← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 25/2022 van 10 februari 2022 Rolnummers 7484 en 7485 In
zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § § 1 en 2, en 4 van de wet van
30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in aanmerking ne Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 25/2022 van 10 februari 2022 Rolnummers 7484 en 7485 In zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § § 1 en 2, en 4 van de wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in aanmerking ne Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) | Extrait de l'arrêt n° 25/2022 du 10 février 2022 Numéros du rôle : 7484 et 7485 En cause: les questions préjudicielles concernant les articles 3, § § 1 er et 2, et 4 de la loi du 30 mars 2018 « relative à la non prise en La Cour constitutionnelle, composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. Gie(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 25/2022 van 10 februari 2022 | Extrait de l'arrêt n° 25/2022 du 10 février 2022 |
Rolnummers 7484 en 7485 | Numéros du rôle : 7484 et 7485 |
In zake: de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § § 1 en | En cause: les questions préjudicielles concernant les articles 3, § § |
2, en 4 van de wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet in | 1er et 2, et 4 de la loi du 30 mars 2018 « relative à la non prise en |
aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd | considération de services en tant que personnel non nommé à titre |
personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging | définitif dans une pension du secteur public, modifiant la |
van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale | responsabilisation individuelle des administrations provinciales et |
overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing | locales au sein du Fonds de pension solidarisé, adaptant la |
van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van | réglementation des pensions complémentaires, modifiant les modalités |
de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde | de financement du Fonds de pension solidarisé des administrations |
pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot | provinciales et locales et portant un financement supplémentaire du |
bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de | Fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et |
provinciale en plaatselijke besturen », gesteld door de | locales », posées par le Tribunal du travail de Liège, division de |
Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Namen. | Namur. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de | composée des présidents P. Nihoul et L. Lavrysen, et des juges T. |
rechters T. Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters en S. de Bethune, | Giet, J. Moerman, M. Pâques, D. Pieters et S. de Bethune, assistée du |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président P. Nihoul, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij twee vonnissen van 10 december 2020, waarvan de expedities ter | Par deux jugements du 10 décembre 2020, dont les expéditions sont |
griffie van het Hof zijn ingekomen op 15 december 2020, heeft de | parvenues au greffe de la Cour le 15 décembre 2020, le Tribunal du |
Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Namen, een prejudiciële vraag | travail de Liège, division de Namur, a posé une question préjudicielle |
gesteld die bij beschikking van het Hof van 13 januari 2021 als volgt | qui, par ordonnance de la Cour du 13 janvier 2021, a été reformulée |
werd geherformuleerd : | comme suit : |
« Schenden artikel 3, § § 1 en 2, en artikel 4 van de wet van 30 maart | « L'article 3, § 1er et § 2, et l'article 4 de la loi du 30 mars 2018 |
2018 met betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten | relative à la non prise en considération de services en tant que |
gepresteerd als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de | personnel non nommé à titre définitif dans une pension du secteur |
overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering | public, modifiant la responsabilisation individuelle des |
van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde | administrations provinciales et locales au sein du Fonds de pension |
pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende | solidarisé, adaptant la règlementation des pensions complémentaires, |
pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van | modifiant les modalités de financement du Fonds de pension solidarisé |
het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke | des administrations provinciales et locales et portant un financement |
besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde | supplémentaire du Fonds de pension solidarisé des administrations |
pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen | provinciales et locales |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution |
in zoverre die bepalingen, voor de personeelsleden die diensten hebben | en ce que ces dispositions prévoient, pour les membres du personnel |
gepresteerd als tijdelijken in het onderwijs, erin voorzien dat die | ayant presté des services en qualité de temporaires dans |
diensten in aanmerking worden genomen voor de toekenning en de | l'enseignement, que ces services soient pris en considération pour |
berekening van een pensioen van de overheidssector wanneer zij worden | l'octroi et le calcul d'une pension du secteur public lorsqu'ils sont |
gevolgd door een vaste benoeming na 30 november 2017 en voldoen aan de | suivis d'une nomination à titre définitif après le 30 novembre 2017 et |
in artikel 3, § 1, vastgestelde voorwaarden, | répondent aux conditions fixées par l'article 3, § 1er, |
terwijl diezelfde bepalingen de inaanmerkingneming van die diensten | alors que ces mêmes dispositions excluent la prise en considération de |
voor de toekenning en de berekening van een pensioen van de | ces services pour l'octroi et le calcul d'une pension du secteur |
overheidssector uitsluiten voor de personeelsleden die die diensten | public, pour les membres du personnel ayant presté ces services en |
hebben gepresteerd als tijdelijken in een andere sector dan die van | qualité de temporaires dans un autre secteur que celui de |
het onderwijs ? ». | l'enseignement ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7484 en 7485 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 7484 et 7485 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 3, § § 1 | B.1.1. La question préjudicielle porte sur les articles 3, § § 1er et |
