← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 25/2021 van 25 februari 2021 Rolnummers 7116 en 7117 In
zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van internationaal
privaatrecht, gesteld door de Rechtbank van eerste Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 25/2021 van 25 februari 2021 Rolnummers 7116 en 7117 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van internationaal privaatrecht, gesteld door de Rechtbank van eerste Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de rechters (...) | Extrait de l'arrêt n° 25/2021 du 25 février 2021 Numéros du rôle : 7116 et 7117 En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 3, § 3, et 37 du Code de droit international privé, posées par le Tribunal de première instanc La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P. M(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 25/2021 van 25 februari 2021 | Extrait de l'arrêt n° 25/2021 du 25 février 2021 |
Rolnummers 7116 en 7117 | Numéros du rôle : 7116 et 7117 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 3, § 3, en | En cause : les questions préjudicielles relatives aux articles 3, § 3, |
37 van het Wetboek van internationaal privaatrecht, gesteld door de | et 37 du Code de droit international privé, posées par le Tribunal de |
Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Verviers. | première instance de Liège, division Verviers. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, en de | composée des présidents F. Daoût et L. Lavrysen, et des juges J.-P. |
rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. | Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
Leysen, J. Moerman, M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de | Moerman, M. Pâques et Y. Kherbache, assistée du greffier F. |
griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. | Meersschaut, présidée par le président F. Daoût, |
Daoût, wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Objet des questions préjudicielles et procédure |
Bij twee vonnissen van 4 februari 2019, waarvan de expedities ter | Par deux jugements du 4 février 2019, dont les expéditions sont |
griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 februari 2019, heeft de | parvenues au greffe de la Cour le 7 février 2019, le tribunal de la |
familierechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling | famille du Tribunal de première instance de Liège, division Verviers, |
Verviers, telkens de volgende prejudiciële vraag gesteld : | a posé à chaque fois la question préjudicielle suivante : |
« Schenden de artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van | « Les articles 3, § 3, et 37 du Code de droit international privé |
internationaal privaatrecht de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, | violent-ils les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, combinés |
in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 het Europees Verdrag | avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des droits de |
voor de rechten van de mens, in zoverre het kind van Somalische | |
afkomst dat vluchteling is en dat in België is geboren uit gehuwde | l'homme, en ce que l'enfant réfugié d'origine somalienne né en |
ouders die eveneens vluchtelingen zijn, niet de juridische | Belgique de parents également réfugiés et mariés n'a pas la |
mogelijkheid heeft om dezelfde naam te dragen als zijn oudere broers | possibilité juridique de porter le même nom que ses frères et soeurs |
en zussen die in Somalië uit dezelfde gehuwde ouders zijn geboren, | aînés nés en Somalie des mêmes parents mariés sauf à recourir à une |
tenzij een beroep wordt gedaan op een administratieve procedure voor | |
de minister van Justitie, zonder de zekerheid dat die procedure tot | procédure administrative devant le Ministre de la Justice sans la |
een goed einde wordt gebracht, met de kostprijs die zij met zich | certitude qu'elle aboutisse avec le coût qu'elle entraîne, le temps |
meebrengt, de verloren tijd en de mogelijke hinder van twee | perdu ainsi que les éventuels désagréments de deux changements de noms |
opeenvolgende naamsveranderingen ? ». | successifs ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7116 en 7117 van de rol van | Ces affaires, inscrites sous les numéros 7116 et 7117 du rôle de la |
