← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 119/2018 van 4 oktober 2018 Rolnummer 6638 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende de artikelen 350, 356-1, tweede lid, en 356-4 van het Burgerlijk Wetboek,
gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afde Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 119/2018 van 4 oktober 2018 Rolnummer 6638 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 350, 356-1, tweede lid, en 356-4 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afde Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. L(...) | Extrait de l'arrêt n° 119/2018 du 4 octobre 2018 Numéro du rôle : 6638 En cause : la question préjudicielle relative aux articles 350, 356-1, alinéa 2, et 356-4 du Code civil, posée par le Tribunal de première instance de Namur, division Namu La Cour constitutionnelle, composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | COUR CONSTITUTIONNELLE |
Uittreksel uit arrest nr. 119/2018 van 4 oktober 2018 | Extrait de l'arrêt n° 119/2018 du 4 octobre 2018 |
Rolnummer 6638 | Numéro du rôle : 6638 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 350, 356-1, | En cause : la question préjudicielle relative aux articles 350, 356-1, |
tweede lid, en 356-4 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de | alinéa 2, et 356-4 du Code civil, posée par le Tribunal de première |
Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen. | instance de Namur, division Namur. |
Het Grondwettelijk Hof, | La Cour constitutionnelle, |
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en A. Alen, en de rechters L. | composée des présidents F. Daoût et A. Alen, et des juges L. Lavrysen, |
Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. |
P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. | Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier F. Meersschaut, |
Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût, | présidée par le président F. Daoût, |
wijst na beraad het volgende arrest : | après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Objet de la question préjudicielle et procédure |
Bij vonnis van 17 februari 2017 in zake S.L. tegen O.R. en anderen, | Par jugement du 17 février 2017 en cause de S.L. contre O.R. et |
waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 maart | autres, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 10 mars |
2017, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de | 2017, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a |
volgende prejudiciële vraag gesteld : | posé la question préjudicielle suivante : |
« Schenden artikel 350, artikel 356-1, tweede lid, en artikel 356-4 | « L'article 350, l'article 356-1, alinéa 2, et l'article 356-4 du Code |
van het Burgerlijk Wetboek, al dan niet in samenhang gelezen, de | |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | civil pris isolément ou ensemble violent-ils les articles 10 et 11 de |
la Constitution combinés ou non avec d'autres dispositions légales | |
met andere, supranationale wetsbepalingen zoals het Europees Verdrag | supranationales telle la Convention européenne des droits de l'homme |
voor de rechten van de mens en met name artikel 8 ervan, in zoverre | et notamment l'article 8 de cette dernière dans la mesure où |
aan de vaststelling van de afstamming van een nadien geadopteerd kind | |
geen ander gevolg toekomt dan de verbodsbepalingen van de artikelen | l'établissement de la filiation d'un enfant adopté par la suite n'a |
161 tot 164 van het Burgerlijk Wetboek, dit in tegenstelling tot een | pas d'autre effet que les prohibitions prévues aux articles 161 à 164 |
dergelijke vaststelling van de afstamming ten aanzien van een | du Code civil, contrairement à l'établissement de la filiation à |
niet-geadopteerd natuurlijk kind, waaraan alle gevolgen verbonden zijn | l'égard d'un enfant naturel non adopté, auquel sont liés tous les |
van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek, en dat terwijl, vermits | effets de l'article 334 du Code civil et ce, alors que l'adoption |
