Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 31/2022 van 24 februari 2022 Rolnummer 7594 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging"
Uittreksel uit arrest nr. 31/2022 van 24 februari 2022 Rolnummer 7594 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Grondwettelijk Hof, I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Extrait de l'arrêt n° 31/2022 du 24 février 2022 Numéro du rôle : 7594 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 90, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour de cassation. La Cour constitutionnelle,
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 31/2022 van 24 februari 2022 Extrait de l'arrêt n° 31/2022 du 24 février 2022
Rolnummer 7594 Numéro du rôle : 7594
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 90, 1°, van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 90, 1°, du
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour de cassation.
Cassatie. Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en P. Nihoul, en de composée des présidents L. Lavrysen et P. Nihoul, et des juges J.-P.
rechters J.-P. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Moerman, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache, T.
Kherbache, T. Detienne, D. Pieters, S. de Bethune en E. Bribosia, Detienne, D. Pieters, S. de Bethune et E. Bribosia, assistée du
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter L. Lavrysen, greffier F. Meersschaut, présidée par le président L. Lavrysen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij arrest van 21 mei 2021, waarvan de expeditie ter griffie van het Par arrêt du 21 mai 2021, dont l'expédition est parvenue au greffe de
Hof is ingekomen op 4 juni 2021, heeft het Hof van Cassatie de la Cour le 4 juin 2021, la Cour de cassation a posé la question
volgende prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 90, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen « L'article 90, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, coordonné
1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992 en par l'arrêté royal du 10 avril 1992 et confirmé par la loi du 12 juin
bekrachtigd bij wet van 12 juni 1992, het grondwettelijk
legaliteitsbeginsel en/of gelijkheidsbeginsel vervat in de artikelen 1992, viole-t-il les principes constitutionnels de légalité et/ou
170 en 172 van de Grondwet in zoverre het buiten de uitoefening van d'égalité contenus dans les articles 170 et 172 de la Constitution, en
een beroepswerkzaamheid verkregen winst of baten belastbaar stelt, ce qu'il rend imposables les bénéfices ou profits obtenus en dehors de
l'exercice d'une activité professionnelle, à moins que ces bénéfices
tenzij de winst of baten voortkomen uit normale verrichtingen van ou profits résultent d'opérations de gestion normale d'un patrimoine
beheer van een privévermogen bestaande uit onroerende goederen, privé consistant en biens immobiliers, valeurs de portefeuille et
portefeuillewaarden en roerende voorwerpen ? ». objets mobiliers ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 90, 1°, van het B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 90, 1°, du Code des
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : het WIB 1992), in impôts sur les revenus 1992 (ci-après : le CIR 1992), dans sa version
de versie ervan die van toepassing is op het aanslagjaar 2010, dat bepaalt : applicable à l'exercice d'imposition 2010, qui dispose :
« Diverse inkomsten zijn : « Les revenus divers sont :
1° onverminderd het bepaalde in 8° en 10°, winst of baten, hoe ook 1° sans préjudice des dispositions du 8° et 10°, les bénéfices ou
genaamd, die zelfs occasioneel of toevallig, buiten het uitoefenen van profits, quelle que soit leur qualification, qui résultent, même
een beroepswerkzaamheid, voortkomen uit enige prestatie, verrichting occasionnellement ou fortuitement, de prestations, opérations ou
of speculatie of uit diensten bewezen aan derden, daaronder niet spéculations quelconques ou de services rendus à des tiers, en dehors
begrepen normale verrichtingen van beheer van een privé-vermogen de l'exercice d'une activité professionnelle, à l'exclusion des
bestaande uit onroerende goederen, portefeuillewaarden en roerende opérations de gestion normale d'un patrimoine privé consistant en
voorwerpen; biens immobiliers, valeurs de portefeuille et objets mobiliers;
[...] ». [...] ».