het Hof, werden samengevoegd. | Cour, ont été jointes. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 3, § 3, van het Wetboek van internationaal privaatrecht | B.1. L'article 3, § 3, du Code de droit international privé dispose : |
bepaalt : « De verwijzingen in deze wet naar de nationaliteit van een | « Toute référence faite par la présente loi à la nationalité d'une |
natuurlijke persoon die krachtens de wet of internationale verdragen | personne physique qui a la qualité d'apatride ou de réfugié en vertu |
die België binden de hoedanigheid van staatloze of vluchteling heeft, | de la loi ou de traités internationaux liant la Belgique, est |
worden vervangen door een verwijzing naar de gewone verblijfplaats ». | remplacée par une référence à la résidence habituelle ». |
Artikel 37 van het Wetboek van internationaal privaatrecht, in de versie die van toepassing is op de voor de verwijzende rechter hangende zaken, bepaalt : « De vaststelling van de naam en de voornamen van een persoon wordt beheerst door het recht van de Staat waarvan die persoon de nationaliteit heeft. De gevolgen van een nationaliteitsverandering op de naam en de voornamen van een persoon worden beheerst door het recht van de Staat van zijn nieuwe nationaliteit ». B.2. De verwijzende rechter stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met het | L'article 37 du Code de droit international privé, dans sa version applicable aux affaires pendantes devant le juge a quo, dispose : « La détermination du nom et des prénoms d'une personne est régie par le droit de l'Etat dont cette personne a la nationalité. L'effet d'un changement de nationalité sur le nom et les prénoms d'une personne est régi par le droit de l'Etat de sa nouvelle nationalité ». B.2. Le juge a quo interroge la Cour sur la compatibilité des dispositions en cause avec le principe d'égalité et de |
beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie (artikelen 10 en 11 van | non-discrimination (articles 10 et 11 de la Constitution, lus en |
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 14 van het Europees | combinaison avec l'article 14 de la Convention européenne des droits |
Verdrag voor de rechten van de mens) en met het recht op eerbiediging | de l'homme) et avec le droit au respect de la vie privée et familiale |
van het privé- en gezinsleven (artikel 22 van de Grondwet, in | (article 22 de la Constitution, lu en combinaison avec l'article 8 de |
samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | |
rechten van de mens). | |
Het Hof onderzoekt eerst de bestaanbaarheid van de in het geding | la Convention européenne des droits de l'homme). |
zijnde bepalingen met het beginsel van gelijkheid en | La Cour examine d'abord la compatibilité des dispositions en cause |
niet-discriminatie, en vervolgens de bestaanbaarheid ervan met het | avec le principe d'égalité et de non-discrimination, puis leur |
recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven. | compatibilité avec le droit au respect de la vie privée et familiale. |
Ten aanzien van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie | Quant au principe d'égalité et de non-discrimination |
B.3. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het Hof wordt ondervraagd over twee verschillen in behandeling wat betreft het bepalen van het recht dat van toepassing is op de vaststelling van de naam. Ten eerste wordt het Hof verzocht, in het licht van de vaststelling van de naam, de situaties te vergelijken van de kinderen van vreemdelingen, die in België geboren zijn, er hun gewone verblijfplaats hebben en van wie de broers en zussen in hun land van herkomst zijn geboren en er hun naam hebben gekregen overeenkomstig het recht van dat land, naargelang die kinderen al dan niet de vluchtelingenstatus in België genieten. De verwijzende rechter heeft | B.3. Il ressort des motifs de la décision de renvoi que la Cour est interrogée à propos de deux différences de traitement concernant la désignation du droit applicable à la détermination du nom. Premièrement, la Cour est invitée à comparer, au regard de la détermination du nom, les situations des enfants étrangers nés et résidant habituellement en Belgique et dont les frères et soeurs sont nés dans leur pays d'origine et s'y sont vu attribuer leur nom conformément au droit de ce pays, selon que ces enfants bénéficient ou non du statut de réfugié en Belgique. Le juge a quo s'interroge sur la |
