← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 102/2020 van 9 juli 2020 Rolnummer : 6942 In zake: het
beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november
2017 « tot wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII v Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 102/2020 van 9 juli 2020 Rolnummer : 6942 In zake: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII v Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) | Extrait de l'arrêt n° 102/2020 du 9 juillet 2020 Numéro du rôle : 6942 En cause: le recours en annulation partielle de l'article 5 du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du D La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 102/2020 van 9 juli 2020 | Extrait de l'arrêt n° 102/2020 du 9 juillet 2020 |
| Rolnummer : 6942 | Numéro du rôle : 6942 |
| In zake: het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 5 van | En cause: le recours en annulation partielle de l'article 5 du décret |
| het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging | de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant l'article |
| van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke | D.IV.99 et le Livre VII du Code du Développement territorial en vue |
| Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot | d'y insérer un article D.VII.1bis instaurant une présomption de |
| invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige | conformité urbanistique pour certaines infractions », introduit par |
| [misdrijven] », ingesteld door Joseph Schütz en Romain Schütz. | Joseph Schütz et Romain Schütz. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. | composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, |
| Lavrysen, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. | J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
| Leysen, J. Moerman en M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. | Moerman et M. Pâques, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée |
| Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, | par le président F. Daoût, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Objet du recours et procédure |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 4 juni 2018 | Par requête adressée à la Cour par lettre recommandée à la poste le 4 |
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 5 juni | juin 2018 et parvenue au greffe le 5 juin 2018, un recours en |
| 2018, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 5 van het | annulation de l'article 5 du décret de la Région wallonne du 16 |
| decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot wijziging van | |
| artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van Ruimtelijke | novembre 2017 « modifiant l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du |
| Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in te voegen tot | Développement territorial en vue d'y insérer un article D.VII.1bis |
| invoering van een stedenbouwkundig conformiteitsvermoeden voor sommige | instaurant une présomption de conformité urbanistique pour certaines |
| [misdrijven] » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 7 | infractions » (publié au Moniteur belge du 7 décembre 2017), en ce |
| december 2017), in zoverre het een artikel D.VII.1, § 2/2, in het | qu'il insère un article D.VII.1, § 2/2, dans le Code du Développement |
| Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling invoegt, door Joseph Schütz en Romain Schütz. | territorial, a été introduit par Joseph Schütz et Romain Schütz. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. En droit |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de bestreden bepaling | Quant à la disposition attaquée |
| B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 5 | B.1.1. Les parties requérantes demandent l'annulation de l'article 5 |
| van het decreet van het Waalse Gewest van 16 november 2017 « tot | du décret de la Région wallonne du 16 novembre 2017 « modifiant |
| wijziging van artikel D.IV.99 en Boek VII van het Wetboek van | l'article D.IV.99 et le Livre VII du Code du Développement territorial |
