Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 193/2019 van 28 november 2019 Rolnummer 7129 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1047 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. H samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 193/2019 van 28 november 2019 Rolnummer 7129 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1047 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. H samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey(...) Extrait de l'arrêt n° 193/2019 du 28 novembre 2019 Numéro du rôle : 7129 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1047 du Code judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Flandre occidentale, division Courtrai.
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 193/2019 van 28 november 2019 Extrait de l'arrêt n° 193/2019 du 28 novembre 2019
Rolnummer 7129 Numéro du rôle : 7129
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1047 van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 1047 du Code
Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg judiciaire, posée par le Tribunal de première instance de Flandre
West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. occidentale, division Courtrai.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen,
Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et J. Moerman, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 12 februari 2019, waarvan de expeditie ter griffie van Par jugement du 12 février 2019, dont l'expédition est parvenue au
het Hof is ingekomen op 22 februari 2019, heeft de Rechtbank van greffe de la Cour le 22 février 2019, le Tribunal de première instance
eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, de volgende de Flandre occidentale, division Courtrai, a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Schendt art. 1047 Ger. W., in zoverre de wetgever een dubbele aanleg « L'article 1047 du Code judiciaire viole-t-il notamment les articles
organiseert, de rol van de rechter in geval van verstek beperkt (art. 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec d'autres
dispositions législatives, supranationales, dont, entre autres,
806 Ger. W.) én de mogelijkheid tot verzet in burgerlijke zaken l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et,
beperkt tot procedures die in één aanleg beslecht worden en uitsluit entre autres toujours, l'article 14 du Pacte international relatif aux
in procedures waar een dubbele aanleg is voorzien én in droits civils et politiques, en ce que le législateur organise un
strafrechtelijke zaken tot gevallen van overmacht, met name de double degré de juridiction, en ce qu'il limite le rôle du juge en cas
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen de défaut (article 806 du Code judiciaire) et en ce qu'il limite la
met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het EVRM (o.m. art. 6) possibilité d'opposition, en matière civile, aux procédures qui sont
en het internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke tranchées en première et dernière instance, l'excluant dans les
procédures pour lesquelles un double degré de juridiction est prévu,
rechten (o.m. art. 14) ? ». et, en matière pénale, aux cas de force majeure ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het eerste lid van B.1. La question préjudicielle porte sur l'alinéa 1er de l'article
artikel 1047 van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 1047 du Code judiciaire, tel qu'il a été modifié par l'article 143 de
143 van de wet van 6 juli 2017 « houdende vereenvoudiging, la loi du 6 juillet 2017 « portant simplification, harmonisation,
harmonisering, informatisering en modernisering van bepalingen van informatisation et modernisation de dispositions de droit civil et de
burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook van het procédure civile ainsi que du notariat, et portant diverses mesures en
notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie » (de «
Potpourri V-wet » genoemd) : matière de justice » (dite « loi pot-pourri V ») :
« Tegen ieder verstekvonnis dat in laatste aanleg is gewezen kan « Tout jugement par défaut rendu en dernier ressort peut être frappé
verzet worden gedaan, onverminderd de bij de wet bepaalde uitzonderingen ». d'opposition, sauf les exceptions prévues par la loi ».
Uit die wijziging volgt dat verstekvonnissen in burgerlijke zaken Il résulte de cette modification que les jugements rendus par défaut
waartegen hoger beroep kan worden ingesteld, enkel nog met dat laatste en matière civile qui sont susceptibles d'appel ne peuvent plus être
attaqués que par cette dernière voie de recours, conformément à
rechtsmiddel kunnen worden bestreden, overeenkomstig artikel 1050 van l'article 1050 du Code judiciaire, pour autant que la loi n'en dispose
het Gerechtelijk Wetboek, tenzij de wet het anders bepaalt. pas autrement.
