← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 182/2018 van 19 december 2018 Rolnummer 6798 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende artikel 16.4.25 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995
houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, in sa Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 182/2018 van 19 december 2018 Rolnummer 6798 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 16.4.25 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, in sa Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters J.-P(...) | Extrait de l'arrêt n° 182/2018 du 19 décembre 2018 Numéro du rôle : 6798 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 16.4.25 du décret de la Région flamande du 5 avril 1995 contenant des dispositions générales concernant la poli La Cour constitutionnelle, composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. Snapp(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 182/2018 van 19 december 2018 | Extrait de l'arrêt n° 182/2018 du 19 décembre 2018 |
Rolnummer 6798 | Numéro du rôle : 6798 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 16.4.25 van het | En cause : la question préjudicielle relative à l'article 16.4.25 du |
decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 houdende algemene | décret de la Région flamande du 5 avril 1995 contenant des |
bepalingen inzake milieubeleid, in samenhang gelezen met artikel | dispositions générales concernant la politique de l'environnement, lu |
16.4.29 van hetzelfde decreet en met artikel 44 van het Vlaamse | en combinaison avec l'article 16.4.29 du même décret et avec l'article |
decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de | 44 du décret flamand du 4 avril 2014 relatif à l'organisation et à la |
rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges, gesteld door | procédure de certaines juridictions administratives flamandes, posée |
het Milieuhandhavingscollege. | par la Cour environnementale de la Région flamande. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters | composée des présidents A. Alen et F. Daoût, et des juges J.-P. |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen en M. Pâques, | Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, R. Leysen et M. Pâques, assistée du |
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, | greffier F. Meersschaut, présidée par le président A. Alen, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij arrest van 5 december 2017 in zake Henri Pauwels tegen het Vlaamse | Par arrêt du 5 décembre 2017 en cause de Henri Pauwels contre la |
Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | Région flamande, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour |
21 december 2017, heeft het Milieuhandhavingscollege de volgende | le 21 décembre 2017, la Cour environnementale de la Région flamande a |
prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schendt artikel 16.4.25 DABM [decreet van het Vlaamse Gewest van 5 | « L'article 16.4.25 du décret de la Région flamande du 5 avril 1995 |
april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid], samen | contenant des dispositions générales concernant la politique de |
gelezen met artikel 16.4.29 DABM en artikel 44 DBRC-decreet [Vlaams | l'environnement, combiné avec l'article 16.4.29 du même décret et avec |
decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de | l'article 44 du décret flamand du 4 avril 2014 relatif à |
rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges], de | l'organisation et à la procédure de certaines juridictions |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor zover, voor de overtreder op | administratives flamandes, viole-t-il les articles 10 et 11 de la |
wie de georganiseerde procedure van bestuurlijke beboeting van | Constitution, dans la mesure où, pour le contrevenant auquel la |
toepassing is, niet in de mogelijkheid voorzien wordt om geheel of | procédure organisée d'amende administrative trouve à s'appliquer, la |
gedeeltelijk uitstel van de uitvoering van de alternatieve | possibilité d'accorder un sursis total ou partiel de l'exécution de |
bestuurlijke beboeting toe te kennen, in de zin van de wet van 29 juni | l'amende administrative alternative, au sens de la loi du 29 juin 1964 |
1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, terwijl | concernant la suspension, le sursis et la probation, n'est pas prévue, |
een dergelijke mogelijkheid wel bestaat ten gunste van een overtreder | alors qu'une telle possibilité existe au profit du contrevenant qui, |
die, voor hetzelfde misdrijf, het voorwerp uitmaakt van een | pour la même infraction, fait l'objet d'une procédure pénale, en ce |
