Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 69/2021 van 6 mei 2021 Rolnummer 7189 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gest Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 69/2021 van 6 mei 2021 Rolnummer 7189 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gest Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) Extrait de l'arrêt n° 69/2021 du 6 mai 2021 Numéro du rôle : 7189 En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2, alinéa 1 er , 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres publics d'action social La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T. Merc(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 69/2021 van 6 mei 2021 Extrait de l'arrêt n° 69/2021 du 6 mai 2021
Rolnummer 7189 Numéro du rôle : 7189
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, En cause : les questions préjudicielles relatives à l'article 57, § 2,
van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976 organique des centres
voor maatschappelijk welzijn, gesteld door het Arbeidshof te Luik, publics d'action sociale, posées par la Cour du travail de Liège,
afdeling Luik. division de Liège.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges T.
rechters T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman, M. Pâques,
Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, bijgestaan door de Y. Kherbache et T. Detienne, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux,
griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, présidée par le président F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
Bij arrest van 17 mei 2019, waarvan de expeditie ter griffie van het Par arrêt du 17 mai 2019, dont l'expédition est parvenue au greffe de
Hof is ingekomen op 24 mei 2019, heeft het Arbeidshof te Luik, la Cour le 24 mai 2019, la Cour du travail de Liège, division de
afdeling Luik, de volgende prejudiciële vragen gesteld : Liège, a posé les questions préjudicielles suivantes :
« 1. Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet van
8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk « 1. L'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976
welzijn de artikelen 10 en 11, 22 en 23 van de Grondwet, in zoverre het een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft, ouder is van een meerderjarig kind met wie hij samenwoont en aan wie hij sedert verscheidene jaren zijn materiële en morele steun verleent wegens het feit dat het genoemde kind sinds zijn minderjarigheid is getroffen door een ernstige ziekte waarvan is erkend dat zij een absolute medische onmogelijkheid uitmaakt om gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten waarvan hun kennis is gegeven, [...] ontzegt, terwijl de aanwezigheid van die ouder bij zijn kind door het medisch korps onontbeerlijk wordt geacht wegens de kwetsbaarheid die voortvloeit uit zijn gezondheidstoestand (recidiverende drepanocytaire crisissen en noodzaak van een chirurgische ingreep teneinde verlamming te vermijden) ? 2. In geval van een ontkennend antwoord op de hierboven geformuleerde vraag : Schendt artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke wet organique des centres publics d'action sociale, viole-t-il les articles 10 et 11, 22 et 23 de la Constitution, en ce qu'il prive un étranger en séjour illégal, parent d'un enfant majeur avec lequel il cohabite et lui assure depuis plusieurs années son soutien matériel et moral du fait que ledit enfant est atteint, depuis sa minorité, d'une maladie grave reconnue comme étant constitutive d'une impossibilité médicale absolue d'obtempérer à l'ordre de quitter le territoire qui leur a été notifié, alors que la présence de ce parent auprès de son enfant majeur est jugée indispensable par le corps médical en raison de la vulnérabilité découlant de son état de santé (crises drépanocytaires récidivantes et nécessité d'une intervention chirurgicale en vue d'éviter la paralysie) ? 2. En cas de réponse négative à la question énoncée ci-dessus,
van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk l'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8 juillet 1976
organique des centres publics d'action sociale, viole-t-il l'article
welzijn artikel 22 van de Grondwet, geïnterpreteerd in de in het 22 de la Constitution, interprété dans le sens retenu par l'arrêt
arrest Abdida in aanmerking genomen zin, Abdida,
- enerzijds, in het licht van de artikelen 7 en 12 [lees : 21] van het - d'une part, à la lumière des articles 7 et 12 [lire : 21] de la
