← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 59/2022 van 21 april 2022 Rolnummer 7647 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 2.7.7.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vóór de opheffing
ervan bij artikel 16 van het Vlaamse dec Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de
voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters J.(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 59/2022 van 21 april 2022 Rolnummer 7647 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.7.7.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vóór de opheffing ervan bij artikel 16 van het Vlaamse dec Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters J.(...) | Extrait de l'arrêt n° 59/2022 du 21 avril 2022 Numéro du rôle : 7647 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.7.7.0.3 du Code flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013, avant son abrogation par l'article 16 du décret flam La Cour constitutionnelle, composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, des juges J.-P. Moe(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 59/2022 van 21 april 2022 | Extrait de l'arrêt n° 59/2022 du 21 avril 2022 |
Rolnummer 7647 | Numéro du rôle : 7647 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2.7.7.0.3 van de | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2.7.7.0.3 du |
Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, vóór de opheffing | Code flamand de la fiscalité du 13 décembre 2013, avant son abrogation |
ervan bij artikel 16 van het Vlaamse decreet van 8 december 2017, | par l'article 16 du décret flamand du 8 décembre 2017, posée par le |
gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling | Tribunal de première instance de Flandre orientale, division de Gand. |
Gent. Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, de rechters | composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, des juges J.-P. |
J.-P. Moerman, Y. Kherbache, T. Detienne en E. Bribosia, en, | Moerman, Y. Kherbache, T. Detienne et E. Bribosia, et, conformément à |
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour |
op het Grondwettelijk Hof, emeritus rechter R. Leysen, bijgestaan door | constitutionnelle, de la juge émérite R. Leysen, assistée du greffier |
de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. | F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen, |
Lavrysen, wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 30 september 2021, waarvan de expeditie ter griffie van | Par jugement du 30 septembre 2021, dont l'expédition est parvenue au |
het Hof is ingekomen op 8 oktober 2021, heeft de Rechtbank van eerste | greffe de la Cour le 8 octobre 2021, le Tribunal de première instance |
aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vraag | de Flandre orientale, division de Gand, a posé la question |
gesteld : | préjudicielle suivante : |
« Schendt 2.7.7.0.3 VCF, zoals opgeheven bij artikel 16 Decr. Vl. | « L'article 2.7.7.0.3 du Code flamand de la fiscalité, tel qu'il a été |
abrogé par l'article 16 du décret du Parlement flamand du 8 décembre | |
Parl. 8 december 2017, het gelijkheidsbeginsel zoals vastgelegd in de | 2017, viole-t-il le principe d'égalité consacré par les articles 10 et |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin gelezen dat de | 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle le |
langstlevende partner die het voordeel van een verwerping geniet, niet | partenaire survivant qui profite de l'avantage d'une renonciation ne |
minder erfbelasting mag betalen dan de erfbelasting die de verwerper | peut pas payer un impôt de succession inférieur à l'impôt de |
succession que le renonçant aurait dû payer et, partant, se voit privé | |
had moeten betalen, en derhalve in wezen het voordeel van de | en réalité de l'avantage consistant en l'exonération de l'impôt de |
vrijstelling van de erfbelasting overeenkomstig artikel 2.7.4.1.1 VCF, | succession prévu par l'article 2.7.4.1.1 du Code flamand de la |
ontnomen wordt, niettegenstaande zij om het voordeel van die | fiscalité, nonobstant le fait que ce partenaire survivant a demandé à |
vrijstelling heeft verzocht en terwijl die langstlevende partner, | bénéficier de l'avantage de cette exonération et alors que, sans |
zonder het voordeel van de verwerping, geen erfbelasting zou betalen | l'avantage de la renonciation, il ne paierait pas d'impôt de |