strafrechtelijke procedure, in zoverre hierdoor een verschil in | qu'il serait ainsi établi une différence de traitement insusceptible |
behandeling zou ontstaan dat niet redelijk kan verantwoord worden ? ». | de justification raisonnable ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 16.4.25 | B.1.1. La question préjudicielle porte sur les articles 16.4.25 et |
en 16.4.29 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 5 april 1995 | 16.4.29 du décret de la Région flamande du 5 avril 1995 contenant des |
houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (hierna : het decreet | dispositions générales concernant la politique de l'environnement |
van 5 april 1995), die op het ogenblik van de prejudiciële | (ci-après : le décret du 5 avril 1995), qui disposaient, lorsque la |
vraagstelling bepaalden : | question préjudicielle a été posée : |
« Art. 16.4.25. De bestuurlijke geldboete is een sanctie waarbij de gewestelijke entiteit een overtreder verplicht een geldsom te betalen. Als overtreder wordt beschouwd degene die een milieu-inbreuk of een milieumisdrijf heeft gepleegd, alsook diegene die opdracht heeft gegeven om handelingen te stellen die een milieu-inbreuk of milieumisdrijf uitmaken. Een opgelegde bestuurlijke geldboete wordt vermeerderd met de opdeciemen die van toepassing zijn voor de strafrechtelijke geldboeten. Eventueel kunnen bij een bestuurlijke geldboete ook de expertisekosten worden gevoegd die de gewestelijke entiteit heeft moeten maken om zijn besluit te kunnen nemen ». | « Art. 16.4.25. L'amende administrative est une sanction par laquelle l'entité régionale oblige le contrevenant à payer une somme d'argent. Est considéré comme un contrevenant, la personne ayant commis une infraction environnementale ou un délit environnemental, ainsi que la personne ayant donné l'ordre de poser des actes faisant l'objet d'une infraction environnementale ou d'un délit environnemental. Une amende administrative imposée est majorée des centimes additionnels applicables aux amendes pénales. Des frais d'expertise que l'entité régionale a dû faire pour pouvoir prendre sa décision peuvent éventuellement être ajoutés à une amende administrative ». |
« Art. 16.4.29. Als een bestuurlijke geldboete wordt opgelegd, wordt | « Art. 16.4.29. Si une amende administrative est imposée, l'ampleur de |
de hoogte van de geldboete afgestemd op de ernst van de milieu-inbreuk | l'amende est adaptée à la gravité de l'infraction environnementale ou |
of het milieumisdrijf. Tevens wordt rekening gehouden met de | au délit environnemental. Il est également tenu compte de la fréquence |
frequentie en de omstandigheden waarin de vermoedelijke overtreder | et des circonstances dans lesquelles le contrevenant présumé a commis |
milieu-inbreuken of milieumisdrijven heeft gepleegd of beëindigd ». | ou terminé les infractions environnementales ou les délits environnementaux ». |
B.1.2. De prejudiciële vraag heeft eveneens betrekking op artikel 44 | B.1.2. La question préjudicielle porte également sur l'article 44 du |
van het Vlaamse decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en | décret flamand du 4 avril 2014 relatif à l'organisation et à la |
de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges (hierna : | procédure de certaines juridictions administratives flamandes |
het decreet van 4 april 2014), dat bepaalt : | (ci-après : le décret du 4 avril 2014), qui dispose : |
« Na gehele of gedeeltelijke vernietiging kan het Handhavingscollege | « Après l'annulation entière ou partielle, le Collège de maintien de |
zelf een beslissing nemen over het bedrag van de boete en, in | la Région flamande peut prendre [lui-même] une décision quant au |
voorkomend geval, over de voordeelontneming, en bepalen dat zijn | montant de l'amende et, le cas échéant, sur le dessaisissement |
uitspraak daarover de vernietigde beslissing vervangt ». | d'avantage, et décider que sa décision à ce sujet remplace la décision |
B.2. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van die | annulée ». B.2. La Cour est interrogée au sujet de la compatibilité de ces |
bepalingen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre zij | dispositions avec les articles 10 et 11 de la Constitution, en ce |
voor de personen die het voorwerp uitmaken van een administratieve | qu'elles ne prévoient pas, pour les personnes qui font l'objet d'une |
beboetingsprocedure niet in de mogelijkheid voorzien om geheel of | procédure d'amende administrative, la possibilité de bénéficier en |
gedeeltelijk uitstel van de tenuitvoerlegging van de alternatieve | tout ou en partie d'un sursis à l'exécution de l'amende administrative |
