← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 78/2019 van 23 mei 2019 Rolnummer 6906 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 53, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het
Hof van Beroep te Gent. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A.
Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goe(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 78/2019 van 23 mei 2019 Rolnummer 6906 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 53, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goe(...) | Extrait de l'arrêt n° 78/2019 du 23 mai 2019 Numéro du rôle : 6906 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 53, 9°, du Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel de Gand. La Cour constitutionnelle, après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : I. Objet de la question préjudicielle et procédu(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
| Uittreksel uit arrest nr. 78/2019 van 23 mei 2019 | Extrait de l'arrêt n° 78/2019 du 23 mai 2019 |
| Rolnummer 6906 | Numéro du rôle : 6906 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 53, 9°, van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 53, 9°, du |
| Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gesteld door het Hof van | Code des impôts sur les revenus 1992, posée par la Cour d'appel de |
| Beroep te Gent. | Gand. |
| Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters | composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. |
| J.-P. Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen en M. Pâques, | Snappe, T. Merckx-Van Goey, T. Giet, R. Leysen et M. Pâques, assistée |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
| Bij arrest van 10 april 2018 in zake de nv « Realest » tegen de | Par arrêt du 10 avril 2018 en cause de la SA « Realest » contre l'Etat |
| Belgische Staat, Federale Overheidsdienst Financiën, waarvan de | belge, Service public fédéral Finances, dont l'expédition est parvenue |
| expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 20 april 2018, heeft | au greffe de la Cour le 20 avril 2018, la Cour d'appel de Gand a posé |
| het Hof van Beroep te Gent de volgende prejudiciële vraag gesteld : | la question préjudicielle suivante : |
| « Is artikel 53, 9° van het Wetboek van de Inkomstenbelasting 1992 | « L'article 53, 9°, du Code des impôts sur les revenus 1992 est-il |
| verenigbaar met het Grondwettelijk gelijkheidsbeginsel vervat in de | compatible avec le principe constitutionnel d'égalité contenu dans les |
| artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, wanneer het in die zin wordt | articles 10, 11 et 172 de la Constitution, s'il est interprété en ce |
| geïnterpreteerd dat het slechts van toepassing is op ' kosten van | sens qu'il est uniquement applicable aux ' frais de toute nature qui |
| allerlei aard met betrekking tot lusthuizen, die in de belastbare | se rapportent à des résidences de plaisance ou d'agrément qui sont |
| bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden zijn begrepen ', en | compris parmi les rémunérations imposables des membres du personnel au |
| profit desquels ils sont exposés ' et non aux frais d'une habitation | |
| niet op kosten van een woning die in de belastbare bezoldigingen van | qui sont compris parmi les rémunérations imposables des membres du |
| de begunstigde personeelsleden zijn begrepen ? ». | personnel au profit desquels ils sont exposés ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. En droit |
| (...) | (...) |
| B.1.1. De prejudiciële vraag betreft artikel 53, 9°, van het Wetboek | B.1.1. La question préjudicielle porte sur l'article 53, 9°, du Code |
| van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), dat bepaalt : | des impôts sur les revenus 1992 (ci-après : CIR 1992), qui dispose : |
| « Als beroepskosten worden niet aangemerkt : | « Ne constituent pas des frais professionnels : |
| [...] | [...] |
| 9° kosten van allerlei aard met betrekking tot jacht, visvangst, | 9° les frais de toute nature qui se rapportent à la chasse, à la |
| jachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen, behalve indien en | pêche, à des yachts ou autres bateaux de plaisance et à des résidences |
| in zover de belastingplichtige bewijst dat zij bij het uitoefenen van | de plaisance ou d'agrément, sauf dans l'éventualité et dans la mesure |
| de beroepswerkzaamheid en uit hoofde van de eigen aard daarvan | où le contribuable établit qu'ils sont nécessités par l'exercice de |
| noodzakelijk zijn, of in de belastbare bezoldigingen van de | son activité professionnelle en raison même de l'objet de celle-ci ou |
| qu'ils sont compris parmi les rémunérations imposables des membres du | |
| begunstigde personeelsleden zijn begrepen ». | personnel au profit desquels ils sont exposés ». |
| B.1.2. In de prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht zich uit te | B.1.2. La question préjudicielle invite la Cour à se prononcer sur la |
| spreken over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10, | |
| 11 en 172 van de Grondwet, in zoverre zij enkel van toepassing is op | compatibilité de cette disposition avec les articles 10, 11 et 172 de |
| la Constitution, en ce qu'elle s'applique uniquement aux frais se | |
| kosten met betrekking tot « lusthuizen » die in de belastbare | rapportant à des « résidences de plaisance ou d'agrément » qui sont |
| bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden zijn begrepen, en | compris dans les rémunérations imposables des membres du personnel au |
| niet op kosten met betrekking tot privéwoningen die in de belastbare | profit desquels ils sont exposés, et non aux frais se rapportant à des |
| bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden zijn begrepen. | habitations privées qui sont compris dans les rémunérations imposables |
| des membres du personnel au profit desquels ils sont exposés. | |
| B.2.1. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van de | B.2.1. La disposition en cause fait partie des dispositions qui ont |
| bepalingen die betrekking hebben op de vaststelling van het | trait à la fixation du revenu net dans le cadre de l'impôt des |
| netto-inkomen in de personenbelasting. Overeenkomstig artikel 183 van | personnes physiques. Conformément à l'article 183 du CIR 1992, ces |
| het WIB 1992 zijn die bepalingen ook van toepassing in de | dispositions sont également applicables à l'impôt des sociétés. En |
| vennootschapsbelasting. Krachtens artikel 195 van het WIB 1992 worden | vertu de l'article 195 du CIR 1992, les dirigeants d'entreprise sont |
| bedrijfsleiders voor de toepassing van de bepalingen inzake | assimilés à des travailleurs salariés pour l'application des |
| beroepskosten met werknemers gelijkgesteld. | dispositions concernant les frais professionnels. |
| B.2.2. Artikel 49, eerste lid, van het WIB 1992 bepaalt dat als | B.2.2. L'article 49, alinéa 1er, du CIR 1992 prévoit que les seuls |
| beroepskosten slechts aftrekbaar zijn van de beroepsinkomsten « de | frais déductibles des revenus professionnels à titre de frais |
| kosten die de belastingplichtige in het belastbare tijdperk heeft | professionnels sont « les frais que le contribuable a faits ou |
| gedaan of gedragen om de belastbare inkomsten te verkrijgen of te | supportés pendant la période imposable en vue d'acquérir ou de |
| behouden en waarvan hij de echtheid of het bedrag verantwoordt door | conserver les revenus imposables et dont il justifie la réalité et le |
| middel van bewijsstukken ». | montant au moyen de documents probants ». |
| B.2.3. Artikel 52, 3°, van hetzelfde Wetboek bepaalt dat de | B.2.3. L'article 52, 3°, du même Code prévoit que les rémunérations |
| bezoldigingen van de personeelsleden voor hun werkgever beroepskosten | des membres du personnel constituent des frais professionnels pour |
| vormen. Uit die bepaling, in samenhang gelezen met, enerzijds, de | leur employeur. Il ressort de cette disposition, lue en combinaison |
| artikelen 32 en 195 en, anderzijds, artikel 49, eerste lid, van | avec, d'une part, les articles 32 et 195 et, d'autre part, l'article |
| hetzelfde Wetboek, volgt dat de kosten die een vennootschap maakt om | 49, alinéa 1er, du même Code, que les frais qu'une société expose pour |
| haar personeelsleden of bedrijfsleiders een voordeel van alle aard toe | accorder à son personnel ou à ses dirigeants d'entreprise un avantage |
| te kennen als bezoldiging voor de uitoefening van hun | de toute nature en rémunération de l'exercice de leur activité |
| beroepswerkzaamheid binnen de vennootschap, beroepskosten zijn die | professionnelle au sein de la société, constituent des frais |
| aftrekbaar zijn op grond van het voormelde artikel 49 op voorwaarde | professionnels déductibles sur la base de l'article 49, précité, à |
| dat de toegekende voordelen beantwoorden aan werkelijke prestaties | condition que les avantages accordés répondent à des prestations |
| verricht ten behoeve van de vennootschap en dat de belastingplichtige | réellement fournies au profit de la société et que le contribuable en |
| daarvan het bewijs levert (Cass., 14 oktober 2016, F.14.0203.N en | apporte la preuve (Cass., 14 octobre 2016, F.14.0203.N et |
| F.15.0103.N). | F.15.0103.N). |
| B.2.4. Artikel 53 van hetzelfde Wetboek ontzegt aan bepaalde uitgaven | B.2.4. L'article 53 du même Code prévoit que certaines dépenses ne |
| het karakter van beroepskosten. Dit is in beginsel het geval voor de | constituent pas des frais professionnels. C'est en principe le cas |
| kosten van allerlei aard die worden gedragen met betrekking tot jacht, | pour les frais de toute nature qui se rapportent à la chasse, à la |
| visvangst, jachten of andere pleziervaartuigen en met betrekking tot | pêche, à des yachts ou autres bateaux de plaisance et à des résidences |
| lusthuizen (artikel 53, 9°). Die kosten kunnen niettemin wel als | de plaisance ou d'agrément (article 53, 9°). Toutefois, ces frais |
| beroepskosten worden aangemerkt indien de belastingplichtige bewijst | peuvent quand même constituer des frais professionnels si le |
| dat zij bij het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en uit hoofde | contribuable établit qu'ils sont nécessaires pour l'exercice de son |
| van de eigen aard daarvan noodzakelijk zijn, of dat zij in de | activité professionnelle, en raison même de l'objet de celle-ci, ou |
| belastbare bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden zijn | qu'ils sont compris parmi les rémunérations imposables des membres du |
| begrepen. | personnel au profit desquels ils sont exposés. |
| B.2.5. Het in het geding zijnde artikel 53, 9°, van het WIB 1992 vindt | B.2.5. L'article 53, 9°, en cause, du CIR 1992 trouve son origine dans |
| zijn oorsprong in artikel 18 van de wet van 25 juni 1973 « tot | l'article 18 de la loi du 25 juin 1973 « modifiant le Code des impôts |
| wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen met betrekking | sur les revenus, en ce qui concerne, notamment, la taxation des |
| tot, inzonderheid, de belastingheffing over meerwaarden, de grondslag | plus-values, l'assiette et le calcul de l'impôt des sociétés et de |
| en de berekening van de vennootschapsbelasting en de belasting der | |
| niet-verblijfhouders, zomede tot de beteugeling van sommige vormen van | l'impôt des non-résidents, ainsi que la répression de certaines formes |
| belastingontduiking en -ontwijking ». Uit de parlementaire | de fraude et d'évasion fiscales ». Il ressort des travaux |
| voorbereiding van die bepaling blijkt dat de wetgever beoogde « | préparatoires de cette disposition que le législateur entendait « |
| bepaalde kennelijke misbruiken tegen te gaan door de aftrek te | réagir contre certains abus manifestes, en rejetant la déduction de |
| weigeren van uitgaven die uiteraard overdadig zijn of tot op een | dépenses qui présentent soit un caractère somptueux en raison de leur |
| zekere hoogte als overdadig voorkomen omdat zij voor het uitoefenen | nature même, soit un certain degré de somptuosité non nécessité par |
| van de beroepswerkzaamheid niet noodzakelijk zijn » (Parl. St., Kamer, | l'exercice de l'activité professionnelle » (Doc. parl., Chambre, |
| 1972-1973, nr. 521/1, p. 4). Volgens de wetgever betreffen de kosten | 1972-1973, n° 521/1, p. 4). Selon le législateur, les dépenses |
| met betrekking tot het niet-beroepsmatig beoefenen van jacht en | afférentes à l'exercice non professionnel de la chasse et de la pêche, |
| visvangst, met betrekking tot jachten of andere pleziervaartuigen en | aux yachts ou aux autres bateaux de plaisance, et aux résidences de |
| met betrekking tot lusthuizen « uitgaven waarvan het verband met de | plaisance ou d'agrément constituent des « dépenses dont le caractère |
| beroepswerkzaamheid meestal zeer twijfelachtig is » (ibid., p. 3). | professionnel est, dans la plupart des cas, fort douteux » (ibid., p. |
| De parlementaire voorbereiding vermeldt voorts : | 3). Les travaux préparatoires mentionnent en outre : |
| « 1. Met de artikelen 15 en 27 van het wetsontwerp wil men a priori | « 1. Les articles 15 et 27 du projet de loi tendent à prohiber a |
| uit de aftrekbare bedrijfsuitgaven of -lasten sluiten : | priori la déduction, au titre de dépenses ou charges professionnelles : |
| 1° uitgaven of lasten van allerlei aard met betrekking tot : | 1° des dépenses ou charges de toute nature qui se rapportent : |
| a) het niet-beroepsmatig beoefenen van jacht of visvangst [...]; | a) à l'exercice non professionnel de la chasse ou de la pêche [...]; |
| b) het gebruik - en niet de exploitatie - van jachten en andere | b) à l'utilisation - et non à l'exploitation - de yachts ou autres |
| pleziervaartuigen (zeil- of motorboten) en van lusthuizen (uitgaven of | bateaux de plaisance (à moteur ou à voile), ainsi que de résidences de |
| lasten die het gevolg zijn van de aanschaffing of het huren van | plaisance ou d'agrément (dépenses ou charges résultant de |
| jachten, pleziervaartuigen en lusthuizen of elke andere verrichting om | l'acquisition, de la location ou de toute autre opération faite en vue |
| de beschikking daarover te verkrijgen, alsmede van het onderhoud, het gebruik of het betrekken van die goederen; kortom alle mogelijke kosten die verband houden met het beoefenen van de scheepvaart voor ontspanning of met het betrekken van lusthuizen); 2° alle andere uitgaven of lasten voor zover die het karakter van weeldeuitgaven hebben. 2. Behoudens wat hieronder volgt mogen die uitgaven of lasten niet meer worden afgetrokken, ongeacht of de belastingplichtige die uitgaven of lasten rechtstreeks als zodanig heeft gedaan of gedragen dan wel onrechtstreeks ten laste neemt als vaste tegemoetkomingen of als vergoedingen voor gedane kosten, die hij aan de leden van zijn personeel of van zijn beheersorganen die de uitgaven voor zijn rekening hebben gedaan, uitkeert. 3. Hier duiken twee verschillende begrippen op - de opsomming in de ene tekst is limitatief terwijl de andere tekst een meer algemene betekenis heeft - die elkaar in zekere zin aanvullen en in het Wetboek van de inkomstenbelastingen worden opgenomen om de administratie der directe belastingen in staat te stellen in het ene geval de aftrek van uitgaven of lasten waarvan het beroepskarakter niet formeel bewezen of | d'obtenir la disposition de yachts, bateaux de plaisance et résidences de plaisance ou d'agrément, ainsi que de l'entretien et de l'utilisation ou de l'occupation de ces biens; en bref, frais divers ayant trait soit à la pratique de la navigation de plaisance, soit à l'occupation de résidences de plaisance ou d'agrément); 2° de toutes autres dépenses ou charges dans la mesure où elles présentent un caractère somptuaire. 2. Sous réserve de ce qui est mentionné ci-après, ces dépenses ou charges ne seront plus admises en déduction, qu'il s'agisse de dépenses ou charges que le contribuable aura faites ou supportées directement comme telles ou de dépenses ou charges qu'il aura supportées indirectement sous forme d'allocations forfaitaires ou d'indemnités en remboursement de frais accordées aux membres de son personnel ou de ses organes de gestion qui les auront exposées pour son compte. 3. Il y a là deux notions différentes (un texte dont l'énumération est limitative, un autre dont la portée est générale), mais dans un certain sens complémentaires dont l'insertion dans le Code des impôts sur les revenus est commandée par le souci de mettre l'administration des contributions directes en mesure tantôt de refuser purement et simplement la déduction de dépenses ou charges dont le caractère professionnel n'est pas formellement établi ou est plus ou moins contestable, tantôt de combattre des abus manifestes en la matière. II. - Dépenses résultant de la chasse, de la pêche, de yachts ou de résidences de plaisance [...] 4. Il s'agit ici de dépenses ou charges de toute nature que le |
| min of meer betwistbaar is, gewoon te weigeren en in het andere geval | contribuable supporte, directement ou indirectement, en raison du fait |
| kennelijke misbruiken op dat stuk te bestrijden. | : |
| II. - Uitgaven voor jacht, visvangst, jachten of lusthuizen [...] | - soit qu'il se livre personnellement à la chasse, à la pêche ou à la |
| 4. Het gaat hier om uitgaven of lasten van alle aard welke de | navigation de plaisance ou qu'il se réserve personnellement la |
| belastingplichtige rechtstreeks of onrechtstreeks draagt : | disposition d'une résidence de plaisance ou d'agrément; |
| - omdat hij zelf de jacht, de visvangst of de scheepvaart ter | - soit qu'il permet à toutes personnes de se livrer, individuellement |
| ontspanning beoefent of over een lusthuis voor eigen gebruik beschikt, | ou en groupe, à la chasse, à la pêche ou à la navigation de plaisance |
| - omdat hij andere personen in de mogelijk stelt - individueel of | ou d'occuper ou de disposer, individuellement ou en groupe, d'une |
| groepsgewijs - een lusthuis te betrekken of erover te beschikken, | résidence de plaisance ou d'agrément, sans qu'il faille distinguer |
| zonder dat enig onderscheid moet worden gemaakt naargelang die andere | suivant que ces autres personnes sont des membres de son personnel ou |
| personen leden zijn van zijn personeel of van zijn beheersorganen of vertegenwoordigers, klanten, leveranciers, zakenrelaties enz., dan wel andere personen waarmee hij geen beroepsconnecties heeft, en evenmin naargelang die uitgaven of lasten al dan niet om beroepsredenen - sensu stricto of lato - noodzakelijk zijn. Onder het hierna vermelde voorbehoud worden die uitgaven of lasten voortaan wegens hun aard niet meer afgetrokken, ook niet wanneer zij beantwoorden aan beroepsbehoeften, noch wanneer hun bedrag hoger is dan datgene van andere uitgaven welke, uit oogpunt van het beroep, tot dezelfde resultaten op gebied van de publiciteit of op een ander gebied leiden. | de ses organes de gestion, des représentants, des clients, des fournisseurs, des relations d'affaires, etc., ou toutes autres personnes avec lesquelles il n'entretient pas des relations d'ordre professionnel, ni suivant que ces dépenses ou charges sont ou non nécessitées par des besoins professionnels, stricto ou lato sensu. Sous les réserves indiquées ci-après, les dépenses ou charges dont il est question ne seront dorénavant plus admises en déduction, en raison de leur nature, même si elles peuvent apparaître comme nécessitées par les besoins professionnels et même si leur montant ne dépasse pas celui qu'atteindraient d'autres dépenses qui, du point de vue professionnel, auraient le même impact, publicitaire ou autre. |
| [...] | [...] |
| 7. De hiervoren bedoelde uitgaven of lasten mogen nochtans verder | 7. Les dépenses ou charges visées ci-avant seront cependant encore |
| worden afgetrokken indien en voor zover de belastingplichtige die ze | déductibles dans l'éventualité et dans la mesure où le contribuable |
| rechtstreeks of onrechtstreeks heeft gedragen, bewijst : | qui les aura supportées, directement ou indirectement, établira : |
| 1° ofwel dat die uitgaven of lasten noodzakelijk zijn bij de | 1° soit que ces dépenses ou charges sont nécessitées par l'exercice de |
| uitoefening van de beroepswerkzaamheid op grond van de eigen aard | son activité professionnelle en raison même de l'objet de celle-ci, |
| daarvan, zoals bijvoorbeeld : | comme, par exemple : |
| [...] | [...] |
| d) de uitgaven met betrekking tot lusthuizen wanneer de werkzaamheid | d) les dépenses se rapportant à des résidences de plaisance ou |
| van de onderneming welke die huizen heeft verworven, gebouwd of in | d'agrément, lorsque l'activité de l'entreprise qui a acquis, construit |
| huur genomen, erin bestaat ze commercieel te verhuren, te | ou pris à bail lesdites résidences consiste à les louer, les |
| onderverhuren of te exploiteren; | sous-louer ou les exploiter commercialement; |
| [...] | [...] |
| 3° ofwel dat die uitgaven of lasten begrepen zijn in de belastbare | 3° soit que ces dépenses ou charges sont comprises parmi les |
| bezoldigingen van de leden van het personeel of van de organen van | rémunérations imposables des membres du personnel ou des organes de |
| beheer ten behoeve van wie zij zijn gedaan, en dus kunnen worden | gestion au profit desquels elles ont été exposées et sont donc |
| déductibles au titre des rémunérations visées à l'article 45, 3° et | |
| afgetrokken als in artikel 45, 3° en 8°, of in artikel 108 van het | 8°, ou à l'article 108 du C.I.R., étant entendu que ces rémunérations |
| W.I.B. bedoelde bezoldigingen, met dien verstande dat die | |
| bezoldigingen moeten worden opgenomen op de fiches of opgaven die zijn | doivent être reprises aux fiches et/ou relevés prescrits en vue |
| voorgeschreven om de controle van de persoonlijke aangifte van de | d'assurer le contrôle de la déclaration personnelle des bénéficiaires |
| begunstigden mogelijk te maken » (Parl. St., Kamer, 1972-1973, nr. 521/7, pp. 33-36). | » (Doc. parl., Chambre, 1972-1973, n° 521/7, pp. 33-36). |
| B.2.6. In de parlementaire voorbereiding wordt verduidelijkt dat onder | B.2.6. Les travaux préparatoires précisent que par « résidences de |
| het begrip « lusthuizen » wordt verstaan : | plaisance ou d'agrément » on entend : |
| « de onroerende goederen die noch uitsluitend of hoofdzakelijk voor | « les immeubles qui ne sont ni affectés exclusivement ou |
| het uitoefenen van de eigenlijke beroepswerkzaamheid worden gebruikt, | principalement à l'exercice de l'activité professionnelle proprement |
| noch als enig of voornaamste woonhuis ter beschikking van het | dite, ni mis à la disposition, à usage d'habitation principale ou |
| personeel of van de organen van beheer worden gesteld. | exclusive, de membres du personnel ou des organes de gestion. |
| Onder die bepaling vallen, bijvoorbeeld, niet de onroerende goederen | N'entrent pas dans cette définition, par exemple, les immeubles qui |
| die tot op zekere hoogte een uitbreiding van de inrichtingen van de onderneming vormen, zoals onroerende goederen die in het bedrijf worden gebruikt als restaurant voor de leden van de organen van beheer of van het leidend personeel en voor hun bezoekers, als vergaderzalen of tot enig ander soortgelijk doel. Bedoeld worden daarentegen, bijvoorbeeld, de onroerende goederen waarin leden van het personeel of van de organen van beheer, vertegenwoordigers, klanten, leveranciers, zakenrelaties, enz., individueel of in groep kunnen worden uitgenodigd om er te verblijven zoals in een hotel. In wezen gaat het om een feitenkwestie waarover uitspraak moet worden | constituent en quelque sorte une extension des installations de l'entreprise, tels que les immeubles affectés à usage soit de restaurant d'entreprise réservé aux membres des organes de gestion ou du personnel de cadre et à leurs visiteurs, soit de salles de réunion, soit à tout autre usage analogue. Sont, par contre, visés, par exemple, les immeubles où peuvent être invités à séjourner comme à l'hôtel, des membres du personnel ou des organes de gestion, des représentants, des clients, des fournisseurs, des relations d'affaires, etc., individuellement ou en groupe. Il s'agit ici, essentiellement, d'une question de fait qui devra être |
| gedaan met inachtneming van de feitelijke bijzonderheden » (ibid., p. | tranchée eu égard aux particularités propres à chaque cas » (ibid., p. |
| 35; zie dezelfde definitie in de administratieve commentaar op artikel | 35; voyez la même définition dans le commentaire administratif de |
| 53 van het WIB 1992, nrs. 53/173 tot 53/176). | l'article 53 du CIR 1992, nos 53/173 à 53/176). |
| B.3.1. Het geschil voor de verwijzende rechter betreft een onroerend | B.3.1. Le litige porté devant le juge a quo concerne un immeuble d'une |
| goed van een vennootschap dat kosteloos ter beschikking wordt gesteld | société mis gratuitement à la disposition de l'un de ses |
| aan een van haar bestuurders, die daarop als een voordeel van alle | administrateurs, qui est taxé à l'impôt des personnes physiques sur |
| aard in de personenbelasting wordt belast. De verwijzende rechter | cette disposition à titre d'avantage de toute nature. Le juge a quo |
| stelt vast dat het onroerend goed permanent als privéwoning door de | constate que l'immeuble est occupé en permanence comme habitation |
| begunstigde bestuurder wordt betrokken, en geen « lusthuis » is in de | privée par l'administrateur bénéficiaire et qu'il ne constitue pas une |
| zin van de in het geding zijnde bepaling. Hij wenst van het Hof te vernemen of het in het geding zijnde artikel 53, 9°, van het WIB 1992 de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet schendt, in zoverre die bepaling van toepassing is op lusthuizen en niet op privéwoningen, waardoor enkel de kosten die de belastingplichtige maakt met betrekking tot lusthuizen als beroepskosten aftrekbaar zouden zijn, indien zij begrepen zijn in de belastbare bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden of bedrijfsleiders. | « résidence de plaisance ou d'agrément » au sens de la disposition en cause. Il demande à la Cour si l'article 53, 9°, en cause, du CIR 1992 viole les articles 10, 11 et 172 de la Constitution, dans la mesure où cette disposition s'applique à des résidences de plaisance ou d'agrément et non à des habitations privées, de sorte que seuls les frais que le contribuable expose par rapport à des résidences de plaisance ou d'agrément seraient déductibles à titre de frais professionnels, s'ils sont compris parmi les rémunérations imposables des membres du personnel ou dirigeants d'entreprise au profit desquels ils sont exposés. |
| B.3.2. Zoals is vermeld in B.2.5, beoogt de wetgever in artikel 53, | B.3.2. Comme il est dit en B.2.5, le législateur entend régler, à |
| 9°, van het WIB 1992 de fiscale aftrekbaarheid te regelen van kosten | l'article 53, 9°, du CIR 1992, la déductibilité fiscale de frais |
| die door de belastingplichtige worden gemaakt voor het ter beschikking | exposés par le contribuable pour mettre des installations à la |
| stellen aan de personeelsleden of bedrijfsleiders van faciliteiten | disposition de membres du personnel ou de dirigeants d'entreprise à |
| voor vrijetijdsbesteding en vakantie. In dat licht is het niet zonder | des fins de loisirs et de vacances. Vu sous cet angle, il n'est pas |
| redelijke verantwoording dat in die bepaling niet de fiscale | dénué de justification raisonnable que cette disposition ne règle pas |
| behandeling wordt geregeld van kosten die daaraan geheel vreemd zijn, | le traitement fiscal de frais totalement étrangers à ces fins, comme |
| zoals het ter beschikking stellen van een woning voor permanent | la mise à disposition d'une habitation à usage privé permanent. |
| privégebruik. B.3.3. De prejudiciële vraag kan echter zo worden begrepen dat het Hof | B.3.3. La question préjudicielle peut toutefois être interprétée en ce |
| wordt ondervraagd over het verschil in behandeling tussen, enerzijds, belastingplichtigen die op grond van artikel 53, 9°, van het WIB 1992 de kosten voor lusthuizen zouden kunnen aftrekken als beroepskosten op voorwaarde dat zij in de belastbare bezoldigingen van de begunstigde personeelsleden of bedrijfsleiders zijn begrepen en, anderzijds, belastingplichtigen die de kosten voor het ter beschikking stellen van een privéwoning aan hun personeelsleden of bedrijfsleiders niet zouden kunnen aftrekken als beroepskosten, ook al zouden zij in de belastbare bezoldiging zijn begrepen. B.4.1. Krachtens de in het geding zijnde bepaling zijn de kosten met betrekking tot een lusthuis in beginsel geen beroepskosten en bijgevolg niet aftrekbaar. Uit de in B.2.5 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever ervan uitgaat dat die kosten uit hun aard zelf niet noodzakelijk zijn voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid, en dat zij dus niet voldoen aan de algemene | sens que la Cour est interrogée sur la différence de traitement entre, d'une part, des contribuables qui, sur la base de l'article 53, 9°, du CIR 1992, pourraient déduire à titre de frais professionnels les frais se rapportant à des résidences de plaisance ou d'agrément, à condition que ces frais soient compris parmi les rémunérations imposables des membres du personnel ou dirigeants d'entreprise au profit desquels ils sont exposés et, d'autre part, des contribuables qui ne pourraient pas déduire à titre de frais professionnels les frais se rapportant à la mise à disposition de leurs membres du personnel ou dirigeants d'entreprise d'une habitation privée, même si ces frais étaient compris parmi les rémunérations imposables. B.4.1. En vertu de la disposition en cause, les frais se rapportant à une résidence de plaisance ou d'agrément ne constituent en principe pas des frais professionnels et ne sont donc pas déductibles. Il ressort des travaux préparatoires mentionnés en B.2.5 que le législateur considère qu'en raison de leur nature même, ces frais ne sont pas nécessaires pour l'exercice de l'activité professionnelle, et qu'ils ne satisfont donc pas à la condition générale de déductibilité |
| voorwaarde voor de aftrekbaarheid als beroepskosten zoals die is | à titre de frais professionnels telle qu'elle est consacrée par |
| neergelegd in artikel 49 van het WIB 1992. Dergelijke kosten kunnen | l'article 49 du CIR 1992. De tels frais peuvent néanmoins constituer |
| niettemin als beroepskosten worden aangemerkt indien kan worden | des frais professionnels si le contribuable peut établir qu'ils sont |
| aangetoond dat zij in de belastbare bezoldigingen van de begunstigde | compris parmi les rémunérations imposables des membres du personnel ou |
| personeelsleden of bedrijfsleiders zijn begrepen. | dirigeants d'entreprise au profit desquels ils sont exposés. |
| B.4.2. Opdat die kosten voor de belastingplichtige aftrekbaar zijn, | B.4.2. Pour que ces frais soient déductibles pour le contribuable, il |
| dient evenwel alsnog te worden aangetoond dat zij voldoen aan de | faut cependant encore établir qu'ils satisfont aux conditions |
| voorwaarden die worden gesteld in artikel 49 van het WIB 1992. Die | prescrites par l'article 49 du CIR 1992. Cette disposition, qui |
| bepaling, waarin de algemene aftrekbaarheidsvoorwaarden inzake | formule les conditions générales de déductibilité des frais |
| beroepskosten worden geformuleerd, laat in beginsel niet toe kosten af | professionnels, ne permet en principe pas de déduire des frais qui ne |
| te trekken die niet aan werkelijke prestaties beantwoorden (Cass., 14 | correspondent pas à des prestations réelles (Cass., 14 octobre 2016, |
| oktober 2016, F.14.0203.N). De kosten die een belastingplichtige maakt | F.14.0203.N). Les frais qu'un contribuable expose pour octroyer ou |
| om aan zijn personeelsleden of bedrijfsleiders een voordeel van alle | accorder à son personnel ou à ses dirigeants d'entreprise un avantage |
| aard te verlenen of toe te kennen als bezoldiging voor de uitoefening | de toute nature en rémunération de l'exercice de leur activité |
| van hun beroepswerkzaamheid zijn aftrekbaar indien wordt aangetoond | professionnelle sont déductibles s'il est établi que les avantages |
| dat de toegekende voordelen beantwoorden aan werkelijke prestaties | accordés répondent à des prestations réellement fournies au profit de |
| verricht ten behoeve van de vennootschap (Cass., 14 oktober 2016, | la société (Cass., 14 octobre 2016, F.15.0103.N). |
| F.15.0103.N). | |
| B.5.1. Aldus gelden voor de kosten met betrekking tot lusthuizen die | B.5.1. Ainsi, le législateur a prévu les mêmes conditions pour les |
| door een vennootschap aan haar personeelsleden of bedrijfsleiders ter | frais qui se rapportent à des résidences de plaisance ou d'agrément |
| beschikking worden gesteld en die als voordeel van alle aard in de | qu'une société met à la disposition de son personnel ou de ses |
| bezoldigingen van de begunstigden zijn begrepen en voor de kosten met | dirigeants d'entreprise et qui sont compris comme avantage de toute |
| betrekking tot privéwoningen in diezelfde omstandigheden, geen | nature dans les rémunérations imposables des bénéficiaires, et pour |
| verschillende voorwaarden opdat zij door de belastingplichtige als | les frais se rapportant à des habitations privées exposés dans les |
| beroepskosten kunnen worden afgetrokken. | mêmes circonstances, afin que le contribuable puisse les déduire à |
| B.5.2. Met name dient de belastingplichtige in beide gevallen aan te | titre de frais professionnels. |
| tonen dat de toegekende voordelen, die deel uitmaken van de belastbare | B.5.2. Dans les deux cas, le contribuable doit notamment démontrer que |
| bezoldiging, beantwoorden aan werkelijk geleverde prestaties van de | les avantages octroyés, qui font partie de la rémunération imposable, |
| betrokken personeelsleden of bedrijfsleiders verricht ten behoeve van | répondent à des prestations réellement fournies par les membres du |
| de vennootschap. | personnel ou par les dirigeants d'entreprise concernés au profit de la |
| B.5.3. Daaruit volgt dat het verschil in behandeling waarover het Hof | société. B.5.3. Il en ressort que la différence de traitement sur laquelle la |
| wordt ondervraagd, onbestaande is. | Cour est interrogée est inexistante. |
| B.6. De prejudiciële vraag dient bijgevolg ontkennend te worden beantwoord. | B.6. La question préjudicielle appelle dès lors une réponse négative. |
| Om die redenen, | Par ces motifs, |
| het Hof | la Cour |
| zegt voor recht : | dit pour droit : |
| Artikel 53, 9°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 | L'article 53, 9°, du Code des impôts sur les revenus 1992 ne viole pas |
| schendt de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet niet. | les articles 10, 11 et 172 de la Constitution. |
| Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
| op 23 mei 2019. | la Cour constitutionnelle, le 23 mai 2019. |
| De griffier, | Le greffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | Le président, |
| A. Alen | A. Alen |