| Ruimtelijke Ontwikkeling met het oog om er een artikel D.VII.1bis in | en vue d'y insérer un article D.VII.1bis instaurant une présomption de |
| te voegen tot invoering van een stedenbouwkundig | |
| conformiteitsvermoeden voor sommige [misdrijven] » (hierna : het | conformité urbanistique pour certaines infractions » (ci-après : le |
| bestreden decreet), in zoverre het, in artikel D.VII.1 van het Wetboek | décret attaqué), en ce qu'il insère, dans l'article D.VII.1 du Code du |
| van Ruimtelijke Ontwikkeling (hierna : WRO), een paragraaf 2/2 invoegt | Développement territorial (ci-après : CoDT), un paragraphe 2/2, ainsi |
| die als volgt is geformuleerd : | rédigé : |
| « De paragrafen 2 en 2/1 zijn niet van toepassing op de handelingen en | « Les paragraphes 2 et 2/1 ne s'appliquent pas aux actes et travaux |
| werken bedoeld in het tweede lid van artikel D.VII.1bis ». | visés à l'alinéa 2 de l'article D.VII.1bis ». |
| B.1.2. Artikel D.VII.1, aldus gewijzigd, van het WRO bepaalt : | B.1.2. L'article D.VII.1, ainsi modifié, du CoDT dispose : |
| « § 1. Strafbaar zijn volgende feiten : | « § 1er. Sont constitutifs d'infraction les faits suivants : |
| [...] | [...] |
| 3° onverminderd artikel D.VII.1bis, de instandhouding van de werken, | 3° sans préjudice de l'article D.VII.lbis, le maintien des travaux |
| na 21 april 1962 uitgevoerd, zonder de vereiste vergunning of in | exécutés après le 21 avril 1962 sans le permis qui était requis ou en |
| miskenning ervan; | méconnaissance de celui-ci; |
| [...] | [...] |
| § 2. De instandhouding van de handelingen en werken zonder de | § 2. Le maintien des actes et travaux sans le permis qui était requis |
| vergunning die was vereist of met miskenning ervan maakt [na verloop | ou en méconnaissance de celui-ci n'est pas constitutif d'une |
| van een termijn van tien jaar] na de voltooiing van de werken geen | infraction au terme d'un délai de dix ans après l'achèvement des actes |
| [misdrijf] uit voor zover de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld | et travaux, pour autant que les conditions cumulatives suivantes |
| worden : | soient réunies : |
| 1° [het misdrijf] werd begaan : | 1° l'infraction a été commise : |
| a) ofwel in een op het gewestplan voor bebouwing bestemd gebied in de | a) soit dans une zone destinée à l'urbanisation au plan de secteur au |
| zin van artikel D.II.23, tweede lid; | sens de l'article D.II.23, alinéa 2; |
| b) ofwel in een ontsloten gebied waarvan de inrichting door de | |
| gemeente aan een overlegprocedure onderworpen [is] en dat betrekking | b) soit dans une zone d'aménagement communal concerté mise en oeuvre |
| heeft op één of verschillende bestemmingen bestemd voor bebouwing in | et qui porte sur une ou plusieurs affectations destinées à |
| de zin van artikel D.II.23, tweede lid; | l'urbanisation au sens de l'article D.II.23, alinéa 2; |
| c) ofwel op bouwwerken, installaties en gebouwen of hun aanvullende en | c) soit sur des constructions, installations ou bâtiments, ou leurs |
| bijkomende inrichtingen, die voor de inwerkingtreding van het | aménagements accessoires ou complémentaires, existant avant l'entrée |
| gewestplan bestaan, of waarvan de bestemming met het gebied | en vigueur du plan de secteur, ou dont l'affectation est conforme à la |
| overeenstemt of waarvan de bestemming in afwijking van het gewestplan | zone, ou dont l'affectation a été autorisée en dérogation au plan de |
| is toegestaan; | secteur; |
| 2° de in overtreding zijnde handelingen en werken stemmen overeen met | 2° les actes et travaux en infraction sont conformes aux normes du |
| de gewestelijke leidraad; | guide régional; |
| 3° de in overtreding zijnde handelingen en werken vervullen één van de | 3° les actes et travaux en infraction rencontrent l'une des hypothèses |
| volgende hypothesen : | suivantes : |
| a) in geval van niet-naleving van de afgegeven stedenbouwkundige | a) en cas de non-respect du permis d'urbanisme ou du permis |