bestuurlijke geldboete te verkrijgen, terwijl een dergelijke | alternative, alors que, pour les personnes qui font l'objet d'une |
mogelijkheid wel bestaat ten gunste van de personen die, voor | |
hetzelfde misdrijf, het voorwerp uitmaken van een strafrechtelijke | procédure pénale pour la même infraction, cette possibilité existe. |
procedure. B.3. De decreetgever heeft voor de milieumisdrijven, zoals bedoeld in | B.3. En ce qui concerne les délits environnementaux visés dans le |
het decreet van 5 april 1995, gekozen voor een alternatief systeem van | décret du 5 avril 1995, le législateur décrétal a opté pour un système |
bestraffing. Het komt de procureur des Konings toe te beslissen om de | de sanction alternatif. Il appartient au procureur du Roi de décider |
vermoedelijke plegers van die misdrijven al dan niet te vervolgen. | de poursuivre ou non les auteurs présumés de ces délits. Sa décision |
Zijn beslissing om de overtreder te vervolgen, sluit het opleggen van | de poursuivre le contrevenant exclut l'imposition d'une amende |
een alternatieve bestuurlijke geldboete uit (artikel 16.4.34 van het | |
decreet van 5 april 1995). Indien de procureur des Konings daarentegen | administrative alternative (article 16.4.34 du décret du 5 avril |
beslist niet strafrechtelijk te vervolgen, kan de bevoegde | 1995). En revanche, si le procureur du Roi décide de ne pas engager de |
gewestelijke overheid de procedure starten voor de eventuele oplegging | poursuites pénales, l'autorité régionale compétente peut entamer la |
van een alternatieve bestuurlijke geldboete (artikel 16.4.35 van het | procédure en vue de l'imposition éventuelle d'une amende |
decreet van 5 april 1995). Voor eenzelfde milieumisdrijf kan de dader | administrative alternative (article 16.4.35 du décret du 5 avril |
ervan dus ofwel naar de correctionele rechtbank worden verwezen, ofwel | 1995). Pour un même délit environnemental, l'auteur de celui-ci peut |
een alternatieve bestuurlijke geldboete opgelegd krijgen. In dat | donc soit être renvoyé devant le tribunal correctionnel, soit se voir |
laatste geval dient de gewestelijke entiteit, bij het bepalen van het | infliger une amende administrative alternative. Dans ce dernier cas, |
bedrag van de geldboete, rekening te houden met de ernst van de | l'entité régionale doit, pour fixer le montant de l'amende, tenir |
milieu-inbreuk of het milieumisdrijf, alsook met de frequentie en de | compte de la gravité de l'infraction environnementale ou du délit |
omstandigheden waarin de milieu-inbreuken of milieumisdrijven werden | environnemental, ainsi que de la fréquence et des circonstances dans |
lesquelles le contrevenant présumé a commis ou terminé ces infractions | |
gepleegd of beëindigd (artikel 16.4.29 van het decreet van 5 april | et délits environnementaux (article 16.4.29 du décret du 5 avril |
1995). De dader kan tegen de beslissing waarbij hem die geldboete | 1995). L'auteur peut introduire, auprès du Collège de maintien, un |
wordt opgelegd, een beroep instellen bij het Handhavingscollege | recours contre la décision lui infligeant cette amende (article |
(artikel 16.4.39 van het decreet van 5 april 1995). Dat College kan, | 16.4.39 du décret du 5 avril 1995). Lorsqu'il décide d'annuler la |
wanneer het beslist de bestreden beslissing geheel of gedeeltelijk te | |
vernietigen, zelf een beslissing nemen over het bedrag van de boete en | décision attaquée en tout ou partie, ce Collège peut prendre lui-même |
bepalen dat zijn uitspraak daarover de vernietigde beslissing vervangt | une décision quant au montant de l'amende et décider que sa décision à |
(artikel 44 van het decreet van 4 april 2014). | ce sujet remplace la décision annulée (article 44 du décret du 4 avril |
B.4.1. Na de saisine van het Hof in de voorliggende zaak is artikel | 2014). B.4.1. Après la saisine de la Cour dans la présente affaire, l'article |
16.4.29 van het decreet van 5 april 1995 gewijzigd bij artikel 31 van | 16.4.29 du décret du 5 avril 1995 a été modifié par l'article 31 du |
het decreet van 8 juni 2018 « houdende wijziging van diverse | décret du 8 juin 2018 « modifiant diverses dispositions du décret du 5 |
bepalingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene | avril 1995 contenant des dispositions générales concernant la |
bepalingen inzake milieubeleid en wijziging van de Vlaamse Codex | politique de l'environnement et modifiant le Code flamand de |
Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 ». Meer in het bijzonder heeft de decreetgever in artikel 16.4.29, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 is geworden, een paragraaf 2 ingevoegd, die bepaalt : « De bestuurlijke geldboete kan geheel of gedeeltelijk worden opgelegd met uitstel van tenuitvoerlegging. Uitstel bij de alternatieve bestuurlijke geldboete is enkel mogelijk voor zover geen bestuurlijke geldboete noch een strafrechtelijke geldboete of gevangenisstraf werd opgelegd voor het plegen van een milieumisdrijf en/of milieu-inbreuk gedurende vijf jaar voorafgaand aan het milieumisdrijf. Uitstel bij de exclusieve bestuurlijke geldboete is enkel mogelijk voor zover geen bestuurlijke geldboete, noch een strafrechtelijke geldboete of gevangenisstraf werd opgelegd voor het plegen van een milieumisdrijf en/of milieu-inbreuk gedurende drie jaar voorafgaand aan de milieu-inbreuk. Een voordeelontneming kan niet worden opgelegd met uitstel van tenuitvoerlegging. Het uitstel geldt voor een proefperiode die niet minder dan een jaar en niet meer dan drie jaar mag bedragen. De proefperiode gaat in vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing tot oplegging van een bestuurlijke geldboete. Het uitstel wordt van rechtswege herroepen als gedurende de proeftijd een nieuw milieumisdrijf of een nieuwe milieu-inbreuk wordt gepleegd, die leidt tot een veroordeling tot een straf of het opleggen van een | l'Aménagement du Territoire du 15 mai 2009 ». Plus particulièrement, le législateur décrétal a inséré, dans l'article 16.4.29, dont le texte existant est devenu le paragraphe 1er, un paragraphe 2, qui dispose : « L'amende administrative peut être infligée totalement ou partiellement avec sursis à l'exécution. Le sursis dans le cas de l'amende administrative alternative n'est possible que dans la mesure où il n'a été infligé ni amende administrative, ni amende pénale ni emprisonnement du chef de délit environnemental et/ou d'infraction environnementale au cours des cinq années précédant le délit environnemental. Le sursis dans le cas de l'amende administrative exclusive n'est possible que dans la mesure où il n'a été infligé ni amende administrative, ni amende pénale ni emprisonnement du chef de délit environnemental et/ou d'infraction environnementale au cours des trois années précédant l'infraction environnementale. Un dessaisissement d'avantages ne peut être infligé [...] avec sursis à l'exécution. Le sursis est valable pour un délai d'épreuve qui ne peut être inférieur à un an ni excéder trois ans. Le délai d'épreuve prend cours à la date de la notification de la décision d'infliger une amende administrative. Le sursis est révoqué de plein droit en cas de nouveau délit environnemental ou de nouvelle infraction environnementale commis pendant le délai d'épreuve, entraînant une condamnation à une peine ou |
bestuurlijke geldboete ». | à une amende administrative ». |
Die decreetswijziging is in werking getreden op 12 juli 2018, zijnde | Cette modification décrétale est entrée en vigueur le 12 juillet 2018, |
tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | soit dix jours après sa publication au Moniteur belge. |
B.4.2. In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 8 juni 2018 werd die wijziging als volgt verantwoord : « De nieuw ingevoegde tweede paragraaf voorziet in de mogelijkheid voor de gewestelijke entiteit om de bestuurlijke geldboete geheel of gedeeltelijk op te leggen met uitstel van de tenuitvoerlegging. Het toekennen van het uitstel wordt niet afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat de overtreder hierom verzoekt, maar kan ook ambtshalve worden toegekend. Het uitstel is enkel mogelijk indien tijdens een bepaalde periode voorafgaand aan de schending geen bestuurlijke geldboete, noch een strafrechtelijke geldboete of gevangenisstraf werd opgelegd aan dezelfde overtreder. Een voorafgaand voorstel tot betaling van een geldsom sluit dus niet de mogelijkheid van uitstel uit. Voor misdrijven bedraagt deze periode vijf jaar, voor inbreuken drie jaar. Het startpunt van deze negatieve referentieperiode wordt bepaald op datum van het milieumisdrijf of milieu-inbreuk, zijnde het plegen van de schending. Bij het overgrote deel van de schendingen is dit | B.4.2. Dans les travaux préparatoires du décret du 8 juin 2018, cette modification a été justifiée comme suit : « Le nouveau paragraphe 2 inséré prévoit la possibilité, pour l'entité régionale, d'infliger l'amende administrative totalement ou partiellement avec sursis à l'exécution. L'octroi du sursis n'est pas subordonné à la condition que le contrevenant le demande, mais le sursis peut également être accordé d'office. Le sursis n'est possible que si, au cours d'une période préalable à la contravention, il n'a été infligé au même contrevenant ni amende administrative, ni amende pénale, ni peine d'emprisonnement. Une proposition préalable de paiement d'une somme d'argent n'exclut donc pas la possibilité d'un sursis. Pour les délits, cette période est de cinq ans, pour les infractions elle est de trois ans. Le début de cette période de référence négative est fixé à la date de l'infraction ou du délit environnemental, soit la date de commission de la contravention. Pour la très large majorité des contraventions, cette |