B.2. Het verwijzende rechtscollege wenst te vernemen of artikel 90, B.2. La juridiction a quo souhaite savoir si l'article 90, 1°, du CIR
1°, van het WIB 1992 bestaanbaar is met de artikelen 170 en 172 van de 1992 est compatible avec les articles 170 et 172 de la Constitution,
Grondwet, en meer in het bijzonder of het begrip « normale et plus particulièrement si la notion d'« opérations de gestion
verrichtingen van beheer van een privévermogen » bestaanbaar is met de normale d'un patrimoine privé » est compatible avec les principes de
bij die grondwetsbepalingen gewaarborgde beginselen inzake wettigheid légalité et d'égalité en matière fiscale garantis par ces dispositions
en gelijkheid in fiscale zaken. constitutionnelles.
B.3.1. Artikel 170, § 1, van de Grondwet bepaalt : B.3.1. L'article 170, § 1er, de la Constitution dispose :
« Geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd dan « Aucun impôt au profit de l'Etat ne peut être établi que par une loi
door een wet ». ».
Artikel 172 van de Grondwet bepaalt : L'article 172 de la Constitution dispose :
« Inzake belastingen kunnen geen voorrechten worden ingevoerd. « Il ne peut être établi de privilège en matière d'impôts.
Geen vrijstelling of vermindering van belasting kan worden ingevoerd Nulle exemption ou modération d'impôt ne peut être établie que par une
dan door een wet ». B.3.2. Uit die bepalingen blijkt dat de essentiële elementen van elke belasting die wordt ingevoerd ten behoeve van de federale overheid, in beginsel door een democratisch verkozen beraadslagende vergadering moeten worden vastgelegd en dat die elementen in de wet moeten worden vermeld door middel van nauwkeurige, ondubbelzinnige en duidelijke bewoordingen. Tot de essentiële elementen van de belasting behoren de aanwijzing van de belastingplichtigen, de belastbare materie, de belastbare grondslag, de aanslagvoet en de eventuele belastingvrijstellingen en -verminderingen. B.3.3. Het wettigheidsbeginsel in fiscale zaken vereist aldus dat de loi ». B.3.2. Il ressort de ces dispositions que les éléments essentiels de tout impôt établi au profit de l'autorité fédérale doivent, en principe, être déterminés par une assemblée délibérante démocratiquement élue, et que ces éléments doivent être mentionnés dans la loi au moyen de termes précis, non équivoques et clairs. Font partie des éléments essentiels de l'impôt : la désignation des contribuables, la matière imposable, la base imposable, le taux d'imposition et les éventuelles exonérations et diminutions d'impôt. B.3.3. Le principe de légalité en matière fiscale exige ainsi que le
wetgever in voldoende duidelijke, nauwkeurige en ondubbelzinnige législateur indique, en des termes clairs, précis et non équivoques,
bewoordingen bepaalt welke handelingen belastbaar zijn zodat, les actes qui sont imposables, de telle sorte, d'une part, que chacun
enerzijds, eenieder - desnoods met gepast advies - in de gegeven puisse - en s'entourant au besoin de conseils éclairés - prévoir
context in redelijke mate de fiscale gevolgen van zijn handelen kan raisonnablement les conséquences fiscales de ses actes dans un
voorzien zonder te vervallen in overdreven rigiditeit die zou contexte donné, sans que le législateur en arrive à une rigidité
verhinderen om bij de interpretatie of toepassing van een fiscale norm excessive qui empêcherait de tenir compte des circonstances ou
rekening te houden met veranderende omstandigheden of opvattingen en, conceptions changeantes dans l'interprétation ou dans l'application
anderzijds, aan de fiscale administratie en de rechter geen al te d'une norme fiscale, et, d'autre part, que l'administration fiscale et
grote beoordelingsbevoegdheid wordt gelaten. le juge ne se voient pas conférer un trop grand pouvoir
discrétionnaire.