op de gezinswoning ? ». | succession sur le logement familial ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over artikel | B.1.1. Le juge a quo interroge la Cour au sujet de l'article 2.7.7.0.3 |
2.7.7.0.3 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, vóór de opheffing ervan | du Code flamand de la fiscalité, tel qu'il était applicable avant son |
bij artikel 16 van het Vlaamse decreet van 8 december 2017 « houdende | abrogation par l'article 16 du décret flamand du 8 décembre 2017 « |
bepalingen tot verdere regeling van de invordering van niet-fiscale | portant des dispositions réglant le recouvrement de créances non |
schuldvorderingen voor de Vlaamse Gemeenschap en voor het Vlaamse | fiscales pour la Communauté flamande et pour la Région flamande et les |
Gewest en de instellingen die eronder ressorteren, diverse fiscale | organismes qui en relèvent, des dispositions fiscales diverses et la |
bepalingen, en de overname van de dienst van de belasting op spelen en | reprise du service de la taxe sur les jeux et paris, sur les appareils |
weddenschappen, de automatische ontspanningstoestellen en de | automatiques de divertissement et de la taxe d'ouverture de débits de |
openingsbelasting op slijterijen van gegiste dranken » (hierna : het decreet van 8 december 2017), dat bepaalde : | boissons fermentées » (ci-après : le décret du 8 décembre 2017), qui disposait : |
« In geval van verwerping van een intestaataandeel, van een uiterste | « En cas de répudiation d'une part ab intestat, d'une disposition |
wilsbeschikking, of van een contractuele erfstelling mag de erfbelasting, verschuldigd door de personen die daarvan het voordeel genieten, niet lager zijn dan de erfbelasting die de verwerper had moeten betalen. De verwerping door een erfopvolger bij plaatsvervulling van zijn ouder met betrekking tot een nalatenschap die opengevallen is in het voordeel van die laatste, mag het Vlaamse Gewest niet benadelen ». Uit de feiten van het bodemgeschil en uit de formulering van de prejudiciële vraag blijkt dat het Hof enkel wordt ondervraagd over het eerste lid van die bepaling, zodat het Hof zijn toetsing daartoe beperkt. | testamentaire ou d'une institution contractuelle, l'impôt de succession dû par les personnes qui en profitent ne peut être inférieur à celui qu'aurait dû acquitter le renonçant. La renonciation faite par un successeur du chef de son auteur, relativement à une succession ouverte au profit de ce dernier, ne peut porter préjudice à la Région flamande ». Il ressort des faits du litige au fond et de la formulation de la question préjudicielle que la Cour n'est interrogée que sur le premier alinéa de cette disposition, de sorte que la Cour limite son contrôle à celui-ci. |
B.1.2. De verwijzende rechter wenst te vernemen of die bepaling | B.1.2. Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition est |
bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre | compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le |
de langstlevende partner die het voordeel van een verwerping geniet, | partenaire survivant qui bénéficie de l'avantage d'une renonciation ne |
niet minder erfbelasting mag betalen dan die welke de verwerper had | peut pas payer un impôt de succession inférieur à celui qu'aurait dû |
moeten betalen, en hem derhalve het voordeel van de vrijstelling van | payer le renonçant et se voit dès lors privé de l'avantage de |
de erfbelasting op grond van artikel 2.7.4.1.1 van de Vlaamse Codex | l'exonération de l'impôt de succession prévu à l'article 2.7.4.1.1 du |
Fiscaliteit wordt ontnomen, niettegenstaande hij om het voordeel van | Code flamand de la fiscalité, malgré qu'il ait demandé à bénéficier de |
die vrijstelling heeft verzocht en terwijl die langstlevende partner, | l'avantage de cette exonération et alors que, sans l'avantage de la |
zonder het voordeel van de verwerping, geen erfbelasting zou betalen | renonciation, le partenaire survivant ne paierait pas d'impôt de |
op de gezinswoning. | succession sur le logement familial. |
B.2.1. Artikel 2.7.4.1.1, § 2, derde lid, van de Vlaamse Codex | B.2.1. L'article 2.7.4.1.1, § 2, alinéa 3, du Code flamand de la |
Fiscaliteit bepaalt : | fiscalité dispose : |
« In afwijking van het tweede lid wordt het tarief van de erfbelasting | « Par dérogation au second alinéa, le tarif de l'impôt de succession |