| vergunning of bebouwingsvergunning, is de omvang van de verschillen | d'urbanisation délivré, l'ampleur des écarts est inférieure à vingt |
| kleiner dan twintig procent : | pour cent : |
| i) van de vergunde grondinneming; | i) de l'emprise au sol autorisée; |
| ii) van de vergunde goot- en nokhoogten; | ii) de la hauteur sous corniche et au faîte du toit autorisée; |
| iii) van de vergunde diepte; | iii) de la profondeur autorisée; |
| iv) van de vergunde volumetrie; | iv) de la volumétrie autorisée; |
| v) van de vergunde vloeroppervlakte; | v) de la superficie de planchers autorisée; |
| vi) van de vestigingspiegels van de bouwwerken; | vi) des cotes d'implantation des constructions; |
| vii) van de minimale of maximale afmeting van het perceel; | vii) de la dimension minimale ou maximale de la parcelle; |
| b) in geval van aanbouw van een luifel als uitbreiding van een | b) en cas de réalisation d'un auvent en extension d'un hangar agricole |
| vergunde landbouwloods voor zover : | autorisé, pour autant que : |
| i) de nokhoogte van de luifel kleiner is dan de goothoogte van de | v) la hauteur du faîte de l'auvent soit inférieure à celle sous |
| loods; | corniche du hangar; |
| ii) de loods een dergelijke luifel op één enkele van zijn opgaande | ii) le hangar présente un tel auvent sur une seule de ses élévations; |
| muren heeft; iii) de luifel een maximale diepte van zeven meter, gemeten vanaf de | iii) l'auvent présente une profondeur maximale de sept mètres mesurés |
| opgaande muur van de loods, heeft; | à partir de l'élévation du hangar; |
| c) in geval van niet-naleving van de toegelaten openingen; | c) en cas de non-respect des ouvertures autorisées; |
| d) in geval van niet-naleving van de bij de stedenbouwkundige | d) en cas de non-respect des tonalités autorisées par le permis |
| vergunningen vergunde kleurschakering. | d'urbanisme. |
| De instandhouding van een woning opgericht zonder de vergunning die | Le maintien d'un logement créé sans le permis qui était requis n'est |
| was vereist, maakt geen [misdrijf] uit na de inwerkingtreding van het | pas constitutif d'infraction après l'entrée en vigueur de la zone |
| groen woongebied aangewezen overeenkomstig artikel D.II.64. | d'habitat vert désignée en application de l'article D.II.64. |
| § 2/1. De instandhouding van de handelingen en werken anders dan die | § 2/1. Le maintien des actes et travaux autres que ceux visés à |
| bedoeld in artikel D.VII.l, § 2, en uitgevoerd zonder de vergunning | l'article D.VII.l, § 2, et réalisés sans le permis qui était requis ou |
| die was vereist of met miskenning ervan maakt [na verloop van een | en méconnaissance de celui-ci n'est pas constitutif d'une infraction |
| termijn van twintig jaar] na de voltooiing van de handelingen en | au terme d'un délai de vingt ans après l'achèvement des actes et |
| werken geen [misdrijf] uit. | travaux. |
| § 2/2. De paragrafen 2 en 2/1 zijn niet van toepassing op de | § 2/2. Les paragraphes 2 et 2/1 ne s'appliquent pas aux actes et |
| handelingen en werken bedoeld in het tweede lid van artikel D.VII.1bis. | travaux visés à l'alinéa 2 de l'article D.VII.1bis. |
| § 3. De bepalingen van het eerste Boek van het Strafwetboek, met | § 3. Les dispositions du Livre Ier du Code pénal, en ce compris le |
| inbegrip van hoofdstuk VII en van artikel 85, zijn van toepassing op | Chapitre VII et l'article 85, sont applicables auxdites infractions |
| bovenbedoelde misdrijven evenals op die welke in de artikelen D.VII.7 en D.VII.11 zijn omschreven ». | ainsi qu'à celles prévues aux articles D.VII.7 et D.VII.11 ». |
| Dat artikel is vervolgens gewijzigd bij een decreet van het Waalse | Cet article a ensuite été modifié par un décret de la Région wallonne |
| Gewest van 26 april 2018 en bij een decreet van de Duitstalige | du 26 avril 2018 et par un décret de la Communauté germanophone du 12 |
| Gemeenschap van 12 december 2019. | décembre 2019. |
| B.1.3. Artikel D.VII.1bis, ingevoegd bij artikel 2 van het decreet van | B.1.3. L'article D.VII.1bis, inséré par l'article 2 du décret du 16 |
| 16 november 2017, bepaalt : | novembre 2017, dispose : |