en 2, en 4 van de wet van 30 maart 2018 « met betrekking tot het niet | 2, et 4 de la loi du 30 mars 2018 « relative à la non prise en |
in aanmerking nemen van diensten gepresteerd als nietvastbenoemd | considération de services en tant que personnel non nommé à titre |
personeelslid voor een pensioen van de overheidssector, tot wijziging | définitif dans une pension du secteur public, modifiant la |
van de individuele responsabilisering van de provinciale en lokale | responsabilisation individuelle des administrations provinciales et |
overheden binnen het Gesolidariseerde pensioenfonds, tot aanpassing | locales au sein du Fonds de pension solidarisé, adaptant la |
van de reglementering inzake aanvullende pensioenen, tot wijziging van | réglementation des pensions complémentaires, modifiant les modalités |
de modaliteiten van de financiering van het Gesolidariseerde | de financement du Fonds de pension solidarisé des administrations |
pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen en tot | provinciales et locales et portant un financement supplémentaire du |
bijkomende financiering van het Gesolidariseerde pensioenfonds van de | Fonds de pension solidarisé des administrations provinciales et |
provinciale en plaatselijke besturen » (hierna : de wet van 30 maart 2018). | locales » (ci-après : la loi du 30 mars 2018). |
B.1.2. Artikel 3 van de wet van 30 maart 2018 bepaalt : | B.1.2. L'article 3 de la loi du 30 mars 2018 dispose : |
« § 1. Indien een vastbenoemd personeelslid vóór zijn vaste benoeming | « § 1. Si un membre du personnel nommé à titre définitif a, avant sa |
diensten bij een werkgever heeft gepresteerd als niet vastbenoemd | nomination à titre définitif, presté auprès d'un employeur des |
personeelslid, worden deze diensten voor de toekenning en de | services en tant que membre du personnel non nommé à titre définitif, |
berekening van het pensioen van de overheidssector in aanmerking | ces services sont pris en considération pour l'octroi et le calcul de |
genomen voor zover het personeelslid, tijdens de diensten die het als | la pension du secteur public pour autant que le membre du personnel, |
niet vastbenoemde heeft verstrekt : | pendant les services prestés sans être nommé à titre définitif : |
1° door zijn werkgever werd bezoldigd hetzij ten laste van de | 1° ait été rémunéré par son employeur soit à charge du Trésor public, |
Schatkist, hetzij uit dezelfde financieringsbron als de vastbenoemde | soit par la même source de financement que celle des membres du |
personeelsleden; | personnel nommés à titre définitif; |
2° en een graad bekleedde waarin een vaste benoeming mogelijk was | 2° et ait été revêtu d'un grade dans lequel une nomination à titre |
overeenkomstig het op dat ogenblik bij zijn werkgever toepasselijke statuut. Voor de toepassing van het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht, wordt de verhouding die de omvang van de prestaties van de in het eerste lid bedoelde diensten uitdrukt, beperkt tot de verhouding die de omvang van de prestaties uitdrukt van de diensten die na de in het eerste lid bedoelde diensten werden volbracht in een ambt waarin het personeelslid een vaste benoeming heeft bekomen en waarvan de omvang van de prestaties het grootst is. | définitif était possible selon le statut en vigueur à ce moment-là auprès de son employeur. Pour l'application de l'arrêté royal n° 206 du 29 août 1983 réglant le calcul de la pension du secteur public pour les services à prestations incomplètes, le rapport exprimant le volume des prestations des services visés à l'alinéa 1er est limité au rapport exprimant le volume des prestations des services accomplis postérieurement aux services visés à l'alinéa 1er dans une fonction dans laquelle le membre du personnel a obtenu une nomination à titre définitif et dont le volume des prestations est le plus important. |
§ 2. Onverminderd de toepassing van artikel 4, zijn de bepalingen | § 2. Sans préjudice de l'application de l'article 4, les dispositions |
voorzien in § 1 niet van toepassing op personen waarvan de eerste | prévues au § 1er ne sont pas applicables aux personnes dont la |
vaste benoeming plaatsvond na 30 november 2017. | première nomination à titre définitif est intervenue après le 30 |
novembre 2017. | |
[...] ». | [...] ». |
Artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 bepaalt : | L'article 4 de la loi du 30 mars 2018 dispose : |
« De diensten gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs worden in | « Sont pris en considération pour l'octroi et le calcul d'une pension |
aanmerking genomen voor de toekenning en de berekening van een | du secteur public, les services prestés en qualité de temporaire dans |
pensioen van de overheidssector voor zover zij gevolgd worden door een | l'enseignement pour autant qu'ils soient suivis d'une nomination à |
vaste benoeming en zij beantwoorden aan de voorwaarden bepaald in | titre définitif et qu'ils répondent aux conditions fixées par |
artikel 3, § 1 ». | l'article 3, § 1er ». |
B.1.3. Het verwijzende rechtscollege stelt het Hof een vraag over het | B.1.3. La juridiction a quo interroge la Cour au sujet de la |
verschil in behandeling tussen, enerzijds, de personeelsleden die | différence de traitement entre, d'une part, les membres du personnel |
diensten hebben gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs en, | ayant presté des services en qualité de temporaire dans l'enseignement |
anderzijds, de personeelsleden die diensten hebben gepresteerd als | et, d'autre part, les membres du personnel ayant presté des services |
niet-vastbenoemd personeelslid in een andere sector dan die van het | en tant que membre du personnel non nommé à titre définitif dans un |
onderwijs, in zoverre de in het geding zijnde bepalingen erin voorzien | secteur autre que celui de l'enseignement, en ce que les dispositions |
dat de door de eerstgenoemden gepresteerde diensten in aanmerking | en cause prévoient que les services prestés par les premiers sont pris |
worden genomen voor de toekenning en de berekening van een pensioen | en considération pour l'octroi et le calcul d'une pension du secteur |
van de overheidssector wanneer zij worden gevolgd door een vaste | public lorsqu'ils sont suivis d'une nomination à titre définitif, |
benoeming, terwijl zij de inaanmerkingneming van de door de | alors qu'elles excluent la prise en compte des services prestés par |
laatstgenoemden gepresteerde diensten uitsluiten wanneer zij worden | les seconds lorsqu'ils sont suivis d'une nomination à titre définitif |