Het wettigheidsbeginsel staat er niet aan in de weg dat een Le principe de légalité n'empêche pas qu'un pouvoir d'appréciation
beoordelingsbevoegdheid wordt toegekend aan de fiscale administratie soit conféré à l'administration fiscale sous le contrôle des
onder toezicht van de rechtscolleges. Zulks betekent niet dat de in juridictions. Cela ne signifie pas que la disposition en cause ne
het geding zijnde bepaling niet beantwoordt aan de vereiste van satisfait pas à l'exigence de prévisibilité.
voorspelbaarheid.
Aan de vereiste van voorspelbaarheid is voldaan wanneer de La condition de prévisibilité se trouve remplie lorsque le
belastingplichtige, op basis van de bewoordingen van de wetsbepalingen contribuable peut savoir, à partir du libellé des dispositions
en, indien nodig, met behulp van de interpretatie daarvan door de législatives et, au besoin, à l'aide de leur interprétation par les
rechtscolleges, kan weten welke handelingen aan de belasting zijn juridictions, quels actes sont soumis à l'impôt.
onderworpen. B.4. Artikel 172, eerste lid, van de Grondwet vormt, in fiscale B.4. L'article 172, alinéa 1er, de la Constitution est une application
aangelegenheden, een bijzondere toepassing van het in de artikelen 10 particulière, en matière fiscale, du principe d'égalité et de
en 11 van de Grondwet vervatte beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. non-discrimination inscrit aux articles 10 et 11 de la Constitution.
Die grondwetsbepaling verzet zich tegen een niet te verantwoorden Cette disposition constitutionnelle s'oppose à une différence de
verschil in behandeling tussen twee categorieën van traitement injustifiée entre deux catégories de contribuables : d'une
belastingplichtigen : enerzijds, diegenen die de waarborg genieten dat part, ceux qui bénéficient de la garantie que nul ne peut être soumis
niemand kan worden onderworpen aan een belasting die niet aan het à un impôt qui ne satisfait pas au principe de légalité en matière
wettigheidsbeginsel in fiscale zaken voldoet en, anderzijds, diegenen fiscale et, d'autre part, ceux qui sont privés de cette garantie
aan wie die grondwettelijke waarborg wordt ontzegd. constitutionnelle.
B.5.1. De in het geding zijnde bepaling neemt de inhoud over van B.5.1. La disposition en cause reprend le contenu de l'article 67, 1°,
artikel 67, 1°, van het WIB 1964, dat zelf de inhoud overnam van du CIR 1964, qui lui-même reprenait le contenu de l'article 17, § 1er,
artikel 17, § 1, 1°, van de wet van 20 november 1962 « houdende 1°, de la loi du 20 novembre 1962 « portant réforme des impôts sur les
hervorming van de inkomstenbelastingen » (hierna : de wet van 20 revenus » (ci-après : la loi du 20 novembre 1962).
november 1962).
B.5.2.1. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 17 van de wet B.5.2.1. Il ressort des travaux préparatoires de l'article 17 de la
van 20 november 1962 blijkt dat de wetgever de verrichtingen met loi du 20 novembre 1962 que le législateur a voulu exclure de la
betrekking tot het normale beheer van een privévermogen van de taxation les opérations relevant de la gestion normale d'un patrimoine
belasting heeft willen uitsluiten : privé :
« Feitelijk wijkt het beheer van een vermogen af van de uitoefening « La gestion du patrimoine se distingue, en fait, de l'exercice d'une
van een winstgevende betrekking of van de speculatie, zowel door de occupation lucrative ou de la spéculation, tant par la nature des
aard van de goederen - d.z. onroerende goederen, waarden in biens - c'est-à-dire immeubles, valeurs de portefeuille, objets
portefeuille, roerende voorwerpen (allemaal goederen die normalerwijze mobiliers (tous biens dont se compose normalement un patrimoine privé)
een privaat vermogen uitmaken) - als door de aard van de daden die met
betrekking tot die goederen verricht worden : daden die een goed - que par la nature des actes accomplis relativement à ces biens : ce
huisvader verricht voor het dagelijks beheer, maar tevens met het oog sont les actes qu'un bon père de famille accomplit, non seulement pour
op het winstgevend maken, de tegeldemaking en de wederbelegging van la gestion courante, mais aussi pour la mise à fruit, la réalisation
bestanddelen van een vermogen, d.i. van goederen die hij heeft et le remploi d'éléments d'un patrimoine, c'est-à-dire des biens qu'il
verkregen door erfopvolging, schenking of door eigen sparen, of nog a acquis par succession, donation, ou par épargne personnelle, ou
als wederbelegging van vervreemde goederen » (Parl. St., Senaat, encore en remploi de biens aliénés » (Doc. parl., Sénat, 1961-1962, n°
1961-1962, nr. 366, p. 147). 366, p. 147).