| « De handelingen en werken uitgevoerd of opgericht vóór 1 maart 1998 | « Les actes et travaux réalisés ou érigés avant le 1er mars 1998 sont |
| worden onweerlegbaar geacht in overeenstemming te zijn met het recht | irréfragablement présumés conformes au droit de l'aménagement du |
| van ruimtelijke ordening en stedenbouw. | territoire et de l'urbanisme. |
| Dit vermoeden is niet van toepassing op : | Cette présomption ne s'applique pas : |
| 1° de handelingen en werken die niet in overeenstemming zijn met de | 1° aux actes et travaux qui ne sont pas conformes à la destination de |
| bestemming van het gebied van het gewestplan waarop ze zich bevinden, | la zone du plan de secteur sur laquelle ils se trouvent, sauf s'ils |
| behalve als ze kunnen genieten van een afwijkingsstelsel op basis | peuvent bénéficier d'un système dérogatoire sur la base soit de la |
| hetzij van de vigerende reglementering tijdens de uitvoering van de | réglementation en vigueur lors de l'accomplissement des actes et |
| handelingen en werken hetzij van een latere reglementering die vóór 1 | travaux soit d'une réglementation ultérieure entrée en vigueur avant |
| maart 1998 in werking is getreden; | le 1er mars 1998; |
| 2° de handelingen en werken die erin bestaan om één of meerdere | 2° aux actes et travaux qui consistent à créer un ou plusieurs |
| woningen op te richten na 20 augustus 1994; | logements après le 20 août 1994; |
| 3° de handelingen en werken uitgevoerd binnen een locatie erkend bij | 3° aux actes et travaux réalisés au sein d'un site reconnu par ou en |
| of krachtens de wet van 12 juli 1973 over het natuurbehoud; | vertu de la loi du 12 juillet 1973 sur la conservation de la nature; |
| 4° de handelingen en werken uitgevoerd op een goed vallend onder een | 4° aux actes et travaux réalisés sur un bien concerné par une mesure |
| maatregel tot bescherming van het erfgoed; | de protection du patrimoine; |
| 5° de handelingen en werken die het voorwerp kunnen uitmaken van een | 5° aux actes et travaux pouvant faire l'objet d'une incrimination en |
| aantijging krachtens een andere administratieve ordehandhaving; | vertu d'une autre police administrative; |
| 6° de handelingen en werken die het voorwerp hebben uitgemaakt van een | 6° aux actes et travaux ayant fait l'objet d'un procès-verbal de |
| proces-verbaal van vaststelling van [het misdrijf] of van een in | |
| kracht van gewijsde getreden rechtsbeslissing die de niet-conformiteit | constat d'infraction ou d'une décision judiciaire passée en force de |
| van handelingen en werken vaststelt met de regels van het recht van | chose jugée constatant la non-conformité d'actes et travaux aux règles |
| ruimtelijke ordening en stedenbouw vóór de inwerkingtreding van dit | du droit de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme avant |
| Wetboek ». | l'entrée en vigueur du présent Code ». |
| B.1.4. Het misdrijf van instandhouding van handelingen en werken die | B.1.4. L'infraction de maintien d'actes et travaux réalisés ou érigés |
| zonder vergunning of in overtreding met de uitgereikte vergunning zijn | sans permis ou en méconnaissance du permis délivré est une infraction |
| uitgevoerd of opgericht, is een voortdurend misdrijf. Vóór de | |
| inwerkingtreding van het WRO (decreet van 20 juli 2016 « tot opheffing | continue. Avant l'entrée en vigueur du CoDT (décret du 20 juillet 2016 |
| van het decreet van 24 april 2014 tot opheffing van de artikelen 1 tot | « abrogeant le décret du 24 avril 2014 abrogeant les articles 1er à |
| 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke | 128 et 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement du Territoire, |
| Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, tot opheffing van de | de l'Urbanisme, du Patrimoine et de l'Energie, abrogeant les articles |
| artikelen 1 tot 128 en 129quater tot 184 van het Waalse Wetboek van | 1er à 128 et 129quater à 184 du Code wallon de l'Aménagement du |
| Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en tot vorming van het | Territoire, de l'Urbanisme et du Patrimoine et formant le Code du |
| Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling ») was dat misdrijf niet beperkt | Développement territorial »), cette infraction n'était pas limitée |
| in de tijd, zodat het misdrijf bestond tot de regularisatie van de handelingen en werken of tot de afbraak van de constructies die waren opgericht of van de wijzigingen die zonder vergunning of in overtreding met de vergunning waren uitgevoerd. Bij artikel D.VII.1, § 2, van het WRO, dat op 1 juni 2017 in werking is getreden, wordt het voortdurende karakter van het misdrijf van instandhouding van bepaalde strafbare handelingen en werken die in die bepaling worden opgesomd, beperkt tot tien jaar. Daaruit volgt dat een instandhouding van de bedoelde handelingen en werken geen misdrijf meer vormt na verloop van een termijn van tien jaar na de voltooiing ervan. B.1.5. Ingevolge het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO vormt de instandhouding van de handelingen en werken bedoeld in artikel D.VII.1, § 2, van het WRO geen misdrijf meer tien jaar na de voltooiing ervan, op voorwaarde, onder meer, dat zij, vóór de inwerkingtreding van het WRO, niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een proces-verbaal van vaststelling van een misdrijf of van een in | dans le temps, de sorte que l'infraction existait jusqu'à la régularisation des actes et travaux ou jusqu'à la démolition des constructions érigées ou des modifications réalisées sans permis ou en méconnaissance du permis. L'article D.VII.1, § 2, du CoDT, qui est entré en vigueur le 1er juin 2017, limite à dix ans le caractère continu de l'infraction de maintien de certains actes et travaux infractionnels, que cette disposition énumère. Il en résulte que le maintien des actes et travaux visés n'est plus constitutif d'une infraction au terme d'un délai de dix ans après leur achèvement. B.1.5. Par l'effet de l'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT, le maintien des actes et travaux visés à l'article D.VII.1, § 2, du CoDT n'est plus constitutif d'une infraction dix ans après leur achèvement, à la condition notamment qu'ils n'aient pas fait l'objet, avant |
| kracht van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarbij de | l'entrée en vigueur du CoDT, d'un procès-verbal de constat |
| niet-overeenstemming van handelingen en werken met de regels van het | d'infraction ou d'une décision judiciaire, passée en force de chose |
| recht van ruimtelijke ordening en stedenbouw wordt vastgesteld. De | jugée, constatant la non-conformité d'actes et travaux aux règles du |
| bestreden bepaling heeft dan ook tot gevolg dat een misdrijf dat erin | droit de l'aménagement du territoire et de l'urbanisme. La disposition |
| bestaat bepaalde handelingen en werken die zonder vergunning of in | attaquée a dès lors pour effet d'exclure de la limitation dans le |
| overtreding met de uitgereikte vergunning zijn uitgevoerd, en dat vóór | temps du caractère continu de l'infraction celle qui consiste à |
| 1 juni 2017 is vastgesteld bij een proces-verbaal of bij een | maintenir certains actes et travaux réalisés sans permis ou en |
| rechterlijke beslissing, wordt uitgesloten van de beperking in de tijd | méconnaissance du permis délivré, constatée par un procès-verbal ou |
| van het voortdurende karakter van het misdrijf. | par une décision judiciaire avant le 1er juin 2017. |
| B.1.6. Artikel 5 van het bestreden decreet vindt zijn oorsprong in een | B.1.6. L'article 5 du décret attaqué trouve son origine dans un |
| amendement dat werd ingediend in de Commissie voor Leefmilieu, | amendement déposé en commission de l'Environnement, de l'Aménagement |
| Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken van het Waals Parlement (Parl. | du territoire et des Travaux publics du Parlement wallon (Doc. parl., |
| St., Waals Parlement, 2016-2017, nr. 739/4, p. 4). Paragraaf 2/2, die | Parlement wallon, 2016-2017, n° 739/4, p. 4). Le paragraphe 2/2, qu'il |
| bij dat artikel wordt ingevoegd in artikel D.VII.1 van het WRO, werd | insère dans l'article D.VII.1 du CoDT, n'a fait l'objet d'aucune |