vragen bij de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen | compatibilité des dispositions en cause avec le principe d'égalité et |
met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre zij | de non-discrimination en ce qu'elles prévoient que, parmi ces enfants, |
bepalen dat wat die kinderen betreft alleen voor de kinderen die niet | seuls ceux qui ne bénéficient pas du statut de réfugié se voient |
de vluchtelingenstatus genieten het recht van de Staat van hun | appliquer le droit de l'Etat de leur nationalité, ce qui leur permet |
nationaliteit geldt, waardoor hun dezelfde naam als die van hun broers | de se voir attribuer le même nom que leurs frères et soeurs nés dans |
en zussen die in hun land van herkomst zijn geboren kan worden | leur pays d'origine, tandis que ceux qui bénéficient du statut de |
toegekend, terwijl voor de kinderen die wel de vluchtelingenstatus | réfugié se voient, quant à eux, appliquer le droit de l'Etat de leur |
genieten het recht van de Staat van hun gewone verblijfplaats geldt, | résidence habituelle, ce qui ne leur permet pas nécessairement de se |
waardoor hun niet noodzakelijk dezelfde naam als die van hun broers en | voir attribuer le même nom que leurs frères et soeurs nés dans leur |
zussen die in hun land van herkomst zijn geboren kan worden toegekend. | pays d'origine. |
Ten tweede wordt het Hof verzocht, in het licht van de vaststelling | Deuxièmement, la Cour est invitée à comparer, au regard de la |
van de naam, de situaties te vergelijken van vreemde broers en zussen, | détermination du nom, les situations de frères et soeurs étrangers, |
naargelang zij geboren zijn in hun land van herkomst zonder in dat | selon qu'ils sont nés dans leur pays d'origine sans bénéficier alors |
geval de vluchtelingenstatus in België te genieten, dan wel geboren | du statut de réfugié en Belgique ou qu'ils sont nés en Belgique en y |
zijn in België en er de vluchtelingenstatus genieten. De verwijzende rechter heeft vragen bij de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepalingen met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie in zoverre zij tot gevolg hebben dat de naam van de eerstgenoemden wordt vastgesteld overeenkomstig het recht van hun land van herkomst, terwijl de naam van de laatstgenoemden wordt vastgesteld overeenkomstig het Belgische recht, zodat die broers en zussen niet noodzakelijk dezelfde naam dragen. Het Hof onderzoekt die twee verschillen in behandeling samen. B.4. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van | bénéficiant du statut de réfugié. Le juge a quo s'interroge sur la compatibilité des dispositions en cause avec le principe d'égalité et de non-discrimination en ce qu'elles ont pour effet que le nom des premiers est déterminé conformément au droit de leur pays d'origine, tandis que le nom des seconds est déterminé conformément au droit belge, de sorte que ces frères et soeurs ne portent pas nécessairement le même nom. La Cour examine ensemble ces deux différences de traitement. B.4. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et qu'elle soit raisonnablement justifiée. L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la nature des principes en cause; le principe d'égalité et de |
gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat | non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas |
er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de | de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés |
aangewende middelen en het beoogde doel. | et le but visé. |
B.5. Ten aanzien van twee situaties waarvan minstens één wordt | B.5. En présence de deux situations dont l'une au moins se caractérise |