Ten aanzien van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in Quant aux articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en
samenhang gelezen met het recht op toegang tot een rechter combinaison avec le droit d'accès au juge
B.2. Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing kan worden B.2. On peut déduire de la motivation de la décision de renvoi que la
afgeleid dat het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van
artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek met de Cour est interrogée sur la compatibilité de l'article 1047, alinéa 1er,
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen du Code judiciaire avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus
met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en ou non en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des
met artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en droits de l'homme et avec l'article 14 du Pacte international relatif
politieke rechten, doordat die bepaling de mogelijkheid om verzet aan aux droits civils et politiques, en ce que cette disposition limite la
te tekenen beperkt tot verstekvonnissen die in laatste aanleg gewezen possibilité d'opposition aux jugements par défaut qui ont été rendus
zijn, in het bijzonder in het licht van artikel 806 van het en dernier ressort, eu égard, en particulier, à l'article 806 du Code
Gerechtelijke Wetboek. judiciaire.
B.3.1. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene B.3.1. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une portée
draagwijdte. Zij verbieden elke discriminatie, ongeacht de oorsprong générale. Ils interdisent toute discrimination, quelle qu'en soit
ervan : de grondwettelijke regels van de gelijkheid en van de l'origine : les règles constitutionnelles de l'égalité et de la
niet-discriminatie zijn toepasselijk ten aanzien van alle rechten en non-discrimination sont applicables à l'égard de tous les droits et de
alle vrijheden, met inbegrip van die welke voortvloeien uit toutes les libertés, en ce compris ceux résultant des conventions
internationale verdragen die België binden. internationales liant la Belgique.
B.3.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet B.3.2. Le principe d'égalité et de non-discrimination n'exclut pas
uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen qu'une différence de traitement soit établie entre des catégories de
wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium personnes, pour autant qu'elle repose sur un critère objectif et
berust en het redelijk verantwoord is. qu'elle soit raisonnablement justifiée.
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld L'existence d'une telle justification doit s'apprécier en tenant
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel compte du but et des effets de la mesure critiquée ainsi que de la
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van nature des principes en cause; le principe d'égalité et de
gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat non-discrimination est violé lorsqu'il est établi qu'il n'existe pas
er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de de rapport raisonnable de proportionnalité entre les moyens employés
aangewende middelen en het beoogde doel. et le but visé.
B.3.3. Artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarborgt een recht op toegang tot een rechter. Dat recht wordt eveneens gewaarborgd door artikel 14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en door een algemeen rechtsbeginsel. Het recht op toegang tot een rechter waarborgt de rechtsonderhorige de behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechter. Het recht op toegang tot een onafhankelijke rechter is evenwel niet absoluut en kan worden beperkt om, meer bepaald, een goede B.3.3. L'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne des droits de l'homme garantit le droit d'accès au juge. Ce droit est également garanti par l'article 14, paragraphe 1, du Pacte international relatif aux droits civils et politiques et par un principe général de droit. Le droit d'accès au juge garantit au justiciable que sa cause soit entendue par un juge indépendant et impartial. Le droit d'accès à un juge indépendant n'est cependant pas absolu et peut faire l'objet de limitations, en vue de garantir, notamment, une bonne administration de la justice et la sécurité juridique. L'article
rechtsbedeling en rechtszekerheid te waarborgen. Artikel 6 van het 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ne garantit pas le
Europees Verdrag voor de rechten van de mens waarborgt niet het recht droit à un double degré de juridiction. Sauf en matière pénale, il
op een dubbele aanleg. Behalve in strafzaken bestaat er bovendien geen n'existe en outre aucun principe général énonçant une telle garantie.
algemeen beginsel dat een dergelijke waarborg inhoudt.