| op geen enkele wijze toegelicht. | explication. |
| Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het beroep | Quant à la recevabilité du recours |
| B.2.1. De Waalse Regering en de voorzitter van het Waals Parlement | B.2.1. Le Gouvernement wallon et le président du Parlement wallon |
| werpen beide een exceptie van onontvankelijkheid van het beroep op, | soulèvent tous deux une exception d'irrecevabilité du recours, faisant |
| waarbij zij aanvoeren dat de verzoekende partijen niet zouden doen | valoir que les parties requérantes ne justifieraient pas de l'intérêt |
| blijken van het vereiste belang om de vernietiging van de bestreden | requis à demander l'annulation de la disposition attaquée. |
| bepaling te vorderen. | |
| B.2.2. De Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | B.2.2. La Constitution et la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la |
| Grondwettelijk Hof vereisen dat elke natuurlijke persoon of | Cour constitutionnelle imposent à toute personne physique ou morale |
| rechtspersoon die een beroep tot vernietiging instelt, doet blijken | qui introduit un recours en annulation de justifier d'un intérêt. Ne |
| van een belang. Van het vereiste belang doen slechts blijken de | justifient de l'intérêt requis que les personnes dont la situation |
| personen wier situatie door de bestreden norm rechtstreeks en | pourrait être affectée directement et défavorablement par la norme |
| ongunstig zou kunnen worden geraakt. | attaquée. |
| B.2.3. Er wordt niet betwist dat aan de verzoekende partijen werd | B.2.3. Il n'est pas contesté qu'il a été proposé aux parties |
| voorgesteld een transactioneel bedrag te betalen met betrekking tot | requérantes de payer un montant transactionnel en ce qui concerne |
| het misdrijf van instandhouding van diverse handelingen en werken die | l'infraction de maintien de divers actes et travaux réalisés sans |
| zonder vergunning of in overtreding met een in 1995 uitgereikte | permis ou en méconnaissance d'un permis délivré en 1995 ni que la |
| vergunning werden uitgevoerd, noch dat de bevoegde gemachtigde | fonctionnaire déléguée compétente a refusé d'annuler la partie de |
| ambtenaar heeft geweigerd het gedeelte van die transactie dat | |
| betrekking had op misdrijven die zij als « klein » kwalificeerden, te | cette transaction qui concernait des infractions qu'elles qualifient |
| annuleren. Het is waarschijnlijk dat de gemachtigde ambtenaar hun op | de « mineures ». Il est vraisemblable que la fonctionnaire déléguée |
| die manier het voordeel van artikel D.VII.1, § 2, van het WRO weigert, | leur refuse ainsi le bénéfice de l'article D.VII.1, § 2, du CoDT, sur |
| op grond van paragraaf 2/2 van dezelfde bepaling. | la base du paragraphe 2/2 de la même disposition. |
| B.2.4. De omstandigheid dat de verzoekende partijen een aanvraag | B.2.4. La circonstance que les parties requérantes ont introduit une |
| hebben ingediend tot regularisatie van de litigieuze handelingen en | demande de régularisation des actes et travaux litigieux et qu'aucune |
| werken en dat geen enkele vervolging meer zou kunnen worden ingesteld | poursuite ne pourrait plus être entamée si cette demande était |
| indien die aanvraag zou worden ingewilligd, is niet van dien aard dat | acceptée n'est pas de nature à influencer leur intérêt à poursuivre |
| zij hun belang bij het vorderen van de vernietiging van de bestreden | l'annulation de la disposition attaquée, dès lors que l'issue de la |
| bepaling zou kunnen beïnvloeden, aangezien de uitkomst van de | procédure de régularisation est incertaine. |
| regularisatieprocedure onzeker is. | |
| B.2.5. De vraag of de bevoegde gemachtigde ambtenaar de aanvraag van | B.2.5. La question de savoir si c'est à bon droit que la fonctionnaire |
| de verzoekende partijen terecht heeft verworpen en, bijgevolg, of de | déléguée compétente a rejeté la demande des parties requérantes et, en |
| situatie van de verzoekende partijen gunstig zou kunnen worden | conséquence, si la situation des parties requérantes pourrait être |
