Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 91/2017 van 6 juli 2017 Rolnummer : 6628 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 12 van het Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april 19 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 91/2017 van 6 juli 2017 Rolnummer : 6628 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 12 van het Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april 19 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) Extrait de l'arrêt n° 91/2017 du 6 juillet 2017 Numéro du rôle : 6628 En cause : la question préjudicielle relative à l'article 12 du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par l'article 19 de la loi du 15 mai 2006 « modifiant la loi du 8 avril La Cour constitutionnelle, composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A. (...)
GRONDWETTELIJK HOF COUR CONSTITUTIONNELLE
Uittreksel uit arrest nr. 91/2017 van 6 juli 2017 Extrait de l'arrêt n° 91/2017 du 6 juillet 2017
Rolnummer : 6628 Numéro du rôle : 6628
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 12 van het En cause : la question préjudicielle relative à l'article 12 du Code
Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 pénal, tel qu'il a été rétabli par l'article 19 de la loi du 15 mai
« tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de 2006 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la
jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, jeunesse, [le] Code d'instruction criminelle, le Code pénal, le Code
het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april civil, la nouvelle loi communale et la loi du 24 avril 2003 réformant
2003 tot hervorming van de adoptie », gesteld door de Nederlandstalige l'adoption », posée par le Tribunal de première instance
Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. néerlandophone de Bruxelles.
Het Grondwettelijk Hof, La Cour constitutionnelle,
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de composée des présidents E. De Groot et J. Spreutels, et des juges A.
rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en R. Leysen, Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet et R. Leysen, assistée du
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, greffier P.-Y. Dutilleux, présidée par le président E. De Groot,
wijst na beraad het volgende arrest : après en avoir délibéré, rend l'arrêt suivant :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Bij vonnis van 22 februari 2017 in zake C. D.B. tegen de Belgische Par jugement du 22 février 2017 en cause de C. D.B. contre l'Etat
Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 belge, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 28
februari 2017, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg février 2017, le Tribunal de première instance néerlandophone de
te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : Bruxelles a posé la question préjudicielle suivante :
« Schenden artikel 19 van de Wet van 15 mei 2006 tot wijziging van de « L'article 19 de la loi du 15 mai 2006 ' modifiant la loi du 8 avril
Wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van 1965 relative à la protection de la jeunesse, [le] Code d'instruction
Strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe criminelle, le Code pénal, le Code civil, la nouvelle loi communale et
Gemeentewet en de Wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie la loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption ' et l'article 12 du Code
en artikel 12 van het Strafwetboek, de artikelen 10, 11 en 12 van de pénal violent-ils les articles 10, 11 et 12 de la Constitution en ce
Grondwet, doordat personen die op het ogenblik van de door hen
gepleegde misdaad de volle leeftijd van achttien jaar niet hadden que les personnes qui, au moment du crime, n'étaient pas âgées de
bereikt, afhankelijk van het feit of zij dienaangaande vóór dan wel na dix-huit ans accomplis, peuvent ou non, selon qu'elles sont, à cet
16 oktober 2006 strafrechtelijk worden berecht, al dan niet tot een égard, jugées au pénal avant ou après le 16 octobre 2006, être
levenslange vrijheidsberovende straf kunnen worden veroordeeld ? ». condamnées à une peine privative de liberté à perpétuité ? ».
Op 23 maart 2017 hebben de rechters-verslaggevers R. Leysen en T. Le 23 mars 2017, en application de l'article 72, alinéa 1er, de la loi
Giet, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere wet
van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, het Hof ervan in kennis spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, les
gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen juges-rapporteurs R. Leysen et T. Giet ont informé la Cour qu'ils
het onderzoek van de zaak af te doen met een arrest gewezen op pourraient être amenés à proposer de mettre fin à l'examen de
voorafgaande rechtspleging. l'affaire par un arrêt rendu sur procédure préliminaire.
(...) (...)
III. In rechte III. En droit
(...) (...)
B.1. De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of artikel B.1. Le juge a quo demande à la Cour si l'article 19 de la loi du 15
19 van de wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april mai 2006 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à la protection
1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, de la jeunesse, [le] Code d'instruction criminelle, le Code pénal, le
het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de Code civil, la nouvelle loi communale et la loi du 24 avril 2003
wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie » en artikel 12 réformant l'adoption » et l'article 12 du Code pénal violent les
van het Strafwetboek bestaanbaar zijn met de artikelen 10, 11 en 12 articles 10, 11 et 12 de la Constitution en ce que les personnes qui,
van de Grondwet, doordat personen die op het ogenblik van de door hen
gepleegde misdaad de volle leeftijd van achttien jaar niet hadden au moment du crime, n'étaient pas âgées de dix-huit ans accomplis,
bereikt, afhankelijk van het feit of zij vóór dan wel na de peuvent ou non, selon qu'elles sont, à cet égard, jugées au pénal
inwerkingtreding van artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 avant ou après l'entrée en vigueur de l'article 19 de la loi du 15 mai
strafrechtelijk werden berecht, al dan niet tot een levenslange 2006, être condamnées à une peine privative de liberté à perpétuité.
vrijheidsberovende straf konden worden veroordeeld.