B.4.1. Met de beperking van de verzetsmogelijkheid tot B.4.1. En limitant la possibilité d'opposition aux jugements par
verstekvonnissen waartegen geen hoger beroep mogelijk is, had de défaut ne pouvant faire l'objet d'un appel, le législateur a voulu
wetgever als doelstelling de finale geschillenbeslechting te promouvoir la solution définitive des litiges (Doc. parl., Chambre,
bevorderen (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2259/001, pp. 2016-2017, DOC 54-2259/001, pp. 117-118) et permettre ainsi que la
117-118), en aldus toe te laten dat de gerechtelijke procedure procédure judiciaire se termine dans un délai raisonnable,
overeenkomstig artikel 6, lid 1, van het Europees Verdrag voor de conformément à l'article 6, paragraphe 1, de la Convention européenne
rechten van de mens binnen een redelijke termijn kan worden beëindigd. des droits de l'homme. Cet objectif est légitime.
Die doelstelling is legitiem.
B.4.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de keuze voor het B.4.2. Il ressort des travaux préparatoires que le choix de prévoir
al dan niet appellabel karakter van het verstekvonnis als criterium comme critère de distinction le fait que le jugement par défaut soit
van onderscheid, gebaseerd is op een suggestie van de afdeling susceptible d'appel ou non est basé sur une suggestion de la section
wetgeving van de Raad van State : de législation du Conseil d'Etat :
« Indien de bedoeling van de steller van het voorontwerp er « Si le but de l'auteur de l'avant-projet est effectivement de réduire
daadwerkelijk in bestaat de mogelijkheden om verzet aan te tekenen te les possibilités de faire opposition, il apparaît que la suggestion
beperken, blijkt de suggestie naar luid waarvan verstek niet aanvaard selon laquelle le défaut ne serait pas admis en cas de possibilité
wordt wanneer hoger beroep mogelijk is, daaraan op passende wijze te d'un appel rencontrerait de manière adéquate le but poursuivi sans
beantwoorden, zonder dat het recht om een gewoon rechtsmiddel aan te restreindre de façon trop significative le droit d'introduire au moins
wenden al te zeer wordt beperkt » (ibid., p. 378). un recours ordinaire » (ibid., p. 378).
Dat criterium is objectief. Ce critère est objectif.
B.4.3. De maatregel om niet te voorzien in de mogelijkheid van verzet B.4.3. La mesure qui consiste à ne pas prévoir la possibilité de faire
tegen een verstekvonnis waartegen hoger beroep mogelijk is, is ook opposition à un jugement par défaut susceptible d'appel est également
pertinent in het licht van de door de wetgever nagestreefde pertinente à la lumière de l'objectif poursuivi par le législateur,
doelstelling om de procedure niet nodeloos te vertragen en om de qui consiste à ne pas ralentir inutilement la procédure et à respecter
redelijketermijnvereiste te eerbiedigen. la condition du délai raisonnable.
B.4.4. De gevolgen van de in het geding zijnde bepaling zijn tot slot B.4.4. Enfin, les conséquences de la disposition en cause ne sont pas
niet onevenredig ten opzichte van de nagestreefde doelstelling. disproportionnées eu égard au but poursuivi.
Het verzet is een gewoon rechtsmiddel dat openstaat voor de partij die L'opposition est une voie de recours ordinaire ouverte à la partie qui
bij verstek is veroordeeld teneinde vanwege het rechtscollege dat bij a été condamnée par défaut, en vue d'obtenir de la juridiction qui a
verstek heeft geoordeeld, een nieuwe beslissing na een contradictoir statué par défaut une nouvelle décision après un débat contradictoire.
debat te verkrijgen. Een verstekvonnis dat niet in laatste aanleg werd Un jugement par défaut qui n'a pas été rendu en dernier ressort
gewezen, blijft echter vatbaar voor hoger beroep, dat de betrokken demeure susceptible d'appel, ce qui permet à la personne concernée
persoon de mogelijkheid biedt ten volle zijn rechten van verdediging d'exercer pleinement ses droits de défense.
uit te oefenen.