gevolgd door een vaste benoeming die plaatsvond na 30 november 2017. | intervenue après le 30 novembre 2017. |
B.2.1. De Ministerraad werpt verschillende excepties van onontvankelijkheid op. Ten eerste zou de prejudiciële vraag op een verkeerde lezing van de wetgeving berusten, in zoverre zij, wat betreft de personeelsleden die tijdelijk zijn aangeworven in een andere sector dan die van het onderwijs, zonder onderscheid die welke statutair zijn aangeworven en die welke contractueel zijn aangeworven, beoogt. De prejudiciële vraag zou onontvankelijk zijn met betrekking tot de statutaire personeelsleden, aangezien de stageperiodes van die personeelsleden in beginsel recht geven op een pensioen van de overheidssector. Daarenboven zou de prejudiciële vraag enkel betrekking hebben op de inaanmerkingneming voor het overheidspensioen van de diensten die zijn gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs, in zoverre die inaanmerkingneming tot gevolg heeft dat het betrokken personeelslid | B.2.1. Le Conseil des ministres soulève plusieurs exceptions d'irrecevabilité. D'abord, la question préjudicielle reposerait sur une lecture erronée de la législation, en ce qu'elle vise indistinctement, en ce qui concerne les membres du personnel engagés à titre temporaire dans un secteur autre que celui de l'enseignement, ceux qui sont engagés à titre statutaire et ceux qui sont engagés à titre contractuel. La question préjudicielle serait irrecevable en ce qui concerne les membres du personnel statutaire, puisque les périodes de stage de ces membres du personnel ouvrent en principe le droit à une pension du secteur public. Par ailleurs, la question préjudicielle ne porterait sur la prise en compte, pour la pension publique, des services fournis en qualité de temporaire dans l'enseignement qu'en ce que cette prise en compte a pour conséquence que le membre du personnel concerné n'a pas droit à |
geen recht heeft op een minimumpensioen in de pensioenregeling voor | une pension minimum dans le régime de pension des travailleurs |
werknemers en in de pensioenregeling voor zelfstandigen. De | salariés et dans le régime de pension des travailleurs indépendants. |
prejudiciële vraag zou onontvankelijk zijn, aangezien dat gevolg niet | La question préjudicielle serait irrecevable, puisque cette |
zou toe te schrijven zijn aan de in het geding zijnde bepalingen, maar | conséquence ne serait pas imputable aux dispositions en cause, mais |
aan de artikelen 131bis en 131ter van de wet van 15 mei 1984 « | aux articles 131bis et 131ter de la loi du 15 mai 1984 « portant |
houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen ». | mesures d'harmonisation dans les régimes de pensions ». |
In ieder geval zou de prejudiciële vraag volgens de Ministerraad | En tout état de cause, selon le Conseil des ministres, la question |
onontvankelijk zijn in zoverre zij betrekking heeft op artikel 3, § § | préjudicielle serait irrecevable en ce qu'elle porte sur l'article 3, |
1 en 2, van de wet van 30 maart 2018, aangezien het verschil in | § § 1er et 2, de la loi du 30 mars 2018, dès lors que la différence de |
behandeling dat erin wordt opgeworpen, enkel uit artikel 4 van de wet | traitement qui y est soulevée découlerait uniquement de l'article 4 de |
van 30 maart 2018 zou voortvloeien. | la loi du 30 mars 2018. |
B.2.2. Zoals in B.1.3 is vermeld, heeft de prejudiciële vraag | B.2.2. Comme il est dit en B.1.3, la question préjudicielle porte sur |
betrekking op het verschil in behandeling tussen twee categorieën van | la différence de traitement entre deux catégories de membres du |
vastbenoemde personeelsleden, naargelang de diensten die zijn | personnel nommés à titre définitif, selon que les services qui ont été |
gepresteerd voor een openbare werkgever vóór de vaste benoeming al dan | fournis pour un employeur public avant la nomination à titre définitif |
niet in aanmerking worden genomen voor de berekening en de toekenning | sont pris en considération ou non pour le calcul et l'octroi de la |
van het pensioen van de overheidssector. | pension du secteur public. |
In artikel 3, § 2, van de wet van 30 maart 2018 wordt gepreciseerd dat | L'article 3, § 2, de la loi du 30 mars 2018 précise que les services |
de diensten die zijn gepresteerd als niet-vastbenoemd personeelslid | prestés en qualité de membre du personnel non nommé à titre définitif |
door personen van wie de eerste vaste benoeming plaatsvond na 30 | par les personnes dont la première nomination à titre définitif est |
november 2017, niet in aanmerking worden genomen voor de toekenning en | intervenue après le 30 novembre 2017 ne sont pas pris en compte pour |
de berekening van het pensioen van de overheidssector, « onverminderd | l'octroi et le calcul de la pension du secteur public, « sans |
de toepassing van artikel 4 ». Krachtens dat artikel 4 van dezelfde | préjudice de l'application de l'article 4 ». En vertu de cet article 4 |
wet worden « de diensten gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs » | de la même loi, « les services prestés en qualité de temporaire dans |
in aanmerking genomen voor de toekenning en de berekening van het | l'enseignement » sont pris en compte pour l'octroi et le calcul de la |
pensioen van de overheidssector voor zover zij worden gevolgd door een | pension du secteur public pourvu qu'ils soient suivis d'une nomination |
vaste benoeming, ongeacht de datum van die benoeming. Bijgevolg, in | à titre définitif, indépendamment de la date de cette nomination. |
tegenstelling tot hetgeen de Ministerraad aanvoert, heeft de | Partant, contrairement à ce que le Conseil des ministres soutient, la |
prejudiciële vraag betrekking op de artikelen 3, § 2, en 4 van de wet | question préjudicielle porte sur les articles 3, § 2, et 4 de la loi |
van 30 november 2018, aangezien het verschil in behandeling dat erin wordt beoogd, voortvloeit uit het naast elkaar bestaan van die bepalingen, die van toepassing zijn op verschillende personeelscategorieën. B.2.3. De excepties van onontvankelijkheid worden verworpen. B.3.1. In haar memorie van antwoord voert de eisende partij voor de verwijzende rechter aan dat de in het geding zijnde bepalingen bovendien een verschil in behandeling creëren tussen, enerzijds, de leden van het tijdelijke arbeiderspersoneel in de sector van het onderwijs en, anderzijds, de leden van het tijdelijke arbeiderspersoneel in een andere sector dan die van het onderwijs. Zij | du 30 novembre 2018, puisque la différence de traitement qu'elle vise résulte de la coexistence de ces dispositions, qui sont applicables à des catégories de personnel différentes. B.2.3. Les exceptions d'irrecevabilité sont rejetées. B.3.1. Dans son mémoire en réponse, la partie demanderesse devant le juge a quo soutient que les dispositions en cause créent en outre une différence de traitement entre, d'une part, les membres du personnel temporaire ouvrier dans le secteur de l'enseignement et, d'autre part, les membres du personnel temporaire ouvrier dans un secteur autre que |