De « onroerende goederen, waarden in portefeuille en roerende Les « immeubles, valeurs de portefeuille et objets mobiliers »,
voorwerpen », waarnaar artikel 17, § 1, 1°, in fine, van de voormelde auxquels se référait l'article 17, § 1er, 1°, in fine, de la loi du 20
wet van 20 november 1962 verwijst, worden door de fiscale wetgever dan novembre 1962 précitée, sont dès lors conçus par le législateur fiscal
ook opgevat als « allemaal goederen die normalerwijze een privaat comme « tous biens dont se compose normalement un patrimoine privé »
vermogen uitmaken » (ibid.). (ibid.).
B.5.2.2. Artikel 17, § 1, 1°, van de wet van 20 november 1962 voorzag B.5.2.2. L'article 17, § 1er, 1°, de la loi du 20 novembre 1962
daarentegen in het belasten van « de winsten of baten van prévoyait par contre l'imposition des « bénéfices ou profits
alleenstaande winstgevende verrichtingen die buiten het kader van het d'opérations lucratives isolées dépassant le cadre de la simple
gewoon beheer van een vermogen vallen » (ibid., p. 148), die voordien gestion d'un patrimoine » (ibid., p. 148), qui n'étaient auparavant
niet belastbaar waren : pas imposables :
« De beoogde inkomsten bestaan voornamelijk uit baten van « Les revenus visés sont principalement des profits d'opérations
verrichtingen die slechts occasioneel, toevallig of niet dikwijls occasionnelles, fortuites ou ne présentant pas une fréquence
genoeg voorkomen om een werkelijke bezigheid uit te maken. suffisante pour constituer une véritable occupation.
Deze verrichtingen kunnen bijzonder winstgevend zijn en het zou onbillijk zijn dat, in een systeem van een enige belasting, de netto-opbrengst van zulke verrichtingen aan elke heffing zou ontkomen, des te min daar sommige van deze verrichtingen weinig belangstelling verdienen, vooral dan op het gebied van de speculatie. De beschouwde inkomsten kunnen van verschillende bronnen voortkomen : prestaties voor derden, verrichtingen van commerciële of industriële aard, speculaties op goederen, toevallige adviezen, enz., verstaan zijnde dat de winsten of baten van verrichtingen die ingeschakeld zijn in een regelmatige bedrijfsactiviteit terzake niet worden beoogd. Anderzijds wordt met klem onderstreept dat de resultaten van het normale beheer van een privaat vermogen, bestaande uit onroerende Ces opérations peuvent être particulièrement lucratives et il n'est pas équitable que, dans un système d'impôt unique, le produit net de telles opérations échappe à tout prélèvement, d'autant moins que certaines de ces opérations, surtout sur le plan de la spéculation, sont parfois peu dignes d'intérêt. Les revenus en cause peuvent provenir de sources diverses : prestation au profit d'un tiers, opération de nature commerciale ou industrielle, spéculation sur marchandises, conseil occasionnel, etc., mais il est entendu que les bénéfices ou profits résultant d'opérations qui s'intègrent dans le cadre d'une activité professionnelle régulière ne sont pas visés en l'occurrence. Par ailleurs, il est expressément souligné que les résultats
goederen, waarden in portefeuille en roerende voorwerpen, niet door de d'opérations de gestion normale d'un patrimoine privé consistant en
belasting zullen worden getroffen. immeubles, titres et objets mobiliers, ne seront pas soumis à l'impôt.