B.5.1. De draagwijdte van artikel 806 van het Gerechtelijk Wetboek B.5.1. La portée de l'article 806 du Code judiciaire ne change rien à
verandert niets aan die beoordeling. Artikel 806 van het hetzelfde cette appréciation. L'article 806 du même Code dispose :
Wetboek bepaalt : « In het verstekvonnis willigt de rechter de vorderingen of « Dans le jugement par défaut, le juge fait droit aux demandes ou
verweermiddelen van de verschijnende partij in, behalve in zoverre de moyens de défense de la partie comparante, sauf dans la mesure où la
rechtspleging, die vorderingen of middelen strijdig zijn met de procédure, ces demandes ou moyens sont contraires à l'ordre public, y
openbare orde, met inbegrip van de rechtsregels die de rechter compris les règles de droit que le juge peut, en vertu de la loi,
krachtens de wet ambtshalve kan toepassen ». appliquer d'office ».
B.5.2. Bij zijn arrest nr. 72/2018 van 7 juni 2018 heeft het Hof voor B.5.2. Par son arrêt n° 72/2018 du 7 juin 2018, la Cour a dit pour
recht gezegd : droit :
« Artikel 806 van het Gerechtelijk Wetboek schendt niet de artikelen « L'article 806 du Code judiciaire ne viole pas les articles 10, 11,
10, 11, 12 en 13 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.1 12 et 13 de la Constitution, combinés avec l'article 6.1 de la
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14.1 du
14, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ». Pacte international relatif aux droits civils et politiques ».
B.5.3. Het voormelde arrest nr. 72/2018 is als volgt gemotiveerd : B.5.3. L'arrêt n° 72/2018, précité, est motivé comme suit :
« B.5.2. De in het geding zijnde bepaling beperkt de « B.5.2. La disposition en cause limite le pouvoir d'appréciation du
beoordelingsbevoegdheid van de rechter die uitspraak doet bij verstek juge statuant par défaut en lui enjoignant de faire droit aux demandes
door hem te gelasten de vorderingen of verweermiddelen van de ou moyens de défense de la partie comparante, sauf dans l'hypothèse où
verschijnende partij in te willigen, behalve wanneer de rechtspleging, la procédure, ces demandes ou moyens sont contraires à l'ordre public.
die vorderingen of middelen strijdig zijn met de openbare orde. Het Le droit d'accès à un juge indépendant n'est cependant pas absolu et
recht op toegang tot een onafhankelijke rechter is evenwel niet
absoluut en kan worden beperkt om, meer bepaald, een goede peut faire l'objet de limitations en vue de garantir, notamment, une
rechtsbedeling en rechtszekerheid te waarborgen. bonne administration de la justice et la sécurité juridique.
B.6.1. Zoals blijkt uit de in B.1.3 en B.1.4 geciteerde parlementaire B.6.1. Ainsi qu'il ressort des travaux préparatoires cités en B.1.3 et
voorbereiding, werd artikel 806 van het Gerechtelijk Wetboek B.1.4, l'article 806 du Code judiciaire a été justifié par la volonté
verantwoord door de wil van de wetgever om een einde te maken aan een
controverse in de rechtsleer en rechtspraak over de omvang van de du législateur de mettre fin à une controverse doctrinale et
bevoegdheden van een rechter die uitspraak doet bij verstek, en om jurisprudentielle relative à l'étendue des pouvoirs du juge statuant
discriminatie tussen rechtsonderhorigen te vermijden. De in het geding par défaut et d'éviter les discriminations entre justiciables. La
zijnde maatregel is pertinent ten opzichte van dat doel. mesure en cause est pertinente par rapport à cet objectif.
Het Hof dient nog te onderzoeken of de in het geding zijnde beperking La Cour doit encore examiner si la limitation en cause n'a pas de
geen onevenredige gevolgen heeft voor de niet-verschenen rechtsonderhorige. conséquences disproportionnées pour le justiciable défaillant.