volle adoptie in principe en onder voorbehoud van uitzonderingen in de | plénière étant irrévocable en principe et sous réserve d'exceptions |
rechtspraak onherroepelijk is, een geadopteerde niet over dezelfde | jurisprudentielles, l'adopté ne dispose pas des mêmes droits à faire |
rechten beschikt om aan de op een later tijdstip vastgestelde | |
afstamming dezelfde gevolgen te laten verbinden als een afstamming die | attacher à la filiation établie ultérieurement les mêmes effets qu'une |
is vastgesteld ten aanzien van een niet-geadopteerd natuurlijk kind, | filiation établie à l'égard d'un enfant naturel non adopté, soit ceux |
zijnde die van artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek ? ». | de l'article 334 du Code civil ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. En droit |
(...) | (...) |
B.1. Artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : | B.1. L'article 334 du Code civil dispose : |
« Ongeacht de wijze waarop de afstamming is vastgesteld, hebben de | « Quel que soit le mode d'établissement de la filiation, les enfants |
kinderen en hun afstammelingen dezelfde rechten en dezelfde | et leurs descendants ont les mêmes droits et les mêmes obligations à |
verplichtingen ten opzichte van de ouders en hun bloed- en | |
aanverwanten en hebben de ouders en hun bloed- en aanverwanten | l'égard des père et mère et de leurs parents et alliés, et les père et |
dezelfde rechten en dezelfde verplichtingen ten opzichte van de | mère et leurs parents et alliés ont les mêmes droits et les mêmes |
kinderen en hun afstammelingen ». | obligations à l'égard des enfants et de leurs descendants ». |
Artikel 350 bepaalt : | L'article 350 dispose : |
« Vaststelling van de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van | « L'établissement de la filiation de l'adopté à l'égard de l'adoptant |
de adoptant of van een van de adoptanten nadat het vonnis van adoptie | ou de l'un des adoptants après que le jugement d'adoption soit coulé |
in kracht van gewijsde is gegaan, maakt vanaf dat tijdstip en voor de | en force de chose jugée met fin dès ce moment et pour l'avenir à |
toekomst een einde aan de adoptie ten aanzien van die adoptant of van | l'adoption à l'égard de cet adoptant ou de ces adoptants. |
die adoptanten. | |
Vaststelling van de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van een | L'établissement de la filiation de l'adopté à l'égard d'une personne |
andere persoon dan de adoptant of de adoptanten nadat het vonnis van | autre que l'adoptant ou les adoptants après que le jugement d'adoption |
adoptie in kracht van gewijsde is gegaan, maakt daaraan geen einde. | soit coulé en force de chose jugée ne met pas fin à celle-ci. S'il |
Indien het om een gewone adoptie gaat, heeft deze afstamming gevolgen | s'agit d'une adoption simple, cette filiation ne produit ses effets |
voorzover deze niet strijdig zijn met die van de adoptie. Indien het | que dans la mesure où ils ne sont pas en opposition avec ceux de |
een volle adoptie betreft, heeft die afstamming slechts de toepassing | l'adoption. S'il s'agit d'une adoption plénière, cette filiation ne |
van de verbodsbepalingen inzake het huwelijk bedoeld in de artikelen | produit d'autre effet que les empêchements à mariage prévus aux |
161 tot 164 tot gevolg ». | articles 161 à 164 ». |
Artikel 356-1 bepaalt : | L'article 356-1 dispose : |
« De volle adoptie verleent aan het kind en zijn afstammelingen een | « L'adoption plénière confère à l'enfant et à ses descendants un |
statuut met dezelfde rechten en verplichtingen, als ware het kind | statut comportant des droits et obligations identiques à ceux qu'ils |
geboren uit de adoptant of uit de adoptanten. | |
Onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels omschreven in de artikelen | auraient si l'enfant était né de l'adoptant ou des adoptants. |
161 tot 164, houdt het kind dat ten volle is geadopteerd, op tot zijn | Sous réserve des empêchements à mariage prévus aux articles 161 à 164, |
oorspronkelijke familie te behoren. | |
Kinderen of adoptieve kinderen van de echtgenoot van de adoptant, van | l'enfant qui fait l'objet d'une adoption plénière cesse d'appartenir à |