voert ook aan dat de in het geding zijnde bepalingen daarenboven een | celui de l'enseignement. Elle allègue également que les dispositions |
verschil in behandeling, binnen de sector van het onderwijs zelf, doen | en cause font par ailleurs naître une différence de traitement, au |
ontstaan tussen, enerzijds, de leden van het arbeiderspersoneel die | sein même du secteur de l'enseignement, entre les membres du personnel |
diensten als niet-vastbenoemd personeelslid in het door de Franse | ouvrier ayant presté des services en qualité d'agent non nommé à titre |
Gemeenschap georganiseerde onderwijs hebben gepresteerd en, | définitif dans l'enseignement organisé par la Communauté française, |
anderzijds, de leden van het arbeiderspersoneel die diensten als | d'une part, et les membres du personnel ouvrier ayant presté des |
niet-vastbenoemd personeelslid in een ander net dan dat van het door | services en qualité d'agent non nommé à titre définitif dans un réseau |
de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs hebben gepresteerd, | autre que celui de l'enseignement organisé par la Communauté |
aangezien enkel de eerstgenoemden tijdelijk kunnen worden aangeworven | française, dès lors que seuls les premiers peuvent être engagés à |
en bijgevolg onder het toepassingsgebied van artikel 4 van de wet van | titre temporaire et, partant, relever du champ d'application de |
30 maart 2018 kunnen vallen. | l'article 4 de la loi du 30 mars 2018. |
B.3.2. Een partij voor het Hof vermag niet de draagwijdte van de door | B.3.2. Une partie devant la Cour ne peut pas modifier ou faire |
de verwijzende rechter gestelde prejudiciële vraag te wijzigen of te | modifier la portée de la question préjudicielle posée par le juge a |
laten wijzigen. Het komt aan de verwijzende rechter toe te oordelen | quo. C'est au juge a quo qu'il appartient de juger quelle est la |
welke prejudiciële vraag hij aan het Hof dient te stellen en daarbij | question préjudicielle qu'il doit poser à la Cour et de déterminer |
de omvang van de saisine te bepalen. | ainsi l'étendue de la saisine. |
B.3.3. Het Hof beantwoordt de vraag zoals zij door de verwijzende | B.3.3. La Cour répond à la question telle qu'elle est posée par le |
rechter is gesteld. | juge a quo. |
B.4.1. De wet van 30 maart 2018 maakt een einde aan een algemene | B.4.1. La loi du 30 mars 2018 met fin à une pratique administrative |
administratieve praktijk die erin bestond, voor de toekenning en de | généralisée qui consistait à prendre en compte, pour l'octroi et le |
berekening van een pensioen van de overheidssector, de diensten die | calcul d'une pension du secteur public, les services accomplis par un |
door een statutair personeelslid bij een openbare werkgever zijn | agent statutaire auprès d'un employeur public avant sa nomination à |
verricht vóór diens vaste benoeming, in aanmerking te nemen. | titre définitif. |
B.4.2. Artikel 3, § 2, van de wet van 30 maart 2018 voorziet bijgevolg | B.4.2. L'article 3, § 2, de la loi du 30 mars 2018 prévoit en |
erin dat diensten die door personeelsleden die vast werden benoemd na | conséquence que les services que les agents nommés à titre définitif |
30 november 2017, als contractueel personeelslid werden verricht vóór | après le 30 novembre 2017 ont accomplis en tant que membres du |
hun benoeming, niet langer in aanmerking worden genomen voor een | personnel contractuel avant leur nomination ne sont plus pris en |
pensioenregeling van de overheidssector, maar wel voor de | considération dans un régime de pension du secteur public, mais qu'ils |
pensioenregeling van de werknemers. De diensten die als statutair | le sont dans le régime de pension des travailleurs salariés. Les |
personeelslid zijn verricht, blijven gevaloriseerd voor een publieke | services fournis en qualité d'agent statutaire restent valorisés dans |
pensioenregeling. Op die manier voert artikel 3, § 2, een zogenoemde « | un régime de pension publique. Ainsi, l'article 3, § 2, instaure ce |
gemengde pensioenregeling » in voor de ambtenaren die bij een openbare | qui est communément appelé un « régime de pension mixte » pour les |
werkgever hebben gewerkt vóór hun vaste benoeming. | fonctionnaires qui ont travaillé pour un employeur public avant leur |
B.5.1. Uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 30 maart 2018 blijkt dat de wetgever meerdere doelstellingen nastreefde met de invoering van een « gemengde pensioenregeling » voor de statutaire personeelsleden die vóór hun vaste benoeming hebben gewerkt bij een openbare werkgever. B.5.2. Allereerst heeft de wetgever een einde willen maken aan het verschil in behandeling tussen contractuele personeelsleden naargelang zij al dan niet vast benoemd worden vóór het einde van hun loopbaan, door een einde te maken aan de administratieve praktijk die erin bestond alle bij een openbare werkgever verrichte diensten in aanmerking te nemen voor een pensioenregeling van de overheidssector, met inbegrip van de diensten die vóór de vaste benoeming van het personeelslid zijn verricht (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC | nomination à titre définitif. B.5.1. Il ressort des travaux préparatoires de la loi du 30 mars 2018 que le législateur poursuivait plusieurs objectifs en instaurant un « régime de pension mixte » pour les agents statutaires ayant travaillé auprès d'un employeur public avant leur nomination à titre définitif. B.5.2. Tout d'abord, le législateur a entendu mettre fin à la différence de traitement entre les agents contractuels, selon qu'ils sont ou non nommés à titre définitif avant la fin de leur carrière, en mettant un terme à la pratique administrative consistant à prendre en compte dans un régime de pension du secteur public tous les services fournis auprès d'un employeur public, y compris les services accomplis avant la nomination de l'agent à titre définitif (Doc. parl., Chambre, |
54-2718/001, pp. 4-6). In de commissie preciseerde de minister van | 2017-2018, DOC 54-2718/001, pp. 4-6). En commission, le ministre des |