B.6.2. Uit de parlementaire voorbereiding van de in het geding zijnde B.6.2. Il ressort des travaux préparatoires de la disposition en cause
bepaling blijkt dat de wetgever het aan de rechter die uitspraak doet que le législateur a laissé au juge statuant par défaut le soin de
bij verstek heeft overgelaten het begrip ' openbare orde ' nader in te préciser plus avant la notion d'ordre public, notion qui lui permet de
vullen, begrip op grond waarvan hij kan weigeren de vorderingen of refuser de faire droit aux demandes ou aux moyens de défense de la
verweermiddelen van de verschijnende partij in te willigen : partie comparante :
' In principe kan de rechter vrij bepalen wat van openbare orde is, ' En principe, le juge peut décider librement de ce qui est d'ordre
maar het Hof van Cassatie heeft het laatste woord; bovendien is dit public, mais la Cour de cassation a le dernier mot; de plus, il s'agit
een evolutief concept en dient men dus de vrijheid aan de rechter te d'un concept évolutif et il convient donc de laisser toute liberté au
laten ' (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1219/005, pp. 100-101). juge ' (Doc. parl., Chambre, 2014-2015, DOC 54-1219/005, pp. 100-101).
B.6.3. Daaruit blijkt eveneens dat de wetgever zich heeft afgevraagd B.6.3. Il en ressort également que le législateur s'est interrogé sur
welk gevolg dient te worden gegeven aan kennelijk buitensporige le sort des demandes manifestement excessives en cas de défaut du
vorderingen in geval van verstek vanwege de verweerder : défendeur :
' [Een lid] komt terug op een voorbeeld van de voorzitter van de ' [Un membre] revient sur l'exemple précité de la présidente du
familierechtbank dat reeds hoger werd aangehaald : iemand met een tribunal de la famille : on demande à un justiciable dont les revenus
inkomen van 1 100 € wordt gevraagd om een alimentatie te betalen van 1 sont de 1 100 euros de payer une pension alimentaire de 1 000 euros,
000 €, hetgeen uiteraard overdreven is maar is dit dan van openbare ce qui est évidemment excessif. Mais, cette demande est-elle contraire
orde ? à l'ordre public ?
Le ministre répond que, lorsqu'il est prévu que le juge doit
De minister antwoordt dat waar staat dat de rechter ambtshalve moet intervenir d'office, les choses sont simples. En revanche, il subsiste
optreden het gemakkelijk is. Daarnaast blijft er echter de open une catégorie ouverte " ordre public ". La Cour de cassation
categorie " openbare orde " en wie weet zal het Hof van Cassatie - considérera peut-être un jour que le cas évoqué est contraire à
zoals in de jaren 60 toen het exorbitante strafbedingen strijdig l'ordre public - comme ce fut le cas dans les années 60 en ce qui
achtte met de openbare orde - ooit zeggen dat het geschetste geval
strijdig is met de openbare orde. Deze ruimte moet worden gelaten aan concerne les clauses pénales excessives. Cette marge d'appréciation
de rechtspraak ' (ibid., p. 101). doit être réservée à la jurisprudence ' (ibid., p. 101).
B.7. Bij zijn arrest van 13 december 2016, dat in het B.7. Par son arrêt du 13 décembre 2016, cité par l'arrêt de renvoi, la
verwijzingsarrest wordt geciteerd, heeft het Hof van Cassatie
geoordeeld : Cour de cassation a jugé :
' 4. Uit de wetgeschiedenis van deze bepaling volgt dat de wetgever ' 4. Il résulte de la genèse légale de cette disposition que le
het aan de rechter heeft overgelaten om het begrip openbare orde nader législateur a confié au juge le soin de préciser la notion d'ordre
in te vullen. public.
5. Van openbare orde is datgene wat de essentiële belangen van de 5. Ce qui touche aux intérêts essentiels de l'Etat ou de la communauté
Staat of van de gemeenschap raakt of wat in het privaat recht de ou détermine dans le droit privé les fondements juridiques sur
juridische grondslagen bepaalt waarop de economische of morele orde lesquels repose l'ordre économique ou moral de la société est d'ordre
van de maatschappij berust. public.