voor de onroerende goederen tussen partners alleen toegepast op de nettoverkrijging van de rechtverkrijgende partner in de andere goederen dan de woning die de gezinswoning was van de erflater en zijn partner op het ogenblik van het overlijden. Die afwijking geldt evenwel niet als de partner die een deel verkrijgt in die gezinswoning, een bloedverwant in de rechte lijn van de erflater is of een rechtverkrijgende is die voor de toepassing van het tarief met een rechtverkrijgende in de rechte lijn wordt gelijkgesteld ». B.2.2. Het deel van de gezinswoning dat de langstlevende partner verkrijgt ingevolge het overlijden van de eerststervende, zal bijgevolg niet bij het individuele onroerend aandeel van de eerstgenoemde worden gevoegd. Omtrent die vrijstelling van | pour les biens immobiliers entre partenaires n'est appliqué que sur l'acquisition nette du partenaire ayant droit dans les autres biens que l'habitation qui était l'habitation du ménage constitué par le défunt et son partenaire au moment du décès. Cette dérogation ne vaut cependant pas si le partenaire qui obtient une partie dans cette habitation est un parent en ligne directe du défunt ou est un ayant droit qui, pour l'application du tarif, est assimilé à un ayant droit en ligne directe ». B.2.2. La part du logement familial que le partenaire survivant obtient à la suite du décès du prémourant ne sera donc pas ajoutée à la part immeuble individuelle du partenaire survivant. En ce qui |
erfbelasting op de gezinswoning vermeldt de parlementaire | concerne cette exonération de l'impôt de succession sur le logement |
voorbereiding : | familial, les travaux préparatoires mentionnent : |
« Het verwerven van een gezinswoning is voor de meeste echtparen en | « Pour la plupart des couples mariés et cohabitants, l'acquisition |
samenwonenden nog steeds de belangrijkste investering die ze ooit in | d'un logement familial reste toujours l'investissement le plus |
hun leven afsluiten. | important qu'ils feront dans leur vie. |
[...] | [...] |
Wanneer één van beide partners overlijdt, wordt het vaak als | Lorsqu'un des partenaires décède, il est souvent ressenti comme |
onrechtvaardig en hardvochtig aangevoeld dat de langstlevende partner | injuste et dur que le partenaire survivant soit redevable de droits de |
successierechten verschuldigd is op de woning waarvoor hij meestal | succession sur l'habitation pour laquelle il a généralement lui-même |
zelf ook lang heeft gespaard en gewerkt. En dat terwijl in de feiten | économisé et travaillé pendant longtemps, et ce, alors que, la plupart |
meestal niets wijzigt. De langstlevende partner zal vaak de | du temps, rien ne change dans les faits. Souvent, le partenaire |
gezinswoning verder blijven bewonen. | survivant continuera à occuper le logement familial. |
[...] | [...] |
Een vrijstelling van successierechten voor gehuwden en samenwonenden, | Une exonération des droits de succession pour les couples mariés et |
in zoverre die rechten betrekking hebben op de gezinswoning, is een | cohabitants, dans la mesure où ces droits portent sur le logement |
maatregel die in het verlengde ligt van het beleid om onroerende | familial, constitue une mesure qui s'inscrit dans le prolongement de |
eigendomsverwerving te vergemakkelijken. Het verwerven van de woning | la politique visant à faciliter l'acquisition de biens immobiliers. |
fiscaal vergemakkelijken aan het begin van de rit enerzijds, maar de | Faciliter fiscalement l'acquisition de l'habitation au début du |
overdracht aan de langstlevende op het einde van de rit al te zwaar | processus, tout en imposant trop lourdement la transmission au |
fiscaal belasten anderzijds, is tegenstrijdig en ongewenst » (Parl. | conjoint survivant à la fin de ce processus, est contradictoire et non |
St., Vlaams Parlement, 2005-2006, nr. 865/1, p. 3). | souhaitable » (Doc. parl., Parlement flamand, 2005-2006, n° 865/1, p. 3). |
B.3.1. Op grond van de artikelen 785 en 786 van het oud Burgerlijk | B.3.1. Sur la base des articles 785 et 786 de l'ancien Code civil, |
Wetboek wordt de erfgenaam die de nalatenschap verwerpt, geacht nooit | l'héritier qui renonce est censé n'avoir jamais été héritier. L'effet |
erfgenaam te zijn geweest. De aldus aan de verwerping gegeven | |
terugwerkende kracht heeft tot gevolg dat hij die verwerpt de | rétroactif ainsi donné à la renonciation a pour effet que le renonçant |
hoedanigheid verliest van « erfgenaam/erfopvolger » en dat de | perd la qualité d'« héritier/successeur » et que les héritiers qui, |
erfgenamen die, naar aanleiding van een dergelijke verwerping, de | par suite d'une telle renonciation, recueillent la succession, sont |
erfenis ontvangen, geacht worden ab initio te hebben geërfd. Dezelfde | réputés avoir hérité ab initio. La même règle s'applique en cas de |
