Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 19/2018 van 22 februari 2018 Rolnummer 6471 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 25/2 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 19/2018 van 22 februari 2018 Rolnummer 6471 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 25/2 van de wet van 17 mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. (...) Extrait de l'arrêt n° 19/2018 du 22 février 2018 Numéro du rôle : 6471 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 25/2 de la loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine privative La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, des juges L. Lavryse(...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 19/2018 van 22 februari 2018 Extrait de l'arrêt n° 19/2018 du 22 février 2018
Rolnummer 6471 Numéro du rôle : 6471
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 25/2 van de wet van 17 En cause : la question préjudicielle concernant l'article 25/2 de la
mei 2006 betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot loi du 17 mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes
een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het condamnées à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à
raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten, ingevoegd bij artikel 153 la victime dans le cadre des modalités d'exécution de la peine, inséré
van de wet van 5 februari 2016 tot wijziging van het strafrecht en de par l'article 153 de la loi du 5 février 2016 modifiant le droit pénal
strafvordering en houdende diverse bepalingen inzake justitie, gesteld et la procédure pénale et portant des dispositions diverses en matière
door de Strafuitvoeringsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen. de justice, posée par le Tribunal de l'application des peines du
Het Grondwettelijk Hof, Hainaut, division Mons.
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters La Cour constitutionnelle, composée des présidents J. Spreutels et A. Alen, des juges L.
L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, en, overeenkomstig Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût et T. Giet, et, conformément à
artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het l'article 60bis de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour
Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan door constitutionnelle, du président émérite E. De Groot, assistée du
de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. greffier F. Meersschaut, présidée par le président J. Spreutels,
Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 29 juni 2016 in zake A.S., waarvan de expeditie ter Par jugement du 29 juin 2016 en cause de A.S., dont l'expédition est
griffie van het Hof is ingekomen op 4 juli 2016, heeft de parvenue au greffe de la Cour le 4 juillet 2016, le Tribunal de
Strafuitvoeringsrechtbank Henegouwen, afdeling Bergen, de volgende l'application des peines du Hainaut, division Mons, a posé la question
prejudiciële vraag gesteld : préjudicielle suivante :
« Is, aangezien de wet van 17 mei 2006, in artikel 22 ervan, het « Dès lors qu'en son article 22, la loi du 17 mai 2006 définit la
elektronisch toezicht definieert als een (andere) vorm van detentie, surveillance électronique comme une (autre) forme de détention,
artikel 25/2 van dezelfde wet, zoals in werking getreden op 1 maart l'article 25/2 de la même loi tel qu'entré en vigueur le 1er mars
2016, in zoverre het bepaalt dat het elektronisch toezicht niet wordt 2016, en ce qu'il prévoit que la surveillance électronique n'est pas
toegekend wanneer op grond van een advies van de Dienst
Vreemdelingenzaken blijkt dat de veroordeelde niet toegelaten of accordée s'il ressort d'un avis de l'Office des étrangers que le
gemachtigd is tot een verblijf in het Rijk, niet discriminerend ten condamné n'est pas autorisé ou habilité à séjourner dans le Royaume,
aanzien van de veroordeelden met een verblijfsrecht, en schendt het n'est-il pas discriminatoire au regard des condamnés en ordre de
niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». séjour et ne viole-t-il pas les articles 10 et 11 de la Constitution ».
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. Op de datum van het vonnis waarbij de prejudiciële vraag is B.1. A la date du jugement qui a posé la question préjudicielle,
gesteld, was bij artikel 153 van de wet van 5 februari 2016 « tot l'article 153 de la loi du 5 février 2016 « modifiant le droit pénal
wijziging van het strafrecht en de strafvordering en houdende diverse et la procédure pénale et portant des dispositions diverses en matière
bepalingen inzake justitie " in de wet van 17 mei 2006 « betreffende de justice » avait inséré dans la loi du 17 mai 2006 « relative au
de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf statut juridique externe des personnes condamnées à une peine
en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre
strafuitvoeringsmodaliteiten » een nieuw artikel 25/2 ingevoegd, dat des modalités d'exécution de la peine » un nouvel article 25/2 qui
bepaalde : disposait :
« De beperkte detentie, het elektronisch toezicht en de « La détention limitée, la surveillance électronique et la libération
voorwaardelijke invrijheidstelling worden niet toegekend wanneer op
grond van een advies van de Dienst Vreemdelingenzaken blijkt dat de conditionnelle ne sont pas accordées s'il ressort d'un avis de
veroordeelde niet toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf in het l'Office des étrangers que le condamné n'est pas autorisé ou habilité
Rijk ». à séjourner dans le Royaume ».
B.2. Het verwijzende rechtscollege stelt aan het Hof een vraag over de B.2. La juridiction a quo interroge la Cour sur la compatibilité de la
bestaanbaarheid van de voormelde bepaling met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre zij niet erin voorziet dat het elektronisch toezicht aan een veroordeelde vreemdeling kan worden toegekend wanneer op grond van een advies van de Dienst Vreemdelingenzaken blijkt dat de veroordeelde niet toegelaten of gemachtigd is tot een verblijf in het Rijk. B.3. Bij zijn arrest nr. 148/2017 van 21 december 2017 heeft het Hof de in het geding zijnde bepaling vernietigd. De prejudiciële vraag is derhalve zonder voorwerp geworden. Om die redenen, het Hof disposition précitée avec les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle ne prévoit pas que la surveillance électronique puisse être accordée à un condamné étranger s'il ressort d'un avis de l'Office des étrangers que le condamné n'est pas autorisé ou habilité à séjourner dans le Royaume. B.3. Par son arrêt n° 148/2017 du 21 décembre 2017, la Cour a annulé la disposition en cause. La question préjudicielle est dès lors devenue sans objet. Par ces motifs, la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
De prejudiciële vraag is zonder voorwerp. La question préjudicielle est sans objet.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue française et en langue néerlandaise,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur
op 22 februari 2018. la Cour constitutionnelle, le 22 février 2018.
De griffier, Le greffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, Le président,
J. Spreutels J. Spreutels
^