Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 200/2019 van 12 december 2019 Rolnummers 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 en 7013 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 11, 25, 1°, en 26 van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de verkeersv Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 200/2019 van 12 december 2019 Rolnummers 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 en 7013 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 11, 25, 1°, en 26 van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de verkeersv Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) Extrait de l'arrêt n° 200/2019 du 12 décembre 2019 Numéros du rôle : 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 et 7013 En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 11, 25, 1°, et 26 de la loi du 6 mars 2018 « relative à l'amélioration d La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 200/2019 van 12 december 2019 Extrait de l'arrêt n° 200/2019 du 12 décembre 2019
Rolnummers 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 en 7013 Numéros du rôle : 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 et 7013
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 11, 25, 1°, En cause : les questions préjudicielles concernant les articles 11,
en 26 van de wet van 6 maart 2018 « ter verbetering van de 25, 1°, et 26 de la loi du 6 mars 2018 « relative à l'amélioration de
verkeersveiligheid », gesteld door de Politierechtbank Henegouwen, la sécurité routière », posées par le Tribunal de police du Hainaut,
afdeling Doornik, door de Franstalige Correctionele Rechtbank te division Tournai, par le Tribunal correctionnel francophone de
Brussel, door de Correctionele Rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Bruxelles, par le Tribunal correctionnel de Flandre orientale,
Gent, en door de Correctionele Rechtbank Henegouwen, afdeling division Gand, et par le Tribunal correctionnel du Hainaut, division
Charleroi. Charleroi.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen,
Lavrysen, J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, bijgestaan J.-P. Moerman, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du greffier
door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, F. Meersschaut, présidée par le président F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Objet des questions préjudicielles et procédure
a. Bij vonnis van 21 juni 2018, waarvan de expeditie ter griffie van a. Par jugement du 21 juin 2018, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 2 augustus 2018, heeft de Politierechtbank greffe de la Cour le 2 août 2018, le Tribunal de police du Hainaut,
Henegouwen, afdeling Doornik, de volgende prejudiciële vraag gesteld : division Tournai, a posé la question préjudicielle suivante :
« Schendt artikel 26 van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering van « L'article 26 de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration de
de verkeersveiligheid, in zoverre het voorziet in de retroactieve la sécurité routière, en ce qu'il prévoit l'entrée en vigueur
inwerkingtreding van de bepalingen van die wet in de volgende rétroactive des dispositions de ladite loi dans les termes suivants :
bewoordingen : ' Deze wet treedt in werking op 15 februari 2018, met ' La présente loi entre en vigueur le 15 février 2018, à l'exception
uitzondering van de artikelen 10, 14, 16 en 20, en artikel 25, 2°, die des articles 10, 14, 16 et 20, et de l'article 25, 2°, qui entrent en
in werking treden op 1 juli 2018. ', niet de artikelen 10 en 11 van de vigueur le 1er juillet 2018. ', ne viole-t-il pas les articles 10 et
Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het beginsel van de 11 de la Constitution lus isolément ou en combinaison avec le principe
niet-retroactiviteit van de strafwet, met name verankerd in artikel 2 de non-rétroactivité de la loi pénale consacré notamment par l'article
van het Strafwetboek, artikel 7 van het Europees Verdrag tot
bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en 2 du Code pénal, l'article 7 de la Convention de sauvegarde des droits
artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en de l'homme et des libertés fondamentales, et l'article 15 du Pacte
politieke rechten, alsmede de beginselen van rechtszekerheid en international relatif aux droits civils et politiques et les principes
gewettigd vertrouwen ? ». de sécurité et de confiance légitime ? ».
b. Bij twee vonnissen van 25 mei 2018, waarvan de expedities ter b. Par deux jugements du 25 mai 2018, dont les expéditions sont
griffie van het Hof zijn ingekomen op 7 september 2018, heeft de parvenues au greffe de la Cour le 7 septembre 2018, le Tribunal
Franstalige Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende correctionnel francophone de Bruxelles a posé les questions
prejudiciële vragen gesteld : préjudicielles suivantes :
« - Schendt artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018 ter « - L'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018 relative à
verbetering van de verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad, 15 maart l'amélioration de la sécurité routière (M.B., 15 mars 2018) viole-t-il
2018) de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in les articles 10, 11 et 12, alinéa 2, de la Constitution, lus en
samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de combinaison avec les articles 7 de la Convention européenne des droits
rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag de l'Homme et 15 du Pacte international relatif aux droits civils et
inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre dat artikel, politiques, en ce que, par la rétroactivité qu'il instaure, cet
wegens de retroactiviteit die het invoert, toelaat opnieuw de article permet de faire renaître la possibilité de sanctionner des
mogelijkheid in te voeren om feiten te bestraffen die niet-strafbaar faits devenus non punissables par l'effet d'une prescription acquise
waren geworden als gevolg van een onder de gelding van de vroegere wet
verworven verjaring ? sous l'empire de l'ancienne loi ?
- Schendt artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering - L'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration
van de verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad, 15 maart 2018) de de la sécurité routière (M.B., 15 mars 2018) viole-t-il les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les principes
algemene beginselen van niet-retroactiviteit van de wetten en van généraux de non-rétroactivité des lois et de sécurité juridique, en ce
rechtszekerheid, in zoverre de in artikel 25, 1°, bepaalde wijziging que la modification du délai de prescription prévu par l'article 25,
van de verjaringstermijn retroactief van toepassing is ? ». 1°, s'applique de manière rétroactive ? ».