de persoon met wie de adoptant samenwoont of van de voormalige partner | sa famille d'origine. |
van de adoptant, zelfs overleden, houden evenwel niet op te behoren | Toutefois, l'enfant ou l'enfant adoptif du conjoint, du cohabitant ou |
tot de familie van die echtgenoot, van de persoon met wie hij | de l'ancien partenaire, même décédé, de l'adoptant ne cesse pas |
samenwoont of van de voormalige partner. Indien deze nog in leven is, | d'appartenir à la famille de ce conjoint, cohabitant ou ancien |
wordt het ouderlijk gezag over de geadopteerde gezamenlijk uitgeoefend | partenaire. Si ce dernier vit encore, l'autorité parentale sur |
door de adoptant en die echtgenoot, persoon met wie hij samenwoont of | l'adopté est exercée conjointement par l'adoptant et ce conjoint, |
voormalige partner ». | cohabitant ou ancien partenaire ». |
Artikel 356-4 bepaalt : | L'article 356-4 dispose : |
« Volle adoptie is onherroepelijk. | « L'adoption plénière est irrévocable. |
Herziening is mogelijk overeenkomstig artikel 351 ». | La révision est possible conformément à l'article 351 ». |
B.2. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of de | B.2. Par sa question préjudicielle, le juge a quo demande à la Cour si |
artikelen 350, 356-1, tweede lid, en 356-4 van het Burgerlijk Wetboek | les articles 350, 356-1, alinéa 2, et 356-4 du Code civil violent les |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang | articles 10 et 11 de la Constitution, lus ou non en combinaison avec |
gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | l'article 8 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce |
mens, schenden doordat, « vermits volle adoptie in principe en onder | que « l'adoption plénière étant irrévocable en principe et sous |
voorbehoud van uitzonderingen in de rechtspraak onherroepelijk is », | réserve d'exceptions jurisprudentielles », l'établissement de la |
de vaststelling van de afstamming van een ten volle geadopteerd kind | filiation d'un enfant adopté de manière plénière après cette adoption |
na die adoptie geen ander gevolg heeft dan dat de verbodsbepalingen | n'a d'autre effet que de rendre applicables les empêchements à mariage |
inzake het huwelijk bedoeld in de artikelen 161 tot 164 van het | visés aux articles 161 à 164 du Code civil, alors que l'établissement |
Burgerlijk Wetboek van toepassing worden terwijl de vaststelling van | |
de afstamming van een niet-geadopteerd kind alle gevolgen inzake | de la filiation d'un enfant non adopté fait naître tous les effets |
afstamming zoals bedoeld in artikel 334 van het Burgerlijk Wetboek doet ontstaan. De prejudiciële vraag betreft aldus het verschil in behandeling tussen ten volle geadopteerde kinderen voor wie de vaststelling van de met de biologische werkelijkheid overeenstemmende afstamming van vaderszijde, na de volle adoptie, geen enkel gevolg heeft behoudens de huwelijksbeletselen inzake het huwelijk, en niet-geadopteerde kinderen voor wie de vaststelling van de afstamming van vaderszijde alle gevolgen inzake afstamming heeft, met name op erfrechtelijk vlak. B.3. De vordering die bij de verwijzende rechter aanhangig is gemaakt, is ingesteld door een meerderjarige die ten volle werd geadopteerd | liés à la filiation visés à l'article 334 du Code civil. La question préjudicielle porte ainsi sur la différence de traitement qui existe entre les enfants adoptés de manière plénière pour lesquels l'établissement de la filiation paternelle correspondant à la réalité biologique, après l'adoption plénière, ne produit aucun effet hormis les empêchements à mariage, et les enfants non adoptés pour lesquels l'établissement de la filiation paternelle produit tous les effets liés à la filiation, notamment sur le plan successoral. B.3. L'action dont est saisi le juge a quo est intentée par une personne majeure qui a fait l'objet d'une adoption plénière |
(vroegere benaming : wettiging door adoptie) toen zij minderjarig was | (anciennement dénommée : légitimation par adoption) durant sa minorité |
en van wie de afstamming van vaderszijde werd vastgesteld ten aanzien | et dont la filiation paternelle a été établie à l'égard de son père |
