← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 112/2021 van 15 juli 2021 Rolnummer 7548 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 « betreffende de voorlopige hechtenis », gesteld door
de Franstalige Correctionele Rechtbank te Bru Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 112/2021 van 15 juli 2021 Rolnummer 7548 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 « betreffende de voorlopige hechtenis », gesteld door de Franstalige Correctionele Rechtbank te Bru Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 112/2021 du 15 juillet 2021 Numéro du rôle : 7548 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 27 de la loi du 20 juillet 1990 « relative à la détention préventive », posée par le Tribunal correctionnel fran La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges P. Niho(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 112/2021 van 15 juli 2021 | Extrait de l'arrêt n° 112/2021 du 15 juillet 2021 |
| Rolnummer 7548 | Numéro du rôle : 7548 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 27 van de wet van 20 juli | En cause : la question préjudicielle concernant l'article 27 de la loi |
| 1990 « betreffende de voorlopige hechtenis », gesteld door de | du 20 juillet 1990 « relative à la détention préventive », posée par |
| Franstalige Correctionele Rechtbank te Brussel. | le Tribunal correctionnel francophone de Bruxelles. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de | composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges P. |
| rechters P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en Y. Kherbache, | Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman et Y. Kherbache, assistée du |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, | greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président F. Daoût, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij beschikking van 26 maart 2021, waarvan de expeditie ter griffie | Par ordonnance du 26 mars 2021, dont l'expédition est parvenue au |
| van het Hof is ingekomen op 1 april 2021, heeft de Franstalige | greffe de la Cour le 1er avril 2021, le Tribunal correctionnel |
| Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag | francophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
| gesteld : « Schendt artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de | « L'article 27 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention |
| voorlopige hechtenis, in samenhang gelezen met artikel 23 van de wet | préventive lu en combinaison avec l'article 23 de la loi du 15 juin |
| van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, de | 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire violent-ils |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, wanneer die artikelen als volgt | les articles 10 et 11 de la Constitution lorsqu'interprétés comme suit |
| worden geïnterpreteerd : | : |
| Situatie : een beklaagde, in voorlopige hechtenis, die verschijnt voor | Situation : un prévenu, détenu préventivement, comparaissant devant le |
| de correctionele rechtbank van een Nederlandse taalrol, van wie de | tribunal correctionnel d'un rôle linguistique néerlandophone dont la |
| zaak zou worden verwezen naar een correctionele rechtbank van de | cause serait renvoyé[e] devant un tribunal correctionnel de l'autre |
| andere taalrol op grond van artikel 23 van de wet van 15 juni 1935 voor geen enkel rechtscollege vóór het verstrijken van de termijn van hoger beroep, indien geen hoger beroep is ingesteld door het openbaar ministerie, Terwijl diezelfde beklaagde, wanneer hij zich in dezelfde omstandigheden bevindt, op grond van artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 een verzoekschrift tot invrijheidstelling zou kunnen indienen bij de kamer van inbeschuldigingstelling, zelfs vóór het verstrijken van de termijn van hoger beroep, indien het openbaar ministerie reeds hoger beroep heeft ingesteld tegen de beslissing. Schendt dat verschil in behandeling, dat voortvloeit uit de interpretatie van het parket van de gecombineerde lezing van artikel | rôle linguistique sur base de l'article 23 de la loi du 15 juin 1935 devant aucune juridiction avant l'écoulement du délai d'appel, si aucun appel n'a été introduit par le ministère public, Alors que ce même prévenu, placé dans les mêmes conditions, pourrait introduire une requête de mise en liberté sur base de l'article 27 de la loi du 20 juillet 1990 devant la chambre des mises en accusation, même avant l'écoulement du délai d'appel, si le ministère public a déjà frappé la décision d'appel. Cette différence de traitement, découlant de l'interprétation du parquet de la lecture combinée des articles 27 de la loi du 20 juillet |
| 27 van de wet van 20 juli 1990 en artikel 23 van de wet van 15 juni | 1990 et de l'article 23 de la loi du 15 juin 1935, viole-t-elle les |
| 1935, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». | articles 10 et 11 de la Constitution ? ». |
| Op 21 april 2021 hebben de rechters-verslaggevers T. Giet, ter | Le 21 avril 2021, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la |