Te dezen wordt niets aan het huidige regime gewijzigd » (Parl. St., A cet égard, rien n'est changé au régime actuel » (Doc. parl.,
Kamer, 1961-1962, nr. 264/1, p. 77). Chambre, 1961-1962, n° 264/1, p. 77).
B.5.2.3. Daaruit vloeit voort dat artikel 17 van de wet van 20 B.5.2.3. Il en résulte que l'article 17 de la loi du 20 novembre 1962
november 1962 : :
« 1° de baten treft uit verrichtingen die aan de belasting ontsnappen « 1° atteint les profits d'opérations qui échappaient à l'impôt en
omdat ze occasioneel of toevallig waren terwijl de huidige wet slechts raison de leur caractère occasionnel ou fortuit, tandis que la loi
de winstgevende bezigheden treft; actuelle n'atteint que les occupations lucratives;
2° uitdrukkelijk de vrijstelling bevestigt ten voordele van de 2° confirme expressément l'exonération au profit des opérations de
verrichtingen van beheer van een privaat vermogen » (Parl. St., Kamer, gestion d'un patrimoine privé » (Doc. parl., Chambre, 1961-1962, n°
1961-1962, nr. 264/42, p. 104). 264/42, p. 104).
B.6. De belastbaarheid, als diverse inkomsten, van alle - zelfs B.6. L'imposabilité, au titre de revenus divers, de tout bénéfice ou
occasionele of toevallige - winst of baten buiten het kader van een profit, même occasionnel ou fortuit, en dehors d'une activité
beroepswerkzaamheid, is ingevoerd bij artikel 17, § 1, 1°, van de wet professionnelle, a été instaurée par l'article 17, § 1er, 1°, de la
van 20 november 1962, waarvan de inhoud is overgenomen in artikel 90, loi du 20 novembre 1962, dont le contenu est repris dans l'article 90,
1°, van het WIB 1992, waarbij die inkomsten in principe belastbaar 1°, du CIR 1992, ces revenus étant en principe imposables au taux de
zijn tegen een aanslagvoet van 33 %, overeenkomstig artikel 171, 1°, 33 %, conformément à l'article 171, 1°, a), du CIR 1992.
a), van het WIB 1992. In de laatste woorden van artikel 90, 1°, van het WIB 1992 worden de Les derniers mots de l'article 90, 1°, du CIR 1992 excluent toutefois
occasionele winst of baten die voortkomen uit normale verrichtingen de la qualification de revenus divers et, par conséquent, exempte
van beheer van een vermogen bestaande uit onroerende goederen, d'imposition, les bénéfices ou profits occasionnels provenant
portefeuillewaarden en roerende voorwerpen, evenwel uitgesloten van de d'opérations de gestion normale d'un patrimoine consistant en biens
kwalificatie als diverse inkomsten en, bijgevolg, vrijgesteld van belasting. immobiliers, valeurs de portefeuille et objets mobiliers.
Die bepaling wijkt dan ook af van het in het eerste deel van artikel Cette disposition déroge dès lors au principe de taxation de tout
90, 1°, van het WIB 1992 gestelde beginsel van het belasten van alle bénéfice ou profit occasionnel au titre de revenus divers, posé dans
occasionele winst of baten als diverse inkomsten. Die uitzondering op la première partie de l'article 90, 1°, du CIR 1992. Cette exception à
de belasting dient strikt te worden geïnterpreteerd. l'imposition doit s'interpréter de manière stricte.
B.7.1. Het begrip « normale verrichtingen van beheer », vermeld in B.7.1. La notion d'« opérations de gestion normale », mentionnée à
artikel 90, 1°, van het WIB 1992, is één van de determinerende l'article 90, 1°, du CIR 1992, constitue l'un des éléments
elementen om te bepalen of een bepaalde handeling belastbaar is of déterminants pour établir si un acte donné est imposable ou s'il
onder de voormelde uitzondering op de belasting ressorteert. relève de l'exception, précitée, à l'imposition.