van haar biologische vader, na de adoptie en na diens overlijden. De | biologique après l'adoption et après le décès de celui-ci. L'action |
vordering strekt ertoe de eisende partij voor de verwijzende rechter | vise à faire reconnaître la partie demanderesse devant le juge a quo |
te laten erkennen als erfgename van die laatste. | en tant qu'héritière de ce dernier. |
Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. | La Cour limite son examen à cette hypothèse. |
B.4.1. De eisende partij voor de verwijzende rechter voert aan dat de | B.4.1. La partie demanderesse devant le juge a quo soutient que la |
prejudiciële vraag niet pertinent is in zoverre zij artikel 356-1, | question préjudicielle n'est pas pertinente en ce qu'elle vise |
tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek beoogt, aangezien haar « | l'article 356-1, alinéa 2, du Code civil dès lors que sa « famille |
oorspronkelijke familie » in de zin van die bepaling die van de eerste | d'origine » au sens de cette disposition est celle du premier mari de |
echtgenoot van haar moeder is, en niet die van de biologische vader ten aanzien van wie haar afstamming na de adoptie werd vastgesteld. B.4.2. In de regel komt het de verwijzende rechter die het Hof een vraag stelt toe vast te stellen welke de normen zijn die toepasselijk zijn op het aan hem voorgelegde geschil en, algemener, na te gaan of het antwoord op een prejudiciële vraag nuttig is om dat geschil te beslechten. Enkel wanneer het antwoord klaarblijkelijk niet nuttig is om het geschil te beslechten, met name omdat de in het geding zijnde normen klaarblijkelijk niet erop van toepassing zijn, vermag het Hof te beslissen dat de prejudiciële vraag geen antwoord behoeft, wat te dezen niet het geval is. B.5. In tegenstelling tot hetgeen de eisende partij voor de verwijzende rechter aanvoert, berust het verschil in behandeling tussen de twee categorieën van kinderen die in de prejudiciële vraag worden beoogd niet op het statuut van het kind van wettig of natuurlijk kind, maar op het feit al dan niet ten volle te zijn geadopteerd voordat de met de biologische werkelijkheid overeenstemmende afstamming van vaderszijde werd vastgesteld. Dat criterium is objectief. B.6.1. De wettiging door adoptie werd in het Burgerlijk Wetboek | sa mère, et non celle du père biologique à l'égard duquel sa filiation a été établie après l'adoption. B.4.2. Il revient en règle au juge a quo qui interroge la Cour de déterminer les normes applicables au litige dont il est saisi et, plus généralement, d'apprécier si la réponse à une question préjudicielle est utile à la solution de ce litige. Ce n'est que lorsque la réponse n'est manifestement pas utile à la solution du litige, notamment parce que les normes en cause ne sont manifestement pas applicables à celui-ci, que la Cour peut décider que la question préjudicielle n'appelle pas de réponse, ce qui n'est pas le cas en l'espèce. B.5. Contrairement à ce que soutient la partie demanderesse devant le juge a quo, la différence de traitement entre les deux catégories d'enfants visées par la question préjudicielle ne repose pas sur le statut d'enfant légitime ou naturel de l'enfant, mais sur le fait d'avoir été adopté de manière plénière ou non, avant que la filiation paternelle correspondant à la réalité biologique soit établie. Ce critère est objectif. B.6.1. La légitimation par adoption a été introduite dans le Code |
ingevoerd bij de wet van 21 maart 1969 « tot wijziging van artikel 45 | civil par la loi du 21 mars 1969 « modifiant l'article 45 du Code |
van het Burgerlijk Wetboek, van de titels VIII en X van boek I van | civil, les titres VIII et X du livre Ier du même Code, ainsi que les |
hetzelfde Wetboek, alsmede van de wetten op de verwerving, het verlies | |
en de herkrijging van de nationaliteit, gecoördineerd op 14 december | lois sur l'acquisition, la perte et le recouvrement de la nationalité, |
1932 ». Tijdens de parlementaire voorbereiding werd de opportuniteit | coordonnées le 14 décembre 1932 ». Au cours des travaux préparatoires, |