| vervanging van rechter J.-P. Moerman, wettig verhinderd, en J. | |
| Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | |
| wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in | loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les |
| kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te | juges-rapporteurs T. Giet, en remplacement du juge J.-P. Moerman, |
| légitimement empêché, et J. Moerman ont informé la Cour qu'ils | |
| stellen het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op | pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de |
| voorafgaande rechtspleging. | l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire. |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 23 van de wet | B.1. La question préjudicielle porte sur l'article 23 de la loi du 15 |
| van 15 juni 1935 « op het gebruik der talen in gerechtszaken » (hierna | juin 1935 « concernant l'emploi des langues en matière judiciaire » |
| : de wet van 15 juni 1935) en op artikel 27 van de wet van 20 juli | (ci-après : la loi du 15 juin 1935) et sur l'article 27 de la loi du |
| 1990 « betreffende de voorlopige hechtenis » (hierna : de wet van 20 | 20 juillet 1990 « relative à la détention préventive » (ci-après : la |
| juli 1990). | loi du 20 juillet 1990). |
| B.2. Artikel 23 van de wet van 15 juni 1935 bepaalt : « De beklaagde die alleen Nederlands kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Frans of het Duits is, vragen dat de rechtspleging in het Nederlands geschiedt. De beklaagde die alleen Frans kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Nederlands is, vragen dat de rechtspleging in het Frans geschiedt. De beklaagde die alleen Duits kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Nederlands of het Frans is, vragen dat de rechtspleging in het Duits geschiedt. In de gevallen bedoeld in de leden 1 tot 3, gelast de rechtbank de verwijzing naar het dichtstbij gelegen gerecht van dezelfde rang, waarvan de taal van rechtspleging de taal is die door de beklaagde is gevraagd. De rechtbank kan evenwel beslissen wegens de omstandigheden van de zaak niet op de aanvraag van de beklaagde te kunnen ingaan. De beklaagde die alleen Frans kent of zich gemakkelijker in die taal uitdrukt, kan, wanneer hij terechtstaat voor een politierechtbank of een correctionele rechtbank waarvan de taal van rechtspleging het Duits is, vragen dat de rechtspleging in het Frans geschiedt. In dat geval wordt de rechtspleging voor datzelfde gerecht voortgezet in de taal die door de beklaagde is gevraagd. Ingeval in het rechtsgebied van het hof van beroep te Luik geen enkele | B.2. L'article 23 de la loi du 15 juin 1935 dispose : « Le prévenu qui ne connaît que le néerlandais ou s'exprime plus facilement dans cette langue et qui est traduit devant un tribunal de police ou un tribunal correctionnel où la procédure est faite en français ou en allemand, peut demander que celle-ci ait lieu en néerlandais. Le prévenu qui ne connaît que le français ou s'exprime plus facilement dans cette langue et qui est traduit devant un tribunal de police ou un tribunal correctionnel où la procédure est faite en néerlandais, peut demander que celle-ci ait lieu en français. Le prévenu qui ne connaît que l'allemand ou s'exprime plus facilement dans cette langue et qui est traduit devant un tribunal de police ou un tribunal correctionnel où la procédure est faite en néerlandais ou en français, peut demander que celle-ci ait lieu en allemand. Dans les cas visés aux alinéas 1er à 3, le tribunal ordonne le renvoi à la juridiction de même ordre la plus rapprochée où la procédure est faite dans la langue demandée par le prévenu. Toutefois le tribunal peut décider qu'il ne peut faire droit à la demande du prévenu à raison des circonstances de la cause. Le prévenu qui ne connaît que le français ou s'exprime plus facilement dans cette langue et qui est traduit devant un tribunal de police ou un tribunal correctionnel où la procédure est faite en allemand, peut demander que celle-ci ait lieu en français. Dans ce cas, la procédure est poursuivie dans la langue demandée par le prévenu devant cette même juridiction. Lorsque, dans le ressort de la cour d'appel de Liège, aucun juge au |
| rechter in strafuitvoeringszaken of substituut-procureur des Konings | tribunal de l'application des peines ou substitut du procureur du Roi |
| gespecialiseerd in strafuitvoeringszaken het bewijs levert van de | spécialisé en application des peines ne justifie de la connaissance de |
| kennis van de Duitse taal, wordt een beroep gedaan op een tolk. | la langue allemande, il est fait appel à un interprète. |
| De verjaring van de strafvordering wordt geschorst voor een termijn | La prescription de l'action publique est suspendue pour un délai de |
| van maximum één jaar vanaf het moment van de vraag tot verwijzing tot | maximum un an à partir de la demande de renvoi jusqu'au jour de la |
| op de dag van de eerste terechtzitting waarop de behandeling van de | première audience où l'affaire sera reprise de nouveau par le tribunal |