gekenmerkt door een element van vreemdelingschap dat de toepassing van een bepaling van het Wetboek van internationaal privaatrecht vereist om te bepalen welk nationaal recht toepasselijk is, is het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing, op elk van die twee situaties, van verschillende regels naar gelang van het nationale recht waaronder zij vallen, op zich niet discriminerend. Het komt het Hof evenwel toe te onderzoeken of de aanknopingsfactor waarin een bepaling van het Wetboek van internationaal privaatrecht voorziet teneinde te bepalen welk nationaal recht toepasselijk is, redelijk verantwoord is in het licht van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Bovendien komt het het Hof eveneens toe te onderzoeken of een verschil in behandeling tussen twee categorieën van personen, zoals die van een vreemdeling die de vluchtelingenstatus geniet en die van een vreemdeling welke die status niet geniet, met betrekking tot de aanknopingsfactor die van toepassing is op eenzelfde kwestie - zoals de vaststelling van de naam -, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie al dan niet in acht neemt. B.6. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever, door | par un élément d'extranéité nécessitant d'appliquer une disposition du Code de droit international privé pour déterminer le droit national applicable, la différence de traitement résultant de l'application à chacune de ces deux situations de règles différentes suivant le droit national dont elles relèvent n'est pas en soi discriminatoire. Il appartient toutefois à la Cour d'examiner si le facteur de rattachement prévu par une disposition du Code de droit international privé pour désigner le droit national applicable est raisonnablement justifié au regard du principe d'égalité et de non-discrimination. En outre, il appartient également à la Cour d'examiner si une différence de traitement entre deux catégories de personnes, telles celle d'un étranger bénéficiant du statut de réfugié et celle d'un étranger ne bénéficiant pas de ce statut, portant sur le facteur de rattachement applicable à une même question, telle la détermination du nom, respecte ou non le principe d'égalité et de non-discrimination. B.6. Il ressort des travaux préparatoires qu'en prévoyant à l'article |
in artikel 37 van het Wetboek van internationaal privaatrecht te | 37 du Code de droit international privé que la détermination du nom |
bepalen dat de vaststelling van de naam van een persoon in principe | d'une personne est par principe régie par le droit de l'Etat de sa |
wordt beheerst door het recht van de Staat waarvan die persoon de | nationalité, le législateur a entendu codifier la solution qui |
nationaliteit heeft, de oplossing wilde codificeren die van toepassing | |
was vóór de aanneming van dat Wetboek : | s'appliquait avant l'adoption de ce Code : |
« Het wetboek bevestigt het beginsel van de toepassing van de | « Le code consacre le principe de l'application de la loi de la |
nationale wet op de naam en de voornamen. De bestaande oplossing, | nationalité au nom et aux prénoms. Il confirme ainsi la solution |
gegrond op artikel 3 van het Burgerlijk Wetboek, wordt op die manier | existante, qui repose sur l'article 3 du Code civil. |
bekrachtigd. Die categorie heeft eveneens betrekking op de toekenning van titels | Cette catégorie recouvre aussi l'attribution de titres liés au nom » |
verbonden aan de naam » (Parl. St., Senaat, B.Z. 2003, nr. 3-27/1, p. | (Doc. parl., Sénat, S.E. 2003, n° 3-27/1, p. 67). |
67). In de commissie bevestigde de minister van Justitie dat die bepaling | En commission, la ministre de la Justice a confirmé que cette |
een codificatie van het bestaande recht was : | disposition constituait une codification du droit existant : |
« De minister bevestigt dat deze afdeling van het wetboek de huidige | « La ministre confirme que cette section du code ne bouleverse pas |
jurisprudentie niet op zijn kop zet. De bestaande situatie wordt | l'ordonnancement juridique applicable actuellement. C'est une |
gecodificeerd » (Parl. St., Senaat, 2003-2004, nr. 3-27/7, p. 85). | véritable codification de la situation existante » (Doc. parl., Sénat, 2003-2004, n° 3-27/7, p. 85). |
De toepassing van de nationaliteit als aanknopingsfactor om het recht | L'application de la nationalité comme facteur de rattachement pour |
te bepalen dat van toepassing is op de vaststelling van de naam van | désigner le droit applicable à la détermination du nom d'une personne |
een persoon, is niet zonder redelijke verantwoording. | n'est pas dépourvue de justification raisonnable. |
B.7.1. De verwijzingen in het Wetboek van internationaal privaatrecht | B.7.1. En vertu de son article 3, § 3, toute référence faite par le |
naar de nationaliteit van een persoon die de vluchtelingenstatus | Code de droit international privé à la nationalité d'une personne |