c. Bij vonnis van 4 september 2018, waarvan de expeditie ter griffie c. Par jugement du 4 septembre 2018, dont l'expédition est parvenue au
van het Hof is ingekomen op 11 september 2018, heeft de Correctionele greffe de la Cour le 11 septembre 2018, le Tribunal correctionnel de
Rechtbank Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële Flandre orientale, division Gand, a posé les questions préjudicielles
vragen gesteld : suivantes :
« 1. Schendt artikel 26, eerste lid van de Wet van 6 maart 2018 ter « 1. L'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018 relative à
verbetering van de verkeersveiligheid, samen gelezen met art. 25, 1° l'amélioration de la sécurité routière, lu en combinaison avec
van diezelfde wet en art. 3 Ger.W, de bepalingen over de fundamentele l'article 25, 1°, de cette même loi et avec l'article 3 du Code
judiciaire, viole-t-il les dispositions relatives aux droits et
rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met libertés fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution
name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 (notamment les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) et l'article
6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en
E.V.R.M., in zoverre deze bepaling, in het bijzonder door de ce que cette disposition, en particulier en raison de l'ajout du
toevoeging van de zinsnede ' deze wet treedt in werking op 15 februari membre de phrase ' la présente loi entre en vigueur le 15 février 2018
2018 ', een retroactieve inwerkingtreding van 11, 6° W.06.03.2017 ', instaure une entrée en vigueur rétroactive de l'article 11, 6°, de
[lees : 2018] / art. 38 § 6 Wegverkeerswet invoert ? la loi du 6 mars 2017 [lire : 2018] / article 38, § 6, de la loi
relative à la police de la circulation routière ?
2. Schendt artikel 38 § 6 Wegverkeerswet, zoals aangepast door art. 2. L'article 38, § 6, de la loi relative à la police de la circulation
routière, tel qu'il a été adapté par l'article 11, alinéa 6 [lire :
11, zesde lid [lees : 6°] van de Wet van 6 maart 2018 ter verbetering 6°], de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration de la sécurité
van de verkeersveiligheid, de bepalingen over de fundamentele rechten routière, viole-t-il les dispositions relatives aux droits et libertés
en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution (notamment
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) et l'article 6,
zoverre deze bepaling de termijn van recidive afhankelijk stelt van de paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
verstreken periode tussen de basisveroordeling en de nieuwe que cette disposition subordonne le délai de récidive à la période
veroordeling ? écoulée entre la condamnation de base et la nouvelle condamnation ?
3. Schendt artikel 38 § 6 Wegverkeerswet, zoals aangepast door art. 3. L'article 38, § 6, de la loi relative à la police de la circulation
routière, tel qu'il a été adapté par l'article 11, alinéa 6 [lire :
11, zesde lid [lees : 6°] van de Wet van 6 maart 2018 ter verbetering 6°], de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration de la sécurité
van de verkeersveiligheid, de bepalingen over de fundamentele rechten routière, viole-t-il les dispositions relatives aux droits et libertés
en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution (notamment
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) et l'article 6,
zoverre deze bepaling de recidive mogelijk maakt op basis van een paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
basisveroordeling die dateert van nà de feiten die ter beoordeling aan que cette disposition permet de constater la récidive en vertu d'une
condamnation de base qui est postérieure aux faits soumis à
de rechter ten gronde voorgelegd worden ? l'appréciation du juge du fond ?
4. Schendt artikel 38 § 6 Wegverkeerswet, zoals aangepast door art. 4. L'article 38, § 6, de la loi relative à la police de la circulation
routière, tel qu'il a été adapté par l'article 11, alinéa 6 [lire :
11, zesde lid [lees : 6°] van de Wet van 6 maart 2018 ter verbetering 6°], de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration de la sécurité
van de verkeersveiligheid, de bepalingen over de fundamentele rechten routière, viole-t-il les dispositions relatives aux droits et libertés
en vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution (notamment
artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) et l'article 6,
zoverre deze bepaling het opleggen van een verval van het recht tot paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce
que cette disposition impose au juge d'infliger une déchéance du droit
sturen en van de examens zoals bedoeld in artikel 38 § 3, eerste lid de conduire et les examens visés à l'article 38, § 3, alinéa 1er, de
Wegverkeerswet verplicht stelt, terwijl de rechter niet langer la loi relative à la police de la circulation routière, alors que le
verplicht is een verval van het recht tot sturen en de examens op te juge n'est plus obligé d'infliger une déchéance du droit de conduire
leggen indien enkel toepassing dient gemaakt te worden van artikel 36 et les examens, s'il faut uniquement faire application de l'article 36
ou de l'article 37bis, § 2, de la loi relative à la police de la
of artikel 37bis § 2 Wegverkeerswet ? circulation routière ?
5. Schendt artikel 38 § 6, derde lid, Wegverkeerswet, zoals aangepast 5. L'article 38, § 6, alinéa 3, de la loi relative à la police de la
door art. 11, zesde lid [lees : 6°] van de Wet van 6 maart 2018 ter circulation routière, tel qu'il a été adapté par l'article 11, alinéa
verbetering van de verkeersveiligheid, de bepalingen over de 6 [lire : 6°], de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration de
la sécurité routière, viole-t-il les dispositions relatives aux droits
fundamentele rechten en vrijheden gewaarborgd in titel II van de et libertés fondamentaux garantis par le titre II de la Constitution
Grondwet, (met name de artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én (notamment les articles 10, 11 et 13 de la Constitution) et l'article
artikel 6.1 E.V.R.M., in zoverre deze bepaling de toepassing van de 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme, en
ce que cette disposition subordonne l'application de la récidive
meervoudige recidive afhankelijk stelt van de toepassing in een vorig multiple à l'application, dans un précédent jugement de condamnation,
veroordelend vonnis van artikel 38 § 6, tweede lid Wegverkeerswet in de l'article 38, § 6, alinéa 2, de la loi relative à la police de la
plaats van deze afhankelijk te stellen van het aantal voorgaande circulation routière, et non au nombre de condamnations antérieures ?
veroordelingen ? ». ».