B.2. Artikel 12 van het Strafwetboek, opgeheven bij de wet van 10 juli B.2. L'article 12 du Code pénal, abrogé par la loi du 10 juillet 1996,
1996, werd bij artikel 19 van de wet van 15 mei 2006 « tot wijziging a été rétabli par l'article 19 de la loi du 15 mai 2006 « modifiant la
van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, [le] Code
Wetboek van strafvordering, het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, d'instruction criminelle, le Code pénal, le Code civil, la nouvelle
de nieuwe gemeentewet en de wet van 24 april 2003 tot hervorming van loi communale et la loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption » dans
de adoptie » hersteld in de volgende lezing : la rédaction suivante :
« Levenslange opsluiting of levenslange hechtenis wordt niet « La réclusion ou détention à perpétuité n'est pas prononcée à l'égard
uitgesproken ten aanzien van een persoon die op het tijdstip van de d'une personne qui n'était pas âgée de dix-huit ans accomplis au
misdaad de volle leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt ». moment du crime ».
Die bepaling is in werking getreden op 16 oktober 2006. Cette disposition est entrée en vigueur le 16 octobre 2006.
B.3. De wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april B.3. La loi du 15 mai 2006 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative
1965 betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, à la protection de la jeunesse, [le] Code d'instruction criminelle, le
het Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de Code pénal, le Code civil, la nouvelle loi communale et la loi du 24
wet van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie » en de wet van 15 avril 2003 réformant l'adoption » et la loi du 15 mai 2006 « modifiant
mei 2006 « tot wijziging van de wetgeving betreffende de la législation relative à la protection de la jeunesse et à la prise
jeugdbescherming en het ten laste nemen van minderjarigen die een als
misdrijf omschreven feit hebben gepleegd » wijzigden verschillende en charge des mineurs ayant commis un fait qualifié infraction » ont
aspecten van het jeugdsanctierecht. Krachtens artikel 19 van de wet modifié plusieurs aspects du droit répressif de la jeunesse. En vertu
van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april 1965 de l'article 19 de la loi du 15 mai 2006 « modifiant la loi du 8 avril
betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het 1965 relative à la protection de la jeunesse, [le] Code d'instruction
Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet criminelle, le Code pénal, le Code civil, la nouvelle loi communale et
van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie » kan een persoon die la loi du 24 avril 2003 réformant l'adoption », la réclusion ou
op het tijdstip van de misdaad de volle leeftijd van achttien jaar nog détention à perpétuité n'est pas prononcée à l'égard d'une personne
niet had bereikt en die uit handen wordt gegeven, niet meer worden qui n'était pas âgée de dix-huit ans accomplis au moment du crime et
veroordeeld tot een levenslange opsluiting of een levenslange
hechtenis. qui est dessaisie.
B.4. In de zaak ten gronde werd de eiser bij een arrest van het Hof B.4. Dans l'affaire soumise au juge a quo, le demandeur a été condamné
van Assisen van 20 oktober 1995 veroordeeld tot levenslange par un arrêt de la Cour d'assises du 20 octobre 1995 aux travaux
dwangarbeid, wegens een dubbele moord gepleegd op de leeftijd van forcés à perpétuité pour un double meurtre commis à l'âge de dix-sept
zeventien jaar. Voor de burgerlijke rechter betwist hij de wettigheid ans. Il conteste devant le juge civil le caractère licite de cette
van die straf, die meer dan tien jaar vóór de inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepalingen is uitgesproken. Uit de feiten voor de verwijzende rechter blijkt dat de prejudiciële vraag noopt tot het vergelijken van de situatie van de personen die op het tijdstip van de misdaad nog niet de volle leeftijd van achttien jaar hadden bereikt en die bij een definitieve beslissing zijn veroordeeld tot levenslange opsluiting of levenslange hechtenis, krachtens het op het ogenblik van hun berechting van toepassing zijnde recht, met die van de personen die op het tijdstip van de misdaad nog niet de volle leeftijd van achttien jaar hadden bereikt en die niet tot die straf kunnen worden veroordeeld, krachtens het op het ogenblik van hun berechting van toepassing zijnde recht. De prejudiciële vraag heeft bijgevolg geenszins betrekking op een strafrechtelijke overgangsregeling of op de toepassing van de strafwet in de tijd. B.5. Het in het geding zijnde verschil in behandeling steunt op de vergelijking van twee strafrechtelijke regelingen die op verschillende ogenblikken van toepassing waren. Om de inachtneming van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie te beoordelen, is het niet relevant twee wettelijke regelingen te vergelijken die op verschillende ogenblikken van toepassing waren. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever een doelstelling na te streven die verschilt van die welke hij vroeger nastreefde en bepalingen aan te nemen die ze kunnen peine prononcée plus de dix ans avant l'entrée en vigueur des dispositions en cause. Il ressort des faits portés devant le juge a quo que la question préjudicielle invite à comparer la situation des personnes qui n'étaient pas âgées de dix-huit ans accomplis au moment du crime et qui sont condamnées par une décision définitive à la réclusion ou la détention à perpétuité, en vertu du droit applicable au moment de leur jugement, à celle des personnes qui n'étaient pas âgées de dix-huit ans accomplis au moment du crime et qui ne peuvent être condamnées à cette peine, en vertu du droit applicable au moment de leur jugement. La question préjudicielle ne concerne dès lors aucunement un régime pénal transitoire ou l'application de la loi pénale dans le temps. B.5. La différence de traitement en cause repose sur la comparaison de deux régimes pénaux qui étaient applicables à des moments différents. Pour vérifier le respect du principe d'égalité et de non-discrimination, il n'est pas pertinent de comparer entre elles deux législations qui étaient applicables à des moments différents. Il relève du pouvoir d'appréciation du législateur de poursuivre un objectif différent de celui qu'il poursuivait antérieurement et d'adopter des dispositions de nature à le réaliser. La seule
verwezenlijken. De enkele omstandigheid dat de wetgever een maatregel circonstance que le législateur ait pris une mesure différente de
heeft genomen die verschilt van die welke hij vroeger heeft genomen, houdt op zich geen discriminatie in ten opzichte van de situaties die definitief zijn geregeld bij de vroegere wet, zoals te dezen. B.6. Voor het overige kunnen rechterlijke beslissingen, volgens een fundamenteel beginsel van onze rechtsorde, niet worden gewijzigd dan ingevolge de aanwending van rechtsmiddelen. Aan dat beginsel wordt geen afbreuk gedaan door verscheidene jaren na de uitspraak van de straf een mildere strafwet in te voeren. De terugwerkende kracht van zulk een wet geldt enkel in zoverre er geen strafrechtelijke einduitspraak is. Is de strafrechtelijke beslissing onherroepelijk geworden, zoals te dezen, dan kan de opgelegde straf worden uitgevoerd, ook al zou de strafwet milder geworden zijn na de definitieve beslissing waarbij de straf is uitgesproken. Hierdoor wordt geen afbreuk gedaan aan de individuele vrijheid gewaarborgd bij celle qu'il avait adoptée antérieurement n'établit en soi aucune discrimination à l'égard des situations définitivement réglées par la loi antérieure, comme en l'espèce. B.6. Pour le surplus, selon un principe fondamental de notre ordre juridique, les décisions juridictionnelles ne peuvent être modifiées que par la mise en oeuvre de voies de recours. L'introduction d'une loi pénale plus clémente, plusieurs années après le prononcé de la peine, ne change rien à ce principe. Une telle loi ne rétroagit que dans la mesure où une décision pénale définitive n'a pas encore été prononcée. Si la décision pénale est devenue irrévocable, comme c'est le cas en l'espèce, la peine infligée peut être exécutée, même si la loi pénale est devenue plus clémente après la décision définitive prononçant la peine. Ceci ne porte pas atteinte à la liberté
artikel 12 van de Grondwet. individuelle garantie par l'article 12 de la Constitution.
B.7. Ongeacht de uitgesproken vrijheidsstraf kan een veroordeelde B.7. Par ailleurs, indépendamment de la peine privative de liberté
bovendien steeds een voorwaardelijke invrijheidstelling aanvragen na prononcée, un condamné peut toujours demander sa libération
het ondergaan van een deel van zijn straf op basis van de conditionnelle après avoir purgé une partie de sa peine, sur la base
tijdsvoorwaarden bepaald in artikel 25 van de wet van 17 mei 2006 des conditions temporelles déterminées à l'article 25 de la loi du 17
betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een mai 2006 relative au statut juridique externe des personnes condamnées
vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het à une peine privative de liberté et aux droits reconnus à la victime
raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten. dans le cadre des modalités d'exécution de la peine.
B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. B.8. La question préjudicielle appelle une réponse négative.
Om die redenen, Par ces motifs,
het Hof la Cour
zegt voor recht : dit pour droit :
Artikel 12 van het Strafwetboek, zoals hersteld bij artikel 19 van de L'article 12 du Code pénal, tel qu'il a été rétabli par l'article 19
wet van 15 mei 2006 « tot wijziging van de wet van 8 april 1965 de la loi du 15 mai 2006 « modifiant la loi du 8 avril 1965 relative à
betreffende de jeugdbescherming, het Wetboek van strafvordering, het la protection de la jeunesse, [le] Code d'instruction criminelle, le
Strafwetboek, het Burgerlijk Wetboek, de nieuwe gemeentewet en de wet Code pénal, le Code civil, la nouvelle loi communale et la loi du 24
van 24 april 2003 tot hervorming van de adoptie », schendt de avril 2003 réformant l'adoption », ne viole pas les articles 10, 11 et
artikelen 10, 11 en 12 van de Grondwet niet. 12 de la Constitution.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Ainsi rendu en langue néerlandaise et en langue française,
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, conformément à l'article 65 de la loi du 6 janvier 1989 sur la Cour
op 6 juli 2017. constitutionnelle, le 6 juillet 2017.
De griffier, Le greffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, Le président,
E. De Groot E. De Groot
^