om een wettiging door adoptie in te voeren in het Belgische recht | l'opportunité d'introduire la légitimation par adoption en droit belge |
uitvoerig besproken. | a été largement discutée. |
De Commissie voor de Justitie van de Kamer gaf in dat verband aan : | La commission de la Justice de la Chambre a indiqué à cet égard : |
« De leden van de Commissie hebben langdurig de vraag besproken of het wel nuttig is de adoptieve wettiging in onze wetgeving in te voeren. Sommige leden hebben opgemerkt dat de gevolgen van de gewone adoptie, zoals zij in dit wetsvoorstel zijn uitgewerkt, zeer weinig verschillen van die van de adoptieve wettiging. Het verschil beperkt zich hiertoe dat bij adoptieve wettiging iedere band tussen het kind en zijn oorspronkelijke familie wordt verbroken, zodat de verplichting tot uitkering van onderhoud en het erfrecht tussen hen wegvallen; tussen het kind en de familie van de adoptanten wordt daarentegen een erfrecht in het leven geroepen. De Commissie meent niettemin dat het van belang is de adoptieve wettiging in te voeren, omdat deze de volledige gelijkstelling van het kind met een wettig kind met zich brengt » (Parl. St., Kamer, | « Les membres de la Commission ont longuement débattu le point de savoir s'il est bien utile d'introduire la légitimation adoptive dans notre législation. Certains membres ont fait observer que les effets de l'adoption simple, tels qu'ils ont été mis au point par la présente proposition de loi diffèrent très peu des effets de la légitimation adoptive. La différence se réduit à ce que la légitimation adoptive, rompant tout lien entre l'enfant et sa famille d'origine, supprime entre ceux-ci l'obligation alimentaire et la vocation héréditaire; par contre elle crée une vocation héréditaire entre l'enfant et la famille des adoptants. La Commission a néanmoins estimé qu'il y a intérêt à instituer la légitimation adoptive parce que celle-ci assimile complètement l'enfant à un enfant légitime » (Doc. parl., Chambre, 1961-1962, n° |
1961-1962, nr. 436/2, p. 68). | 436/2, p. 68). |
Wat het onherroepelijke karakter van een volle adoptie betreft, gaf de | A propos du caractère irrévocable de l'adoption plénière, le |
wetgever aan dat het « een gevolg [was] van de toekenning, aan het | législateur a indiqué qu'il s'agissait d' « une conséquence de |
kind, van het statuut van wettig kind » (ibid., p. 71). | l'octroi à l'enfant du statut d'enfant légitime » (ibid., p. 71). |
B.6.2. Door het instituut van de wettiging door adoptie te vervangen | B.6.2. En remplaçant l'institution de la légitimation par adoption par |
door dat van de volle adoptie, strekte de wet van 27 april 1987 « tot | celle de l'adoption plénière, la loi du 27 avril 1987 « modifiant |
wijziging van een aantal bepalingen betreffende de adoptie " ertoe | diverses dispositions légales relatives à l'adoption » visait à |
discriminatie tussen natuurlijke en wettige kinderen te weren in het | supprimer les discriminations entre enfants naturels et enfants |
perspectief van de hervorming van het afstammingsrecht bij de wet van | légitimes dans la perspective de la réforme du droit de la filiation |
31 maart 1987 (Parl. St., Senaat, 1985-1986, nr. 256-2, pp. 4 en 6; | opérée par la loi du 31 mars 1987 (Doc. parl., Sénat, 1985-1986, n° |
Parl. St., Kamer, 1985-1986, nr. 489/3, p. 2). | 256-2, pp. 4 et 6; Doc. parl., Chambre, 1985-1986, n° 489/3, p. 2). |
B.6.3. Bij de hervorming van de adoptie door de wet van 24 april 2003 | B.6.3. Lors de la réforme de l'adoption par la loi du 24 avril 2003 « |
« tot hervorming van de adoptie », heeft de wetgever het onderscheid | réformant l'adoption », le législateur a maintenu la distinction entre |
tussen een gewone adoptie en een volle adoptie en het beginsel van de | l'adoption simple et l'adoption plénière et le principe de |
onherroepelijkheid van een volle adoptie behouden. Wat de | l'irrévocabilité de l'adoption plénière. A propos de l'irrévocabilité |
onherroepelijkheid van een volle adoptie betreft, gaf de wetgever aan | de l'adoption plénière, le législateur a indiqué qu'« il importait |