d. Bij vonnis van 18 september 2018, waarvan de expeditie ter griffie d. Par jugement du 18 septembre 2018, dont l'expédition est parvenue
van het Hof is ingekomen op 21 september 2018, heeft de Correctionele au greffe de la Cour le 21 septembre 2018, le Tribunal correctionnel
Rechtbank Henegouwen, afdeling Charleroi, de volgende prejudiciële du Hainaut, division Charleroi, a posé la question préjudicielle
vraag gesteld : suivante :
« Schendt artikel 26 van de wet van 15 maart 2018 [lees : 6 maart « L'article 26 de la loi du 15 mars 2018 [lire : 6 mars 2018] relative
2018] ter verbetering van de verkeersveiligheid de artikelen 10 en 11 à l'amélioration de la sécurité routière viole-t-il les articles 10 et
van de Grondwet, in zoverre het voorziet in een retroactiviteit van de 11 de la Constitution en ce qu'il prévoit une rétroactivité de
inwerkingtreding van de verjaringstermijn van twee jaar zonder een l'entrée en vigueur du délai de prescription de deux ans sans faire de
onderscheid te maken tussen de personen die worden vervolgd wegens een distinction entre les personnes poursuivies du chef d'une action
strafvordering die is gestuit door een stuitende handeling die heeft publique qui a été interrompue par un acte interruptif intervenu
plaatsgehad na de bekendmaking ervan, en de personen die worden postérieurement à sa publication et celles poursuivies du chef d'une
vervolgd wegens een strafvordering waarvan de stuitende handeling action publique dont l'acte interruptif est survenu après [lire :
heeft plaatsgehad na [lees : tussen] 15 februari 2018, datum entre] le 15 février 2018, date fixée par [lire : pour] l'entrée en
vastgesteld door [lees : voor] de inwerkingtreding en de bekendmaking
ervan, terwijl de strafvordering zonder die retroactiviteit zou zijn vigueur, et sa publication alors que sans cette rétroactivité,
verjaard ? ». l'action publique aurait été prescrite ? ».
e. Bij vonnis van 18 september 2018, waarvan de expeditie ter griffie e. Par jugement du 18 septembre 2018, dont l'expédition est parvenue
van het Hof is ingekomen op 24 september 2018, heeft de Franstalige au greffe de la Cour le 24 septembre 2018, le Tribunal correctionnel
Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vragen francophone de Bruxelles a posé les questions préjudicielles suivantes
gesteld : :
« - Schendt artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018 ter « - L'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018 relative à
verbetering van de verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad, 15 maart l'amélioration de la sécurité routière (M.B., 15 mars 2018) viole-t-il
2018) de artikelen 10, 11 en 12, tweede lid, van de Grondwet, in les articles 10, 11 et 12, alinéa 2, de la Constitution, lus en
samenhang gelezen met artikel 7 van het Europees Verdrag voor de combinaison avec les articles 7 de la Convention européenne des droits
rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag de l'Homme et 15 du Pacte international relatif aux droits civils et
inzake burgerrechten en politieke rechten, in zoverre dat artikel, politiques, en ce que, par la rétroactivité qu'il instaure, cet
wegens de retroactiviteit die het invoert, toelaat opnieuw de article permet de faire renaître la possibilité de sanctionner des
mogelijkheid in te voeren om feiten te bestraffen die niet-strafbaar faits devenus non punissables par l'effet d'une prescription acquise
waren geworden als gevolg van een onder de gelding van de vroegere wet
verworven verjaring ? sous l'empire de l'ancienne loi ?
- Schendt artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018 ter verbetering - L'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018 relative à l'amélioration
van de verkeersveiligheid (Belgisch Staatsblad, 15 maart 2018) de de la sécurité routière (M.B., 15 mars 2018) viole-t-il les articles
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de 10 et 11 de la Constitution, lus en combinaison avec les principes
algemene beginselen van niet-retroactiviteit van de wetten en van généraux de non-rétroactivité des lois et de sécurité juridique, en ce
rechtszekerheid, in zoverre de in artikel 25, 1°, bepaalde wijziging que la modification du délai de prescription prévu par l'article 25,
van de verjaringstermijn retroactief van toepassing is ? ». 1°, s'applique de manière rétroactive ? ».
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6992, 7001, 7002, 7007, 7012 Ces affaires, inscrites sous les numéros 6992, 7001, 7002, 7007, 7012
en 7013 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. et 7013 du rôle de la Cour, ont été jointes.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
Ten aanzien van de zaak nr. 6992 Quant à l'affaire n° 6992
B.1.1. Vóór de wijziging ervan bij de wet van 6 maart 2018 « ter B.1.1. Avant sa modification par la loi du 6 mars 2018 « relative à
verbetering van de verkeersveiligheid » bepaalde artikel 68 van de wet l'amélioration de la sécurité routière », l'article 68 de la loi du 16
van 16 maart 1968 « betreffende de politie over het wegverkeer » mars 1968 « relative à la police de la circulation routière »
(hierna : de wet van 16 maart 1968) : (ci-après : la loi du 16 mars 1968) disposait :
« De strafvordering die het gevolg is van een overtreding van deze wet « L'action publique résultant d'une infraction à la présente loi ainsi
alsmede van de ter uitvoering ervan vastgestelde besluiten, verjaart qu'aux arrêtés pris en exécution de celle-ci est prescrite après un an
door verloop van een jaar te rekenen van de dag waarop de overtreding révolu à compter du jour où l'infraction a été commise; ce délai est
is begaan; deze termijn bedraagt evenwel drie jaar te rekenen van de toutefois de trois ans, à dater du jour où l'infraction a été commise,
dag waarop de overtreding is begaan voor overtredingen van artikel 30, pour les infractions aux articles 30, § 1er et § 3, 33, 34, § 2, 35 et
§ 1 en § 3, 33, 34, § 2, 35 en 37bis, § 1, 1° en 4° tot 6° ». 37bis, § 1er, 1° et 4° à 6° ».
B.1.2. Bij artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018 worden de B.1.2. L'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018 remplace les mots «
woorden « een jaar » vervangen door de woorden « twee jaar ». un an révolu » par les mots « deux ans révolus ».
B.2.1. Artikel 26, eerste lid, van de wet van 6 maart 2018, die in het B.2.1. L'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018, publiée au
Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018 is bekendgemaakt, bepaalt : Moniteur belge du 15 mars 2018, dispose :
« Deze wet treedt in werking op 15 februari 2018, met uitzondering van « La présente loi entre en vigueur le 15 février 2018, à l'exception
de artikelen 10, 14, 16 en 20, en artikel 25, 2°, die in werking des articles 10, 14, 16 et 20, et de l'article 25, 2°, qui entrent en
treden op 1 juli 2018 ». vigueur le 1er juillet 2018 ».