regel geldt bij de verwerping van legaten (artikel 1043 van het oud | répudiation des legs (article 1043 de l'ancien Code civil). |
Burgerlijk Wetboek). | |
B.3.2. Ook voor de toepassing van de fiscale wetgeving wordt diegene | B.3.2. Pour l'application de la législation fiscale également, celui |
die verwerpt, geacht nooit iets uit de nalatenschap te hebben | qui renonce est censé n'avoir jamais rien reçu de la succession, de |
ontvangen zodat hij ten gevolge van de verwerping ontslagen is van | sorte qu'il est exonéré de ses obligations fiscales par suite de la |
zijn fiscale verplichtingen. De verwerping heeft echter een | renonciation. La renonciation a toutefois pour effet de modifier la |
verandering in de devolutie van de erfenis tot gevolg, die, met | dévolution de l'héritage, ce qui, en application des règles |
toepassing van de heffingsregels vervat in de Vlaamse Codex Fiscaliteit, tot een inkomstenverlies voor de Schatkist kan leiden. Het is dit gevolg dat de decreetgever met de in het geding zijnde bepaling heeft willen voorkomen. B.4.1. Het verschil in behandeling waarover het Hof wordt ondervraagd, hangt samen met de verschillende omstandigheden waarin de erfgenaam tot de erfenis komt. In het ene geval komt de erfgenaam rechtstreeks tot de erfenis op grond van de regels vervat in het oud Burgerlijk Wetboek en de wil van de erflater. In het andere geval komt de erfgenaam, uitgesloten van het geheel of een deel van de erfenis door de wil van de overledene, slechts tot de erfenis, of wordt zijn erfdeel slechts verhoogd, nadat een andere erfopvolger, aangewezen | d'imposition contenues dans le Code flamand de la fiscalité, peut conduire à une perte de ressources pour le Trésor. C'est cet effet que le législateur décrétal a entendu éviter en adoptant la disposition en cause. B.4.1. La différence de traitement au sujet de laquelle la Cour est interrogée est liée aux circonstances différentes dans lesquelles l'héritier vient à la succession. Dans un cas, l'héritier vient directement à la succession sur la base des règles contenues dans l'ancien Code civil et de la volonté du testateur. Dans l'autre cas, exclu en tout ou en partie de la succession par la volonté du défunt, l'héritier ne vient à l'héritage ou sa part héréditaire n'est majorée qu'après qu'un autre successeur, désigné par le testament ou par les |
door het testament of door de intestaaterfopvolging, zijn erfdeel | règles de succession « ab intestat », a renoncé à sa part d'héritage. |
heeft verworpen. Dat verschil in behandeling berust op een objectief | Cette différence de traitement repose sur un critère de distinction |
criterium van onderscheid dat pertinent is in het licht van de | objectif qui est pertinent au regard du but que le législateur |
doelstelling die de decreetgever met artikel 2.7.7.0.3, eerste lid, | décrétal poursuivait lorsqu'il a adopté l'article 2.7.7.0.3, alinéa 1er, |
van de Vlaamse Codex Fiscaliteit heeft nagestreefd, zijnde | du Code flamand de la fiscalité, à savoir éviter une perte de |
inkomensverlies voor de Schatkist vermijden. | ressources pour le Trésor. |
B.4.2. De in het geding zijnde bepaling heeft evenwel onevenredige | B.4.2. La disposition en cause produit cependant des effets |
gevolgen wanneer zij wordt toegepast in het geval wanneer de | disproportionnés lorsqu'elle est appliquée au cas dans lequel le |
langstlevende partner tot de erfenis komt nadat een ander erfopvolger, | partenaire survivant vient à la succession après qu'un autre |
aangewezen bij testament, het erfdeel heeft verworpen dat betrekking | successeur, désigné par testament, a renoncé à la part héréditaire |
portant sur le logement familial du testateur et du partenaire | |
heeft op de gezinswoning van de erflater en de langstlevende partner. | survivant. En pareil cas, elle entraîne en effet la perte de |
In dat geval leidt zij immers tot het verlies van de vrijstelling van | l'exonération de l'impôt de succession contenue dans l'article |
erfbelasting die is vervat in artikel 2.7.4.1.1, § 2, van de Vlaamse | 2.7.4.1.1, § 2, du Code flamand de la fiscalité, sans qu'existe la |
Codex Fiscaliteit, zonder dat daarvoor enige verantwoording bestaat. | moindre justification à cet égard. |
B.4.3. Het is overigens onder meer dat ongewenste gevolg van de in het | B.4.3. C'est, du reste, entre autres, cet effet non souhaité de la |
geding zijnde bepaling dat de decreetgever ongedaan heeft willen | disposition en cause que le législateur décrétal a voulu supprimer en |