| zaak ten gronde, opnieuw door de rechtbank zal worden hervat ». | qui poursuivra la procédure au fond ». |
| Artikel 27 van de wet van 20 juli 1990 bepaalt : | L'article 27 de la loi du 20 juillet 1990 dispose : |
| « § 1. Wanneer geen einde werd gemaakt aan de voorlopige hechtenis en | « § 1. Lorsque la détention préventive n'a pas pris fin et que |
| ofwel het onderzoek afgesloten is, ofwel toepassing werd gemaakt van | l'instruction est close ou qu'il a été fait application de l'article |
| artikel 133 van het Wetboek van Strafvordering en van artikel 26, § 5, | 133 du Code d'instruction criminelle et de l'article 26, § 5, la mise |
| kan de voorlopige invrijheidstelling worden verleend op indiening van een verzoekschrift dat gericht wordt : | en liberté provisoire peut être accordée sur requête adressée : |
| 1° aan de correctionele rechtbank of aan de politierechtbank waar de | 1° au tribunal correctionnel ou au tribunal de police saisi, depuis |
| zaak aanhangig is, vanaf de verwijzende beschikking tot het vonnis; | l'ordonnance de renvoi jusqu'au jugement; |
| 2° aan de correctionele rechtbank die zitting houdt in hoger beroep, | 2° au tribunal correctionnel, siégeant en degré d'appel ou à la |
| of aan de kamer belast met correctionele zaken in hoger beroep, vanaf | chambre des appels correctionnels, depuis l'appel jusqu'à la décision |
| het instellen van het beroep tot de beslissing in hoger beroep; | d'appel; |
| 3° aan de kamer van inbeschuldigingstelling : | 3° à la chambre des mises en accusation : |
| a) vanaf de beschikking gegeven overeenkomstig artikel 133 van het | a) depuis l'ordonnance rendue conformément à l'article 133 du Code |
| Wetboek van strafvordering totdat het hof van assisen einduitspraak | d'instruction criminelle jusqu'à ce que la cour d'assises ait |
| heeft gedaan; | définitivement statué; |
| b) tijdens het geding tot regeling van rechtsgebied, wanneer de | b) pendant l'instance en règlement de juges, lorsque l'inculpé est |
| verdachte gevangen gehouden wordt ter uitvoering van een beschikking | détenu en exécution d'une ordonnance de prise de corps décernée par la |
| tot gevangenneming gegeven door de raadkamer; | chambre du conseil; |
| c) tijdens het geding voor de kamer van inbeschuldigingstelling | c) pendant l'instance devant la chambre des mises en accusation prévue |
| bedoeld in de artikelen 135, 235 en 235bis van het Wetboek van | aux articles 135, 235 et 235bis du Code d'instruction criminelle; |
| Strafvordering 4° [opgeheven] 5° aan de kamer van inbeschuldigingstelling, vanaf het cassatieberoep tot het arrest. § 2. De voorlopige invrijheidstelling kan ook worden aangevraagd door degene die aangehouden is ingevolge een na veroordeling uitgesproken bevel tot onmiddellijke aanhouding, mits er tegen de veroordeling zelf hoger beroep, verzet of cassatieberoep is aangetekend. Zij kan in dezelfde voorwaarden worden aangevraagd door wie aangehouden is ingevolge een veroordeling bij verstek, waartegen verzet binnen de buitengewone termijn is aangetekend. | 4° [abrogé] 5° à la chambre des mises en accusation, depuis le recours en cassation jusqu'à l'arrêt. § 2. La mise en liberté provisoire peut aussi être demandée par celui qui est privé de sa liberté en vertu d'un ordre d'arrestation immédiate décerné après condamnation, à la condition qu'appel, opposition ou pourvoi en cassation ait été formé contre la décision de condamnation elle-même. Elle peut dans les mêmes conditions être demandée par celui qui est privé de sa liberté sur le fondement d'une condamnation par défaut, contre laquelle opposition est formée dans le délai extraordinaire. |
| § 2bis. De voorlopige invrijheidstelling kan ook worden aangevraagd | § 2bis. La mise en liberté provisoire peut aussi être demandée par |
| door degene die aangehouden is op het ogenblik van zijn internering of | celui qui est privé de sa liberté au moment de son internement ou dont |
| van wie de onmiddellijke opsluiting is bevolen ter gelegenheid van de | l'incarcération immédiate a été ordonnée à l'occasion de |
| internering, conform artikel 10 van de wet van 5 mei 2014 betreffende | l'internement, conformément à l'article 10 de la loi du 5 mai 2014 |
| de internering van personen, mits er tegen de internering zelf hoger | relative à l'internement à la condition qu'appel, opposition ou |
| beroep, verzet of cassatieberoep is aangetekend. | pourvoi en cassation ait été formé contre la décision d'internement |
| § 3. Het verzoekschrift wordt neergelegd op de griffie van het gerecht | elle-même. § 3. La requête est déposée au greffe de la juridiction appelée à |
| dat uitspraak moet doen en het wordt er ingeschreven in het register vermeld in artikel 21, § 2. | statuer et y est inscrite au registre mentionné à l'article 21, § 2. |
| Over het verzoekschrift wordt beslist in raadkamer binnen vijf dagen | Il est statué sur la requête en chambre du conseil dans les cinq jours |