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, waarvan het eerste Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne garantissant, le
aan eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn premier, à toute personne le droit au respect de sa vie privée et
familie- en gezinsleven waarborgt en het tweede iedere discriminatie familiale, et le second prohibant toute discrimination fondée sur
op grond van leeftijd verbiedt, l'âge,
- en, anderzijds, in het licht van de artikelen 5 en 13 van de - et d'autre part, des articles 5 et 13 de la directive 2008/115/CE,
richtlijn 2008/115/EG, gelezen in het licht van de artikelen 19, lid 2, en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, alsook in het licht van artikel 14, lid 1, b), van die richtlijn, in zoverre het een vreemdeling, onderdaan van een derde Staat, die illegaal op het grondgebied van een lidstaat verblijft en vader is van een minderjarig kind dat de leeftijd van de meerderjarigheid heeft bereikt tijdens de uitoefening van het beroep tot nietigverklaring en tot schorsing dat hij uit persoonlijke naam en als vertegenwoordiger van dat toen nog minderjarige kind heeft ingediend tegen een beslissing waarin hun het bevel werd gegeven het grondgebied van een lidstaat te verlaten, elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt, terwijl, enerzijds, het genoemde, thans meerderjarige kind sinds zijn minderjarigheid is getroffen door lus à la lumière des articles 19, § 2, et 47 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, ainsi que de l'article 14, § 1er, b), de cette directive, en ce qu'il prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente un étranger ressortissant d'un Etat tiers, en séjour illégal sur le territoire d'un Etat membre et père d'un enfant mineur ayant atteint l'âge de la majorité durant l'exercice du recours en annulation et suspension qu'il a introduit, en son nom personnel et de représentant de cet enfant alors encore mineur, contre une décision leur ayant ordonné de quitter le territoire d'un Etat membre, alors
een ernstige ziekte waarbij het door de uitvoering van die beslissing que, d'une part, ledit enfant aujourd'hui majeur est atteint, depuis
kan worden blootgesteld aan een ernstig risico dat de ziekte op sa minorité d'une maladie grave que l'exécution de cette décision est
ernstige en onomkeerbare wijze verslechtert en terwijl, anderzijds, de susceptible d'exposer à un risque sérieux de détérioration grave et
aanwezigheid van die ouder bij dat meerderjarige kind door het medisch irréversible et que, d'autre part, la présence de ce parent auprès de
korps onontbeerlijk wordt geacht wegens diens kwetsbaarheid die cet enfant majeur est jugée indispensable par le corps médical en
voortvloeit uit zijn gezondheidstoestand (recidiverende drepanocytaire raison de sa vulnérabilité découlant de son état de santé (crises
crisissen en noodzaak van een chirurgische ingreep teneinde verlamming drépanocytaires récidivantes et nécessité d'une intervention
te vermijden) ? ». chirurgicale en vue d'éviter la paralysie) ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1.1. Aan het Hof worden twee prejudiciële vragen gesteld over de B.1.1. Par deux questions préjudicielles, la Cour est interrogée sur
bestaanbaarheid van artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, van de organieke la compatibilité de l'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 8
wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor juillet 1976 organique des centres publics d'action sociale avec les
maatschappelijke welzijn, met de artikelen 10, 11, 22 en 23 van de articles 10, 11, 22 et 23 de la Constitution, lus à la lumière des
Grondwet, gelezen in het licht van de artikelen 7, 12, 19, § 2, en 47 articles 7, 12, 19, § 2, et 47 de la Charte des droits fondamentaux de
van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en van de
artikelen 5, 13 en 14, § 1, b), van de richtlijn 2008/115/EG van het l'Union européenne et des articles 5, 13 et 14, § 1er, b), de la
Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 « over directive 2008/115/CE du Parlement européen et du Conseil du 16
gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de décembre 2008 « relative aux normes et procédures communes applicables
terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun dans les Etats membres au retour des ressortissants de pays tiers en
grondgebied verblijven ». séjour irrégulier ».