B.7.2. Zoals blijkt uit hetgeen in B.5.2.1 is vermeld, verwijst het B.7.2. Ainsi qu'il ressort de ce qui est dit en B.5.2.1, la notion
begrip naar het handelen van een « goede huisvader », een begrip dat renvoie aux actes d'un « bon père de famille », un concept qui est
in het recht algemeen wordt begrepen als een « voorzichtig en redelijk généralement compris en droit comme désignant une « personne prudente
persoon ». De wetgever heeft bijgevolg het begrip « normale et raisonnable ». Le législateur a dès lors précisé lui-même la notion
verrichtingen van beheer » zelf nader gepreciseerd aan de hand van een d'« opérations de gestion normale » en recourant à un critère large,
ruim criterium waardoor de fiscale wet een minimum aan de sorte que la loi fiscale comporte un minimum de balises
beoordelingsrichtlijnen bevat zodat de draagwijdte van de in het d'appréciation, si bien que, dans une certaine mesure, la portée de la
geding zijnde bepaling in zekere mate wordt afgebakend. disposition en cause est suffisamment délimitée.
Er kan de wetgever overigens niet worden verweten, in naam van de On ne saurait par ailleurs reprocher au législateur, au nom de la
rechtszekerheid, dat hij te dezen geen criteria heeft vastgesteld die sécurité juridique, de ne pas avoir fixé en l'occurrence des critères
dermate precies zijn dat de fiscale administratie en de rechter over à ce point précis que l'administration fiscale et le juge ne
geen enkele beoordelingsbevoegdheid meer zouden beschikken in een disposeraient plus d'aucun pouvoir d'appréciation dans une matière qui
aangelegenheid die wordt gekenmerkt door zeer uiteenlopende situaties. se caractérise par une très grande diversité de situations.
B.7.3. De wetgever heeft bovendien voorzien in bepaalde waarborgen ten B.7.3. Le législateur a en outre prévu au profit du contribuable
gunste van de belastingplichtige, die hem beschermen tegen willekeur. certaines garanties qui le protègent de l'arbitraire.
Krachtens de artikelen 20 en 23 van de wet van 24 december 2002 « tot En vertu des articles 20 et 23 de la loi du 24 décembre 2002 «
wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en modifiant le régime des sociétés en matière d'impôts sur les revenus
tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in et instituant un système de décision anticipée en matière fiscale »
fiscale zaken » (hierna : de wet van 24 december 2002) kan elke (ci-après : la loi du 24 décembre 2002), chaque contribuable peut
belastingplichtige zich richten tot de fiscale administratie om, bij bindende beslissing, te laten beoordelen hoe de belastingwet zal worden toegepast op een specifieke situatie of verrichting die op fiscaal vlak nog geen uitwerking heeft gehad. De belastingplichtige is bijgevolg in staat om te bepalen of de door de in het geding zijnde bepaling beoogde handeling die hij overweegt te stellen, al dan niet de bij die bepaling vastgelegde uitzondering geniet. Aangezien dergelijke beslissingen op geanonimiseerde wijze worden gepubliceerd (artikel 24 van de wet van 24 december 2002), wordt de toepassing door de fiscale administratie op andere concrete gevallen ook beter voorspelbaar. saisir l'administration fiscale pour qu'elle détermine, par voie de décision contraignante, comment la loi fiscale s'appliquera à une situation ou opération particulière qui n'a pas encore produit d'effets sur le plan fiscal. Le contribuable est donc en mesure de déterminer si l'acte visé par la disposition en cause qu'il envisage de poser bénéficie ou non de l'exception prévue par cette disposition. Ces décisions étant publiées de manière anonyme (article 24 de la loi du 24 décembre 2002), l'application par l'administration fiscale à d'autres cas concrets est aussi davantage prévisible.