| na de neerlegging ervan, het openbaar ministerie, de betrokkene en | de son dépôt, le ministère public, l'intéressé et son conseil |
| diens raadsman gehoord, waarbij aan deze laatste bericht wordt gegeven overeenkomstig artikel 21, § 2. | entendus, celui-ci étant avisé conformément à l'article 21, § 2. |
| Indien er binnen de termijn van vijf dagen, eventueel verlengd | S'il n'est pas statué sur la requête dans le délai de cinq jours, |
| overeenkomstig artikel 32, geen uitspraak over het verzoekschrift is | éventuellement prorogé conformément à l'article 32, l'intéressé est |
| mis en liberté. | |
| gedaan, wordt de betrokkene in vrijheid gesteld. | La décision de rejet est motivée en observant ce qui est prescrit à |
| De beslissing tot verwerping wordt gemotiveerd met inachtneming van | |
| hetgeen voorgeschreven is in artikel 16, § 5, eerste en tweede lid. | l'article 16, § 5, premier et deuxième alinéas. |
| § 4. Indien het verzoekschrift tot voorlopige invrijheidsstelling is | § 4. En cas de rejet de la requête de mise en liberté provisoire, une |
| verworpen, kan een nieuw verzoekschrift slechts worden ingediend na | nouvelle requête ne peut être introduite qu'après l'expiration d'un |
| een termijn van een maand na de verwerping ervan ». | délai d'un mois à compter du rejet ». |
| B.3. Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de situaties van | B.3. La question préjudicielle invite la Cour à comparer les |
| de beklaagden in voorlopige hechtenis die worden vervolgd voor een | situations des prévenus en détention préventive qui sont poursuivis |
| correctionele rechtbank die met toepassing van artikel 23 van de wet | devant un tribunal correctionnel qui décide, en application de |
| van 15 juni 1935 beslist de zaak te verwijzen naar een correctionele | l'article 23 de la loi du 15 juin 1935, de renvoyer la cause devant un |
| rechtbank van een andere taalrol, te vergelijken naargelang het | tribunal correctionnel d'un autre rôle linguistique, selon que le |
| openbaar ministerie al dan niet hoger beroep instelt tegen die | |
| verwijzingsbeslissing. In de interpretatie van het verwijzende | ministère public fait appel de cette décision de renvoi ou non. Dans |
| rechtscollege kan de beklaagde in voorlopige hechtenis, in geval het | l'interprétation de la juridiction a quo, en cas d'appel du ministère |
| openbaar ministerie hoger beroep instelt, een verzoekschrift tot | public, le prévenu en détention préventive peut introduire une requête |
| voorlopige invrijheidstelling indienen bij de kamer van | de mise en liberté provisoire devant la chambre des mises en |
| inbeschuldigingstelling, zelfs indien de beroepstermijn nog niet is | accusation, même si le délai d'appel n'est pas encore expiré. En |
| verstreken. Daarentegen kan de beklaagde in voorlopige hechtenis, nog | revanche, toujours dans l'interprétation de la juridiction a quo, en |
| steeds in de interpretatie van het verwijzende rechtscollege, bij | |
| ontstentenis van hoger beroep van het openbaar ministerie, geen | l'absence d'appel du ministère public, le prévenu en détention |
| verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling bij de correctionele | préventive ne peut pas introduire de requête de mise en liberté |
| rechtbank waarnaar de zaak is verwezen, indienen zolang de | provisoire devant le tribunal correctionnel auquel la cause a été |
| beroepstermijn niet is verstreken. Het Hof wordt verzocht de | renvoyée, tant que le délai d'appel n'est pas expiré. La Cour est |
| verenigbaarheid van dat verschil in behandeling met de artikelen 10 en | invitée à examiner la compatibilité de cette différence de traitement |
| 11 van de Grondwet te onderzoeken. | avec les articles 10 et 11 de la Constitution. |
| B.4.1. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. B.4.2. Aangezien bij het verwijzingsvonnis het door G.A. ingediende verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling onontvankelijk is verklaard, heeft het verwijzende rechtscollege zijn saisine uitgeput ten aanzien van dat verzoek. Hieruit volgt dat het antwoord op de prejudiciële vraag klaarblijkelijk niet nuttig is voor het verwijzende rechtscollege. B.5. De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. Om die redenen, het Hof | B.4.1. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de réponse. B.4.2. Dès lors que le jugement a quo a déclaré irrecevable la requête de mise en liberté provisoire introduite par G.A., la juridiction a quo a épuisé sa saisine en ce qui concerne cette demande. Il s'ensuit que la réponse à la question préjudicielle n'est manifestement pas utile à la juridiction a quo. B.5. La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. Par ces motifs, la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| De prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. | La question préjudicielle n'appelle pas de réponse. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op 15 juli 2021. | la Cour constitutionnelle, le 15 juillet 2021. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | Le président, |
| F. Daoût | F. Daoût |