Pensioenen dat de wet van 30 maart 2018 ertoe strekte een einde te | Pensions a précisé que la loi du 30 mars 2018 avait pour objectif de |
mettre fin à une discrimination entre les agents contractuels et les | |
maken aan een discriminatie tussen contractuele en statutaire | agents statutaires de la fonction publique, en ce qui concerne leurs |
overheidspersoneelsleden, wat hun respectieve pensioenrechten betreft | droits de pensions respectifs (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC |
(Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/003, p. 35). | 54-2718/003, p. 35). |
B.5.3. In diezelfde commissie verklaarde de minister van Pensioenen | B.5.3. Ensuite, toujours en commission, le ministre des Pensions a |
vervolgens dat het wetsontwerp hoofdzakelijk tot doel had, enerzijds, | déclaré que le projet de loi avait essentiellement pour objectif, |
de financiering van de pensioenen voor de lokale statutaire | d'une part, de garantir à long terme le financement des pensions |
personeelsleden op lange termijn te waarborgen en, anderzijds, de | octroyées aux agents statutaires locaux et, d'autre part, d'encourager |
werkgevers van de overheidssector aan te moedigen om hun contractuele | les employeurs du secteur public à proposer un deuxième pilier de |
personeelsleden een tweede pensioenpijler voor te stellen (Parl. St., | pension à leurs agents contractuels (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, |
Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/006, p. 4). Ook in de diverse | DOC 54-2718/006, p. 4). Les divers rapports faits en commission |
commissieverslagen wordt de doelstelling vermeld die erin bestaat de | mentionnent aussi l'objectif qui consiste à garantir le financement |
financiering te waarborgen van de pensioenen van de statutaire | |
personeelsleden van de lokale besturen (Parl. St., Kamer, 2017-2018, | des pensions des agents statutaires des pouvoirs locaux (Doc. parl., |
DOC 54-2718/003, pp. 3-4; DOC 54-2718/006, pp. 8-9). De wet van 30 | Chambre, 2017-2018, DOC 54-2718/003, pp. 3-4; DOC 54-2718/006, pp. |
maart 2018 past dus binnen de globale pensioenhervorming die ertoe | 8-9). La loi du 30 mars 2018 s'inscrit donc dans la réforme globale |
strekt de duurzaamheid van de pensioenregelingen, waaronder die van de | des pensions visant à assurer la pérennité des régimes de pension, |
overheidssector, in het bijzonder op lokaal niveau, te verzekeren. | dont ceux du secteur public, en particulier au niveau local. |
B.5.4. Daarenboven, in verband met het doel dat erin bestaat de | B.5.4. Par ailleurs, en lien avec l'objectif qui consiste à assurer la |
duurzaamheid van de pensioenregelingen te waarborgen, blijkt uit het | pérennité des régimes de pension, il ressort du rapport fait en |
commissieverslag dat de wetgever ook de praktijk van de niet-tijdige | commission que le législateur entendait également lutter contre la |
benoemingen wilde tegengaan (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC | pratique des nominations tardives (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC |
54-2718/003, p. 4), die een aanzienlijke jaarlijkse kostprijs voor de | 54-2718/003, p. 4), qui engendrent un coût annuel important pour les |
overheid met zich meebrengen. | pouvoirs publics. |
B.5.5. Ten slotte blijkt nog uit de artikelsgewijze toelichting bij de | B.5.5. Enfin, il ressort encore du commentaire des articles de la loi |
wet van 30 maart 2018 dat de wetgever een administratieve | du 30 mars 2018 que le législateur poursuivait un but de |
vereenvoudiging nastreefde (Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC | simplification administrative (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC |
54-2718/001, p. 12). | 54-2718/001, p. 12). |
B.6.1. Bij zijn arrest nr. 113/2020 van 31 augustus 2020 heeft het Hof | B.6.1. Par son arrêt n° 113/2020 du 31 août 2020, la Cour a jugé que |
geoordeeld dat het « algemene » systeem van artikel 3 van de wet van | le système « général » de l'article 3 de la loi du 31 mars 2018, qui |
31 maart 2018, dat van toepassing is op de andere sectoren dan die van | est applicable aux secteurs autres que celui de l'enseignement, est |
het onderwijs, redelijk verantwoord is en bijgevolg bestaanbaar met de | raisonnablement justifié et, partant, compatible avec les articles 10 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | et 11 de la Constitution. |
B.6.2. Krachtens artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 wordt de regel | B.6.2. En vertu de l'article 4 de la loi du 30 mars 2018, la règle |
vervat in artikel 3, § 2, van de wet van 30 maart 2018 niet | contenue dans l'article 3, § 2, de la loi du 30 mars 2018 n'est pas |
toepasselijk gemaakt op de « diensten gepresteerd als tijdelijke in | rendue applicable aux « services prestés en qualité de temporaire dans |
het onderwijs ». | l'enseignement ». |
B.6.3. In de artikelsgewijze toelichting wordt dienaangaande | B.6.3. Le commentaire des articles précise à ce sujet : |
gepreciseerd : | |
« Zoals verduidelijkt in punt 2.3 van het regeerakkoord, zullen het | « Comme précisé dans le point 2.3 de l'accord gouvernemental, le |
tijdelijke onderwijspersoneel en de leden van het gelijkgestelde | personnel temporaire et les membres du personnel assimilé de |
onderwijspersoneel onder het pensioenstelsel van de ambtenaren blijven | l'enseignement continuent à relever du régime de pensions publiques, |
vallen, daar zij leden zijn van het tijdelijk vastbenoemd personeel. | vu qu'ils sont membres du personnel statutaire temporaire. Leurs |
Hun diensten geven dus recht op een pensioen van de publieke sector, | services donnent donc droit à une pension du secteur public, pour |
voor zover uiteraard een vaste benoeming op deze diensten volgt, | autant bien entendu que ces services soient suivis d'une nomination à |
hetzij in het onderwijs, hetzij in een andere sector van het Openbaar | titre définitif, que ce soit dans l'enseignement ou dans un autre |
Ambt en voor zover zij voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel | secteur de la Fonction publique et qu'ils répondent aux conditions |
3, § 1. | fixées par l'article 3, § 1er. |
In het onderwijs is het een haast algemene praktijk dat een nieuw | Dans l'enseignement, il est de pratique quasi-générale qu'un nouveau |
personeelslid zijn vaste benoeming pas krijgt na eerst meerdere jaren | membre du personnel ne soit nommé à titre définitif qu'après avoir |
tijdelijke diensten te hebben gepresteerd. Deze periode kan op een | accompli plusieurs années de service à titre temporaire. Cette période |