Het voormelde artikel 57, § 2, eerste lid, 1°, bepaalt : L'article 57, § 2, alinéa 1er, 1°, précité énonce :
« In afwijking van de andere bepalingen van deze wet, is de taak van « Par dérogation aux autres dispositions de la présente loi, la
het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn beperkt tot : mission du centre public d'action sociale se limite à :
1° het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft ». B.1.2. Met de eerste prejudiciële vraag wenst de verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de voormelde referentienormen, in zoverre zij elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt aan een vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft en die de ouder is van een meerderjarig kind met wie hij samenwoont en dat volledig van hem afhankelijk is wegens een ernstige ziekte waaraan dat kind lijdt en die het onmogelijk maakt om gevolg te geven aan het bevel om het grondgebied te verlaten dat op hen betrekking heeft. Met de tweede prejudiciële vraag verzoekt de verwijzende rechter het Hof om zich uit te spreken over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de voormelde referentienormen, in zoverre zij elke andere maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp ontzegt aan een vreemdeling die illegaal op het grondgebied verblijft en die de ouder is van een kind dat getroffen is door een ernstige ziekte die het onmogelijk maakt om gevolg te geven aan een bevel om het grondgebied te verlaten waarvan hun kennis is gegeven, dat volledig afhankelijk is van zijn ouder en dat meerderjarig is geworden gedurende de behandeling van het beroep tot nietigverklaring en van de vordering tot schorsing die werden ingesteld tegen dat bevel om het grondgebied te verlaten. 1° l'octroi de l'aide médicale urgente, à l'égard d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume ». B.1.2. Par la première question préjudicielle, le juge a quo demande si la disposition en cause est compatible avec les normes de référence précitées, en ce qu'elle prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente l'étranger en séjour illégal parent d'un enfant majeur avec lequel il cohabite et qui est entièrement dépendant de lui en raison d'une maladie grave dont il est atteint et qui rend impossible l'exécution de l'ordre de quitter le territoire les concernant. Par la seconde question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour de se prononcer sur la compatibilité de la disposition en cause avec les normes de référence précitées, en ce qu'elle prive de toute aide sociale autre que l'aide médicale urgente l'étranger en séjour illégal parent d'un enfant qui est atteint d'une maladie grave rendant impossible l'exécution d'un ordre de quitter le territoire leur ayant été notifié, qui est entièrement dépendant de son parent et qui est devenu majeur au cours du traitement du recours en annulation et de la demande en suspension introduits contre cet ordre de quitter le territoire.
B.2. Gelijktijdig met die prejudiciële vragen aan het Hof heeft de B.2. Parallèlement à ces questions préjudicielles qu'il a adressées à
verwijzende rechter een prejudiciële vraag gesteld aan het Hof van la Cour, le juge a quo a posé une question préjudicielle à la Cour de
Justitie van de Europese Unie. Bij zijn arrest van 30 september 2020 justice de l'Union européenne. Par son arrêt du 30 septembre 2020 en
in zake LM t. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van cause de LM c. Centre public d'action sociale de Seraing (C-402/19),
Seraing (C-402/19), oordeelde het Hof van Justitie : la Cour de justice de l'Union européenne a jugé :
« De artikelen 5, 13 en 14 van richtlijn 2008/115/EG van het Europees « Les articles 5, 13 et 14 de la directive 2008/115/CE du Parlement
Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke européen et du Conseil, du 16 décembre 2008, relative aux normes et
normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen procédures communes applicables dans les Etats membres au retour des
van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, gelezen ressortissants de pays tiers en séjour irrégulier, lus à la lumière de
in het licht van artikel 7, artikel 19, lid 2, en de artikelen 21 en l'article 7, de l'article 19, paragraphe 2, ainsi que des articles 21
47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten et 47 de la charte des droits fondamentaux de l'Union européenne,
aldus worden uitgelegd dat zij zich verzetten tegen een nationale doivent être interprétés en ce sens qu'ils s'opposent à une
wettelijke regeling die niet bepaalt dat er in de mate van het législation nationale qui ne prévoit pas la prise en charge, dans la
mogelijke wordt voorzien in de elementaire levensbehoeften van een mesure du possible, des besoins de base d'un ressortissant d'un pays
derdelander, wanneer : tiers lorsque :
- deze derdelander beroep heeft ingesteld tegen een jegens hem genomen - celui-ci a exercé un recours contre une décision de retour prise à
terugkeerbesluit; son égard;
- het meerderjarige kind van deze derdelander aan een ernstige ziekte - l'enfant majeur de ce ressortissant d'un pays tiers est atteint
lijdt; d'une grave maladie;
- de aanwezigheid van die derdelander bij dit meerderjarige kind - la présence dudit ressortissant d'un pays tiers auprès de cet enfant
onmisbaar is; majeur est indispensable;
- er namens dat meerderjarige kind beroep is ingesteld tegen een - un recours a été exercé pour le compte dudit enfant majeur contre
jegens hem genomen terugkeerbesluit, waarvan de uitvoering voor dat une décision de retour prise à son égard et dont l'exécution serait
kind een ernstig risico inhoudt dat zijn gezondheidstoestand op susceptible d'exposer ce dernier à un risque sérieux de détérioration
ernstige en onomkeerbare wijze verslechtert, en grave et irréversible de son état de santé, et que
- die derdelander niet over de middelen beschikt om in zijn eigen - le même ressortissant d'un pays tiers est dépourvu des moyens lui
onderhoud te voorzien ». permettant de pourvoir lui-même à ses besoins ».