maken, door de opheffing ervan bij artikel 16 van het decreet van 8 | abrogeant cette disposition par l'article 16 du décret du 8 décembre |
december 2017 : | 2017 : |
« Bovendien heeft de toepassing van deze regel soms tot gevolg dat de | « En outre, l'application de cette règle a parfois pour conséquence |
erfopvolger die het voordeel van de verwerping geniet, meteen ook het | que le successeur qui bénéficie de l'avantage de la renonciation perd |
voordeel van een specifiek voor deze erfopvolging bedoelde | automatiquement aussi l'avantage d'un régime de faveur spécifiquement |
gunstregeling verliest (bijvoorbeeld vrijstelling voor de | prévu pour cette succession (par exemple, l'exonération pour le |
gezinswoning, vrijstelling in het voordeel van de anomale erfopvolger, | logement familial, l'exonération au bénéfice du successeur anomal, |
abattement voor een gehandicapte erfopvolger), hetgeen uiterst | l'abattement pour un successeur handicapé), ce qui est extrêmement |
onbillijk is » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. 1301/1, p. | injuste » (Doc. parl., Parlement flamand, 2017-2018, n° 1301/1, p. 9). |
9). B.5. Artikel 2.7.7.0.3, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, | B.5. L'article 2.7.7.0.3, alinéa 1er, du Code flamand de la fiscalité, |
vóór de opheffing ervan bij artikel 16 van het decreet van 8 december | tel qu'il était applicable avant son abrogation par l'article 16 du |
2017, is niet bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | décret du 8 décembre 2017, n'est pas compatible avec les articles 10 |
in zoverre de langstlevende partner die het voordeel van een | et 11 de la Constitution, en ce que le partenaire survivant qui |
verwerping van de erfenis geniet, niet minder erfbelasting mag betalen | bénéficie de l'avantage d'une renonciation à la succession ne peut pas |
dan die welke de verwerper had moeten betalen, en hem daardoor het | payer un impôt de succession inférieur à celui qu'aurait dû payer le |
voordeel van de vrijstelling van de erfbelasting op grond van artikel | renonçant et se voit dès lors privé de l'avantage de l'exonération de |
2.7.4.1.1 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit wordt ontnomen. | l'impôt de succession prévu à l'article 2.7.4.1.1 du Code flamand de la fiscalité. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
Het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 2.7.7.0.3, eerste lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, vóór | L'article 2.7.7.0.3, alinéa 1er, du Code flamand de la fiscalité, tel |
de opheffing ervan bij artikel 16 van het Vlaamse decreet van 8 | qu'il était applicable avant son abrogation par l'article 16 du décret |
december 2017 « houdende bepalingen tot verdere regeling van de | flamand du 8 décembre 2017 « portant des dispositions réglant le |
invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor de Vlaamse | recouvrement de créances non fiscales pour la Communauté flamande et |
Gemeenschap en voor het Vlaamse Gewest en de instellingen die eronder | pour la Région flamande et les organismes qui en relèvent, des |
ressorteren, diverse fiscale bepalingen, en de overname van de dienst | dispositions fiscales diverses et la reprise du service de la taxe sur |
van de belasting op spelen en weddenschappen, de automatische | les jeux et paris, sur les appareils automatiques de divertissement et |
ontspanningstoestellen en de openingsbelasting op slijterijen van | de la taxe d'ouverture de débits de boissons fermentées », viole les |
gegiste dranken », schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que le partenaire |
zoverre de langstlevende partner die het voordeel van een verwerping | survivant qui bénéficie de l'avantage d'une renonciation à la |
van de erfenis geniet, niet minder erfbelasting mag betalen dan die | succession ne peut pas payer un impôt de succession inférieur à celui |
welke de verwerper had moeten betalen, en hem daardoor het voordeel | qu'aurait dû payer le renonçant et se voit dès lors privé de |
van de vrijstelling van de erfbelasting op grond van artikel 2.7.4.1.1 | l'avantage de l'exonération de l'impôt de succession prévu à l'article |
van de Vlaamse Codex Fiscaliteit wordt ontnomen. | 2.7.4.1.1 du Code flamand de la fiscalité. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 21 april 2022. | la Cour constitutionnelle, le 21 avril 2022. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
F. Meersschaut L. Lavrysen | F. Meersschaut L. Lavrysen |