dat « vooral adopties ' op proef ' moesten worden voorkomen, en dat | avant tout d'éviter les adoptions ' à l'essai ', et que |
onherroepelijkheid een ernstige waarschuwing [vormde] tegen misbruiken | l'irrévocabilité constituait un sérieux garde-fou contre les abus en |
ter zake » en dat « de negatieve gevolgen van de onherroepelijkheid | la matière » et que « les effets ' pervers ' de l'irrévocabilité |
(discriminatie tussen ' biologische ' kinderen die kunnen worden | (discrimination entre enfants ' biologiques ' susceptibles d'être |
geadopteerd en adoptieve kinderen bij wie zulks niet meer mogelijk | adoptés et enfants adoptifs qui ne l'étaient plus) » disparaissaient, |
was) » verdwenen, gelet op de verruimde mogelijkheden voor een ten | compte tenu des possibilités élargies pour l'enfant adopté de manière |
volle geadopteerd kind om opnieuw te worden geadopteerd (Parl. St., | plénière de faire l'objet d'une nouvelle adoption (Doc. parl., |
Kamer, 2000-2001, DOC 50-1366/001 en 50-1357/001, p. 43). | Chambre, 2000-2001, DOC 50-1366/001 et 50-1367/001, p. 43). |
B.7. Bij zijn arrest nr. 13/2010 van 18 februari 2010 oordeelde het | B.7. Par son arrêt n° 13/2010 du 18 février 2010, la Cour a jugé à |
Hof betreffende een nagenoeg identieke prejudiciële vraag die was | propos d'une question préjudicielle quasiment identique posée dans un |
gesteld in een context die vergelijkbaar is met die welke aan de | |
verwijzende rechter wordt voorgelegd : | contexte analogue à celui qui est soumis au juge a quo : |
« B.5. Met de regel dat de volle adoptie aan het kind en zijn | « B.5. En établissant la règle selon laquelle l'adoption plénière |
afstammelingen een statuut met dezelfde rechten en verplichtingen | confère à l'enfant et à ses descendants un statut comportant des |
verleent, als ware het kind geboren uit de adoptant of uit de | droits et obligations identiques à ceux qu'ils auraient si l'enfant |
adoptanten, en dat het ten volle geadopteerde kind ophoudt tot zijn | était né de l'adoptant ou des adoptants et selon laquelle, sous |
oorspronkelijke familie te behoren, onder voorbehoud van de | réserve des empêchements à mariage, l'enfant qui fait l'objet d'une |
huwelijksbeletsels (artikel 356-1, eerste en tweede lid, van het | adoption plénière cesse d'appartenir à sa famille d'origine (article |
Burgerlijk Wetboek), zelfs indien achteraf de afstamming van de | 356-1, alinéas 1er et 2, du Code civil), même lorsque la filiation de |
geadopteerde ten aanzien van een andere persoon dan de adoptant of de | l'adopté à l'égard d'une personne autre que l'adoptant ou les |
adoptanten wordt vastgesteld (artikel 350, tweede lid, van het | adoptants est établie ultérieurement (article 350, alinéa 2, du Code |
Burgerlijk Wetboek), heeft de wetgever, enerzijds, de gelijkstelling | civil), le législateur a, d'une part, recherché l'assimilation avec le |
met de gewone afstammingsband nagestreefd en, anderzijds, de | lien de filiation ordinaire et, d'autre part, voulu garantir la |
stabiliteit van de verwantschapsbanden en de gezinsomgeving van de geadopteerde willen waarborgen. Het verschil in behandeling, wat de gevolgen inzake vaststelling van de afstamming betreft, tussen ten volle geadopteerden en niet-geadopteerden steunt op een objectief criterium, dat relevant is ten aanzien van de voormelde doelstelling. Aangezien de ten volle geadopteerde een volledige gelijkstelling geniet met de kinderen geboren uit de adoptant of de adoptanten, doen de in het geding zijnde bepalingen geen onevenredige gevolgen ontstaan in zoverre zij hem verhinderen, wanneer de afstamming van de geadopteerde ten aanzien van een andere persoon dan de adoptant of de | stabilité des liens de parenté et de l'entourage familial de l'adopté. La différence de traitement, en ce qui concerne les effets en matière d'établissement de la filiation, entre les personnes ayant bénéficié d'une adoption plénière et celles qui n'ont pas bénéficié d'une adoption repose sur un critère objectif qui est pertinent, eu égard au but mentionné ci-dessus. Dès lors que la personne qui a bénéficié d'une adoption plénière est totalement assimilée aux enfants nés de l'adoptant ou des adoptants, les dispositions en cause n'ont pas d'effets disproportionnés en ce qu'elles l'empêchent, lorsque sa filiation à l'égard d'une personne |