B.2.2. Het vaststellen van de inwerkingtreding van een wet op een B.2.2. Fixer l'entrée en vigueur d'une loi à un moment antérieur à la
ogenblik vóór de bekendmaking ervan is onbestaanbaar met artikel 190 publication de celle-ci est incompatible avec l'article 190 de la
van de Grondwet. Constitution.
Artikel 26 van de wet van 6 maart 2018 moet bijgevolg in die zin L'article 26 de la loi du 6 mars 2018 doit dès lors être compris comme
worden begrepen dat het bepaalt dat artikel 25, 1°, van de wet van 6 disposant que l'article 25, 1°, de la loi du 6 mars 2018, qui allonge
maart 2018, dat de in artikel 68 van de wet van 16 maart 1968 bedoelde le délai de prescription d'un an prévu par l'article 68 de la loi du
verjaringstermijn met een jaar verlengt, uitwerking heeft met ingang 16 mars 1968, produit ses effets le 15 février 2018.
van 15 februari 2018. B.2.3. Publié au Moniteur belge du 15 mars 2018, l'article 25, 1°, de
B.2.3. Artikel 25, 1°, van de wet van 6 maart 2018, dat in het la loi du 6 mars 2018 est entré en vigueur le 25 mars 2018, soit le
Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018 is bekendgemaakt, is in werking
getreden op 25 maart 2018, zijnde de tiende dag vanaf de dag van de dixième jour à compter de celui de sa publication, en vertu de
bekendmaking ervan, krachtens artikel 4 van de wet van 31 mei 1961 « l'article 4 de la loi du 31 mai 1961 « relative à l'emploi des langues
betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, en matière législative, à la présentation, à la publication et à
bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen » (hierna : l'entrée en vigueur des textes légaux et réglementaires » (ci-après :
de wet van 31 mei 1961). la loi du 31 mai 1961).
B.3. Met de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich onder meer B.3. La question préjudicielle invite la Cour à statuer, entre autres,
uit te spreken over de bestaanbaarheid van artikel 26, eerste lid, van sur la compatibilité de l'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars
de wet van 6 maart 2018 met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in 2018 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce que la
zoverre de in het geding zijnde bepaling een retroactieve werking aan artikel 25, 1°, van die wet verleent. disposition en cause confère un effet rétroactif à l'article 25, 1°,
B.4. Door een dergelijke werking te verlenen aan de verlenging van de de cette loi. B.4. En conférant un tel effet à l'allongement du délai de
verjaringstermijn die voortvloeit uit artikel 25, 1°, van de wet van 6 prescription qui résulte de l'article 25, 1°, de la loi du 6 mars
maart 2018, doet de in het geding zijnde bepaling, die op 25 maart 2018, la disposition en cause, entrée en vigueur le 25 mars 2018, fait
2018 in werking is getreden, de strafvorderingen opnieuw ontstaan die, renaître les actions publiques qui, en application de la version
met toepassing van de vorige versie van artikel 68 van de wet van 16 précédente de l'article 68 de la loi du 16 mars 1968, avaient pris fin
maart 1968, tussen 15 februari 2018 en 25 maart 2018 waren beëindigd door verjaring. B.5. De verjaring kan worden gedefinieerd als het recht dat bij de wet aan de dader van een misdrijf is toegekend om niet meer te worden vervolgd of berecht na het verstrijken van een bepaalde termijn sedert de feiten zich hebben voorgedaan. Een verjaringstermijn heeft verschillende doeleinden, waaronder het waarborgen van de rechtszekerheid door een termijn voor de rechtsvorderingen vast te stellen en het verhinderen van een aantasting van de rechten van verdediging waaraan afbreuk zou kunnen worden gedaan indien de rechtbanken zich zouden moeten uitspreken over de gegrondheid van par prescription entre le 15 février 2018 et le 25 mars 2018. B.5. La prescription peut se définir comme le droit accordé par la loi à l'auteur d'une infraction de ne plus être poursuivi ni jugé après l'écoulement d'un certain délai depuis la réalisation des faits. Un délai de prescription a plusieurs finalités, parmi lesquelles celles de garantir la sécurité juridique en fixant un terme aux actions et empêcher une atteinte aux droits de la défense qui pourraient être compromis si les tribunaux étaient appelés à se prononcer sur le
bewijselementen die onvolledig zouden zijn wegens de verstreken tijd fondement d'éléments de preuve qui seraient incomplets en raison du
(EHRM, 22 juni 2000, Coëme e.a. t. België, § 146). temps écoulé (CEDH, 22 juin 2000, Coëme et autres c. Belgique, § 146).
B.6.1. De wetsbepaling die de verjaringstermijn van een strafvordering B.6.1. La disposition légale qui prolonge le délai de prescription
d'une action publique est une loi de procédure qui, conformément aux
verlengt, is een procedurewet die overeenkomstig de artikelen 2 en 3 articles 2 et 3 du Code judiciaire, s'applique, dès son entrée en
van het Gerechtelijk Wetboek vanaf de inwerkingtreding ervan van
toepassing is op elke strafvordering, zelfs wanneer die vóór die vigueur, à toute action publique, même née avant cette entrée en
inwerkingtreding is ontstaan, voor zover de strafvordering op die vigueur, pour autant que l'action publique n'était pas prescrite à
datum niet verjaard was (Cass., 12 november 1996, P.95.1171.N). cette date (Cass., 12 novembre 1996, P.95.1171.N).