6. In de context van artikel 806 Gerechtelijk Wetboek is het 6. Dans le contexte de l'article 806 du Code judiciaire, faire droit à
inwilligen van een kennelijk ongegronde vordering of een kennelijk une demande manifestement non fondée ou à une défense manifestement
ongegrond verweer strijdig met de openbare orde. non fondée est contraire à l'ordre public.
7. Le juge statuant par défaut qui n'accueille pas les demandes ou
7. De rechter bij verstek die de vorderingen of verweermiddelen van de moyens de défense de la partie comparante, est tenu de constater que
verschijnende partij niet inwilligt, moet vaststellen dat het l'accueil de ces demandes ou moyens est contraire à l'ordre public '
inwilligen ervan strijdig is met de openbare orde ' (Cass., 13 (Cass., 13 décembre 2016, P.16.0421.N).
december 2016, P.16.0421.N).
B.8.1. Uit het voorgaande volgt dat het begrip ' openbare orde ' dat B.8.1. Il résulte de ce qui précède que la notion d'ordre public qui
voorkomt in artikel 806 van het Gerechtelijk Wetboek de rechter die figure dans l'article 806 du Code judiciaire permet au juge statuant
uitspraak doet bij verstek toelaat een inwilliging te weigeren van de par défaut de refuser de faire droit aux demandes dont il constate
vorderingen waarvan hij vaststelt dat zij kennelijk ongegrond of qu'elles sont manifestement non fondées ou manifestement excessives.
kennelijk buitensporig zijn.
B.8.2. De in het geding zijnde bepaling doet derhalve niet op B.8.2. La disposition en cause ne porte dès lors pas d'atteinte
onevenredige wijze afbreuk aan het recht op toegang tot een rechter
dat is gewaarborgd bij artikel 13 van de Grondwet, al dan niet in disproportionnée au droit d'accès au juge garanti par l'article 13 de
samenhang gelezen met artikel 6.1 van het Europees Verdrag voor de la Constitution, lu isolément ou en combinaison avec l'article 6.1 de
rechten van de mens en met artikel 14, lid 1, van het Internationaal la Convention européenne des droits de l'homme et avec l'article 14.1
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ». du Pacte international relatif aux droits civils et politiques ».
B.5.4. Uit dat arrest blijkt dat artikel 806 van het Gerechtelijk B.5.4. Il ressort de cet arrêt que l'article 806 du Code judiciaire ne
Wetboek de rechtsmacht van de rechter die bij verstek oordeelt, niet limite pas de manière disproportionnée la juridiction du juge qui
op onevenredige wijze beperkt. Ongeacht de omvang van de beoordeling statue par défaut. Quelle que soit l'étendue du pouvoir d'appréciation
door de rechter in het verstekvonnis dat niet in laatste aanleg werd du juge dans le jugement par défaut qui n'a pas été rendu en dernier
gewezen, blijft dat vonnis bovendien vatbaar voor een hoger beroep, ressort, ce jugement continue en outre à pouvoir faire l'objet d'un
waarin uitspraak wordt gedaan met volle rechtsmacht. appel, qui donnera lieu à une décision en pleine juridiction.
B.6. Artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek is niet B.6. L'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire n'est pas
onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet incompatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non
in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag van de en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits
rechten van de mens en met artikel 14 van het Internationaal Verdrag de l'homme et avec l'article 14 du Pacte international relatif aux
inzake burgerrechten en politieke rechten. droits civils et politiques.
Ten aanzien van de vergelijking met de strafrechtelijke procedure Quant à la comparaison avec la procédure pénale
B.7.1. Tot slot blijkt uit de motivering van de verwijzingsbeslissing B.7.1. Enfin, il ressort de la motivation de la décision de renvoi que
dat het verwijzende rechtscollege het Hof eveneens ondervraagt over de la juridiction a quo interroge également la Cour sur la compatibilité
bestaanbaarheid van artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat het een verschil in behandeling doet ontstaan tussen personen die in het kader van een burgerlijke procedure met een verstekvonnis worden geconfronteerd, en personen die in het kader van een strafprocedure bij verstek zijn veroordeeld. B.7.2. De Ministerraad betoogt dat de beide in het geding zijnde categorieën van personen niet vergelijkbaar zijn om reden dat de burgerlijke en de strafrechtelijke procedure zich van elkaar onderscheiden wat betreft de onderliggende filosofie van beide procedures. B.7.3. Hoewel de burgerlijke procedure en de strafrechtelijke procedure aan onderscheiden doelstellingen beantwoorden en fundamenteel verschillende voorwerpen hebben, kan een veroordeelde ook verzet aantekenen tegen een burgerrechtelijke veroordeling uitgesproken door het strafgerecht. De in het raam van een burgerlijke procedure bij verstek veroordeelde persoon bevindt zich dus in een situatie die vergelijkbaar is met die van de persoon die strafrechtelijk is veroordeeld. B.7.4. Het wezen en de doelstelling zelf van het verzet bestaan erin de persoon de mogelijkheid te bieden ten volle zijn rechten van verdediging uit te oefenen, die als gevolg van zijn niet-verschijnen mogelijkerwijze niet alle elementen van een zaak kent of zich daarover althans niet nader heeft kunnen verklaren. B.7.5. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van de l'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il fait naître une différence de traitement entre, d'une part, les personnes qui sont confrontées à un jugement par défaut dans une procédure civile et, d'autre part, les personnes qui sont condamnées par défaut dans une procédure pénale. B.7.2. Le Conseil des ministres soutient que les deux catégories de personnes en cause ne sont pas comparables, au motif que les procédures civile et pénale se distinguent quant à la philosophie qui sous-tend les deux procédures. B.7.3. Bien que la procédure civile et la procédure pénale poursuivent des objectifs distincts et bien qu'elles aient des objets fondamentalement différents, une personne condamnée peut aussi faire opposition à une condamnation civile prononcée par la juridiction pénale. La personne condamnée par défaut dans le cadre d'une procédure civile se trouve donc dans une situation comparable à celle de la personne qui a été condamnée au pénal. B.7.4. L'essence et la finalité mêmes de l'opposition sont de permettre le plein exercice des droits de la défense par une personne qui pourrait, en raison de sa défaillance, ne pas avoir connaissance de tous les éléments d'une cause ou tout au moins ne pas avoir pu s'expliquer sur eux. B.7.5. La différence de traitement entre certaines catégories de
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende personnes qui découle de l'application de règles procédurales
procedureregels in verschillende omstandigheden houdt op zich geen différentes dans des circonstances différentes n'est pas
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake zijn indien het discriminatoire en soi. Il ne pourrait être question de discrimination
verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing van die que si la différence de traitement qui découle de l'application de ces
procedureregels een onevenredige beperking van de rechten van de règles de procédure entraînait une limitation disproportionnée des
daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. droits des personnes concernées.
B.7.6. Uit het onderzoek van het eerste onderdeel van de prejudiciële B.7.6. Il est déjà apparu de l'examen de la première partie de la
vraag is reeds gebleken dat de in het geding zijnde bepaling het recht question préjudicielle que la disposition en cause ne limite pas le
op toegang tot de rechter niet op onevenredige wijze beperkt. droit d'accès au juge de manière disproportionnée.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 1047, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in samenhang L'article 1047, alinéa 1er, du Code judiciaire, lu en combinaison avec
gelezen met artikel 806 ervan, schendt niet de artikelen 10 en 11 van l'article 806 du même Code, ne viole pas les articles 10 et 11 de la
de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Constitution, lus en combinaison avec l'article 6 de la Convention
Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 14 van het européenne des droits de l'homme et avec l'article 14 du Pacte
Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. international relatif aux droits civils et politiques.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 28 november 2019. la Cour constitutionnelle, le 28 novembre 2019.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
A. Alen A. Alen
^