adoptanten wordt vastgesteld, dezelfde rechten en verplichtingen te | autre que l'adoptant ou les adoptants est établie, d'avoir les mêmes |
hebben als de andere kinderen van de voormelde andere persoon. | droits et obligations que ceux des enfants de cette autre personne. |
Het in de eerste prejudiciële vraag voorgelegde verschil in | La différence de traitement évoquée dans la première question |
behandeling is derhalve niet onbestaanbaar met de artikelen 10 en 11 | préjudicielle n'est donc pas incompatible avec les articles 10 et 11 |
van de Grondwet. | de la Constitution. |
B.6. Het onderzoek van de in het geding zijnde bepalingen ten aanzien | B.6. L'examen des dispositions en cause au regard des articles 10 et |
van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | 11 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la |
artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, leidt | Convention européenne des droits de l'homme, ne conduit pas à une |
niet tot een andere conclusie ». | autre conclusion ». |
B.8. Uit de in B.6.3 vermelde parlementaire voorbereiding blijkt dat, | B.8. Il ressort des travaux préparatoires mentionnés en B.6.3 qu'en |
door in artikel 356-4 van het Burgerlijk Wetboek te bepalen dat de | prévoyant à l'article 356-4 du Code civil que l'adoption plénière est |
volle adoptie onherroepelijk is, de wetgever de gelijkstelling met de | irrévocable, le législateur a voulu l'assimiler au lien de filiation |
gewone afstammingsband heeft nagestreefd. Die bepaling kan niet los | ordinaire. Cette disposition ne saurait être dissociée de la règle |
worden gezien van de regel volgens welke alle banden van het | selon laquelle tous les liens de l'enfant adopté avec sa famille |
geadopteerde kind met zijn oorspronkelijke familie worden verbroken en | d'origine sont rompus et du risque qui en découle pour l'adopté, en |
van het daaruit voor de geadopteerde voortvloeiende risico, in geval | cas de révocation de l'adoption, de se retrouver totalement sans |
van herroeping van de adoptie, om geheel zonder familie te vallen. De | famille. L'irrévocabilité de l'adoption plénière vise dès lors |
onherroepelijkheid van de volle adoptie beoogt dus eveneens de | également à la stabilité du statut de l'enfant adoptif. |
stabiliteit van het statuut van het adoptiekind. | |
B.9. Om dezelfde redenen als die van het voormelde arrest nr. 13/2010, | B.9. Pour les mêmes motifs que ceux de l'arrêt n° 13/2010 précité, la |
is het in B.2 vermelde verschil in behandeling redelijk verantwoord. | différence de traitement mentionnée en B.2 est raisonnablement justifiée. |
De omstandigheid dat de vaststelling van de afstamming van een ten | La circonstance que l'établissement de la filiation de l'adopté de |
volle geadopteerde ten aanzien van diens biologische vader na de volle | |
adoptie geen gevolgen heeft op vermogensrechtelijk vlak en de | manière plénière à l'égard de son père biologique après l'adoption |
principiële onherroepelijkheid van de volle adoptie hangen samen met | plénière est sans effet sur le plan patrimonial et l'irrévocabilité de |
de aard zelf van een volle adoptie, die berust op het beginsel van | principe de l'adoption plénière, tiennent à la nature même de |
gelijkstelling van het adoptiekind in de adoptiefamilie volgens het | l'adoption plénière, qui repose sur le principe d'assimilation de |
model van de gewone afstamming. Een volle adoptie creëert een band die | l'enfant adopté dans la famille adoptive sur le modèle de la filiation |
vergelijkbaar is met die van een afstamming en die de gevolgen van de | ordinaire. L'adoption plénière crée un lien comparable à celui de la |
oorspronkelijke afstammingsband tenietdoet, onder voorbehoud van de | filiation, qui anéantit les effets du lien de filiation d'origine, |
huwelijksbeletsels, en komt in de plaats ervan, onder meer op | sous réserve des empêchements à mariage, et se substitue à celui-ci, |
vermogensrechtelijk vlak. | notamment sur le plan patrimonial. |
De in het geding zijnde bepalingen doen niet op onevenredige wijze | Les dispositions en cause ne portent pas une atteinte disproportionnée |
afbreuk aan de rechten van een ten volle geadopteerde aangezien deze, | aux droits de l'adopté de manière plénière dès lors que celui-ci |
in zijn adoptiefamilie, over eenzelfde erfgerechtigdheid beschikt als | dispose, dans sa famille adoptive, d'une vocation successorale |
de kinderen die zijn geboren uit de adoptant of uit de adoptanten. | identique à celle des enfants nés de l'adoptant ou des adoptants. |
B.10. De toetsing aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de | B.10. L'examen au regard de l'article 8 de la Convention européenne |
rechten van de mens leidt niet tot een andere conclusie. | des droits de l'homme ne conduit pas à une autre conclusion. |
Volgens de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de | Selon la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, |
Mens zijn de kwesties van erfopvolgingen ab intestat tussen naaste | les questions de successions ab intestat entre proches parents sont |
bloedverwanten nauw verbonden met het begrip « gezinsleven » (EHRM, 13 | étroitement liées à la notion de vie familiale (CEDH, 13 juin 1979, |
juni 1979, Marckx t. België, § § 52-53; 3 oktober 2000, Camp en | Marckx c. Belgique, § § 52-53; 3 octobre 2000, Camp et Bourimi c. |
Bourimi t. Nederland, § 35; 13 januari 2004, Haas t. Nederland, § 43; | Pays-Bas, § 35; 13 janvier 2004, Haas c. Pays-Bas, § 43; 13 juillet |
13 juli 2004, Pla en Puncernau t. Andorra, § 26). | 2004, Pla et Puncernau c. Andorre, § 26). |
Uit artikel 8 kan evenwel geen recht worden afgeleid om, met het oog | On ne saurait toutefois déduire de l'article 8 un droit à être |
op erfgerechtigdheid, te worden erkend als erfgenaam van een overleden | reconnu, à des fins successorales, comme l'héritier d'une personne |
persoon (EHRM, 13 januari 2004, Haas t. Nederland, § 43). Het Europees | décédée (CEDH, 13 janvier 2004, Haas c. Pays-Bas, § 43). La Cour |
Hof voor de Rechten van de Mens oordeelde reeds dat een ten volle | européenne des droits de l'homme a déjà jugé qu'aucune discrimination |
geadopteerde in geen enkel opzicht wordt gediscrimineerd wegens de | ne frappe l'adopté de manière plénière en raison de la qualité de sa |
hoedanigheid van zijn afstamming, meer bepaald omdat hij over een | filiation, dès lors notamment que celui-ci dispose d'un lien de |
afstammingsband beschikt ten aanzien van zijn adoptieouders, met een | filiation à l'égard de ses parents adoptifs avec un enjeu patrimonial |
vermogensrechtelijk en erfrechtelijk belang (EHRM, grote kamer, 13 | et successoral (CEDH, grande chambre, 13 février 2003, Odièvre c. |
februari 2003, Odièvre t. Frankrijk, § 56). | France, § 56). |
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.11. La question préjudicielle appelle une réponse négative. |
Om die redenen, | Par ces motifs, |
het Hof | la Cour |
zegt voor recht : | dit pour droit : |
Ten aanzien van een meerderjarige die ten volle is geadopteerd en | A l'égard d'une personne majeure ayant fait l'objet d'une adoption |
wiens afstamming van vaderszijde na de adoptie wordt vastgesteld ten | plénière dont la filiation paternelle est établie, après l'adoption, à |
aanzien van zijn overleden biologische vader, schenden de artikelen | l'égard de son père biologique décédé, les articles 350, 356-1, alinéa |
350, 356-1, tweede lid, en 356-4 van het Burgerlijk Wetboek niet de | 2, et 356-4 du Code civil ne violent pas les articles 10 et 11 de la |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 | Constitution, lus en combinaison avec l'article 8 de la Convention |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens. | européenne des droits de l'homme. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise, |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur |
op 4 oktober 2018. | la Cour constitutionnelle, le 4 octobre 2018. |
De griffier, | Le greffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | Le président, |
F. Daoût | F. Daoût |