B.6.2. Met betrekking tot de onmiddellijke inwerkingtreding van een B.6.2. En ce qui concerne l'entrée en vigueur immédiate d'une loi qui
wet die de verjaringstermijn van de strafvordering verlengt, heeft het prolonge le délai de prescription de l'action publique, la Cour a, par
Hof bij zijn arrest nr. 165/2015 van 19 november 2015 geoordeeld : son arrêt n° 165/2015 du 19 novembre 2015, jugé :
« Terwijl de rechtsonzekerheid die voortvloeit uit de invoering van « Mais alors que l'insécurité juridique résultant de l'introduction de
straffen waarin niet was voorzien op het ogenblik waarop het misdrijf
werd begaan niet vatbaar is voor verantwoording, is zulks echter niet peines qui n'étaient pas prévues au moment où l'infraction a été
het geval met de onzekerheid die te maken heeft met het feit dat een commise n'est pas susceptible de justification, il en va autrement de
misdrijf dat reeds strafbaar was op het ogenblik waarop het werd
begaan, nog met dezelfde straffen zou kunnen worden gestraft na het l'insécurité qui tient à ce qu'une infraction, déjà punissable au
verstrijken van de verwachte termijn van verjaring, ook al worden de moment où elle est commise, peut encore être punie des mêmes peines
verwachtingen van de inverdenkinggestelde aldus gedwarsboomd (zie in après l'expiration du délai escompté, même si les attentes de
dezelfde zin : EHRM, 22 juni 2000, Coëme e.a. t. België, §§ 149-151) l'inculpé sont ainsi déjouées (voy. dans le même sens : CEDH, 22 juin
». 2000, Coëme e.a. c. Belgique, §§ 149-151) ».
De onmiddellijke inwerkingtreding van een wet die de verjaringstermijn L'entrée en vigueur immédiate d'une loi qui prolonge le délai de
van de strafvordering verlengt, moet echter worden onderscheiden van prescription de l'action publique doit toutefois être distinguée d'une
een verlenging die met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. prolongation instaurée avec effet rétroactif.
B.7. Door de retroactieve werking die zij aan artikel 25, 1°, van de B.7. Par l'effet rétroactif qu'elle confère à l'article 25, 1°, de la
wet van 6 maart 2018 verleent en die in B.4 wordt beschreven, doet de loi du 6 mars 2018 et qui est décrit en B.4, la disposition en cause
in het geding zijnde bepaling, zonder redelijke verantwoording, porte atteinte, sans justification raisonnable, à la garantie de
afbreuk aan de waarborg van rechtszekerheid die met de verjaring wordt sécurité juridique qui est visée par la prescription et qui implique,
beoogd en die in strafzaken inhoudt dat de dader van een misdrijf niet meer kan worden vervolgd of berecht na het verstrijken van een bepaalde termijn sedert de feiten zich hebben voorgedaan. B.8. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord in zoverre zij betrekking heeft op de inachtneming van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. B.9. Rekening houdend met dat antwoord is het niet noodzakelijk de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de andere in de prejudiciële vraag bedoelde normen te onderzoeken, aangezien dat onderzoek niet tot een ruimere vaststelling van ongrondwettigheid kan leiden. en matière pénale, que l'auteur d'une infraction ne peut plus être poursuivi ni jugé après l'écoulement d'un certain délai depuis que les faits se sont produits. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse affirmative en ce qu'elle porte sur le respect des articles 10 et 11 de la Constitution. B.9. Compte tenu de cette réponse, il n'est pas nécessaire d'examiner la compatibilité de la disposition en cause avec les autres normes visées par la question préjudicielle, puisque cet examen ne saurait conduire à un constat d'inconstitutionnalité plus étendu.
Ten aanzien van de zaken nrs. 7001, 7002, 7012 en 7013 Quant aux affaires nos 7001, 7002, 7012 et 7013
B.10. In elk van de prejudiciële vragen die in die zaken zijn gesteld, B.10. Chacune des questions préjudicielles posées dans ces affaires
wordt het Hof verzocht zich uit te spreken over de grondwettigheid van invite la Cour à statuer sur la constitutionnalité de l'article 26,
artikel 26, eerste lid, van de wet van 6 maart 2018 in zoverre die alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018 en ce que cette disposition
bepaling een retroactieve werking aan artikel 25, 1°, van dezelfde wet confère un effet rétroactif à l'article 25, 1°, de la même loi.
verleent. B.11. Rekening houdend met het antwoord dat is gegeven op de B.11. Compte tenu de la réponse donnée à la question préjudicielle
prejudiciële vraag die in de zaak nr. 6992 is gesteld, is het niet posée dans l'affaire n° 6992, il n'est pas nécessaire d'examiner ces
nodig die vragen te onderzoeken, aangezien dat onderzoek niet tot een questions, dès lors que cet examen ne saurait conduire à un constat
ruimere vaststelling van ongrondwettigheid kan leiden. d'inconstitutionnalité plus étendu.
Ten aanzien van de zaak nr. 7007 Quant à l'affaire n° 7007
B.12. Oorspronkelijk bepaalde artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart B.12. A l'origine, l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968,
1968, ingevoegd bij artikel 9, 4°, van de wet van 9 maart 2014 « tot inséré par l'article 9, 4°, de la loi du 9 mars 2014 « modifiant la
wijziging van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16
gecoördineerd op 16 maart 1968, van de wet van 29 juni 1964 mars 1968, la loi du 29 juin 1964 concernant la suspension, le sursis
betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van
21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig te et la probation, la loi du 21 juin 1985 relative aux conditions
land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten techniques auxquelles doivent répondre tout véhicule de transport par
terre, ses éléments ainsi que les accessoires de sécurité et la loi du
voldoen en van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » : responsabilité en matière de véhicules automoteurs », disposait :
« Behoudens in geval van artikel 37/1, eerste lid, moet de rechter het « Sauf dans le cas visé à l'article 37/1, alinéa 1er, le juge doit
verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig van ten prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur pour
minste 3 maanden uitspreken, en het herstel van het recht tot sturen une période de 3 mois au moins, et subordonner la réintégration dans
afhankelijk maken van het slagen voor de vier examens en onderzoeken le droit de conduire à la réussite des quatre examens visés au § 3,
bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de schuldige, in de periode van 3 alinéa 1er, si le coupable, dans la période de 3 ans à compter du jour
jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend du prononcé d'un précédent jugement de condamnation coulé en force de
vonnis dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de
overtredingen bedoeld in de artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, chose jugée du chef de l'une des infractions visées aux articles 29, §
derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, 33, §§ 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1er, alinéa 1er, 29, § 3, alinéa 3, 30, §§ 1er, 2 et 3, 33, §§ 1er et
1, 48 en 62bis, opnieuw één van deze overtredingen begaat. 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1er, 48 et 62bis, commet à nouveau l'une
de ces infractions.
Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de Si le coupable, dans les 3 ans à compter du jour du prononcé d'un
uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée du
is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, commet à nouveau
twee van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het verval van deux de ces infractions, la déchéance du droit de conduire un véhicule
het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste 6 maanden à moteur est de 6 mois au moins et la réintégration dans le droit de
en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au §
voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid. 3, alinéa 1er.
Wanneer de schuldige binnen 3 jaar te rekenen van de dag van de Si le coupable, dans les 3 ans à compter du jour du prononcé d'un
uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde
is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée du
drie of meer van deze overtredingen opnieuw begaat, bedraagt het chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, commet à nouveau
verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste trois ou plus de ces infractions, la déchéance du droit de conduire un
9 maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van véhicule à moteur est de 9 mois au moins et la réintégration dans le
het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens
lid ». visés au § 3, alinéa 1er ».
Die bepaling is in werking getreden op 1 januari 2015 (artikel 8 van Cette disposition est entrée en vigueur le 1er janvier 2015 (article 8
het koninklijk besluit van 10 juni 2014 « tot wijziging van het de l'arrêté royal du 10 juin 2014 « modifiant l'arrêté royal du 21
koninklijk besluit van 21 april 2007 betreffende de ademtesttoestellen avril 2007 relatif aux appareils de test et aux appareils d'analyse de
en de ademanalysetoestellen », gewijzigd bij artikel 1 van een koninklijk besluit van 21 juli 2014). l'haleine », modifié par l'article 1er d'un arrêté royal du 21 juillet 2014).
B.13.1. Bij artikel 11, 6°, van de wet van 6 maart 2018 wordt artikel B.13.1. L'article 11, 6°, de la loi du 6 mars 2018 remplace l'article
38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 vervangen door de volgende 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 par la disposition suivante :
bepaling : « De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een « Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule
motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel à moteur pour une période de trois mois au moins et subordonner la
van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier réintégration dans le droit de conduire à la réussite des quatre
examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de examens visés au § 3, alinéa 1er, si le coupable, dans la période de
schuldige, in de periode van drie jaar te rekenen van de dag van de trois ans à compter du jour du prononcé d'un précédent jugement de
uitspraak van een vorig veroordelend vonnis dat in kracht van gewijsde condamnation coulé en force de chose jugée du chef de l'une ou plus
is gegaan voor één of meer van de overtredingen bedoeld in de des infractions visées aux articles 29, § 1er, alinéa 1er, 29, § 3,
artikelen 29, § 1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, alinéa 3, 30, §§ 1er, 2 et 3, 33, §§ 1er et 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis,
33, §§ 1 en 2, 34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen opnieuw wordt veroordeeld voor één van deze overtredingen. Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is gemaakt van het eerste lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid. Wanneer de schuldige binnen drie jaar te rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis, waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid, en dat in kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde overtredingen, opnieuw veroordeeld wordt voor één of meer van deze overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van een motorvoertuig ten § 1er, 48, 62bis ou à l'article 22 de la loi du 21 novembre 1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en matière de véhicules automoteurs, est à nouveau condamné du chef de l'une de ces infractions. Si le coupable, dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un précédent jugement de condamnation dans lequel il est fait application de l'alinéa 1er, et lequel est coulé en force de chose jugée du chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, est à nouveau condamné du chef d'une ou plusieurs de ces infractions, la déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur est de six mois au moins et la réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er. Si le coupable, dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un précédent jugement de condamnation dans lequel il est fait application de l'alinéa 2, et lequel est coulé en force de chose jugée du chef de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, est à nouveau condamné du chef d'une ou plus de ces infractions, la déchéance du droit de
minste negen maanden en is het herstel van het recht tot sturen conduire un véhicule à moteur est de neuf mois au moins et la
afhankelijk van het slagen voor de vier examens en onderzoeken bedoeld réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite
in § 3, eerste lid ». des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er ».
B.13.2. Aangezien zij in het Belgisch Staatsblad van 15 maart 2018 is B.13.2. Dès lors qu'elle a été publiée au Moniteur belge du 15 mars
bekendgemaakt, is die tweede versie van artikel 38, § 6, van de wet 2018, cette deuxième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16
van 16 maart 1968 in werking getreden op 25 maart 2018, zijnde de mars 1968 est entrée en vigueur le 25 mars 2018, soit le dixième jour
tiende dag vanaf de dag van de bekendmaking ervan, krachtens artikel 4 à compter de celui de sa publication, en vertu de l'article 4 de la
van de wet van 31 mei 1961. loi du 31 mai 1961.
B.14. In de tweede, derde, vierde en vijfde prejudiciële vraag wordt B.14. Les deuxième, troisième, quatrième et cinquième questions
het Hof verzocht zich uit te spreken over de grondwettigheid van préjudicielles invitent la Cour à statuer sur la constitutionnalité de
artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968, zoals het luidde l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968, tel qu'il était libellé
ingevolge de vervanging ervan bij artikel 11, 6°, van de wet van 6 à la suite de son remplacement par l'article 11, 6°, de la loi du 6
maart 2018. mars 2018.
Uit de volledige bewoordingen van de eerste prejudiciële vraag en uit Il ressort du libellé complet de la première question préjudicielle et
de motieven van de verwijzingsbeslissing in verband met die vraag des motifs de la décision de renvoi en rapport avec cette question que
blijkt dat het Hof in die vraag wordt verzocht zich uit te spreken cette dernière invite la Cour à statuer sur la constitutionnalité de
over de grondwettigheid van artikel 26, eerste lid, van de wet van 6 l'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018 en ce que cette
maart 2018 in zoverre die bepaling vermeldt dat artikel 11, 6°, van disposition énonce que l'article 11, 6°, de la même loi « entre en
dezelfde wet « in werking treedt » op 15 februari 2018. vigueur » le 15 février 2018.