geniet, worden, krachtens artikel 3, § 3, ervan, vervangen door de | bénéficiant du statut de réfugié est remplacée par la référence à sa |
verwijzing naar diens gewone verblijfplaats. | résidence habituelle. |
Uit de gecombineerde toepassing van de artikelen 3, § 3, en 37 van het | Il résulte de l'application combinée des articles 3, § 3, et 37 du |
Wetboek van internationaal privaatrecht volgt dat de vaststelling van | Code de droit international privé que la détermination du nom d'un |
de naam van een vreemdeling die de vluchtelingenstatus geniet, wordt | étranger bénéficiant du statut de réfugié est régie par le droit de |
beheerst door het recht van de Staat van diens gewone verblijfplaats. | l'Etat de sa résidence habituelle. |
B.7.2. Zoals in de parlementaire voorbereiding van artikel 3, § 3, van | B.7.2. Comme le précisent les travaux préparatoires relatifs à |
het Wetboek van internationaal privaatrecht wordt gepreciseerd, is de | l'article 3, § 3, du Code de droit international privé, l'application |
toepassing, op de vreemdelingen die de vluchtelingenstatus genieten, | aux étrangers bénéficiant du statut de réfugié du droit de l'Etat de |
van het recht van de Staat waar zij hun gewone verblijfplaats hebben, | leur résidence habituelle pour les matières concernant le droit de la |
voor de aangelegenheden omtrent het personen- en familierecht, | personne et de la famille est prévue par la Convention de Genève du 28 |
vastgelegd in het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de | juillet 1951 relative au statut des réfugiés, qui a été ratifiée par |
status van vluchtelingen, dat door België werd geratificeerd : | la Belgique : |
« Door België geratificeerde internationale verdragen onderwerpen de | « Les conventions internationales ratifiées par la Belgique soumettent |
vluchtelingen (Verdrag van Genève van 28 juli 1951, artikel 12) en | les réfugiés (Convention de Genève du 28 juillet 1951, art. 12) et les |
staatlozen (Verdrag van New York van 28 september 1954, artikel 12) | apatrides (Convention de New York du 28 septembre 1954, art. 12) à la |
aan de wet van hun woonplaats en, bij gebreke daaraan, aan de wet van | loi du domicile et, à défaut, à la loi de la résidence habituelle. Le |
hun gewone verblijfplaats. Het wetboek kan niet van die verdragen | code ne saurait déroger à ces Conventions. Celles-ci limitent |
afwijken. Die verdragen beperken deze oplossing evenwel tot de vragen | cependant cette solution aux matières concernant le droit de la |
omtrent het personen- en familierecht. Het wetboek voert daarom een | personne et de la famille. C'est pourquoi le code introduit une |
bepaling in die deze oplossing bevestigt voor de gevallen waarin het | disposition confirmant cette solution, pour les cas où le critère de |
criterium betreffende de nationaliteit buiten deze materies voorkomt, | la nationalité apparaît en dehors de ces matières, comme en matière de |
zoals bij erfopvolging. Voor deze bepaling is het wenselijk gebleken | successions. Pour cette disposition, il a paru préférable de ne pas |
niet de woonplaats als factor in acht te nemen maar alleen de gewone | retenir le facteur du domicile mais d'utiliser uniquement, comme |
verblijfplaats als subsidiaire factor. Met betrekking tot het | facteur subsidiaire, la résidence habituelle. En effet, pour la |
conflictenrecht wordt in het wetboek immers de voorkeur gegeven aan | matière des conflits de lois, c'est ce critère que le code retient de |
dit laatste criterium boven dat van de woonplaats » (Parl. St., | préférence à celui du domicile » (Doc. parl., Sénat, S.E. 2003, n° |
Senaat, B.Z. 2003, nr. 3-27/1, pp. 27-28). | 3-27/1, pp. 27-28). |
Artikel 12 van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 bepaalt immers | L'article 12 de la Convention de Genève du 28 juillet 1951 dispose en |
: | effet : |