B.7.4. Bovendien dient de fiscale administratie bij de toepassing van B.7.4. En outre, l'administration fiscale doit respecter les principes
artikel 90, 1°, van het WIB 1992 in een concreet geval de beginselen van behoorlijk bestuur te eerbiedigen. de bonne administration lorsqu'elle applique l'article 90, 1°, du CIR 1992 à un cas concret.
B.7.5. Ten slotte kunnen de mogelijke uiteenlopende interpretaties die B.7.5. Enfin, les éventuelles divergences d'interprétation qui
zouden kunnen voortvloeien uit het door de wetgever gekozen criterium pourraient résulter du critère retenu par le législateur pour
om de uitzondering van de in het geding zijnde bepaling te kunnen bénéficier de l'exception prévue par la disposition en cause peuvent
genieten, in elk geval worden bijgestuurd door de beschikbare en toute hypothèse être corrigées par les recours disponibles.
beroepen. B.8. Hoewel door de wetgever aan de fiscale administratie en aan de B.8. Bien que le législateur confère à l'administration fiscale et au
rechter een zekere beoordelingsbevoegdheid wordt verleend bij de juge un certain pouvoir d'appréciation quant à l'application concrète
concrete toepassing van artikel 90, 1°, van het WIB 1992, in het de l'article 90, 1°, du CIR 1992, en particulier en ce qui concerne
bijzonder wat de invulling betreft van het begrip « normale l'interprétation de la notion d'« opérations de gestion normale » sur
verrichtingen van beheer » aan de hand van het criterium « voorzichtig la base du critère de la « personne prudente et raisonnable », et bien
en redelijk persoon », en die bevoegdheid eventuele discrepanties in que ce pouvoir puisse entraîner d'éventuelles divergences dans la
de administratieve praktijk en de rechtspraak tot gevolg kan hebben, pratique administrative et dans la jurisprudence, ce pouvoir
ontneemt die beoordelingsbevoegdheid, rekening houdend met hetgeen in
B.7.1 tot B.7.5 is vermeld en met het gegeven dat dat begrip d'appréciation, compte tenu de ce qui est dit en B.7.1 à B.7.5 et de
restrictief dient te worden ingevuld, zoals in B.6 is vermeld, aan de l'interprétation restrictive que cette notion doit recevoir, comme il
in het geding zijnde fiscale bepaling niet het voldoende nauwkeurige est dit en B.6, n'enlève pas à la disposition fiscale en cause son
karakter om te voldoen aan het fiscaal wettigheidsbeginsel. caractère suffisamment précis pour satisfaire au principe de légalité
en matière fiscale.
B.9. Er blijkt evenmin dat aan een bepaalde categorie van B.9. Il n'apparaît pas non plus que les contribuables relevant d'une
belastingplichtigen de waarborg van een voorspelbare fiscale wet wordt catégorie déterminée soient privés de la garantie d'une loi fiscale
ontnomen, vermits uit hetgeen in B.7 en B.8 is vermeld, blijkt dat de prévisible, puisqu'il ressort de ce qui est dit en B.7.1 et B.8 que la
in het geding zijnde bepaling niet onbestaanbaar is met het fiscale disposition en cause n'est pas incompatible avec le principe de
wettigheidsbeginsel. légalité en matière fiscale.
B.10. Uit het voorgaande volgt dat artikel 90, 1°, van het WIB 1992 B.10. Il résulte de ce qui précède que l'article 90, 1°, du CIR 1992
bestaanbaar is met de artikelen 170, § 1, en 172 van de Grondwet. est compatible avec les articles 170, § 1er, et 172, de la Constitution.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 90, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, in L'article 90, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992, dans sa
de versie ervan die van toepassing is op het aanslagjaar 2010, schendt version applicable à l'exercice d'imposition 2010, ne viole pas les
de artikelen 170 en 172 van de Grondwet niet. articles 170 et 172 de la Constitution.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 24 februari 2022. la Cour constitutionnelle, le 24 février 2022.
De griffier, De voorzitter, Le greffier, Le président,
F. Meersschaut L. Lavrysen F. Meersschaut L. Lavrysen
^