bepaalde manier als een stageperiode beschouwd worden, zijnde een | peut d'une certaine façon être considérée comme un stage probatoire, |
stage die voor het overheidspersoneel meetelt voor de toekenning en de | stage qui pour les agents de l'administration entre en ligne de compte |
berekening van hun pensioen van de publieke sector. Derhalve is het | pour l'octroi et le calcul de leur pension du secteur public. Il est |
normaal dat deze periode van tijdelijke diensten eveneens in | dès lors normal que cette période de services temporaires soit |
aanmerking wordt genomen in het geval van het onderwijspersoneel. Voor | également prise en considération dans le cas du personnel enseignant. |
wat betreft het in aanmerking nemen van deze diensten, is de | Pour ce qui concerne la prise en compte de ces services, la condition |
voorwaarde benoemd te zijn voor 1 december 2017 dus niet van toepassing. | d'être nommé avant le 1er décembre 2017 n'est donc pas d'application. |
Zie eveneens het rapport van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 | Voy. également le rapport de la Commission de réforme des pensions |
' Voorstellen van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 voor een | 2020-2040 « Propositions pour une réforme structurelle des régimes de |
structurele hervorming van de pensioenstelsels ' dat eveneens meent | |
dat de tijdelijke en daarmee gelijkgestelde personeelsleden van het | pension » qui estime également que doit être excepté de la mesure le |
onderwijs uitgesloten moeten worden van de maatregel (zie p. 120) » | personnel temporaire et assimilé de l'enseignement (cfr. p. 119) » |
(Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/001, p. 15). | (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC 54-2718/001, p. 15). |
In het rapport met als opschrift « Voorstellen van de Commissie | Le rapport intitulé « Propositions de la Commission de réforme des |
Pensioenhervorming 2020-2040 voor een structurele hervorming van de | pensions 2020-2040 pour une réforme structurelle des régimes de |
pensioenstelsels » (hierna : het rapport van de Commissie | pension » (ci-après : le rapport de la Commission de réforme des |
Pensioenhervorming 2020-2040) wordt vermeld : | pensions 2020-2040) mentionne : |
« Een uitzondering op het weren van de tijdelijke diensten naar de | « Une exception à l'exclusion future des services temporaires est |
toekomst toe geldt voor de tijdelijke en daarmee gelijkgestelde | celle du personnel temporaire et assimilé du secteur de |
l'enseignement. Cette exception se justifie objectivement par les | |
personeelsleden in de sector onderwijs. Deze exceptie is objectief te | règles de désignation propres à l'enseignement, où une nomination |
staven omwille van de eigen aanstellingsregels in het onderwijs | définitive est tributaire d'un certain nombre de facteurs exogènes et |
waardoor een vaste benoeming afhankelijk is van een aantal exogene | se fait souvent beaucoup plus attendre que dans les administrations |
factoren en vaak veel langer op zich laat wachten dan in de klassieke | publiques classiques. De plus, il s'agit dans l'enseignement de |
overheidsadministraties. Bovendien gaat het in het onderwijs om | membres du personnel statutaires temporaires et assimilés et non de |
tijdelijke statutaire en daarmee gelijkgestelde personeelsleden, en | contractuels. La catégorie des enseignants statutaires temporaires est |
niet om overheidscontractanten. De categorie van de tijdelijke | davantage comparable à celle des nommés après période d'essai au sein |
statutairen in het onderwijs is meer vergelijkbaar met de op proef | des administrations classiques qui, au cours de la période d'essai |
benoemden in de klassieke administraties die tijdens de proefperiode | précédant la nomination, relèvent également du régime de pensions du |
voorafgaand aan de vaste benoeming, ook al onder de toepassing vallen | secteur public. Lorsqu'on poursuit le raisonnement dans cette logique, |
van het ambtenarenpensioenstelsel. Verder doorgeredeneerd in deze | on en arrive à envisager d'inclure également les membres du personnel |
logica, valt te overwegen om ook de tijdelijke statutaire | statutaires du secteur de l'enseignement dans le champ d'application |
personeelsleden in de sector onderwijs van bij de aanvang van hun | du régime de pensions du secteur public dès leur entrée en service, ce |
tewerkstelling onder het toepassingsgebied van de | qui clôt automatiquement la discussion relative aux services |
overheidspensioenregeling te brengen, waardoor de discussie over de | temporaires dans l'enseignement et supprime toute nécessité de |
tijdelijke diensten in het onderwijs vanzelf verdwijnt en geen enkele | transfert des moyens financiers d'un système de pension à un autre. Il |
transfer meer nodig is van de financiële middelen van het ene naar het | convient toutefois que ces statutaires temporaires de l'enseignement |
andere pensioenstelsel. Wel dienen deze tijdelijke statutairen in het | demeurent protégés dans les secteurs des assurances AMI et chômage |
onderwijs nog steeds beschermd te blijven in de sectoren | pour le cas où les intéressés quitteraient l'enseignement avant |
ZIV-uitkeringen en werkloosheid voor het geval dat de betrokkenen het | d'avoir été nommés définitivement. De par la suppression proposée de |
onderwijs zouden verlaten voor ze in vast dienstverband worden | |
benoemd. Door de voorgestelde afschaffing van de | la condition de carrière minimum de cinq années (voir plus haut en |
minimumloopbaanvoorwaarde van vijf jaar (zie hoger, sectie 15.2.1), is | section 15.2.1), il n'y plus non plus la moindre objection à une |
er ook vanuit dat oogpunt geen enkel bezwaar tegen een onmiddellijke | |
toepassing van het ambtenarenpensioenstelsel op het tijdelijk | application immédiate du régime de pension du secteur public au |
statutair personeel in de onderwijssector » (p. 120). | personnel statutaire temporaire du secteur de l'enseignement » (p. |
B.7.1. De eisende partij voor het verwijzende rechtscollege betwist de | 119). B.7.1. La partie demanderesse devant la juridiction a quo conteste |
toepassing van artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 op de leden van | l'application de l'article 4 de la loi du 30 mars 2018 aux membres du |
het arbeiderspersoneel van het onderwijs. Volgens haar beoogde de | personnel ouvrier de l'enseignement. Selon elle, le législateur visait |
wetgever enkel voor de leden van het onderwijzend personeel van het | à instituer un régime dérogatoire au bénéfice des seuls membres du |