B.3. Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat de Dienst B.3. Il ressort de la décision de renvoi que, le 25 février 2016,
Vreemdelingenzaken op 25 februari 2016 aan D. L.M., appellant voor de l'Office des étrangers a notifié à D. L.M., partie appelante devant le
verwijzende rechter, kennis heeft gegeven van de beslissing van 9 juge a quo, la décision du 9 février 2016 de refus de la demande
februari 2016 waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf die hij d'autorisation de séjour qu'il avait introduite pour lui-même et pour
voor hemzelf en zijn dochter had ingediend werd geweigerd op grond van
artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 « betreffende de toegang sa fille sur la base de l'article 9ter de la loi du 15 décembre 1980 «
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement
vreemdelingen », nadat die aanvraag op 6 maart 2013 ontvankelijk werd des étrangers », après que cette demande avait été déclarée recevable
verklaard. le 6 mars 2013.
De kennisgeving ging gepaard met een bevel om binnen een termijn van La notification était assortie d'un ordre de quitter le territoire
30 dagen het grondgebied te verlaten. Het OCMW van Seraing is ervan dans les 30 jours. Le CPAS de Seraing a considéré qu'après
uitgegaan dat D. L.M. na het verstrijken van die termijn, op 26 maart l'expiration de ce délai, soit le 26 mars 2016, D. L.M. était en
2016, illegaal in het Rijk verbleef, en dat hem daardoor, séjour illégal dans le Royaume et qu'aucune aide sociale autre que
overeenkomstig de in het geding zijnde bepaling, geen andere l'aide médicale urgente ne pouvait dès lors lui être octroyée,
maatschappelijke dienstverlening dan dringende medische hulp kon conformément à la disposition en cause.
worden verleend.
B.4. Bij vonnis van 16 april 2018 heeft de Arbeidsrechtbank te Luik B.4. Par un jugement du 16 avril 2018, le Tribunal du travail de Liège
het OCMW van Seraing ertoe veroordeeld aan D. L.M. maatschappelijke a condamné le CPAS de Seraing au paiement à D. L.M. d'une aide sociale
dienstverlening toe te kennen die gelijkwaardig is aan het leefloon
van een persoon die leeft met een minderjarig kind ten laste, vanaf 26 équivalente au revenu d'intégration d'une personne vivant avec un
maart 2016 en tot de dag van de meerderjarigheid van de dochter van D. enfant mineur à charge, à partir du 26 mars 2016 et jusqu'au jour de
L.M., te weten op 11 april 2017. De Arbeidsrechtbank verwees daarbij la majorité de la fille de D. L.M., à savoir le 11 avril 2017. A cet
égard, le Tribunal du travail s'est référé à l'arrêt de la Cour de
naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 justice de l'Union européenne du 18 décembre 2014 dans l'affaire
december 2014 in zake Abdida (C-562/13). Abdida (C-562/13).
D. L.M. heeft tegen dat vonnis hoger beroep ingesteld bij de D. L.M. a interjeté appel de ce jugement devant le juge a quo, en ce
verwijzende rechter, voor zover de gevorderde maatschappelijke
dienstverlening hem niet werd toegekend vanaf 11 april 2017, zijnde de que l'aide sociale réclamée ne lui a pas été octroyée à partir du 11
dag van de meerderjarigheid van zijn dochter. avril 2017, à savoir le jour de la majorité de sa fille.