| beïnvloed in geval van een vernietiging van de bestreden bepaling, | influencée favorablement en cas d'annulation de la disposition |
| hangt overigens af van de draagwijdte ervan. Het onderzoek van de | attaquée dépend par ailleurs de la portée de celle-ci. Il en résulte |
| ontvankelijkheid van het beroep valt bijgevolg samen met het onderzoek | que l'examen de la recevabilité du recours se confond avec celui du |
| ten gronde ervan. | fond. |
| B.2.6. De excepties van onontvankelijkheid worden verworpen. | B.2.6. Les exceptions d'irrecevabilité sont rejetées. |
| Ten aanzien van het enige middel | Quant au moyen unique |
| B.3.1. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de | B.3.1. Les parties requérantes prennent un moyen unique de la |
| schending, door artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO, ingevoegd bij | violation, par l'article D.VII.1, § 2/2, du CoDT, inséré par l'article |
| artikel 5 van het bestreden decreet, van de artikelen 12, tweede lid, | 5 du décret attaqué, des articles 12, alinéa 2, et 14 de la |
| en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7, | Constitution, lus en combinaison ou non avec l'article 7, paragraphe |
| lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met | 1, de la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article |
| artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten | 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et |
| en politieke rechten. | politiques. |
| B.3.2. Artikel 12, tweede lid, van de Grondwet bepaalt : | B.3.2. L'article 12, alinéa 2, de la Constitution dispose : |
| « Niemand kan worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt en | " Nul ne peut être poursuivi que dans les cas prévus par la loi, et |
| in de vorm die zij voorschrijft ». | dans la forme qu'elle prescrit ". |
| Artikel 14 van de Grondwet bepaalt : | L'article 14 de la Constitution dispose : |
| « Geen straf kan worden ingevoerd of toegepast dan krachtens de wet ». | " Nulle peine ne peut être établie ni appliquée qu'en vertu de la loi ". |
| Artikel 7, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | L'article 7, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de |
| bepaalt : | l'homme dispose : |
| « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat | " Nul ne peut être condamné pour une action ou une omission qui, au |
| geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte | moment où elle a été commise, ne constituait pas une infraction |
| ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin zal een | d'après le droit national ou international. De même il n'est infligé |
| zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan | aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où |
| van het strafbare feit van toepassing was ». | l'infraction a été commise ". |
| Artikel 15, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten | L'article 15, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits |
| en politieke rechten bepaalt : « Niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit naar nationaal of internationaal recht uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde. Evenmin, mag een zwaardere straf worden opgelegd dan die welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Indien, na het begaan van het strafbare feit de wet mocht voorzien in de oplegging van een lichtere straf, dient de overtreder daarvan te profiteren ». B.4. De verzoekende partijen zijn van oordeel dat de bestreden bepaling, « na de inwerkingtreding van het WRO, opnieuw een voortdurend misdrijf dat verjaard was sinds de inwerkingtreding van | civils et politiques dispose : " Nul ne sera condamné pour des actions ou omissions qui ne constituaient pas un acte délictueux d'après le droit national ou international au moment où elles ont été commises. De même, il ne sera infligé aucune peine plus forte que celle qui était applicable au moment où l'infraction a été commise. Si, postérieurement à cette infraction, la loi prévoit l'application d'une peine plus légère, le délinquant doit en bénéficier ". B.4. Les parties requérantes considèrent que la disposition attaquée « rétablit, postérieurement à l'entrée en vigueur du CoDT, une infraction continue qui était prescrite depuis l'entrée en vigueur du |