« 1. De persoonlijke staat van een vluchteling wordt beheerst bij de wet van het land van zijn woonplaats, of, indien hij geen woonplaats heeft, van het land van zijn verblijf. 2. De rechten welke een vluchteling vroeger heeft verkregen en welke uit de persoonlijke staat voortvloeien, in het bijzonder de rechten voortvloeiende uit het huwelijk, zullen door een Verdragsluitende Staat worden geëerbiedigd, behoudens dat, zo nodig, de vluchteling de bij de wet van die Staat vereiste formaliteiten moet vervullen. Deze bepaling is alleen van toepassing op rechten welke bij de wet van die Staat zouden zijn erkend indien de betrokkene geen vluchteling was geworden ». Er dient bijgevolg rekening te worden gehouden met het feit dat | « 1. Le statut personnel de tout réfugié sera régi par la loi du pays de son domicile ou, à défaut de domicile, par la loi du pays de sa résidence. 2. Les droits, précédemment acquis par le réfugié et découlant du statut personnel, et notamment ceux qui résultent du mariage, seront respectés par tout Etat Contractant, sous réserve, le cas échéant, de l'accomplissement des formalités prévues par la législation dudit Etat, étant entendu, toutefois, que le droit en cause doit être de ceux qui auraient été reconnus par la législation dudit Etat si l'intéressé n'était devenu un réfugié ». |
artikel 3, § 3, van het Wetboek van internationaal privaatrecht een | Il convient dès lors de tenir compte du fait que l'article 3, § 3, du |
verbintenis van internationaal recht ten uitvoer legt die België is | Code de droit international privé met en oeuvre un engagement de droit |
aangegaan. | international pris par la Belgique. |
B.7.3. De toepassing van het recht van de Staat van de gewone | B.7.3. L'application du droit de l'Etat de la résidence habituelle, au |
verblijfplaats, in plaats van het recht van de Staat van de | lieu du droit de l'Etat de la nationalité, pour déterminer le nom d'un |
nationaliteit, om de naam vast te stellen van een vreemdeling die de | étranger bénéficiant du statut de réfugié est raisonnablement |
vluchtelingenstatus geniet, is redelijk verantwoord ten opzichte van | |
het feit dat die vreemdeling over het algemeen geen nauwe banden heeft | justifiée au regard du fait que celui-ci n'a généralement pas ou plus |
met zijn Staat van herkomst, of die niet meer heeft. | de liens étroits avec son Etat d'origine. |
B.8. De artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van internationaal privaatrecht zijn bijgevolg bestaanbaar met het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. Ten aanzien van het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven B.9. De verwijzende rechter vraagt zich in essentie af of de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven in zoverre zij tot gevolg hebben dat de twee kinderen die betrokken zijn in de voor hem hangende zaken, die geboren zijn in België, er de vluchtelingenstatus genieten en van wie de naam is vastgesteld overeenkomstig het Belgische recht, niet dezelfde naam hebben als hun broers en zussen, die in Somalië geboren zijn en van wie de naam in dat land is toegekend overeenkomstig het Somalische recht. | B.8. Par conséquent, les articles 3, § 3, et 37 du Code de droit international privé sont compatibles avec le principe d'égalité et de non-discrimination. Quant au droit au respect de la vie privée et familiale B.9. Le juge a quo se demande en substance si les dispositions en cause sont compatibles avec le droit au respect de la vie privée et familiale en ce qu'elles ont pour effet que les deux enfants en cause dans les affaires pendantes devant lui, qui sont nés en Belgique en bénéficiant du statut de réfugié et dont le nom est déterminé conformément au droit belge, n'ont pas le même nom que leurs frères et soeurs, qui sont nés en Somalie et dont le nom a été attribué dans ce pays conformément au droit somalien. |
B.10. De Grondwetgever heeft gestreefd naar een zo groot mogelijke | B.10. Le Constituant a recherché la plus grande concordance possible |
concordantie tussen artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het | entre l'article 22 de la Constitution et l'article 8 de la Convention |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens (Parl. St., Kamer, | européenne des droits de l'homme (Doc. parl., Chambre, 1992-1993, n° |
1992-1993, nr. 997/5, p. 2). | 997/5, p. 2). |
De draagwijdte van dat artikel 8 is analoog aan die van de voormelde | La portée de cet article 8 est analogue à celle de la disposition |
grondwetsbepaling, zodat de waarborgen die beide bepalingen bieden, | constitutionnelle précitée, de sorte que les garanties que fournissent |
een onlosmakelijk geheel vormen. | ces deux dispositions forment un tout indissociable. |
B.11. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 | B.11. Les droits que garantissent l'article 22 de la Constitution et |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme ne sont |
gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van de Grondwet aan | pas absolus. Bien que l'article 22 de la Constitution reconnaisse à |
eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn | chacun le droit au respect de sa vie privée et familiale, cette |
gezinsleven toekent, voegt die bepaling daaraan immers onmiddellijk | |
toe : « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet | disposition ajoute en effet immédiatement : « sauf dans les cas et |
bepaald ». | conditions fixés par la loi ». |
De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het | Les dispositions précitées exigent que toute ingérence des autorités |
recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven wordt | dans le droit au respect de la vie privée et familiale soit prescrite |
voorgeschreven door een voldoende precieze wettelijke bepaling, dat | par une disposition législative, suffisamment précise, qu'elle |
zij beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte en | corresponde à un besoin social impérieux et qu'elle soit proportionnée |
evenredig is met de nagestreefde wettige doelstelling. | à l'objectif légitime poursuivi. |
B.12.1. Ofschoon de naam van een persoon, als bepalend middel tot | B.12.1. Si le nom d'une personne, en tant que moyen déterminant |
identificatie van een persoon en tot uitdrukking van een band met een | d'identification personnelle et de rattachement à une famille, relève |
gezin, tot diens privé- en gezinsleven behoort (EHRM, 7 januari 2014, | de sa vie privée et familiale (CEDH, 7 janvier 2014, Cusan et Fazzo c. |
Cusan en Fazzo t. Italië, § 55), berust de toekenning van de naam in | Italie, § 55), l'attribution de celui-ci repose principalement sur des |
hoofdzaak op overwegingen van sociaal nut. Wat de regeling van de | considérations d'utilité sociale. En matière de réglementation de |
naamgeving betreft, met inbegrip van de aspecten van internationaal | l'attribution du nom, y compris pour les aspects de droit |
privaatrecht, beschikt de wetgever derhalve over een ruime | international privé, le législateur dispose par conséquent d'un |
beoordelingsbevoegdheid, voor zover hij het beginsel van gelijkheid en | pouvoir d'appréciation étendu, pour autant qu'il respecte le principe |
niet-discriminatie, in samenhang gelezen met het recht op eerbiediging | d'égalité et de non-discrimination, lu en combinaison avec le droit au |
van het privé- en gezinsleven, in acht neemt (EHRM, 6 september 2007, | respect de la vie privée et familiale (CEDH, 6 septembre 2007, |
Johansson t. Finland, § 31). | Johansson c. Finlande, § 31). |
B.12.2. Zoals in B.7 is vermeld, is de toepassing van het recht van de | B.12.2. Comme il est dit en B.7, l'application du droit de l'Etat de |
Staat van de gewone verblijfplaats om de naam vast te stellen van een | la résidence habituelle pour déterminer le nom d'un étranger |
vreemdeling die de vluchtelingenstatus geniet, redelijk verantwoord in | bénéficiant du statut de réfugié est raisonnablement justifiée au |
het licht van de internationale verplichtingen van België en het feit | regard des obligations internationales de la Belgique et du fait qu'il |
dat redelijkerwijs kan worden verondersteld dat een vluchteling geen | peut raisonnablement être supposé qu'un réfugié n'a pas ou n'a plus de |
nauwe banden heeft met zijn Staat van herkomst, of die niet meer | liens étroits avec son Etat d'origine. |
heeft. B.12.3. Het loutere feit dat aan een persoon een andere naam wordt | B.12.3. Le simple fait qu'une personne se voit attribuer un nom |
toegekend dan die van zijn broers en zussen, vormt op zich geen | différent de celui de ses frères et soeurs ne constitue pas en soi une |
onevenredige inmenging in het recht op eerbiediging van diens privé- | ingérence disproportionnée dans le droit au respect de sa vie privée |
en gezinsleven, des te minder wanneer het juridische kader dat van | et familiale, d'autant moins lorsque le cadre juridique applicable à |
toepassing is op de vaststelling van de naam van die persoon wordt | la détermination du nom de cette personne est caractérisé par un |
gekenmerkt door een element van vreemdelingschap en dus door de | élément d'extranéité et donc par l'application de règles de droit |