onderwijs een afwijkende regeling in te voeren. | personnel enseignant de l'enseignement. |
B.7.2. In de interpretatie die het verwijzende rechtscollege eraan | B.7.2. Dans l'interprétation que la juridiction a quo lui donne, |
geeft, is artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 van toepassing op de | l'article 4 de la loi du 30 mars 2018 s'applique aux membres du |
leden van het arbeiderspersoneel van het onderwijs. | personnel ouvrier de l'enseignement. |
Het staat in de regel aan het verwijzende rechtscollege de bepalingen | Il appartient en règle à la juridiction a quo d'interpréter les |
die het toepast te interpreteren, onder voorbehoud van een kennelijk | dispositions qu'elle applique, sous réserve d'une lecture |
verkeerde lezing van de in het geding zijnde bepaling, wat te dezen | manifestement erronée de la disposition en cause, ce qui n'est pas le |
niet het geval is. | cas en l'espèce. |
Het Hof onderzoekt de in het geding zijnde bepalingen bijgevolg in de | La Cour examine en conséquence les dispositions en cause dans |
interpretatie die het verwijzende rechtscollege heeft voorgelegd. | l'interprétation soumise par la juridiction a quo. |
B.8.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid | B.8.1. La question préjudicielle porte sur la compatibilité des |
van de in het geding zijnde bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.8.2. De Ministerraad voert aan dat de twee in de prejudiciële vraag bedoelde categorieën van personen onvoldoende vergelijkbaar zijn, wegens de fundamentele verschillen die bestaan tussen de pensioenregeling voor werknemers en die van de overheidssector en wegens de kenmerken die eigen zijn aan de sector van het onderwijs. B.8.3. Zoals in B.2.2 is vermeld, heeft de prejudiciële vraag betrekking op een verschil in behandeling tussen twee categorieën van statutaire personeelsleden en, bijgevolg, tussen personen die allen een pensioen van de overheidssector genieten. Daarenboven mogen verschil en niet-vergelijkbaarheid niet met elkaar worden verward. De sector waarin een statutair personeelslid is benoemd, kan weliswaar een criterium uitmaken bij de beoordeling van het redelijke en evenredige karakter van een verschil in behandeling, maar hij volstaat niet om te besluiten tot de niet-vergelijkbaarheid, anders zou de toetsing aan het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie worden uitgehold. | dispositions en cause avec les articles 10 et 11 de la Constitution. B.8.2. Le Conseil des ministres soutient que les deux catégories de personnes visées dans la question préjudicielle ne sont pas suffisamment comparables, en raison des différences fondamentales qui existent entre le régime de pension des travailleurs salariés et celui du secteur public, et des caractéristiques propres au secteur de l'enseignement. B.8.3. Comme il est dit en B.2.2, la question préjudicielle porte sur une différence de traitement entre deux catégories d'agents statutaires et, partant, entre des personnes qui bénéficient toutes d'une pension du secteur public. Par ailleurs, il ne faut pas confondre différence et non-comparabilité. Le secteur dans lequel un agent statutaire est nommé peut certes constituer un élément dans l'appréciation du caractère raisonnable et proportionné d'une différence de traitement, mais il ne suffit pas pour conclure à la non-comparabilité, sous peine de priver de sa substance le contrôle qui est exercé au regard du principe d'égalité et de non-discrimination. |
B.9. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit | B.9. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas |
dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt | qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de |
ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust | personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et |
en het redelijk verantwoord is. | qu'elle soit raisonnablement justifiée. |
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant |
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la |
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van | nature des principes en cause; le principe d'égalité et de |
gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat | non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas |
er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de | de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés |
aangewende middelen en het beoogde doel. | et le but visé. |
B.10.1. In sociaaleconomische aangelegenheden beschikt de wetgever | B.10.1. En matière socio-économique, le législateur dispose d'un |
over een ruime beoordelingsbevoegdheid. Zoals in B.5.1 tot B.5.5 is | pouvoir d'appréciation étendu. Comme il est dit en B.5.1 à B.5.5, les |
vermeld, strekken de in het geding zijnde bepalingen ertoe een einde | dispositions en cause ont pour but de mettre fin à la différence de |
te maken aan het verschil in behandeling tussen contractuele | |
personeelsleden, naargelang zij al dan niet vast worden benoemd vóór | traitement entre les agents contractuels, selon qu'ils sont ou non |
het einde van hun loopbaan, de duurzaamheid van de pensioenregelingen | nommés à titre définitif avant la fin de leur carrière, de garantir la |
te waarborgen, de praktijk van de niet-tijdige benoemingen tegen te | pérennité des régimes de pension, de lutter contre la pratique des |
gaan en een administratieve vereenvoudiging te verzekeren. | nominations tardives et d'assurer une simplification administrative. |
B.10.2. Uit de parlementaire voorbereiding en uit het rapport van de | B.10.2. Il ressort des travaux préparatoires et du rapport de la |
Commissie Pensioenhervorming 2020-2040, aangehaald in B.6.3, blijkt | Commission de réforme des pensions 2020-2040 cités en B.6.3 que le |
dat de wetgever heeft geoordeeld dat de verwezenlijking van die | législateur a estimé que la réalisation de ces objectifs |
doelstellingen niet noodzakelijk leek in de sector van het onderwijs, | n'apparaissait pas nécessaire dans le secteur de l'enseignement, |
voornamelijk wegens de praktijk in die sector om een personeelslid pas | principalement en raison de la pratique de ce secteur qui consiste à |
vast te benoemen nadat hij meerdere jaren tijdelijke diensten heeft | ne nommer un membre du personnel à titre définitif qu'après que |
gepresteerd. De periode die de vaste benoeming in het onderwijs | celui-ci a fourni des services temporaires pendant plusieurs années. |
voorafgaat, zou veeleer vergelijkbaar zijn met de proefstage van de | La période précédant la nomination à titre définitif dans |