| het WRO vaststelt », hetgeen een schending zou uitmaken van het bij de | CoDT », ce qui constituerait une violation du principe de la |
| voormelde bepalingen gewaarborgde beginsel van de niet-retroactiviteit | non-rétroactivité de la loi pénale garanti par les dispositions |
| van de strafwet. | précitées. |
| B.5. Ingevolge de inwerkingtreding van artikel D.VII.1, § 2, van het | B.5. Du fait de l'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2, du |
| WRO, op 1 juni 2017, maakt de instandhouding van handelingen en werken | CoDT, le 1er juin 2017, le maintien d'actes et travaux répondant aux |
| die beantwoorden aan de voorwaarden die in die bepaling zijn | conditions fixées dans cette disposition cesse de constituer une |
| vastgesteld, niet langer een misdrijf uit tien jaar na de voltooiing | infraction dix ans après leur achèvement. Le délai de prescription |
| ervan. De verjaringstermijn begint te lopen op het ogenblik dat het | débute au moment où l'infraction de maintien, qui est une infraction |
| misdrijf van instandhouding, dat een voortdurend misdrijf is, ophoudt | |
| te bestaan. | continue, cesse d'exister. |
| B.6. De inwerkingtreding van het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO, tien dagen na de bekendmaking ervan, op 7 december 2017, in het Belgisch Staatsblad, heeft niet tot gevolg gehad « een voortdurend misdrijf dat op dat ogenblik verjaard was, te herstellen ». Het is niet denkbaar dat voortdurende strafbare situaties die zijn opgehouden te bestaan ingevolge de inwerkingtreding van artikel D.VII.1, § 2, van het WRO, achteraf opnieuw bestaan, omdat dit zou betekenen dat aan de bestreden bepaling een terugwerkende kracht wordt verleend die zij niet heeft en niet zou kunnen hebben. Het einde van de strafbare situatie en het ermee samenhangende verval van het misdrijf van instandhouding beletten daarentegen niet dat het misdrijf van instandhouding wordt vervolgd, zolang de verjaring niet verworven is. Het bestreden artikel D.VII.1, § 2/2, van het WRO heeft geen enkele weerslag op de verjaring inzake de betrokken misdrijven van instandhouding. B.7. Uit het voorgaande volgt dat de verzoekende partijen aan de bestreden bepaling een draagwijdte geven die zij niet heeft en dat het enige middel op een verkeerde premisse berust, zodat het niet gegrond is. Om die redenen, het Hof verwerpt het beroep. Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, op 9 juli 2020. De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, | B.6. L'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT, dix jours après sa publication au Moniteur belge le 7 décembre 2017, n'a pas eu pour effet de « rétablir une infraction continue qui était prescrite » à ce moment. Il n'est pas concevable que les situations infractionnelles continues qui ont pris fin du fait de l'entrée en vigueur de l'article D.VII.1, § 2, du CoDT existent à nouveau ultérieurement, sous peine de conférer à la disposition attaquée une portée rétroactive qu'elle n'a pas et qu'elle ne pourrait avoir. En revanche, la fin de la situation infractionnelle et l'extinction corrélative de l'infraction de maintien ne font pas obstacle à ce que l'infraction de maintien fasse l'objet de poursuites, tant que la prescription n'est pas acquise. L'article D.VII.1, § 2/2, attaqué, du CoDT n'a aucune incidence sur la prescription relative aux infractions de maintien concernées. B.7. Il résulte de ce qui précède que les parties requérantes donnent à la disposition attaquée une portée qu'elle n'a pas et que le moyen unique repose sur une prémisse erronée, de sorte qu'il n'est pas fondé. Par ces motifs, la Cour rejette le recours. Ainsi rendu en langue française, en langue néerlandaise et en langue allemande, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, le 9 juillet 2020. Le greffier, P.-Y. Dutilleux Le président, |
| F. Daoût | F. Daoût |