toepassing van regels van internationaal privaatrecht, en wanneer het | international privé et qu'il diffère à cet égard fortement de celui |
in dat opzicht sterk verschilt van het juridische kader dat is | qui a été appliqué, dans un pays étranger et en dehors de tout élément |
toegepast, in een ander land en los van elk element van | d'extranéité, à la détermination du nom de ses frères et soeurs, la |
vreemdelingschap, op de vaststelling van de naam van zijn broers en | seule question de nature à se poser à leur égard étant celle de la |
zussen, waarbij te hunnen aanzien enkel de vraag moet worden gesteld | reconnaissance en Belgique de leur nom attribué à l'étranger. |
of hun in het buitenland toegekende naam in België wordt erkend. | B.12.4. En outre, la question présentement examinée se distingue des |
B.12.4. Bovendien verschilt de voorliggende kwestie van de situaties | situations dans lesquelles une même personne, afin de disposer du même |
waarin eenzelfde persoon, teneinde dezelfde naam te dragen in twee | nom dans deux Etats avec lesquels elle présente un lien de |
Staten waarmee hij een band heeft, in de tweede Staat dezelfde naam | rattachement, souhaite bénéficier dans le second Etat du même nom que |
wenst te dragen als die welke hem in de eerste Staat is toegekend | celui qui lui a été attribué dans le premier Etat (CJCE, grande |
(HvJ, grote kamer, 14 oktober 2008, C-353/06, Grunkin en Paul; EHRM, 5 | chambre, 14 octobre 2008, C-353/06, Grunkin et Paul; CEDH, 5 décembre |
december 2013, Henry Kismoun t. Frankrijk). Te dezen heeft de | 2013, Henry Kismoun c. France). En l'espèce, l'application des |
toepassing van de in het geding zijnde bepalingen niet tot gevolg dat | |
ze afbreuk doet aan de uniciteit van de naam van eenzelfde persoon. | dispositions en cause n'a pas pour effet de porter atteinte à |
B.12.5. Ten slotte zijn de gevolgen van de in het geding zijnde | l'unicité du nom d'une même personne. |
bepalingen des te minder onevenredig daar de artikelen 3, § 3, 36, | B.12.5. Enfin, les effets des dispositions en cause sont d'autant |
tweede lid, en 38 van het Wetboek van internationaal privaatrecht het | moins disproportionnés que les articles 3, § 3, 36, alinéa 2, et 38 du |
mogelijk maken, voor een vreemdeling die in België de | Code de droit international privé permettent à un étranger bénéficiant |
vluchtelingenstatus geniet, om bij de Belgische overheden een | du statut de réfugié en Belgique d'introduire une demande de |
vordering tot naamsverandering in te stellen, waarop de artikelen | changement de nom auprès des autorités belges, à laquelle s'appliquent |
370/3 en volgende van het oude Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn. | les articles 370/3 et suivants de l'ancien Code civil. L'autorité de |
De overheid die met die verandering belast is, zou niet anders kunnen | qui ce changement dépend ne pourrait manquer de considérer comme |
dan het verzoek dat een persoon tot haar richt om dezelfde naam als | sérieuse la demande qu'une personne lui ferait de porter le même nom |
zijn broers en zussen te dragen, als ernstig te beschouwen. | que ses frères et soeurs. |
B.13. De artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van internationaal | B.13. Les articles 3, § 3, et 37 du Code de droit international privé |
privaatrecht zijn bestaanbaar met artikel 22 van de Grondwet, in | sont compatibles avec l'article 22 de la Constitution, lu en |
samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | combinaison avec l'article 8 de la Convention européenne des droits de |
rechten van de mens. | l'homme. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
De artikelen 3, § 3, en 37 van het Wetboek van internationaal | Les articles 3, § 3, et 37 du Code de droit international privé ne |
privaatrecht schenden niet de artikelen 10, 11 en 22 van de Grondwet, | violent pas les articles 10, 11 et 22 de la Constitution, lus en |
in samenhang gelezen met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag | combinaison avec les articles 8 et 14 de la Convention européenne des |
voor de rechten van de mens. | droits de l'homme. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 25 februari 2021. | la Cour constitutionnelle, le 25 février 2021. |
De griffier, De voorzitter, | Le greffier, Le président, |
F. Meersschaut F. Daoût | F. Meersschaut F. Daoût |