B.5. Bij zijn arrest nr. 227.370 van 11 oktober 2019 heeft de Raad B.5. Par son arrêt n° 227.370 du 11 octobre 2019, le Conseil du
voor Vreemdelingenbetwistingen de in B.3 vermelde beslissing van de contentieux des étrangers a annulé la décision de l'Office des
Dienst Vreemdelingenzaken van 9 februari 2016 vernietigd. Door de étrangers du 9 février 2016 mentionnée en B.3. Du fait de la
terugwerkende kracht van dat arrest werd D. L.M., wat zijn rétroactivité de cet arrêt, D. L.M. est dès lors rétabli, en ce qui
verblijfsstatuut betreft, dan ook teruggeplaatst in de situatie van concerne son statut de séjour, dans la situation antérieure à la
vóór de weigeringsbeslissing van 9 februari 2016, waarbij de Dienst décision de refus du 9 février 2016, par laquelle l'Office des
Vreemdelingenzaken de aanvraag om machtiging tot verblijf ontvankelijk étrangers avait déclaré la demande d'autorisation de séjour recevable,
had verklaard zonder evenwel daarover een definitieve beslissing te sans toutefois prendre encore une décision définitive à ce sujet, de
nemen, zodat D. L.M. aldus - zolang zijn aanvraag hangende was - moest sorte que D. L.M. devait donc être considéré - tant que sa demande
était pendante - comme séjournant légalement dans le Royaume. Selon
worden beschouwd legaal in het Rijk te verblijven. Volgens de les informations communiquées par le Conseil des ministres à la
informatie die de Ministerraad op verzoek van het Hof heeft verstrekt, demande de la Cour, D. L.M. et sa fille ont obtenu un droit de séjour
hebben D. L.M. en zijn dochter op 4 mei 2020 een definitief définitif le 4 mai 2020 et se sont vu délivrer une carte de séjour B
verblijfsrecht verkregen, en werd hen op 23 juni 2020 een le 23 juin 2020.
verblijfskaart B afgeleverd.
Het blijkt dus niet dat D. L.M. illegaal in het Rijk heeft verbleven Il n'apparaît donc pas que D. L.M. ait séjourné illégalement dans le
gedurende de periode die verstreken is sinds 11 april 2017, waarvoor Royaume pendant la période qui s'est écoulée depuis le 11 avril 2017,
hij maatschappelijke dienstverlening eist in het bodemgeschil. pour laquelle il réclame une aide sociale dans le litige au fond.
B.6. In die omstandigheden blijkt niet dat de in het geding zijnde B.6. Dans ces circonstances, il n'apparaît pas que la disposition en
bepaling, die de maatschappelijke dienstverlening beperkt tot het cause, qui limite l'aide sociale à l'octroi de l'aide médicale urgente
verlenen van dringende medische hulp ten aanzien van « een vreemdeling à l'égard « d'un étranger qui séjourne illégalement dans le Royaume »,
die illegaal in het Rijk verblijft », nog van toepassing kan zijn op
het bodemgeschil, noch dat het antwoord van het Hof op de prejudiciële puisse encore être applicable au litige au fond, ni que la réponse de
vragen nog nuttig is voor de oplossing van het geschil voor de la Cour aux questions préjudicielles soit encore utile à la solution
verwijzende rechter. du litige devant le juge a quo.
B.7. De zaak dient te worden teruggezonden naar de verwijzende B.7. Il y a lieu de renvoyer l'affaire devant le juge a quo, afin
rechter, opdat hij nagaat of de prejudiciële vragen, gelet op hetgeen qu'il vérifie si, compte tenu de ce qui est dit en B.5 et en B.6, les
is vermeld in B.5 en B.6, nog een antwoord behoeven. questions préjudicielles appellent encore une réponse.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. renvoie l'affaire au juge a quo.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 6 mei 2021. la Cour constitutionnelle, le 6 mai 2021.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
F. Daoût F. Daoût
^