← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 42/2019 van 14 maart 2019 Rolnummer 6795 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Nederlandstalige
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. H samengesteld uit de
voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. D(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 42/2019 van 14 maart 2019 Rolnummer 6795 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. H samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. D(...) | Extrait de l'arrêt n° 42/2019 du 14 mars 2019 Numéro du rôle : 6795 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2272, alinéa 2, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance néerlandophone de Bruxelles. La Cour co composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, P.(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 42/2019 van 14 maart 2019 | Extrait de l'arrêt n° 42/2019 du 14 mars 2019 |
Rolnummer 6795 | Numéro du rôle : 6795 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2272, tweede lid, | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 2272, alinéa |
van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Nederlandstalige Rechtbank | 2, du Code civil, posée par le Tribunal de première instance |
van eerste aanleg te Brussel. | néerlandophone de Bruxelles. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. | composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges L. Lavrysen, |
Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan | J.-P. Snappe, E. Derycke, P. Nihoul et T. Giet, assistée du greffier |
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | P.-Y. Dutilleux, présidée par le président A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 6 december 2017 in zake F.D. tegen de opdrachthoudende | Par jugement du 6 décembre 2017 en cause de F.D. contre l'association |
vereniging « Iverlek », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof | chargée de mission « Iverlek », dont l'expédition est parvenue au |
is ingekomen op 18 december 2017, heeft de Nederlandstalige Rechtbank | greffe de la Cour le 18 décembre 2017, le Tribunal de première |
van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | instance néerlandophone de Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante : |
« Is het onderscheid op het gebied van de éénjarige verjaring als | « La distinction, concernant le délai de prescription d'un an prévu à |
bedoeld door artikel 2272, tweede lid van het Burgerlijk Wetboek | l'article 2272, alinéa 2, du Code civil, entre les marchands, pour la |
tussen kooplieden wegens de levering van koopwaren, en in het | |
bijzonder de levering van energie aan huishoudelijke consumenten, en | fourniture de marchandises et en particulier la fourniture d'énergie |
een opdrachthoudende vereniging zoals Iverlek wegens de levering van | aux ménages, et une association chargée de mission telle qu'Iverlek, |
koopwaren, en in het bijzonder de levering van energie aan | pour la fourniture de marchandises et en particulier la fourniture |
huishoudelijke consumenten, omdat deze laatste handelt in het kader | d'énergie aux ménages, au motif que cette association agit dans le |
van een openbare dienstverlening, discriminerend ? ». | cadre d'une mission de service public, est-elle discriminatoire ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 2272 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : « De rechtsvordering van gerechtsdeurwaarders tot betaling van hun loon voor de akten die zij betekenen, en voor de opdrachten die zij uitvoeren; Die van kooplieden, wegens de koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn; Die van kostschoolhouders, tot betaling van het kostgeld van hun leerlingen; en van andere meesters, tot betaling van het leergeld; Die van dienstboden die zich bij het jaar verhuren, tot betaling van hun loon, verjaren door verloop van een jaar ». | B.1. L'article 2272 du Code civil dispose : « L'action des huissiers de justice, pour le salaire des actes qu'ils signifient, et des commissions qu'ils exécutent; Celle des marchands, pour les marchandises qu'ils vendent aux particuliers non marchands; Celle des maîtres de pension, pour le prix de la pension de leurs élèves; et des autres maîtres, pour le prix de l'apprentissage; Celle des domestiques qui se louent à l'année, pour le paiement de leur salaire, Se prescrivent par un an ». |
B.2. Artikel 2272 van het Burgerlijk Wetboek voert een korte verjaringstermijn van één jaar in voor sommige rechtsvorderingen, waaronder die van kooplieden, wegens de koopwaren die zij verkopen aan personen die geen koopman zijn. Die bepaling wijkt af van artikel 2262bis van hetzelfde Wetboek, op grond waarvan alle persoonlijke rechtsvorderingen verjaren door verloop van tien jaar. De korte verjaringstermijn is gebaseerd op een vermoeden van betaling en wordt gemotiveerd door het feit dat van het ontstaan en de kwijting van dergelijke schulden doorgaans geen geschrift wordt opgesteld. Op grond van artikel 2274, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek houdt de verjaring op te lopen, « indien er een afgesloten rekening, een onderhandse of authentieke schuldbekentenis bestaat, ofwel een dagvaarding voor het gerecht, waarop geen verval van instantie is gevolgd ». Aangezien de korte verjaringstermijn afwijkt van de algemene regel dient artikel 2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek beperkend te worden geïnterpreteerd. B.3. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of die | B.2. L'article 2272 du Code civil instaure un bref délai de prescription d'un an pour certaines actions, dont celles des marchands, pour les marchandises qu'ils vendent aux particuliers non marchands. Cette disposition déroge à l'article 2262bis du même Code, en vertu duquel toutes les actions personnelles sont prescrites par dix ans. Ce bref délai de prescription se fonde sur une présomption de paiement et est motivé par le fait qu'en règle générale, aucune preuve écrite de la naissance et de l'acquittement de ces dettes n'est établie. En vertu de l'article 2274, alinéa 2, du Code civil, la prescription cesse de courir « lorsqu'il y a eu compte arrêté, cédule ou obligation, ou citation en justice non périmée ». Etant donné que ce bref délai de prescription déroge à la règle générale, l'article 2272, alinéa 2, du Code civil doit être interprété strictement. B.3. Le juge a quo demande à la Cour si cette disposition viole les |
bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre zij | articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle est applicable aux |
van toepassing is op kooplieden die energie leveren aan huishoudelijke | marchands qui fournissent de l'énergie aux consommateurs résidentiels |
consumenten (commerciële leveranciers), doch niet op opdrachthoudende | (fournisseurs commerciaux), mais pas aux associations chargées de |
verenigingen, zoals Iverlek, die eveneens energie leveren aan | mission comme Iverlek qui fournissent également de l'énergie aux |
huishoudelijke consumenten (sociale leveranciers). | consommateurs résidentiels (fournisseurs sociaux). |
De opdrachthoudende vereniging is één van de vormen van een | L'association chargée de mission est l'une des formes de structure de |
samenwerkingsverband met rechtspersoonlijkheid waarin het decreet van | coopération dotée de la personnalité civile prévues par le décret de |
het Vlaamse Gewest van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke | la Région flamande du 6 juillet 2001 portant réglementation de la |
samenwerking voorziet (artikel 12, § 2, 3°). | coopération intercommunale (article 12, § 2, 3°). |
B.4.1. De Ministerraad werpt op dat de prejudiciële vraag niet nuttig | B.4.1. Le Conseil des ministres relève que la question préjudicielle |
is voor de oplossing van het geschil omdat het om periodieke schulden | n'est pas utile à la solution du litige au motif qu'il s'agit de |
gaat. Die zouden niet onder het toepassingsgebied van artikel 2272, | dettes périodiques. Celles-ci ne relèvent pas du champ d'application |
tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek vallen, maar onder artikel 2277 | de l'article 2272, alinéa 2, du Code civil, mais de l'article 2277 du |
van het Burgerlijk Wetboek. Hij verwijst daarvoor naar de rechtspraak | Code civil. Il se réfère à cet égard à la jurisprudence de la Cour |
van het Hof, alsook naar de wet van 6 juli 2017 « houdende | ainsi qu'à la loi du 6 juillet 2017 « portant simplification, |
vereenvoudiging, harmonisering, informatisering en modernisering van | |
bepalingen van burgerlijk recht en van burgerlijk procesrecht alsook | harmonisation, informatisation et modernisation de dispositions de |
van het notariaat, en houdende diverse bepalingen inzake justitie » | droit civil et de procédure civile ainsi que du notariat, et portant |
die het voormelde artikel 2277 heeft gewijzigd. | diverses mesures en matière de justice », qui a modifié l'article 2277 |
B.4.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of | précité. B.4.2. C'est en règle à la juridiction a quo qu'il appartient |
het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van | d'apprécier si la réponse à la question préjudicielle est utile à la |
het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan | solution du litige. Ce n'est que lorsque tel n'est manifestement pas |
het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. | le cas que la Cour peut décider que la question n'appelle pas de |
B.4.3. Artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : | réponse. B.4.3. L'article 2277 du Code civil dispose : |
« Termijnen van altijddurende renten en van lijfrenten; | « Les arrérages de rentes perpétuelles et viagères; |
Die van uitkeringen tot levensonderhoud; | Ceux des pensions alimentaires; |
Huren van huizen en pachten van landeigendommen; | Les loyers des maisons, et le prix de ferme des biens ruraux; |
Interesten van geleende sommen, en, in het algemeen, al hetgeen | Les intérêts des sommes prêtées, et généralement tout ce qui est |
betaalbaar is bij het jaar of bij kortere termijnen, | payable par année, ou à des termes périodiques plus courts, |
Verjaren door verloop van vijf jaren ». | Se prescrivent par cinq ans ». |
B.4.4. Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn arresten nrs. 1/2004, | B.4.4. Ainsi que la Cour l'a jugé par ses arrêts nos 1/2004, 15/2005, |
15/2005, 13/2007, 147/2008, 6/2011, 40/2014 en 39/2016, wordt de | 13/2007, 147/2008, 6/2011, 40/2014 et 39/2016, la prescription abrégée |
kortere verjaringstermijn waarin artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek voorziet, verantwoord door de bijzondere aard van de schuldvorderingen die hij beoogt : het gaat erom, wanneer de schuld betrekking heeft op schuldvorderingen die « bij het jaar of bij kortere termijnen » betaalbaar zijn, ofwel de schuldenaars te beschermen en de schuldeisers tot bekwame spoed aan te zetten, ofwel te vermijden dat het totaalbedrag van de periodieke schuldvorderingen voortdurend aangroeit. De kortere verjaringstermijn maakt het ook mogelijk de schuldenaars te beschermen tegen de opeenstapeling van periodieke schulden die, na verloop van tijd, een aanzienlijke schuld zouden kunnen worden. | établie par l'article 2277 du Code civil est justifiée par la nature particulière des créances qu'elle vise : il s'agit, lorsque la dette a pour objet des créances payables « par année, ou à des termes périodiques plus courts », soit de protéger les débiteurs et d'inciter les créanciers à la diligence, soit d'éviter l'accroissement constant du montant global des créances périodiques. La prescription abrégée permet aussi de protéger les débiteurs contre l'accumulation de dettes périodiques qui, dans la durée, pourraient se transformer en une dette considérable. |
Uit het verwijzingsvonnis blijkt evenwel dat het te dezen geen | Il ressort toutefois du jugement de renvoi qu'en l'espèce, il ne |
periodieke schulden betreft. De appellant voor de verwijzende rechter | s'agit pas de dettes périodiques. L'appelant devant le juge a quo |
betwist het bestaan van de schulden omdat zijn gasverbruik onderworpen | conteste l'existence des dettes au motif que sa consommation de gaz |
is aan een budgetmeter en dus vooraf werd betaald. | est soumise à un compteur à budget et a donc été payée au préalable. |
B.4.5. Bij de wet van 6 juli 2017 werd het volgende lid toegevoegd aan | B.4.5. La loi du 6 juillet 2017 a inséré l'alinéa suivant dans |
artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek : | l'article 2277 du Code civil : |
« Schuldvorderingen wegens levering van goederen en diensten via | « Les créances pour la fourniture de biens et de services via des |
distributienetten voor water, gas of elektriciteit of de levering van | réseaux de distribution d'eau, de gaz ou d'électricité ou la |
elektronische communicatiediensten of omroeptransmissie- en | fourniture de services de communications électroniques ou de services |
omroepdiensten via elektronische communicatienetwerken verjaren na | de radiotransmission ou de radio- et télédiffusion via des réseaux de |
verloop van vijf jaren ». | communications électroniques se prescrivent par cinq ans ». |
Uit de parlementaire voorbereiding van die bepaling blijkt dat de | Il ressort des travaux préparatoires de cette disposition que le délai |
vijfjarige verjaringstermijn ook van toepassing is op | de prescription quinquennal est également applicable aux gestionnaires |
distributienetbeheerders die optreden in het kader van een openbare | de réseau de distribution qui agissent dans le cadre d'une obligation |
dienstverplichting (Parl. St., Kamer, 2016-2017, DOC 54-2259/001, p. | de service public (Doc. parl., Chambre, 2016-2017, DOC 54-2259/001, p. |
26). | 26). |
De voormelde wetswijziging is evenwel pas op 3 augustus 2017 in | La modification législative précitée n'est toutefois entrée en vigueur |
werking getreden, zodat zij niet van toepassing is op het geschil voor | que le 3 août 2017, de sorte qu'elle n'est pas applicable au litige |
de verwijzende rechter. | soumis au juge a quo. |
B.4.6. De exceptie van de Ministerraad is niet gegrond. | B.4.6. L'exception du Conseil des ministres n'est pas fondée. |
B.5. Bij zijn arrest nr. 88/2007 van 20 juni 2007 heeft het Hof naar | B.5. Par son arrêt n° 88/2007 du 20 juin 2007, la Cour a examiné, dans |
aanleiding van een soortgelijke vraag onderzocht of artikel 2272, | le cadre d'une question analogue, si l'article 2272, alinéa 2, du Code |
tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek discriminerend is, in zoverre | civil était discriminatoire en ce qu'une entreprise publique autonome |
een autonoom overheidsbedrijf zoals de nv « Belgacom » niet zou kunnen | comme la SA « Belgacom » ne pourrait être considérée comme marchand au |
worden beschouwd als koopman in de zin van die bepaling en zijn rechtsvorderingen voor de levering van koopwaren onderworpen zouden zijn aan de gemeenrechtelijke verjaringstermijn. Het Hof heeft bij dat arrest geoordeeld : « B.5. Het aldus door de verwijzende rechter vermelde verschil in behandeling tussen schuldeisers met betrekking tot hun rechtsvorderingen wegens de levering van koopwaren, berust op een objectief criterium, namelijk de hoedanigheid van de schuldeiser, naargelang die een privaatrechtelijk persoon is, dan wel een autonoom overheidsbedrijf. | sens de cette disposition et en ce que ses actions pour la fourniture de marchandises seraient soumises au délai de prescription de droit commun. Par cet arrêt, la Cour a jugé : « B.5. La différence de traitement entre créanciers, mentionnée par le juge a quo, concernant leurs actions pour la fourniture de marchandises, repose sur un critère objectif, à savoir la qualité du créancier, selon qu'il s'agit d'une personne de droit privé ou d'une entreprise publique autonome. |
B.6. Het onderscheid tussen privaatrechtelijke personen en autonome | B.6. La distinction entre les personnes de droit privé et les |
overheidsbedrijven is evenwel niet pertinent in het licht van de | entreprises publiques autonomes n'est toutefois pas pertinente à la |
doelstelling vermeld in B.3. | lumière de l'objectif mentionné en B.3. |
De enkele omstandigheid dat het gaat om een autonoom overheidsbedrijf, | La seule circonstance qu'il s'agit d'une entreprise publique autonome |
volstaat niet om de onderneming als dusdanig uit te sluiten van de | ne suffit pas pour exclure l'entreprise en tant que telle de |
toepassing van de korte verjaringstermijn. Op grond van artikel 8 van | l'application du bref délai de prescription. En vertu de l'article 8 |
de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige | de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises |
economische overheidsbedrijven, worden de handelingen van een autonoom | publiques économiques, les actes d'une entreprise publique autonome |
overheidsbedrijf als daden van koophandel aangemerkt. Dat een | sont qualifiés d'actes de commerce. La circonstance que cette |
dergelijk bedrijf ook publieke taken uitvoert, doet geen afbreuk aan | entreprise effectue également des missions publiques ne change rien au |
het feit dat het vermoeden van betaling evenzeer kan worden aanvaard | |
voor zijn rechtsvorderingen die betrekking hebben op de door dat | fait que la présomption de paiement peut également être admise pour |
bedrijf gestelde handelingen die de levering van ' koopwaren ' | ses actions portant sur ses actes ayant pour objet la fourniture de ' |
betreffen. | marchandises '. |
B.7. Aldus geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op de | B.7. Interprété en ce sens qu'il ne s'applique pas aux actions d'une |
rechtsvorderingen van een autonoom overheidsbedrijf voor de levering | |
van ' koopwaren ' aan personen die geen koopman zijn, voert artikel | entreprise publique autonome pour la fourniture de ' marchandises ' |
2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek een verschil in | aux particuliers non marchands, l'article 2272, alinéa 2, du Code |
behandeling in dat niet redelijk is verantwoord. | civil crée une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée. |
In die interpretatie van de in het geding zijnde bepaling dient de | Dans cette interprétation de la disposition en cause, la question |
eerste prejudiciële vraag bevestigend te worden beantwoord. | préjudicielle appelle une réponse affirmative. |
B.8. Het Hof stelt evenwel vast dat artikel 2272, tweede lid, van het | B.8. La Cour constate toutefois que l'article 2272, alinéa 2, du Code |
Burgerlijk Wetboek anders kan worden geïnterpreteerd. Rekening houdend | civil peut faire l'objet d'une autre interprétation. En effet, compte |
met het feit dat, krachtens artikel 8 van de voormelde wet van 21 | tenu de ce qu'en vertu de l'article 8 de la loi du 21 mars 1991 |
maart 1991, de handelingen van een autonoom overheidsbedrijf als daden | précitée, les actes d'une entreprise publique autonome sont qualifiés |
van koophandel worden bestempeld, kan de in het geding zijnde bepaling | d'actes de commerce, la disposition en cause peut être interprétée en |
immers in die zin worden geïnterpreteerd dat zij van toepassing is op | |
de rechtsvorderingen van een autonoom overheidsbedrijf voor de | ce sens qu'elle s'applique aux actions d'une entreprise publique |
levering van ' koopwaren ' aan personen die geen koopman zijn, zodat | autonome pour la fourniture de ' marchandises ' aux particuliers non |
zij geen verschil in behandeling teweegbrengt. | marchands de sorte qu'elle ne crée pas de différence de traitement. |
In die interpretatie van de in het geding zijnde bepaling dient de | Dans cette interprétation de la disposition en cause, la question |
prejudiciële vraag ontkennend te worden beantwoord ». | préjudicielle appelle une réponse négative ». |
B.6. Iverlek is evenwel geen autonoom overheidsbedrijf, zodat de | B.6. Iverlek n'est toutefois pas une entreprise publique autonome, de |
voormelde redenering niet zonder meer kan worden overgenomen. | sorte que le raisonnement précité n'est pas transposable tel quel. |
Zoals in B.3 is vermeld, is Iverlek een opdrachthoudende vereniging. | Comme il est dit en B.3, Iverlek est une association chargée de |
Dat is « een samenwerkingsverband met beheersoverdracht waaraan de | mission. Il s'agit d'une « structure de coopération bénéficiant d'un |
deelnemende gemeenten de uitvoering van een of meer duidelijk | transfert de gestion et à laquelle est confiée par les communes |
participantes la mise en oeuvre d'une ou de plusieurs de leurs | |
omschreven bevoegdheden met betrekking tot een of meer beleidsdomeinen | attributions relevant d'un ou de plusieurs domaines d'activité » |
toevertrouwen » (artikel 12, § 2, 3°, van het voormelde decreet van 6 | (article 12, § 2, 3°, du décret précité du 6 juillet 2001 portant |
juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking). | réglementation de la coopération intercommunale). |
Iverlek is aangeduid als beheerder van de distributienetten voor | Iverlek a été désignée comme gestionnaire des réseaux de distribution |
elektriciteit en aardgas voor het grondgebied van de aangesloten | pour l'électricité et le gaz naturel pour le territoire des communes |
gemeenten. De distributienetbeheerder staat onder meer in voor het | raccordées. Ce gestionnaire de réseau de distribution est notamment |
beheer en onderhoud van een veilig, betrouwbaar en efficiënt net en | responsable de la gestion et de l'entretien d'un réseau sûr, fiable et |
voor de nodige ondersteunende diensten (artikel 4.1.6, 1°, van het | efficace et des services d'appui nécessaires (article 4.1.6, 1°, du |
decreet van het Vlaamse Gewest van 8 mei 2009 houdende algemene | décret de la Région flamande du 8 mai 2009 « portant les dispositions |
bepalingen betreffende het energiebeleid). | générales en matière de la politique de l'énergie »). |
Hoewel de activiteiten van een opdrachthoudende vereniging in de regel | Bien que les activités d'une association chargée de mission soient en |
van economische aard zijn, hebben hun verbintenissen geen | règle générale à caractère économique, les engagements de celle-ci |
handelskarakter (artikel 11, tweede lid, van het voormelde decreet van | n'ont pas un caractère commercial (article 11, alinéa 2, du décret du |
6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking). | 6 juillet 2001 portant réglementation de la coopération |
B.7. Een distributienetbeheerder mag geen activiteiten ondernemen | intercommunale). B.7. Un gestionnaire de réseau de distribution ne peut pas |
inzake de levering van elektriciteit en aardgas, tenzij voor de | entreprendre des activités en matière de fourniture d'électricité et |
levering ervan in het kader van een openbaredienstverplichting die op | de gaz naturel, sauf pour leur fourniture dans le cadre d'une |
grond van dit decreet is opgelegd (artikel 4.1.7 van het voormelde | obligation de service public qui est imposée en vertu de ce décret |
decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het | (article 4.1.7 du décret du 8 mai 2009 « portant les dispositions |
energiebeleid). | |
Die verplichting tot levering van energie ontstaat wanneer een | générales en matière de la politique de l'énergie »). |
reguliere leverancier zijn contract met een huishoudelijke afnemer | Cette obligation de fourniture d'énergie naît lorsqu'un fournisseur |
opzegt wegens wanbetaling. Zij bestaat erin dat de | régulier résilie son contrat avec un client résidentiel pour cause de |
distributienetbeheerder de huishoudelijke afnemer vanaf de afloop van | non-paiement. Elle implique que le gestionnaire de réseau de |
de opzeggingstermijn verder van elektriciteit of van aardgas voorziet, | distribution continue à fournir de l'électricité ou du gaz naturel au |
tenzij die afnemer uiterlijk acht kalenderdagen voor het einde van de | client résidentiel à partir de l'expiration du délai de préavis, sauf |
si ce client a conclu au plus tard huit jours civils avant la fin du | |
opzeggingstermijn een leveringscontract met een nieuwe leverancier | délai de préavis un contrat de fourniture avec un nouveau fournisseur, |
heeft gesloten, dat ingaat vanaf het einde van de opzeggingstermijn | ce contrat prenant cours à l'expiration du délai de préavis (article |
(artikel 5.2.3, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid). De openbaredienstverplichting beoogt op die manier, door tegemoet te komen aan een basisbehoefte, voor eenieder het recht te waarborgen om een menswaardig leven te leiden. B.8. Uit hetgeen voorafgaat volgt dat een distributienetbeheerder geen koopman is in de zin van artikel 2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wanneer hij aan een openbaredienstverplichting voldoet. B.9. In sociaaleconomische aangelegenheden beschikt de wetgever over een ruime beoordelingsvrijheid. Aangezien de in het geding zijnde bepaling in essentie ertoe strekt het handelsverkeer vlotter te laten verlopen, is het eruit voortvloeiende onderscheid, wat de verjaring van hun schuldvorderingen betreft, tussen kooplieden die energie leveren aan huishoudelijke consumenten (commerciële leveranciers) en opdrachthoudende verenigingen die energie leveren aan huishoudelijke consumenten in het kader van een openbaredienstverplichting (sociale leveranciers) en hun | 5.2.3, § 1er, de l'arrêté du Gouvernement flamand du 19 novembre 2010 portant des dispositions générales en matière de la politique de l'énergie). L'obligation de service public vise ainsi, en répondant à une nécessité de base, à garantir à chacun le droit de mener une vie conforme à la dignité humaine. B.8. Il découle de ce qui précède qu'un gestionnaire de réseau de distribution n'est pas un marchand au sens de l'article 2272, alinéa 2, du Code civil lorsqu'il satisfait à une obligation de service public. B.9. En matière socio-économique, le législateur dispose d'une liberté d'appréciation étendue. Etant donné que la disposition en cause tend en substance à faciliter les échanges commerciaux, la différence qui en découle, s'agissant de la prescription de leurs créances, entre les marchands qui fournissent de l'énergie aux consommateurs résidentiels (fournisseurs commerciaux) et les associations chargées de mission qui fournissent de l'énergie aux consommateurs résidentiels dans le cadre d'une obligation de service public (fournisseurs sociaux) et leurs débiteurs respectifs, |
respectieve schuldenaars, niet zonder redelijke verantwoording. | n'est pas sans justification raisonnable. |
B.10. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.10. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Artikel 2272, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek schendt de | L'article 2272, alinéa 2, du Code civil ne viole pas les articles 10 |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | et 11 de la Constitution. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 14 maart 2019. | la Cour constitutionnelle, le 14 mars 2019. |
De griffier, | Le greffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | Le président, |
A. Alen | A. Alen |