B.15. Bij artikel 2 van de wet van 2 september 2018 « tot wijziging B.15. L'article 2 de la loi du 2 septembre 2018 « modifiant la loi du
van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het 16 mars 1968 relative à la police de la circulation routière, en ce
wegverkeer wat de verbeurdverklaring en immobilisering van voertuigen qui concerne la confiscation et l'immobilisation des véhicules »
betreft » wordt de tweede versie van artikel 38, § 6, van de wet van remplace la deuxième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16
16 maart 1968 vervangen door de volgende bepaling : mars 1968 par la disposition suivante :
« De rechter moet het verval van het recht tot het besturen van een « Le juge doit prononcer la déchéance du droit de conduire un véhicule
motorvoertuig van ten minste drie maanden uitspreken en het herstel à moteur pour une période de trois mois au moins et subordonner la
van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor de vier réintégration dans le droit de conduire à la réussite des quatre
examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid, wanneer de examens visés au § 3, alinéa 1er, si le coupable, après une
schuldige, na een veroordeling met toepassing van de artikelen 29, § condamnation par application des articles 29, § 1er, alinéa 1er, 29, §
1, eerste lid, 29, § 3, derde lid, 30, §§ 1, 2 en 3, 33, §§ 1 en 2, 3, alinéa 3, 30, §§ 1er, 2 et 3, 33, §§ 1er et 2, 34, § 2, 35, 37,
34, § 2, 35, 37, 37bis, § 1, 48, 62bis of artikel 22 van de wet van 21 37bis, § 1er, 48, 62bis ou à l'article 22 de la loi du 21 novembre
november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering 1989 relative à l'assurance obligatoire de la responsabilité en
inzake motorrijtuigen, één van deze bepalingen binnen drie jaar te
rekenen van de dag van de uitspraak van een vorig veroordelend vonnis matière de véhicules automoteurs, viole à nouveau une de ces
dat in kracht van gewijsde is gegaan, opnieuw overtreedt. dispositions dans les trois ans à compter du jour du prononcé d'un
In geval van herhaling binnen drie jaar na een veroordeling waarin précédent jugement de condamnation coulé en force de chose jugée.
toepassing is gemaakt van het eerste lid, en die in kracht van En cas de récidive dans les trois ans à compter d'une condamnation
gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid bedoelde dans laquelle il est fait application de l'alinéa 1er, et laquelle est
overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het besturen van coulée en force de chose jugée du chef de l'une des infractions visées
een motorvoertuig ten minste zes maanden en is het herstel van het à l'alinéa 1er, la déchéance du droit de conduire un véhicule à moteur
recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de vier examens en est de six mois au moins et la réintégration dans le droit de conduire
onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid. est subordonnée à la réussite des quatre examens visés au § 3, alinéa
In geval van nieuwe herhaling binnen drie jaar na een veroordeling 1er. En cas de nouvelle récidive dans les trois ans à compter d'une
waarin toepassing is gemaakt van het tweede lid of dit lid, en die in condamnation dans laquelle il est fait application de l'alinéa 2 ou du
kracht van gewijsde is gegaan voor één van de in het eerste lid présent alinéa et laquelle est coulée en force de chose jugée du chef
bedoelde overtredingen, bedraagt het verval van het recht tot het de l'une des infractions visées à l'alinéa 1er, la déchéance du droit
besturen van een motorvoertuig ten minste negen maanden en is het de conduire un véhicule à moteur est de neuf mois au moins et la
herstel van het recht tot sturen afhankelijk van het slagen voor de réintégration dans le droit de conduire est subordonnée à la réussite
vier examens en onderzoeken bedoeld in § 3, eerste lid ». des quatre examens visés au § 3, alinéa 1er ».
Aangezien zij in het Belgisch Staatsblad van 2 oktober 2018 is Dès lors qu'elle a été publiée au Moniteur belge du 2 octobre 2018,
bekendgemaakt, is die derde versie van artikel 38, § 6, van de wet van cette troisième version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars
16 maart 1968 in werking getreden op de tiende dag vanaf de dag van de 1968 est entrée en vigueur le dixième jour à compter de celui de sa
bekendmaking ervan, zijnde op 12 oktober 2018, krachtens artikel 4 van publication, soit le 12 octobre 2018, en vertu de l'article 4 de la
de wet van 31 mei 1961. loi du 31 mai 1961.
B.16. Uit het voorgaande blijkt dat de versie van artikel 38, § 6, van B.16. Il ressort de ce qui précède que la version de l'article 38, §
de wet van 16 maart 1968 die het voorwerp van de tweede tot de vijfde 6, de la loi du 16 mars 1968 qui est l'objet des deuxième à cinquième
prejudiciële vraag uitmaakt en waarvan de regeling betreffende de questions préjudicielles et dont le régime d'application dans le temps
toepassing in de tijd in de eerste prejudiciële vraag in het geding est mis en cause par la première question préjudicielle n'est plus en
wordt gebracht, sedert 12 oktober 2018 niet meer van kracht is. vigueur depuis le 12 octobre 2018.
B.17. Artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 strekt ertoe de B.17. L'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 a pour objet de
duur te regelen van het verval van het recht tot het besturen van een régler la durée de la déchéance du droit de conduire un véhicule à
motorvoertuig dat een rechter moet uitspreken. moteur qu'un juge doit prononcer.
Een dergelijk verval is een straf in de zin van het Strafwetboek. Une telle déchéance constitue une peine au sens du Code pénal.
B.18.1. Artikel 2, tweede lid, van het Strafwetboek bepaalt : B.18.1. L'article 2, alinéa 2, du Code pénal dispose :
« Indien de straf, ten tijde van het vonnis bepaald, verschilt van die « Si la peine établie au temps du jugement diffère de celle qui était
welke ten tijde van het misdrijf was bepaald, wordt de minst zware portée au temps de l'infraction, la peine la moins forte sera
straf toegepast ». appliquée ».