duidelijk te bepalen. Wanneer een verdere analyse en beoordeling van ingezamelde gegevens (monsternames, metingen) vereist zijn vooraleer er sprake is van een schending, zal de datum van de vaststelling bepalend zijn om uit te maken of er effectief een schending werd gepleegd, dat in de tijd niet noodzakelijk samenloopt met monstername of meting. Als uiterste datum en met het oog op rechtszekerheid kan gesteld worden dat bij onzekerheid de datum van afsluiten proces-verbaal wordt genomen als startpunt. Een voordeelontneming die gekoppeld is aan een geldboete, kan niet worden uitgesproken met uitstel. Dit verhindert niet dat de geldboete als hoofdstraf wel met uitstel kan worden uitgesproken. | date peut être établie clairement. Lorsqu'une analyse et un examen ultérieurs des données recueillies (échantillons, mesures) sont requis avant qu'il soit question d'une contravention, la date du constat sera déterminante pour établir s'il a effectivement été commis une contravention, dont la date ne coïncidera pas forcément avec la prise d'un échantillon ou un mesurage. Comme date ultime et en vue d'assurer la sécurité juridique, il peut être décidé qu'en cas d'incertitude, la date de clôture du procès-verbal sera prise comme point de départ. Un ' dessaisissement d'avantage ' lié à une amende ne peut être assorti d'un sursis. Il n'empêche que l'amende peut effectivement être prononcée avec sursis, en tant que peine principale. |
De gewestelijke entiteit bepaalt de proefperiode die minimum één jaar | L'entité régionale détermine la période de mise à l'épreuve, qui est |
bedraagt en maximum drie jaar. Indien tijdens de proefperiode een | d'au moins un an et de maximum trois ans. Si, au cours de la période |
nieuwe milieuschending wordt gepleegd die naderhand leidt tot een | de mise à l'épreuve, une nouvelle contravention environnementale est |
straf of bestuurlijke geldboete, wordt het uitstel van rechtswege | commise, laquelle donne lieu par la suite à une peine ou à une amende |
herroepen. De overtreder zal hiervan door de gewestelijke entiteit in | administrative, le sursis est révoqué d'office. Le contrevenant en |
kennis gesteld worden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. | sera informé par l'entité régionale » (Doc. parl., Parlement flamand, |
1547/1, pp. 21-22). | 2017-2018, n° 1547/1, pp. 21-22). |
B.5. Krachtens het gewijzigde artikel 16.4.29 heeft de gewestelijke | B.5. En vertu de l'article 16.4.29 modifié, l'entité régionale est |
entiteit thans de bevoegdheid om een bestuurlijke geldboete met | |
uitstel gepaard te doen gaan. Ook het Handhavingscollege beschikt over | actuellement compétente pour assortir une amende administrative d'un |
die mogelijkheid wanneer het, na te hebben beslist tot de gehele of | sursis. Le Collège de maintien dispose lui aussi de cette possibilité |
gedeeltelijke vernietiging van de bestreden beslissing, zich op grond | lorsque, après avoir décidé d'annuler totalement ou partiellement la |
van artikel 44 van het decreet van 4 april 2014 in de plaats stelt van | décision attaquée, il se substitue à l'entité régionale et décide |
de gewestelijke entiteit en zelf een beslissing neemt over het bedrag | lui-même du montant de l'amende administrative, en vertu de l'article |
van de administratieve geldboete. | 44 du décret du 4 avril 2014. |
B.6. Het staat aan het verwijzende rechtscollege om te beoordelen of, | B.6. Il appartient à la juridiction a quo de décider si, après la |
na de wijziging van artikel 16.4.29 van het decreet van 5 april 1995 | modification de l'article 16.4.29 du décret du 5 avril 1995 par le |
bij het decreet van 8 juni 2018, de onderhavige prejudiciële vraag nog | décret du 8 juin 2018, l'actuelle question préjudicielle est encore |
nuttig is voor de beslechting van het bodemgeschil. | utile à la solution du litige. |
De zaak dient bijgevolg te worden teruggezonden naar het verwijzende | L'affaire doit dès lors être renvoyée à la juridiction a quo. |
rechtscollege. | |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zendt de zaak terug naar het verwijzende rechtscollege. | renvoie l'affaire à la juridiction a quo. |
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 19 december 2018. | la Cour constitutionnelle, le 19 décembre 2018. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
A. Alen | A. Alen |