personeelsleden van de administratie, die in aanmerking wordt genomen | l'enseignement serait comparable au stage probatoire des agents de |
voor de toekenning en de berekening van het pensioen van de | l'administration, lequel entre en ligne de compte pour l'octroi et le |
overheidssector, dan met een contractuele tewerkstelling. | calcul de la pension du secteur public, plutôt qu'à une occupation |
contractuelle. | |
B.10.3. Het feit dat artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 de in | B.10.3. Le fait que l'article 4 de la loi du 30 mars 2018 ne rend pas |
artikel 3, § 2, van dezelfde wet vervatte regel niet van toepassing | applicable aux « services prestés en qualité de temporaire dans |
maakt op de « diensten gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs », is pertinent gelet op de door de wetgever nagestreefde legitieme doelstellingen. B.11.1. Het Hof dient nog na te gaan of die keuze van de wetgever onevenredige gevolgen heeft. Zoals in B.10.1 is vermeld, beschikt de wetgever in sociaaleconomische aangelegenheden over een ruime beoordelingsbevoegdheid die hem een grote vrijheid geeft bij het kiezen van de maatregelen die vereist zijn om de financiering van de pensioenen van de overheidssector te verzekeren en te optimaliseren. Dat is des te meer het geval wanneer de betrokken regeling, zoals te dezen het geval is, het voorwerp heeft uitgemaakt van sociaal overleg | l'enseignement » la règle contenue dans l'article 3, § 2, de la même loi est pertinent eu égard aux objectifs légitimes poursuivis par le législateur. B.11.1. La Cour doit encore examiner si ce choix du législateur produit des effets disproportionnés. Comme il est dit en B.10.1, en matière socio-économique, le législateur dispose d'un large pouvoir d'appréciation qui lui confère une liberté étendue dans les choix des mesures qui s'imposent pour assurer et optimiser le financement des pensions du secteur public. C'est d'autant plus le cas lorsque, comme en l'espèce, le régime concerné a fait l'objet d'une concertation |
(zie Parl. St., Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/001, p. 6). | sociale (voy. Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC 54-2718/001, p. 6). |
Daarenboven vermag de wetgever veeleer per categorie wetgevend op te | Par ailleurs, le législateur peut légiférer par catégories plutôt que |
treden in plaats van rekening te houden met de bijzondere kenmerken | tenir compte des particularités propres à chaque cas individuel. Il |
eigen aan elk individueel geval. Het moet worden aanvaard dat, | convient d'admettre que, sauf erreur manifeste, ces catégories |
behoudens klaarblijkelijke vergissing, die categorieën, | |
noodzakelijkerwijs, de verscheidenheid van toestanden slechts met een | n'appréhendent nécessairement la diversité des situations qu'avec un |
zekere graad van benadering opvangen. | certain degré d'approximation. |
B.11.2. Het feit dat artikel 4 van de wet van 30 maart 2018 de in | B.11.2. De manière générale, le fait que l'article 4 de la loi du 30 |
mars 2018 ne rend pas applicable aux « services prestés en qualité de | |
artikel 3, § 2, van dezelfde wet vervatte regel niet van toepassing | temporaire dans l'enseignement » la règle contenue dans l'article 3, § |
maakt op de « diensten gepresteerd als tijdelijke in het onderwijs », | 2, de la même loi ne produit pas des effets disproportionnés pour les |
heeft, op algemene wijze, geen onevenredige gevolgen voor de | personnes nommées à titre définitif qui bénéficient de cette |
vastbenoemde personen die die uitsluiting genieten, aangezien het | exclusion, puisqu'en principe, la pension de retraite dans le régime |
rustpensioen in de regeling voor werknemers in beginsel minder hoog is | des travailleurs salariés est moins élevée que la pension de retraite |
dan het rustpensioen in de regeling van de overheidssector (Parl. St., | dans le régime du secteur public (Doc. parl., Chambre, 2017-2018, DOC |
Kamer, 2017-2018, DOC 54-2718/001, p. 4). | 54-2718/001, p. 4). |
B.11.3. Bovendien maakt het niet-automatische karakter van de | B.11.3. En outre, le caractère non automatique de la nomination, |
benoeming, die moet worden aanvaard door de persoon die het voorwerp | laquelle doit être acceptée par la personne qui en fait l'objet, |
ervan uitmaakt, het mogelijk de vaste benoeming te weigeren indien | permet de refuser la nomination à titre définitif si celle-ci a une |
deze negatieve gevolgen heeft voor de berekening van het pensioen. | incidence négative sur le calcul de la pension. Partant, par les |
Bijgevolg heeft de wetgever, bij de in het geding zijnde bepalingen, | dispositions en cause, le législateur n'a pas créé un système aux |
geen systeem met onevenredige gevolgen voor de adressaten ervan in het | effets disproportionnés pour ses destinataires. |
leven geroepen. | |
B.12. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.12 La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 3, § § 1 en 2, en 4 van de wet van 30 maart 2018 « met | Les articles 3, § § 1er et 2, et 4 de la loi du 30 mars 2018 « |
betrekking tot het niet in aanmerking nemen van diensten gepresteerd | |
als nietvastbenoemd personeelslid voor een pensioen van de | relative à la non prise en considération de services en tant que |
overheidssector, tot wijziging van de individuele responsabilisering | personnel non nommé à titre définitif dans une pension du secteur |
van de provinciale en lokale overheden binnen het Gesolidariseerde | public, modifiant la responsabilisation individuelle des |
pensioenfonds, tot aanpassing van de reglementering inzake aanvullende | administrations provinciales et locales au sein du Fonds de pension |
pensioenen, tot wijziging van de modaliteiten van de financiering van | solidarisé, adaptant la réglementation des pensions complémentaires, |
het Gesolidariseerde pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke | modifiant les modalités de financement du Fonds de pension solidarisé |
besturen en tot bijkomende financiering van het Gesolidariseerde | des administrations provinciales et locales et portant un financement |
pensioenfonds van de provinciale en plaatselijke besturen » schenden | supplémentaire du Fonds de pension solidarisé des administrations |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | provinciales et locales » ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Constitution. Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 10 februari 2022. | la Cour constitutionnelle, le 10 février 2022. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |