uit over de grond van de zaak. In het tweede geval staat daarentegen vast dat de vordering van de burgerlijke partij gegrond is, ook al is het maar naar aanleiding van een deel van de ten laste gelegde feiten. Op B.11.2. Le fait de n'obliger la partie civile à payer une indemnité de procédure à l'inculpé ayant bénéficié d'un non-lieu ou au prévenu acquitté que lorsqu'elle est elle-même à l'origine des frais d'une action pénale qui n'a pas abouti est un critère pertinent pour justifier la différence de traitement en cause entre, d'une part, la partie civile dont la plainte avec constitution de partie civile a mis en mouvement l'action pénale et que la juridiction d'instruction a fait succomber partiellement et, d'autre part, la partie civile qui a introduit l'action publique par une citation directe et que la juridiction de jugement a fait succomber partiellement. Dans le premier cas, à ce moment, il est seulement établi que la partie civile a forcé à tort l'inculpé à exposer des frais pour organiser sa défense concernant les faits qui ne donneront pas lieu à la reconnaissance du bien-fondé de l'action de la partie civile. En effet, la juridiction d'instruction ne se prononce pas sur le fond de l'affaire. Dans le second cas, il est par contre établi que l'action de la partie civile est fondée, même si ce n'est qu'à la suite d'une
dat ogenblik staat vast dat de burgerlijke partij, door het instellen partie des faits reprochés. A ce moment, il est établi qu'en mettant
van de strafvordering, de veroordeelde beklaagde niet ten onrechte en mouvement l'action publique, la partie civile n'a pas forcé à tort
ertoe heeft gedwongen zijn verweer te organiseren. le prévenu condamné à organiser sa défense.
B.11.3. Het Hof dient nog te onderzoeken of de in het geding zijnde B.11.3. La Cour doit encore examiner si la disposition en cause
bepaling onevenredige gevolgen heeft. entraîne des effets disproportionnés.
Vanuit zijn zorg voor de toegang tot de rechter heeft de wetgever C'est en raison de son souci d'assurer l'accès au juge que le
ervoor gekozen, bij de wet van 21 april 2007, om de verhaalbaarheid législateur a choisi, par la loi du 21 avril 2007, d'encadrer
van de erelonen en de kosten van de bijstand van een advocaat strikt strictement la répétibilité des honoraires et des frais d'avocat, en
te omlijnen, door de stijging van het bedrag van de
rechtsplegingsvergoeding te beperken en aan de rechter een limitant l'augmentation du montant de l'indemnité de procédure et en
beoordelingsbevoegdheid toe te kennen waardoor hij dat bedrag kan octroyant un pouvoir d'appréciation au juge lui permettant d'adapter
aanpassen, binnen de door de Koning vastgestelde perken. Op grond van ce montant, dans la fourchette définie par le Roi. En vertu de
artikel 1022, derde lid, van het Gerechtelijk Wetboek kan de rechter, l'article 1022, alinéa 3, du Code judiciaire, le juge peut, à la
op verzoek van een partij, dat in voorkomend geval wordt gedaan na
ondervraging, bij een met bijzondere redenen omklede beslissing het demande d'une partie, éventuellement formulée sur interpellation,
bedrag van de rechtsplegingsvergoeding verminderen of verhogen, zonder réduire ou augmenter, par décision spécialement motivée, le montant de
de door de Koning vastgestelde minimum- of maximumbedragen te l'indemnité de procédure, sans pour autant dépasser les montants
overschrijden. Bij die beoordeling houdt de rechter rekening met maxima et minima définis par le Roi. Dans son appréciation, le juge
individuele omstandigheden zoals, onder andere, het « kennelijk tient compte de circonstances individuelles telles que, notamment, le
onredelijk karakter van de situatie » (artikel 1022, derde lid, van « caractère manifestement déraisonnable de la situation » (article
het Gerechtelijk Wetboek). 1022, alinéa 3, du Code judiciaire).
De burgerlijke partij die met een klacht met burgerlijkepartijstelling La partie civile qui a mis l'action publique en mouvement en déposant
bij de onderzoeksrechter de strafvordering aanhangig heeft gemaakt en une plainte avec constitution de partie civile devant le juge
door het onderzoeksgerecht gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, d'instruction et qui succombe partiellement à la suite de la décision
kan de rechter dus verzoeken om, bij het bepalen van de in het geding de la juridiction d'instruction, peut donc demander au juge de tenir
zijnde rechtsplegingsvergoeding, rekening te houden met de compte, lors de la fixation du montant de l'indemnité de procédure en
gedeeltelijke verwijzing van de inverdenkinggestelde naar de cause, du renvoi partiel de l'inculpé devant le juge pénal. Si, après
strafrechter. Indien het vonnisgerecht, na verwijzing door het le renvoi par la juridiction d'instruction faisant suite à une plainte
onderzoeksgerecht volgend op een geheel of gedeeltelijk gegronde avec constitution de partie civile devant le juge d'instruction jugée
klacht met burgerlijkepartijstelling bij de onderzoeksrechter, de totalement ou partiellement fondée, la juridiction de jugement déclare
vordering van de burgerlijke partij geheel of gedeeltelijk gegrond l'action de la partie civile totalement ou partiellement fondée, elle
verklaart, zal het de beklaagde bovendien veroordelen tot een condamnera en outre le prévenu au paiement d'une indemnité de
rechtsplegingsvergoeding op grond van artikel 162bis, eerste lid, van procédure en vertu de l'article 162bis, alinéa 1er, du Code
het Wetboek van strafvordering. d'instruction criminelle.
B.12. Vervolgens dient het Hof nog te onderzoeken of de in het geding B.12. Ensuite, la Cour doit encore examiner si la disposition en cause
zijnde bepaling bestaanbaar is met artikel 13 van de Grondwet. est compatible avec l'article 13 de la Constitution.
B.13. Artikel 13 van de Grondwet bepaalt : B.13. L'article 13 de la Constitution dispose :
« Niemand kan tegen zijn wil worden afgetrokken van de rechter die de « Nul ne peut être distrait, contre son gré, du juge que la loi lui
wet hem toekent ». assigne ».
Artikel 13 van de Grondwet houdt een recht in op toegang tot de L'article 13 de la Constitution implique un droit d'accès au juge
bevoegde rechter. Het recht op toegang tot de rechter, dat met compétent. Le droit d'accès au juge, qui doit être garanti à chacun
inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet aan eenieder dans le respect des articles 10 et 11 de la Constitution, constitue un
moet worden gewaarborgd, vormt een wezenlijk aspect van het recht op aspect essentiel du droit à un procès équitable et est fondamental
een eerlijk proces en is fundamenteel in een rechtsstaat. Het recht om
zich tot een rechter te wenden, heeft zowel betrekking op de vrijheid dans un Etat de droit. Le droit de s'adresser à un juge concerne tout
om in rechte op te treden als op de vrijheid om zich te verdedigen. autant la liberté d'agir en justice que celle de se défendre.
Het recht op toegang tot een rechter is evenwel niet absoluut. Het kan Le droit d'accès au juge n'est cependant pas absolu. Il peut faire
het voorwerp uitmaken van beperkingen, voor zover die beperkingen geen l'objet de restrictions pour autant que celles-ci ne portent pas
afbreuk doen aan de essentie zelf van dat recht. De beperkingen van atteinte à l'essence même de ce droit. Les restrictions à ce droit
dat recht moeten redelijk evenredig zijn met het gewettigde doel dat doivent être raisonnablement proportionnées au but légitime qu'elles
zij nastreven (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. België, § 25). De poursuivent (CEDH, 7 juillet 2009, Stagno c. Belgique, § 25). La
reglementering dienaangaande moet de rechtszekerheid en de goede réglementation à cet égard doit servir les buts de sécurité juridique
rechtsbedeling nastreven en mag dus geen beperkingen opleveren die de et de bonne administration de la justice et ne peut donc induire des
rechtzoekende verhinderen de inhoud van zijn geschil voor de bevoegde restrictions empêchant le justiciable de voir la substance de son
rechter te brengen (EHRM, 7 juli 2009, Stagno t. België, § 25; 29 litige tranchée par la juridiction compétente (CEDH, 7 juillet 2009,
maart 2011, RTBF t. België, § 69). Beperkingen op het recht op toegang Stagno c. Belgique, § 25; 29 mars 2011, RTBF c. Belgique, § 69). Des
tot de rechter kunnen een financieel karakter hebben, zoals de restrictions au droit d'accès au juge peuvent revêtir un caractère
veroordeling tot de betaling van een rechtsplegingsvergoeding ten financier, comme la condamnation au paiement d'une indemnité de
gunste van de in het gelijk gestelde partij (EHRM, 6 september 2016, procédure en faveur de la partie ayant obtenu gain de cause (CEDH, 6
Cindric en Beslic t. Kroatië, § 118). septembre 2016, Cindric et Beslic. Croatie, § 118).
B.14. Doordat de in het geding zijnde bepaling voorziet in de B.14. En ce qu'elle prévoit la condamnation de la partie civile qui a
veroordeling van de in het ongelijk gestelde burgerlijke partij tot succombé à payer une indemnité de procédure forfaitaire, la
het betalen van een forfaitaire rechtsplegingsvergoeding, verzwaart disposition en cause alourdit la charge financière liée à l'exercice
zij de financiële last verbonden aan de uitoefening van het recht op du droit d'accès au juge. Pour les mêmes motifs que ceux qui sont
toegang tot de rechter. Om dezelfde redenen als die welke in B.11.1 exposés en B.11.1 à B.11.3, la disposition en cause n'entraîne
tot B.11.3 zijn uiteengezet, leidt de in het geding zijnde bepaling
echter niet tot een onevenredige aantasting van het recht op toegang
tot de rechter. Zijn beoordelingsbevoegdheid bij het bepalen van het cependant pas une atteinte disproportionnée au droit d'accès au juge.
bedrag van de rechtsplegingsvergoeding laat de rechter immers toe om Son pouvoir d'appréciation pour fixer le montant de l'indemnité de
rekening te houden met de gedeeltelijke verwijzing van de procédure permet en effet au juge de tenir compte du renvoi partiel de
inverdenkinggestelde naar de strafrechter. l'inculpé devant le juge pénal.
B.15. Gelet op het voorgaande is de in het geding zijnde bepaling B.15. Eu égard à ce qui précède, la disposition en cause est
bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet, in zoverre compatible avec les articles 10, 11 et 13 de la Constitution, en ce
zij ertoe leidt dat de burgerlijke partij die de strafvordering qu'elle a pour conséquence que la partie civile qui met l'action
instelt door een klacht met burgerlijkepartijstelling bij de publique en mouvement par une plainte avec constitution de partie
onderzoeksrechter, een rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is aan de civile devant le juge d'instruction est redevable d'une indemnité de
inverdenkinggestelde die door het onderzoeksgerecht voor bepaalde procédure à l'inculpé que la juridiction d'instruction a renvoyé
tenlasteleggingen naar de strafrechter wordt doorverwezen maar voor devant le juge pénal pour certaines préventions, mais qui a bénéficié
andere tenlasteleggingen, waarvoor enkel de burgerlijke partij de d'un non-lieu pour d'autres préventions pour lesquelles seule la
strafvordering heeft geïnitieerd, buiten vervolging wordt gesteld. partie civile a mis l'action publique en mouvement.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering schendt de L'article 128, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ne viole pas
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet niet in zoverre het ertoe leidt les articles 10, 11 et 13 de la Constitution en ce qu'il a pour
dat de burgerlijke partij die de strafvordering instelt door een conséquence que la partie civile qui met l'action publique en
klacht met burgerlijkepartijstelling bij de onderzoeksrechter, een mouvement par une plainte avec constitution de partie civile devant le
rechtsplegingsvergoeding verschuldigd is aan de inverdenkinggestelde juge d'instruction est redevable d'une indemnité de procédure à
die door het onderzoeksgerecht voor bepaalde tenlasteleggingen naar de l'inculpé que la juridiction d'instruction a renvoyé devant le juge
strafrechter wordt doorverwezen maar voor andere tenlasteleggingen, pénal pour certaines préventions, mais qui a bénéficié d'un non-lieu
waarvoor enkel de burgerlijke partij de strafvordering heeft pour d'autres préventions pour lesquelles seule la partie civile a mis
geïnitieerd, buiten vervolging wordt gesteld. l'action publique en mouvement.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 15 september 2022. la Cour constitutionnelle, le 15 septembre 2022.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De wnd. voorzitter, La présidente f.f.,
J. Moerman J. Moerman
^