B.18.2. Wanneer bij de opeenvolging van drie strafwetten in de tijd, B.18.2. Lorsque trois lois pénales se succèdent dans le temps et que
de straf gesteld door de eerste wet, die van kracht was op het la peine établie par la première loi qui était en vigueur au temps de
ogenblik van het plegen van het misdrijf, zwaarder is dan de straf l'infraction est plus forte que la peine établie par la troisième loi
gesteld door de derde wet, die van kracht is op het ogenblik van de qui est en vigueur au moment de la décision, mais que cette peine est,
uitspraak, maar deze straf eventueel, op haar beurt, strenger is dan
de straf die op het misdrijf was gesteld tussen het ogenblik van het à son tour, éventuellement plus forte que la peine applicable à
plegen ervan en de uitspraak, dient de straf te worden toegepast, die l'infraction entre le moment de sa commission et la décision, il y a
op het misdrijf was gesteld door de minst zware tweede tussenliggende lieu d'appliquer la peine établie pour l'infraction par la deuxième
wet (Cass., 7 mei 2013, P.12.0235.N). loi intermédiaire la moins sévère (Cass., 7 mai 2013, P.12.0235.N).
B.18.3. Uit het voorgaande blijkt dat, ingevolge de inwerkingtreding B.18.3. Il ressort de ce qui précède qu'à la suite de l'entrée en
van artikel 2 van de wet van 2 september 2018, de tweede van de drie vigueur de l'article 2 de la loi du 2 septembre 2018, la deuxième des
voormelde versies van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 - trois versions précitées de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars
van kracht van 25 maart 2018 tot 12 oktober 2018 - enkel kan worden 1968 - en vigueur du 25 mars 2018 au 12 octobre 2018 - ne peut être
toegepast op misdrijven die op 9 januari 2016 zijn gepleegd indien de appliquée à des infractions commises le 9 janvier 2016 que si la peine
straf die door die tweede versie van artikel 38, § 6, van de wet van établie par cette deuxième version de l'article 38, § 6, de la loi du
16 maart 1968 wordt bepaald, minder zwaar is dan die welke door de 16 mars 1968 est moins forte que celle qui est établie par la
derde versie van dat artikel wordt bepaald. troisième version de cet article.
B.19. Volgens die derde versie van artikel 38, § 6, van de wet van 16 B.19. Selon cette troisième version de l'article 38, § 6, de la loi du
maart 1968 moet de beklaagde die, bij een vonnis dat op 17 oktober 16 mars 1968, le prévenu qui, par un jugement prononcé le 17 octobre
2014 is uitgesproken en in kracht van gewijsde is gegaan, wegens een 2014 et passé en force de chose jugée, a été condamné en raison de
van de in dat artikel bedoelde misdrijven is veroordeeld en die op 9 l'une des infractions visées par cet article et qui commet, le 9
januari 2016 de in artikel 33, § 1, 1°, en in artikel 34, § 2, 2°, van janvier 2016, les infractions prévues à l'article 33, § 1er, 1°, et à
dezelfde wet bedoelde misdrijven pleegt, vervallen worden verklaard l'article 34, § 2, 2°, de la même loi doit être déchu du droit de
van het recht tot het besturen van een motorvoertuig voor een periode conduire un véhicule à moteur pour une période de trois mois au moins,
van ten minste drie maanden, zelfs indien hij meer dan drie jaar na même s'il est jugé pour ces faits plus de trois ans après le précédent
het vorige vonnis voor die feiten wordt berecht. jugement.
Ook al verschillen de bewoordingen ervan, toch dient de tweede versie Même si ses termes sont différents, la deuxième version de l'article
van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 op dezelfde wijze te 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 doit être interprétée de la même
worden geïnterpreteerd (Cass., 30 januari 2019, P.18.0879.F; Cass., 9 manière (Cass., 30 janvier 2019, P.18.0879.F; Cass., 9 avril 2019,
april 2019, P.18.1208.N). P.18.1208.N).
De straf die die tweede versie bepaalt voor de voormelde misdrijven, La peine que cette deuxième version établit pour les infractions
kan bijgevolg niet als minder zwaar worden beschouwd dan die welke précitées ne peut dès lors être considérée comme étant moins forte que
wordt bepaald door de derde versie van artikel 38, § 6, van de wet van celle qui est établie par la troisième version de l'article 38, § 6,
16 maart 1968, die sedert 12 oktober 2018 van kracht is. de la loi du 16 mars 1968, en vigueur depuis le 12 octobre 2018.
De tweede versie van dat artikel kan dus niet meer worden toegepast op La deuxième version de cet article ne peut donc plus être appliquée à
misdrijven die op 9 januari 2016 zijn gepleegd. des infractions commises le 9 janvier 2016.
B.20. Aangezien de prejudiciële vragen betrekking hebben op een versie B.20. Dès lors que les questions préjudicielles portent sur une
van artikel 38, § 6, van de wet van 16 maart 1968 die niet meer van version de l'article 38, § 6, de la loi du 16 mars 1968 qui n'est plus
toepassing is op het geschil dat het voorwerp van de applicable au litige faisant l'objet de la décision de renvoi, la
verwijzingsbeslissing uitmaakt, is het antwoord op die vragen
kennelijk niet nuttig voor de oplossing van dat geschil. réponse à ces questions n'est manifestement pas utile à la solution de ce litige.
B.21. De prejudiciële vragen behoeven geen antwoord. B.21. Les questions préjudicielles n'appellent pas de réponse.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
- Artikel 26, eerste lid, van de wet van 6 maart 2018 « ter - L'article 26, alinéa 1er, de la loi du 6 mars 2018 « relative à
verbetering van de verkeersveiligheid » schendt de artikelen 10 en 11 l'amélioration de la sécurité routière » viole les articles 10 et 11
van de Grondwet in zoverre het een retroactieve werking aan artikel de la Constitution en ce qu'il confère un effet rétroactif à l'article
25, 1°, van dezelfde wet verleent. 25, 1°, de la même loi.
- De prejudiciële vragen die in de zaken nrs. 7001, 7002, 7007, 7012 - Les questions préjudicielles posées dans les affaires nos 7001,
en 7013 zijn gesteld, behoeven geen antwoord. 7002, 7007, 7012 et 7013 n'appellent pas de réponse.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 12 december 2019. la Cour constitutionnelle, le 12 décembre 2019.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
F. Daoût F. Daoût
^